Gisterenavond luisterden we naar een podcast van Lex Bohlmeijer van "De Correspondent" met filosoof Pieter Hoexum met als titel "Maak een ommetje".
Het gesprek vond al wandelend plaats met als leidraad het boek "Kleine filosofie van het ommetje".
Deze wandeling ging voor een behoorlijk groot deel over landgoed "Ter Wadding". Daar wij al 38 jaar in de Stevenshof wonen, hebben we al aardig wat voetstappen in dit landgoed gezet. In de podcast hoorden we allerlei dingen over "Ter Wadding", die wij niet wisten. Voor mij lag mijn volgende looproute al vast.
Na vanmorgen boodschappen te hebben gedaan bij "De Helianth", fietste ik met Ada naar de volkstuin. Zij bleef daar, ik bracht een tas appels weg naar een medetuinder en trapte daarna in windkracht 4 naar huis.
Ik trok mijn sportkleding en hardloopschoenen aan en via het Stevenspark liep ik in tamelijk warm weer naar de Leidseweg, waar ik het koetshuis en "Huis Ter Wadding" op de foto zette.
Via een voetpad vanaf de Leidseweg kwam ik bij één van de 3 ingangen van het landgoed "Ter Wadding".
Aan de bruine bladeren kan men zien, dat de moerbeiboom nog steeds een dode tak heeft.
Ik liep verder en fotografeerde het huis van achteren en van opzij.
Ik liep door naar het bankje op een klein heuveltje, dat in de podcast ook ter sprake kwam.
Het lelijke uitzicht, dat werd genoemd, vind ik nog wel meevallen.
Ik liep een rondje over de slingerende paden naar het standbeeld, dat net buiten het wandelpark staat.
Het standbeeld van Willy Dohm werd in de podcast ook nadrukkelijk genoemd.
Thuis bleek, dat ik Verbazing wel had vastgelegd, maar Berusting helemaal over het hoofd had gezien.
Ik liep terug en begon aan het tweede rondje door "Ter Wadding". Nu kwam ik van de andere kant van het bankje op het heuveltje. Daar zat nu een man op.
Ik raakte met hem aan de praat en hij wist veel over dit landgoed. Er staan oeroude bomen in. Sommige ervan zijn honderden jaren oud.

Hij vroeg me, of ik wist, hoe het cirkelvormige paadje aan deze vorm gekomen was? Ik moest het antwoord schuldig blijven.

Daar werden de paarden, die in het koetshuis stonden, gedresseerd.
Ooit was het landgoed veel groter, maar bij de aanleg van het spoor tussen Leiden en Den Haag verkocht de toenmalige eigenaar een groot stuk. In het verkoopcontract had hij wel opgenomen, dat als hij zijn hand opstak, hij daar in de trein mocht stappen en niet naar een station toe hoefde. Hij heeft van dit privilege zegge en schrijve eenmaal gebruik gemaakt....
Ik liep nog een derde rondje door het park, waarbij ik oog had voor de planten, die er stonden.




Ik liep via het Stevenspark naar huis toe, waar ik me douchte en om 3 uur lunchte in deze periode met zowaar te lage temperaturen voor de tijd van het jaar.
.png)
Daarna fietste ik naar de volkstuin, waar ik met Ada thee dronk. Vanaf mijn zitplaats had ik een prachtig uitzicht op de zonnebloemen.




Geen opmerkingen:
Een reactie posten