vrijdag 3 februari 2012
Fûgelmar
Er was sneeuw voorspeld. Dat hebben we de laatste jaren bij iedere natuurijsperiode in overvloed gehad. Ook vandaag ontkwamen we er niet om.
We hadden per mail afgesproken op de Vogelplas. Na 's ochtends eerst mijn schaatsen te hebben geslepen, vertrok ik om 10 uur van huis, zodat ik om half 11 op de reeds behoorlijk drukke Fûgelmar was, tegelijk met Bauke Dooper.
Een paar mensen waren buiten de gebaande paden gegaan en door het ijs gezakt. Gelukkig is het in dit gedeelte maar 30 tot 40 cm diep.
Het was spiegelglad ijs en ik reed in een treintje met Wil Verbeij, Robert Nozeman en Richard Dieke in een hoog tempo. De wind kwam uit het zuiden en was toch koud. Met Wil en Robert ga ik morgen vermoedelijk naar Wanneperveen toe om daar tussen de rietkragen door te schaatsen.
Telkens nam ik plaats in een ander groepje. Ik schaatste o.a. op met Hans den Outer, Bauke Dooper, Jacques Doeleman, Kees Olsthoorn, Douwe Kinkel en René Strelzyn. Af en toe zag je iemand, die te ver naar het midden van de plas ging rijden en dan door het ijs zakte. Je moet ook nooit over 1 nacht ijs gaan.
Het was inmiddels beginnen met sneeuwen. Aanvankelijk leek de bui langs te trekken, maar allengs werden de sneeuwvlokken talrijker en het aantal schaatsers geringer.
Dick de Bles was inmiddels ook gearriveerd en met hem reed ik een uur op. We beleefden de vreemde ervaring, dat de sneeuwbui van het noorden uit aan kwam zetten, en dat wij de wind en vooral de sneeuw uit het zuiden in ons gezicht voelden blazen.
Hans van der Plas en Edwin Minnee kwamen onze gelederen versterken. We hadden de grootst mogelijke moeite om dit befaamde synchroonzwemduo uit de buurt van de wakken te houden.
Er was echter altijd baas boven baas. Een tweetal anderen dacht de Vogelplas dwars over te kunnen steken. Op het diepste punt van het meer, ongeveer in het midden, ging een van hen door het ijs. Ze kregen hem er niet uit. Een paar mensen op weg naar de plek des onheils, gingen op andere, minder diepe windwakken door het ijs. Uiteindelijk wist iemand met een grote plank de ongelukkige onverstandige man uit het water te krijgen. Hij had wel 5 minuten in het ijskoude water gelegen.
Zwaar onderkoeld werd hij afgevoerd met een ambulance, terwijl er ook nog een tweetal brandweerauto's en twee politiewagens aan kwamen zetten. Je zou bijna gaan denken, dat schaatsen een gevaarlijke bezigheid is.
Dat valt wel mee. Je moet alleen je verstand blijven gebruiken en plekken, waar nog niemand geschaatst heeft niet bij voorbaat vertrouwen. Meestal is dat namelijk niet voor niets!
Wij reden dus met een klein ploegje van een man of 6 onze rondjes in de sneeuwbui, die pas ophield, toen ik van het ijs af moest omdat ik nog schaatsles moest gaan geven in de Leidse IJshal.
De laatste rondjes werden wel steeds zwaarder. Het ijs eronder mocht dan spiegelglad zijn, de steeds dikker wordende sneeuwlaag remde toch wel flink af. Maar eerlijk is eerlijk: als je me een week of 2 geleden tijdens de extreem warme en natte januarimaand een contract had voorgelgd, dat ik vandaag op het Fûgelmar door de sneeuw had moeten ploeteren, dan had ik daar blind voor getekend!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Leuk je even gesproken te hebben over je blog die ik af en toe bekijk en waarin soms handige info staat over van alles en nog wat en met name over natuurijs, waar kan het wel en waar kan het niet. Ik ben die lange op een van de foto's van vandaag de 3e febr.
groet
Wim Keizer
Een reactie posten