zondag 5 februari 2012

Vogelplas en Schenksloot



Het was met de hakken over de sloot, maar er is sprake van een koudegolf in Nederland. Voor het eerst sinds januari 1997.

Dat was ten tijde van de laatst gehouden Elfstedentocht. En tevens ten tijde van de laatste keer, dat de Molen- en Merentocht officieel is gereden.

Maar gezien de weersvoorspellingen verwacht ik, dat beide tochten binnenkort gehouden zullen worden.
Voor degenen, die van lezen houden: ik heb een boek geschreven met de titel "Molen- en Merentocht" met daarin schaatsverhalen én toertochttips: wat moet je doen en vooral ook wat moet je beslist niet doen als je een toertocht gaat schaatsen.

Klik HIER om het boek te bestellen.
Vanochtend ontbeet ik met Ada, terwijl de vogels af en aan vlogen om te genieten van de stukjes brood, die we in de tuin hadden neergelegd. Om 10 uur vertrok ik voor de vierde dag op rij naar de Vogelplas. Het was wat minder koud dan gisteren, maar doordat er wat meer wind stond, was de gevoelstemperatuur nagenoeg gelijk.
De eerste paar rondjes reed ik met Sjaak Stuijt en Frits van Huis. Ook al reden zij door de drukte niet voluit, ik kan u verzekeren, dat dat een behoorlijk hoog tempo is. Zowel Sjaak als Frits zijn geboren natuurijsschaatsers, die als het ware over het ijs dansen.
We kwamen Arthur van Winsen, Bert Staal en Frank Damen tegen met wie we even kletsten.
Zowel Bauke Dooper als René Strelzyn waren van de partij. Met hen zou ik tot drie uur rondrijden, met af en toe een uitstapje naar andere bekenden. Want dat is het leuke van de Vogelplas. Het is een soort thuisbaan voor onze regio, dus je komt er veel bekenden tegen.
Met Mart Moraal reed ik een paar rondjes. Mart reed door de drukte minder snel als anders, maar af en toe was ik blij, dat ik aan kon haken. Ook het Team Fugers, bekend van "De 1000 rondjes van Leiden", was van de partij, net als Hans den Outer en Henk Distelvelt.
IJsclub "Nut en Vermaak" uit Stompwijk organiseerde kortebaanwedstrijden. Ik had daar niet zo veel oog voor. Je moest je constant concentreren op de vele scheuren en op de ongeoefende schaatsers, die zonder te kijken ineens het deel van de geveegde baan, waar de hardrijders plachtten te schaatsen, op schoten. Je moest dan alert reageren om een valpartij te voorkomen.
Ik kwam oud-klasgenoot Hennie van der Lelie tegen, met wie ik me op Pedagogische Academie "De la Salle" bekwaamde in speciale pedagogische en didactische vaardigheden. Wij scoorden beiden hoog in de categorie "Pedagoochelaars"!

Om 3 uur verlieten de "krasse knarren" René Strelzyn, Bauke Dooper en Bert Breed de Fûgelmar.
Thuis gekomen wandelde ik naar de Schenksloot, waar ik bij de molen het ijs op stapte. Over de met de hand geveegde baan schaatste ik naar de Maaldrift. Onderweg kwam ik Siebe en Ada tegen. Ana zat aan de kant. Ze had een mindere dag dan gisteren. Ik nam haar bij de hand en samen reden we naar de Maaldrift.



Hoewel ze erg onzeker was moet ik zeggen, dat Ana voor iemand, die nog maar 4 schaatslessen heeft gehad, erg goed rijdt. Tot afgelopen week was natuurijs voor haar een volkomen vreemd natuurverschijnsel en nu reed ze, met alle beperkingen van een absolute beginneling, toch al een aardig tempo.

Er valt een heleboel aan bij te schaven, maar toch: ik neem mijn petje af voor deze doordouwer uit de bergen van Asturias.

Gekscherend noem ik haar thuis wel eens "Spanish champion speedskating". Ze heeft daarbij een lichtend voorbeeld in Antonio Gomez.

Ada ging met Ana naar huis.


Ik schaatste met Siebe naar de Papelaan. Bij de Maaldrift moesten we klûnen, daarna volgde een stuk van 2 km door de sneeuw ploegen, weer een stuk klûnen en weer een stuk geveegde baan. Ik stak de Papelaan nog over.
"Je kunt aan de kant van de Horsten wel schaatsen" kreeg ik te horen van iemand, die er net vandaan kwam, "Maar het ijs is niet geweldig."

Samen met Siebe schaatste ik terug naar de Stevenshof, waarna we met mijn jongste dochter nog een aantal rondjes reden tussen de molen en de Maaldriftbrug over de Schenksloot.

Geen opmerkingen: