Vanmorgen werd ik wakker, doordat een van de buren de ruiten van zijn auto stond te krabben.
Daar de meesten niet voor hun plezier met krabben in de weer gaan, kon ik er van uitgaan, dat het gevroren had. Hetgeen klopte.
Het zag er met een mengeling van winterse neerslag redelijk wit uit, maar het was wel oppassen geblazen op de fietspaden richting Vondellaan. Op de meeste plekken kon je gewoon doorfietsen, maar her en der waren er opgevroren weggedeelten, waar je goed uit moest kijken. Een moment van onoplettendheid zou kunnen betekenen, dat je onderuit zou kunnen gaan met je fiets.
Eens te meer bleek, dat elk nadeel zijn voordeel heeft. Doordat ik op beton terecht was gekomen op de ijsbaan van Leiderdorp, had ik vorige week aan Lenny gevraagd, of de ronding nog goed was. Daardoor kwam ik er achter, dat ik al een jaar met een ronding van 25 meter had rondgereden. Lenny zou er een ronding van 23 meter in slijpen. Deze zit ook in mijn "buitenijzers", zodat ik probleemloos over zou kunnen stappen.
Om 9 uur begon ik aan de training met 25 "Krasse knarren". Het was een dubbele overstap. Allereerst van ronding 25 naar 23 en daarnaast van hoge ijzers naar lagere. Het lijken kleine verschillen, maar je moet toch weer het juiste drukpunt vinden. Hier stuit je op het motorisch geheugen.
Daarnaast merkte ik, dat ik na de verkoudheid toch wat minder conditie had. Ik kon gewoon minder vaart maken dan gebruikelijk. Op zich geen probleem. Ik werd gewoon wat vaker gelapt. En de 5 kilometer op kop ging net als de andere series 2 kilometer per uur langzamer dan normaal.
Dat slijt wel. Volgende week rij ik vermoedelijk al weer harder.
Na de training reed ik 2 rondjes met de nieuwe ronding erin. Ook dat was weer even wennen. Ook in dit opzicht was er sprake van een dubbele ovestap.
Aan de grond had het vannacht in vrijwel het hele land gevroren. Maar deze lichte nachtvorst zou niet het enige teken zijn, dat we nog immer in de wintermaanden zitten. Het zou vandaag flink gaan sneeuwen. De NS had de dienstregeling al aangepast.
Ik deed dat ook. Ik begon vroeger dan gepland, daar ik het ritje met de biebauto langs de filialen af zou hebben voordat het zou gaan sneeuwen. Dat lukte niet, want om 10 uur kwamen de eerste sneeuwvlokjes naar beneden dwarrelen.
Waar in België op diverse plaatsen 10 centimeter sneeuw was gevallen, daar bleef het bij ons bij wat gevlok. De meeste neerslag, die naar beneden kwamzetten was gewoon regen.
Zodoende was het in onze tuin een dag van meer sneeuwklokjes dan sneeuwvlokjes.
Het is wel een vreemd gevoel om op dinsdagmorgen niet naar de Leidse IJshal te fietsen om daar met de "Krasse knarren" te gaan schaatsen. Maar ja, met een verkouden kop is dat niet verstandig.
In plaats daarvan reed ik op dezelfde tijd richting Katwijk voor een ritje met de biebauto langs de 21 scholen, die meedoen aan de Bibliotheek op School.
Het had vannacht aardig gevroren en op sommige boerensloten lag weer een vliesje ijs. Toen ik om 1 uur naar huis fietste, was dit op de meeste plekken weer verdwenen. De zon krijgt langzamerhand steeds meer kracht. Vanmorgen was er trouwens weer een prachtige zonsopgang, zoals je die eigenlijk alleen in de winter ziet.
Thuis gekomen at ik wat brood, waarna ik net als gisteren een middagdutje ging doen. Binnen de kortste keren was opa Breed vertrokken om anderhalf uur later te ontwaken.
Sommigen noemen dit een schoonheidsslaapje. Wat dat aangaat mag ik er heel dutjes doen, wil het nog wat worden....
Vergeleken met gisteren voel ik me wel 50% beter.
Dat kan van deze kwakkelwinter helaas niet gezegd worden.
Gaandeweg het weekeinde kreeg ik meer last van verkoudheid. Ik hield het op de been, maar gisteren kreeg ik mezelf niet warmgestookt. Een veeg teken.
Vanmorgen voelde ik me gammel, maar ik had geen koorts. Het is, dat we een ondernemingsraadsvergadering hadden afgesproken, anders had ik me ziekgemeld.
Tegen een harde noordwestenwind in fietste ik naar mijn werk. Daar aangekomen hoorde ik, dat de vergadering niet doorging, daar de directeur last had van Kuipkoorts.
In navolging van mijn broers reed ik een rondje langs de filialen met de biebauto om kratten met boeken te wisselen. Daarna ging ik naar huis. Opa Breed was aan een middagdutje toe. Dat deed ik, nadat ik me voor 50% ziek had gemeld.
Wie altijd al dacht, dat ik half werk leverde....
Het bewijs, dat ik echt 50% ziek ben, wordt morgen geleverd. Ik ga morgenochtend niet schaatsen met de "Krasse knarren" in de Leidse IJshal. Me dunkt dat dit voldoende zegt.
Een van de lastigste zaken in de sport is het pieken op het juiste moment. Douwe de Vries deed dat vandaag en gisteren in een bijna uitverkocht "Thialf", waar hij met 3 afstandsoverwinningen Nederlands kampioen allround werd. Daar valt niets op af te dingen.
Men mag het mij niet euvel duiden, dat mijn belangstelling vooral uitging naar Leidenaar Tijmen Snel, die in het eindklassement op een keurige 7e plaats eindigde na de winst op de 500 meter.
Met 35.75, 6.41.34, 1.47.97 en 14.12.71 reed mijn voormalige pupil met 4 persoonlijke records een perfect toernooi. Tijmen, van harte gefeliciteerd. Dit is nog eens pieken op het juiste moment!
Bij het ontbijt zaten we klaar voor de jaarlijkse tuinvogeltelling, maar er viel niets te tellen. Het regende en de vogels hielden zich gedeisd.
Om 10 uur werd het droog en als bij toverslag verschenen de vogels.
Wel waren het minder dan gebruikelijk, maar goed, een half uur is een half uur. We hadden de vogelgids bij de hand voor het geval we vreemde vogels zouden zien.
Ik zag er geen. Mijn vrouw zag mij, maar ja, ik was niet in de tuin en dat telde dus niet mee....
Het was vandaag ruim 8 graden geworden in onze omgeving.
Een heel verschil met het weer van afgelopen week, toen sneeuwval verhinderde, dat we op landijsbanen in onze omgeving konden schaatsen. Door dit koude weer is de gemiddelde temperatuur over een maand gerekend voor het eerst sinds november onder normaal uitgekomen.
De naweeën van het vorstverlet afgelopen week kwamen de afgelopen dagen naar voren. Donderdag begon ik verkouden te worden. Niet zo handig, want vrijdagmorgen moest ik om 6 uur op om op Faas te passen. Bij aankomst bleek, dat ik niet bang hoefde te zijn, dat ik mijn kleinzoon aan zou steken, want hij was al verkouden. Dat was te merken, want hij was minder actief dan anders. In mijn armen viel hij in slaap.
Vandaag begon de verkoudheid wat meer manifest te worden. Na boodschappen gedaan te hebben bij "De Helianth" fietste ik aansluitend door naar de volkstuin om het groente- en fruitafval weg te brengen naar de compostbak.
Thuisgekomen kleedde ik me om om een kilometer of 5 te gaan lopen. Conditioneel wordt je hier niet echt beter van, maar je houdt je spieren wel soepel. Het was nog steeds droog en de temperatuur van 8 graden was prima. De eerste 3 kilometer ging probleemloos.
Toen ik echter even aanzette bij het oversteken van een weg, voelde ik een korte pijnscheut in mijn rechterknie. Het gevolg van de val op het beton woensdagmiddag op de ijsbaan in Leiderdorp. Gek genoeg had ik geen enkel moment last gehad van de rechterknie, Alleen de linkerknie voelde ik een paar dagen lichtjes.
Dat lichtjes voelen zat de rest van de middag in mijn rechterknie. Kijk, dat is nou een evenwichtige trainingsopbouw!
Om het vorstverlet af te ronden sleep ik de kluunschaatsen, die op het beton waren gekomen, voor de derde keer. Nu pas waren ze scherp genoeg naar mijn zin.
Als trainer van voornamelijk beginnende schaatsers volg je de verrichtingen van je pupillen met meer dan gemiddelde belangstelling. Wat dat aangaat was het voor mij een week met een rijke oogst.
Het begon gisterenmiddag, toen ik in de Leidse IJshal met een van de vrijwillige ijsmeesters stond te praten. Kazuki, de kleinzoon van mijn zus Tineke, kwam binnen en liet me vol trots een medaille en een oorkonde zien. Hij was derde geworden in zijn leeftijdscategorie bij het Leidse Basisscholen Kampioenschap.
Dat de schaatsles daarna leuk was spreekt voor zich.
's Avonds keek ik op de site van de IJVL en zag daar, dat Jelle Kokkedee met een persoonlijk record van 21.84 over 1 ronde van 200 meter het kampioenschap in de zwaarste klasse gewonnen had.
Een jaar of wat geleden had ik Jelle onder mijn hoede, vorig jaar was hij mijn hulptrainer bij de buitenschoolse sport.
Alle goeds komt in drieën. Vandaag won Tijmen Snel in "Thialf" de 500 meter bij het NK allround in 35.75. Ook van Tijmen was ik de eerste trainer.
Het meest opvallende is, dat de drie prijzen zijn binnengehaald bij sprintafstanden. Een kilometervreter als eerste trainer hoeft dus geen belemmering te zijn.
Begin 2005 werd ik door de IJVL gevraagd om namens de IJVL te gaan lobbyen voor het behoud van een kunstijsbaan in Leiden. Dit naar aanleiding van ingezonden brieven van mijn hand in het Leidsch Dagblad onder de titels "Een sprookje" en "De Leidse IJshal".
Ik zou dat samen met Frank Steenkamp, de toenmalige voorziter van de IJVL gaan doen. Toen kon ik niet bevroeden, hoe lang en kronkelig de weg zou worden, die uiteindelijk tot de nieuwe kunstijsbaan aan de Vliet zou leiden.
Wat dat aangaat ben ik gelukkig gezegend met een aardige portie doorzettingsvermogen.
Gisterenavond was het na 14 jaar dan eindelijk zo ver. De Gemeenteraad van Leiden koos bijna unaniem voor 250-meterbaan. Alleen Partij voor de Dieren stemde tegen vanwege de clubruimte in de nieuwe IJshal van de Leidse Hengelsbond. De sportvissers moeten verhuizen voor de komst van het nieuwe sportcomplex, dus zij krijgen een plek in een van de zalen in IJshal "De Vliet".
De Gemeenteraadsvergadering is te zien en te beluisteren door HIER TE KLIKKEN. Als u punt 14 aanklikt, dan komt het gedeelte van IJshal "De Vliet".
De gehoopte 333-meterbaan, waar we tot op de laatste dag voor gestreden hebben, komt er niet. De gemeente Leiden heeft voor ons diep in de buidel getast, het zijn omliggende gemeenten, die niet mee wilden betalen, met Alphen aan den Rijn en Katwijk als grootste blikvangers, die de meest duurzame ijsbaan hebben voorkomen. Het wordt nu dus een 250-meterbaan.
Een reden om te klagen? Allerminst. Twee jaar geleden hadden we gewoon niets! En in die 14 jaar zijn er nog een paar momenten geweest, waarop we alles kwijt hadden kunnen raken.
Als de eigenaar van het pand aan de Vondellaan had meegewerkt, dan hadden we nu in een gerenoveerde 200-meterbaan gereden. Straks krijgen we een grotere en vooral bredere baan. We gaan er dus flink op vooruit, maar ook qua energiebesparing!
Natuurlijk gingen we voor de grootste variant. Ik ook. Als sporter ga je immers altijd voor het hoogst haalbare. Welnu, dat was achteraf niet de 333-meterbaan, maar die van 250 meter.
Wat we wel kregen, was volop lof van zowel de Gemeenteraad als het college van Burgemeester en Wethouders voor de wijze, waarop we actie hebben gevoerd. Bij de stemverklaringen kwam dit tot uiting, waarbij Martijn Otten van de PvdA zijn bijdrage afsloot met de voor schaatsers magische woorden "It giet oan!"
Even daarvoor zei hij: "Eén van de schaatsers, Bert Breed, gaat in de nieuwe 250-meterbaan 1000 rondjes schaatsen."
Hij had mij juist geciteerd. Na de commissievergadering van 10 januari hadden Jos Arts en Willem van Vliet, die bergen werk hebben verzet voor ONZE nieuwe ijsbaan, het over ideeën om IJshal "De Vliet" te openen. Bij mij borrelde een briljant plan op. Ik zag Sportwethouder Paul Dirkse een paar tafels verderop zitten en liep op hem af met de woorden: "Paul, je weet het nog niet, maar wij gaan bij de opening samen 1000 rondjes schaatsen."
Wie kaatst kan de bal verwachten. Het geintje kreeg ik als een boemerang terug. Ik ga de uitdaging aan. Wie 230 kilometer kan schaatsen, zal de 250 ook wel volbrengen. Deze afspraak staat dus!
Uiteraard was het gisterenavond na afloop even wonden likken en terugkijken op het hele proces. We konden echter geen punten ontdekken, waar we het hebben laten liggen. We kunnen onszelf dus niets verwijten.
Je kunt als schaatser een perfecte race rijden en toch verliezen, simpelweg omdat een tegenstander sterker is.
De realiteit is dat we een mooie energiezuinige 250-meterbaan krijgen. Vooraf had ik hier blind voor getekend. We gaan dus doen, wat iedere duursporter doet bij tegenslag: de rug rechten en stug doorgaan. Je leert meer van nederlagen dan van overwinningen. Wat dat aangaat is het falen bij de Elfstedentocht van 1996 het beste wat mij is overkomen.
Bij deze wil ik de Gemeenteraad en het college van Burgemeester en Wethouders bedanken, dat zij 12 miljoen euro uit willen trekken voor de schaatssport in de Leidse regio. Een speciaal woord van dank gaat uit naar wethouder Paul Dirkse. Onze eerste ontmoeting was niet de vriendelijkste.
Hij heeft geleerd van zijn beginnersfout en heeft tot het laatste toe geprobeerd om onwillige gemeenten alsnog op andere gedachten te brengen. Waar andere politici volhardden in een eenmaal ingenomen standpunt, heeft wethouder Dirkse de politieke moed getoond om terug te komen van een foute beslissing.
En nu is het aan ons schaatsers om de moed te tonen, dat we niet blijven hangen in een 333-meterbaan, die er definitief niet komt, maar ons met dezelfde positieve energie met hart en ziel in te zetten voor het laten slagen van de nieuwe 250-meterbaan. ONZE 250-meterbaan!!!!
Waar voor vannacht matige tot strenge vorst was aangekondigd, daar viel het in de praktijk fors tegen.
Dit graadje vorst zette geen zoden aan de dijk. De oorzaak was hardnekkige bewolking, die er voor zorgde, dat de ijsbaan van Warmond vandaag helaas niet open kon.
De sneeuw is grotendeels weg, maar op grote delen van de ijsbaan ligt dubbel ijs. De dooi van vandaag zal daar ook geen goed aan hebben gedaan.
Het was inderdaad beduidend minder koud dan de afgelopen ochtenden, toen ik vanmorgen naar de Leidse IJshal fietste om met de "Krasse knarren" te gaan schaatsen.
De opkomst was met ruim 25 schaatsers zonder meer goed te noemen, net zoals de gretigheid. Op een gegeven moment zag ik, dat het peloton 29 kilometer per uur reed. Ik werd in die serie met gemak op een rondje gereden, want in het begin reed ik vrij stroef. Pas bij de 25 rondjes, die ik op kop reed met 25 in het uur, begon ik los te komen. De tweede helft was stukken beter dan de eerste.
Hopelijk geldt dat ook voor de tweede helft van de meteorologische winter, want de eerste helft was veel te warm. Maar vooralsnog hebben we het te doen met dooi.
Ik had vrij genomen om op natuurijs te kunnen schaatsen, maar de sneeuwval van gisteren had aardig wat roet in het eten gegooid.
Nu kun je gaan zitten sippen, of je kunt het leven nemen zoals het komt. Ik koos ervoor om er het beste van te maken. Mijn vrouw ging vanochtend naar de inlooples in de Leidse IJshal. Ik besloot met haar mee te gaan. Zij kreeg training van Jaap Kroes, ik van Paula van Hoek.
Nu is het altijd goed om even stil te staan bij je eigen techniek. Tijdens de trainingen met de "Krasse knarren" is daar maar beperkt de tijd voor en als je zelf training geeft is er niemand, die je er op wijst, waar je je techniek kunt verbeteren.
Het thema van vandaag was de bochtentechniek. Dat kon ik wel gebruiken. Paula gaf les aan een groep van 8 schaatsers en wij waren de kleinste van de 4 groepen. In totaal waren er ruim 40 lesklanten op het supergladde ijs.
Het was een gevarieerde training met Steigerungen, tweebenig doorglijden, wat een enorme statische belasting gaf, in elkaars slag vallen, maar de hoofdmoot betrof het hangen in de bocht.
Eenbenig de bocht rijden met rechts lukte prima, maar met links was het een ander verhaal. Maar door deze oefening lukte het pooje over daarna wel een stuk beter.
Na deze leuke les nam ik in de kantine een kopje thee en fietste daarna naar mijn werk voor een ritje langs de filialen en om wat OR-stukken uit te printen voor de komende Overlegvergadering.
Om 3 uur zat mijn ingekorte werkweek erop en fietste ik naar de ijsbaan van Warmond. Vanmorgen hebben ze de inlaat open gezet om water op het ijs te laten lopen en zo de sneeuw te laten smelten. Hopelijk kunnen ze dan morgen of overmorgen de ijsbaan openen.
Meer dan de helft van de sneeuw was weggesmolten, dus als het vannacht flink afkoelt, dan is er nog een kans.
Daar er niemand bij de baan aanwezig was, fietste ik door naar Leiderdorp, waar iemand druk bezig was op de ijsbaan, die er op het eerste oog goed uitzag. Ik vroeg aan de ijsmeester, of het morgen open ging, nu het ijs, waar het water onder uit was gehaald, op de skeelerbaan sneeuwvrij was.
"Ik denk het niet", kreeg ik als antwoord: "Er zitten veel te veel luchtbellen onder het ijs. Daar trap je zo doorheen. Ik denk niet, dat we deze ijsperiode open kunnen."
Ik vroeg, of ik een rondje mocht rijden.
"Een paar is ook goed", antwoordde de ijsmeester: "Het is wel op eigen risico!"
Uiteraard ging ik met deze voorwaarde akkoord.
Ik trok mijn kluunschaatsen aan en voorzichtig reed ik een rondje, waarbij ik zorgvuldig de plekken met veel luchtbellen te omzeilen.
Na de tweede bocht kwam ik op een stuk met zeer dun ijs. Op een paar millimeter kun je niet schaatsen.
Ik kwam op het beton van de skeelerbaan en viel voorover op mijn linkerknie. Deze zal ik de komende week wel voelen. Dat is het risico, dat ik zelf genomen heb.
De kluunschaatsen zaten vol bramen. Na twee keer slijpen waren er nog een paar plekjes niet helemaal naar mijn zin, maar ik kan er mee schaatsen.
Het is de prijs voor het eerste rondje op natuurijs in 2019. Ik had het er graag voor over!