De term kende ik niet, het verschijnsel wel. Als je na een natuurijsperiode voor het eerst weer op kunstijs schaatst, moet je in het begin erg wennen. Vooral als je tegelijkertijd de overstap van de kluunschaats naar de klapschaats maakt. En dat, terwijl je toch een zeer geoefende schaatser bent.
Bij het uitrijden gisterenavond op de behoorlijk drukke Leidse IJshal praatte ik met Wierd Wagenmakers over dit verschijnsel, waar Wierd een naam voor had: motorisch geheugen.
Hij had de term van een arts en terwijl we er over praatten, werd het een steeds plausibelere verklaring. Wierd heeft veel aan shorttrack gedaan en de overstap van shorttrackschaatsen naar "gewone" schaatsen was niet altijd makkelijk. Zelf stap ik tegenwoordig wel vrij makkelijk over van kluunschaats op klapschaats en vice versa, maar dat komt, omdat ik wekelijks op beide schaatsen rondrijd. Maar als ik wat langer op kluunschaatsen rondschaats, is het toch een ietwat ander verhaal.
Je lichaam went dus ergens aan en heeft dan moeite met de overstap. Niet alleen met schaatsen trouwens, maar ook als je bijvoorbeeld op een andere fiets gaat rijden. Dan moet je ook even wennen.
Motorisch geheugen. Ik vind het een mooie term.
Na afloop van de training zat ik aan de bar met Frans Wijfje. Sinds kort weet ik, dat hij veel met mijn broer Leo gewerkt heeft.
Er kwamen veel verhalen uit de oude doos naar boven uit een heel ander geheugen.
woensdag 22 februari 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten