dinsdag 30 juni 2020

Driefietsendag

Menig kind is zijn of haar fietsloopbaan op een driewieler begonnen.
Vandaag had ik een variant daarop. Een driefietsendag. Ik zou vanmorgen mijn fiets naar fietsenmaker Van Vliet brengen voor de jaarlijkse onderhoudsbeurt. Na de zware training van gisterenavond leek het me niet verstandig om vanmorgen hard te gaan lopen.
Nu hebben we een reservefiets op de school van mijn vrouw staan. Derhalve fietste ik met haar mee om de fiets buiten te zetten en de sleutel in ontvangst te nemen. Daarna reed ik naar huis, waar ik nog wat klusjes deed voor ik om 9 uur mijn Batavus "Galibier" weg kon brengen.
Ik gaf aan, wat er vervangen kon worden en wandelde daarna naar de school om de reservefiets op te halen, waarmee ik naar huis reed. Daar pakte ik de canvas fietstas, die ik van de "Galibier" af gehaald had en deed deze op mijn oude Batavus "Jakima", waarmee ik naar de Bakkersteeg fietste.
Een paar banden om de fietstas vast te maken waren kapot en de schoenmaker zag er wel brood in om deze te repareren.
Ik reed verder naar de praktijk van mijn huisarts, waar nu alle gegevens van de bloedprik binnen waren. De doktersassistente zei: "Alles is goed. Het ziet er saai uit."
"Wat dat aangaat kan het me niet saai genoeg zijn", antwoordde ik.
Via een kleine omweg reed ik naar de fietsenmaker toe. Bij de Korte Vliet bleef de Hooghkamerbrug open staan door een storing.
Met een omweg reed ik naar Van Vliet toe. Mijn zadel moest vervangen worden en het zadel van de "Jakima" zat lekkerder dan die van de "Galibier". Ik koos een zadel, dat erg veel op dit in Oldenburg gekochte zadel leek.
Aan het begin van de middag was ik op deze winderige en koele dag thuis, waar ik me aan het thuiswerken wijdde. 
Geen slechte keuze, want 's middags regende het behoorlijk veel.
In juni had ik 1036 kilometer gefietst, waarmee het totaal van het eerste halfjaar van 2020 op 5072 kilometer uitkwam. Een gedegen voorbereiding voor onze fietsvakantie in Nederland. Doordat er geen fietsen mee mogen in de trein, zit er dit jaar geen fietstocht in het buitenland in.
Maar ons hoor je niet klagen. Nederland is ook mooi!

Hondenuitlaatstrook

Zoals iedere maandag in de zomermaanden stapte ik om 7 uur op de fiets om naar de droogtraining van de IJVL te gaan. Samen met Jos Drabbels reed ik naar het clubhuis van Wielervereniging "Swift", vanwaar we met 13 man vertrokken naar het Romeinse fort.
Jos Drabbels had een training in elkaar gezet, waarin flink aan de conditie gewerkt werd. Na het inlopen en oprekken kwam een blok hardlopen. De 3 rondjes om de grootte van 2 voetbalvelden waren een mengeling van dribbelen en hardlopen: eerst op 75%, daarna op 85% en tenslotte op 95% van je kunnen. Het hart-longsysteem werd flink aan het werk gezet.
Daarna volgde een rondje "planken" met de bedoeling om ons bovenlijf dusdanig te trainen, dat we de volgende dag zo stijf als een plank zouden zijn.
Als we dat überhaupt zouden halen, want het Romeinse fort leek gisterenavond wel een hondenuitlaatstrook.
Alleen deze meute honden liepen los. En terwijl wij als plank gespannen op ellebogen en tenen stonden, leken deze honden een bovengemiddelde aandacht te hebben voor onze benen.
En eenieder weet: als twee honden vechten om een been, dan gaat de derde er mee heen.
Roerloos om maar geen aanleiding te geven aan de trouwe viervoeters van anderen werkten we de plankenserie af. Nu weten we, waar de term plankenkoorts vandaan komt.
Er volgde nog een serie nieuwe beenspieroefeningen, waarbij balans- en sprongoefeningen elkaar in hoog tempo afwisselden. Al met al was het een pittige training te noemen.
Net als vorige week ging ik met Jaap de Gorter, Andrea Landman en Annerieke van der Beek naar café "Plantage", waar Wil Verbeij al op ons wachtte.
Met windkracht 5 tot 6 is een terras niet zo heel fijn, dus we gingen in het café wat drinken. Met dit onstuimige weer was een "Skuumkoppe" wel toepasselijk.
Even onstuimig was het laatste lied, dat gedraaid werd, voordat we de "Plantage" verlieten en dat we meezongen, pardon, meeneurieden: "Unbeschreiblich weiblich" van Nina Hagen.

3 oktober

Zoals bekend kijkt vrijwel iedere Leidenaar ieder jaar weer uit naar 3 oktober. Door de coronacrisis zal het dit jaar vermoedelijk anders uit gaan pakken dan in andere jaren.
Het feest der feesten in Leiden gaat dus de wijken in. Dat komt mooi uit, want in het Morskwartier ligt de Leidse IJshal.
Gisterenmorgen ontving ik een mailtje, dat door de aangekondigde versoepeling de protocollen dusdanig zijn gewijzigd, dat de kunstijsbaan aan de Vondellaan geheel volgens planning op 3 oktober haar deuren kan openen. Ik zorg er wel voor, dat ik dan klaar voor de start ben.
Zorg ervoor, dat u dat ook bent. Want wat is er nu leuker, dan op een feestdag het schaatsseizoen feestelijk te openen op het ijs?
Eén ding is zeker: het komende seizoen zal ik vaker in de Leidse IJshal te vinden zijn dan de afgelopen jaren. Op 1 november ga ik formeel met pensioen. Door een klein stuwmeer aan verlofdagen zal de laatste werkdag rond 3 oktober vallen.
Ik ga fit met pensioen, want ik ga niet achter de geraniums zitten. Het kwam dan ook mooi uit, dat ik Willem van Vliet, de secretaris van Schaatshal Leiden, gisterenmiddag in de bibliotheek van Rijnsburg tegenkwam. 
Ik kon hem mededelen, dat ik de vacature van coördinator voor het Eisstockschiessen vanaf 1 oktober voor mijn rekening wil nemen. Als roostermaker op mijn werk ben ik aardig bedreven in het plannen en als filiaalhoofd van het Houtkwartier, Katwijk aan den Rijn en Hoornes/Rijnsoever in het regelen.
Daarnaast wil ik het schrijven van stukjes voor de Leidse IJshal wel voor mijn rekening nemen. Wat dat aangaat beschik ik over een in de loop der jaren ontwikkelde vlotte pen.
Wees maar niet bevreesd, dat ik mij na mijn pensioen ga vervelen.

zondag 28 juni 2020

Tuinbank en tuinbonen

We deden deze zondag rustig aan. Voor en na het ontbijt deden we wat huishoudelijke klussen, waar we nog niet aan toegekomen waren. Daarna waren we klaar voor het grotere werk.
Via Marktplaats hadden we een Tierra tuinbank "Cordoba" gekocht, die afgelopen woensdag was bezorgd. Het bleek een gloednieuwe te zijn, die we zelf in elkaar moesten zetten. Om het teakhout langer goed te houden, zette mijn vrouw de onderdelen in de olie. Daar ik dit in mijn leven ook wel eens ben geweest, wist ze, hoe ze daar mee om moest gaan.
Daarna moest de bank in elkaar gezet worden, hetgeen een fluitje van een cent is voor degenen, die wel eens een ouderwetse bungalowtent in elkaar gezet heeft.
Toen deze klus geklaard was, wandelden we naar het huis van vrienden, die net verhuisd waren. Zij hadden voor ons een paar tuinstoelen in hun oude tuin klaargezet, die wij op konden halen. Met 2 stoelen wandelden we weer huiswaarts, waarna de daarop in de tuin lunchten. De tuinbank stond nog in de huiskamer te drogen.
Daarna fietsten Ada en ik samen naar de volkstuin, waar ik begon met mijn specialiteit: aardbeien plukken. Aansluitend ging ik verder met de kapucijners, terwijl mijn vrouw tuinbonen plukte.
's Avonds aten we aardappels met tuinbonen met als toetje yomio met perzik en aardbeien. Het was heerlijk. Niets smaakt zo lekker als versgeplukte groente en fruit.

Hollandse luchten boven het Haarlemmermeerse bos

Hollandse luchten zijn dankzij de schilderkunst wereldberoemd geworden. Gisteren kregen we daar mee te maken, toen wij 's middags, nadat onze kleinzoon door zijn ouders was opgehaald na een logeerpartij, om half 2 op de fiets stapten.
We hadden om 3 uur afgesproken met vrienden in het Haarlemmermeerse bos. Op de Ringvaartdijk bij de Buitenkaag begon het dusdanig hard te regenen, dat wij onze regenpakken aantrokken. Met de wind in de rug daalden we ter hoogte van Hillegom af naar de bodem van de Haarlemmermeer.
Via een nieuw slingerend fietspad tussen de hoogspanningsmasten trapten we via Beinsdorp en Zwaanshoek naar Hoofddorp. Vandaar kwamen we vrij snel in het Haarlemmermeerse bos, waar we op de dagcamping onze vrienden troffen.
Het was inmiddels droog en de zon brak zelfs door, terwijl wij voor het eerst sinds februari Bas en Nel Warnink, Rob en Margriet Ammerlaan, Willem Jongsma en Lotte van Walstijn zagen. We hadden genoeg te bepraten.
Terwijl we gezellig zaten te kletsen op gepaste afstand van elkaar en diverse hapjes en speciale biertjes proefden, kregen we te maken met Hollandse luchten boven het Haarlemmermeerse bos. Het ene moment scheen de zon uitbundig, even later zaten we weer onder de paraplu's. De wolken kwamen en gingen in rap tempo.
Om half 8 stapten we op de fiets richting Leiden. Bij het Spaarne Ziekenhuis stak de wind fors op en begon het weer te regenen. Gelukkig ging het niet zo hard als eergisteren.
Dat gold ook voor het fietsen. Door de harde tegenwind kwamen we minder snel vooruit dan 's middags. Zodoende duurde het onder Hollandse luchten een stuk langer, voordat we terug waren in de Sleutelstad.

vrijdag 26 juni 2020

Gütersloh

De eerste keer, dat ik van Gütersloh hoorde, was in de eerste helft van jaren '80. Ik werkte nog bij de Openbare Bibliotheek van Leiden. In het vakblad "Bibliotheek & Samenleving" verscheen een artikel over de Dreigeteilte Bibliothek. Dit was een heel andere manier om met de collectie om te gaan dan in die jaren gebruikelijk was.
Het enthousiasme in de Nederlandse bibliotheken was dusdanig groot, dat in de tweede helft van de jaren '80 een busreis georganiseerd werd naar deze Duitse stad. Met een bus vol bibliothecarissen ging ik als filiaalhoofd van Katwijk aan den Rijn mee naar de bibliotheek van Gütersloh.
Met mijn vriend Bas Warnink, destijds werkzaam in de bibliotheek van Zwanenburg, reisde ik mee naar Nordrhein-Westfalen. Tijdens een lange pauze doken Bas en ik een muziekwinkel in, waar ik een lp van "Ougenweide" kocht: "Noch aber ist April".
Het duurde een jaar of 23, voordat ik weer naar Gütersloh afreisde. In 2010 fietste ik met mijn vrouw de R1 tot de Weser. Gütersloh lag aan de route.
De afgelopen week was Gütersloh volop in het nieuws.
Zozeer zelfs, dat premier Rutte deze Duitse plaats aanhaalde als voorbeeld, hoe het alsnog uit de hand kan lopen, tijdens de persconferentie over de versoepeling van de lockdown light,  waarbij vanaf september supporters weer voetbalwedstrijden mag bijwonen.
De grote bron van besmetting is het vleesbedrijf Tönnies, geleid door de voorzitter van Schalke '04. Er zijn meer dan 1500 medewerkers van deze vleesgigant besmet geraakt met het coronavirus. In Trouw is een heel leesbaar achtergrondartikel geschreven over de besmetting bij Tönnies. Dit artikel is te lezen door HIER TE KLIKKEN.

Waterstofperoxide

Eind maart stond er een afspraak met de mondhygiëniste. Door de coronacrisis werd deze afspraak verzet. Vanmorgen om half 9 was ik aan de beurt. Ik fietste naar de tandartspraktijk toe. Daar moest ik eerst mijn mond goed spoelen met waterstofperoxide.

Dat is weer eens wat anders dan je mond spoelen met zeep, zoals mij in mijn jeugdjaren met enige regelmaat werd aanbevolen na een al te snedige opmerking.
Nu werd voor het eerst in mijn leven het haar op mijn tanden geblondeerd. Daarna kon de mondhygiëniste het tandsteen eruit bikken en het gebit polijsten.
Op weg naar huis haalde ik de bloeddrukverlagende medicijnen hydrochloorthiazide, lininopril en nifedipine op bij de Centraal Apotheek, hoorde bij de huisartsenpraktijk, dat alle bloedwaarden goed waren en deed ik nog wat boodschappen bij "De Helianth".
Thuis gekomen zag ik, dat onze kleinzoon nog maar een half uur uit bed was. Hij had klokje rond geslapen.
Na het verlate ontbijt van deze peuter fietsten we naar de volkstuin om aardbeien te plukken en een krop sla te halen. Na her en der wat planten water gegeven te hebben, fietsten we naar huis. Op de tuin was het inmiddels bloedheet.
We lunchten op de koelste plek: binnen!
We stapten een uurtje later weer op de fiets en reden naar Van der Valk in Voorschoten. Daarachter ligt een natuurspeeltuin, waar Faas een uur lang met andere kinderen kon spelen bij de waterpomp.
Nat worden was geen probleem. Alles droogde met deze temperatuur binnen de kortste keren. Na anderhalf uur fietsten we via de Horstlaan en de Velostrada naar huis toe. Alle kleine ritjes bij elkaar waren goed voor 42 kilometer fietsplezier.


donderdag 25 juni 2020

Het hazenpad

Gisterenmiddag was het te warm op de volkstuin om planten water te geven.
"Dat doe ik morgenochtend vroeg wel", zei ik tegen Ada.
Daar ik om 6 uur al een tijdje wakker lag, stapte ik uit bed, toen mijn vrouw ontwaakte.
Ik trok mijn sportkleding aan en om kwart over 6 trok ik de deur achter me dicht en liep naar de volkstuin toe. In de weilanden, die grensden aan de Stevenshof, zag ik 6 hazen vlak bij de sloot in het gras liggen, waar ze gras aten.Zo dichtbij kun je niet vaak komen.
Bij de volkstuin aangekomen zag ik, dat ik niet de enige vroege vogel was. Ik kwam gelijktijdig aan met een andere tuinder. Van mijn vrouw had ik gehoord, welke planten water moesten hebben. Ik was een half uur bezig, waarna ik naar huis terug liep op deze morgen met ideaal loopweer.
Nu kent iedere duursporter de term "hazen" wel.
Bij de Stevenshof aangekomen zag ik tot mijn stomme verbazing een jonge haas op het fietspad zitten. Dit was dus letterlijk het hazenpad. Toen ik dichterbij kwam, koos deze haas dat dan ook. Hij deed het alleen in een tempo, dat ik absoluut niet bij kon houden.
Daarbij vergeleken voelde ik me een schildpad.

woensdag 24 juni 2020

Bloedheet

Nadat ik gisterenavond de computer had afgesloten, voelde ik een lichte krampscheut door mijn rechterhamstring gaan. Een teken, dat ik bij de droogtraining van eergisteren en de 73 kilometer fietsen van gisteren de kantjes er niet had afgelopen. En zo hoort het ook als je duursporter bent.
Vanmorgen waren we vroeg uit de veren. Mijn vrouw ging zwemmen en ik zou bloed laten prikken op deze warme dag. Daarvoor fietste ik naar de Rooseveltstraat. Bij de rotonde richting Haagweg kwam ik Martin Langbroek tegen, die zou gaan roeien.
Met deze "Krasse knar" uit de Leidse IJshal fietste ik op tot het eind van de Korte Vliet, waarna wij ieder ons weegs gingen. Met de verwijzing van de huisarts in de hand wandelde ik naar de balie van de bloedprikpost. Daar kreeg ik om 8 uur te horen, dat ik een afspraak had moeten maken.
Desondanks kwam ik wel aan de beurt. Daarvoor moest ik 3 kwartier wachten. Degenen met een afspraak gingen voor. Ik had de krant bij me, dus ik verveelde me geen moment. Wat is het toch heerlijk, als lezen een hobby van je is.
Doordat er een stagiaire was, duurde het invullen van de paperassen langer dan het prikken zelf. Om 9 uur stapte ik op de fiets en reed in het morgenzonnetje naar Katwijk, waar ik in Hoornes/Rijnsoever zou werken.
Ik begon later dan gepland, maar dat gaf vandaag niets. Het was echt strandweer en dat betekent, dat het totaal niet druk zou worden in de bibliotheek. Met ruim 35 jaar ervaring in Katwijk ken ik mijn pappenheimers wel.
Op het heetst van de dag fietste ik naar de bibliotheek van Rijnsburg, waar ik ook niet overspannen zou worden. Gelukkig heb ik altijd wel wat taken, die ik op rustige momenten uit kan voeren.
Om 5 uur ging ik naar buiten. De hitte viel als een deken op je.
Door de wind viel het op de fiets wel mee, maar op de volkstuin was het bij het aardbeien plukken in de luwte pas echt bloedheet. Zonder noemenswaardige beweging zweette je al als een otter.

dinsdag 23 juni 2020

Lage druk

Mijn wereld stond 3 jaar geleden op zijn kop, toen er plotsklaps een veel te hoge bloeddruk bij me was vastgesteld. Met de rode lantaarn als tastbaar bewijs.
Hoe een voorraad pillen en discipline betreffende de inname van zout de wereld wederom op  zijn kop kunnen zetten, bleek vandaag.
Vanmiddag fietste ik naar de huisarts voor de halfjaarlijkse bloeddrukmeting, het recept voor een half jaar bloeddrukverlagende pillen en een verwijzing voor de jaarlijkse bloedcontrole.
De bloeddruk was 106 om 72. In december was deze 128 om 60. Structureel laag dus.
De bovendruk was nu net zo hoog als de onderdruk, die 3 jaar geleden heel wat keren is gemeten. Een genetische fout kun je niet wegtoveren, maar je kunt er wel wat aan doen. De combinatie van pillen en een verandering van het voedingspatroon kan zijn vruchten afwerpen.
Van een hoge bloeddruk merk je niets, maar toch voelt een lage bloeddruk stukken lekkerder aan.

Jan van der Hoorn

Doordat ik vanmiddag naar de dokter moest en verder niet in de uitlening stond, veroorloofde ik mezelf een dagje vrij.
Nou ja, vrij? Mijn vrouw had nog wel wat klusjes voor me te doen. Maar ik had ruim voldoende tijd om naar Ter Aar te fietsen, waar ik de ronding in mijn kluunschaatsen wilde laten controleren bij Jan van der Hoorn.
Na de frisse start van de dag werd het met het uur warmer. Het was een ideale dag voor een fietstocht.
Bij fietsenmaker Van Vliet maakte ik een afspraak voor de jaarlijkse opknapbeurt van mijn Batavus Galibier, waarna ik in mijn wielerkleding bij een paar winkels in de Breestraat nog wat boodschappen deed.
Via Leiderdorp reed ik over de Ruigekade naar de Wijde Aa. Over de dijk trapte ik naar Woubrugge toe.
Bij het monument voor het verdwenen dorp Jacobswoude at ik mijn banaan, voordat ik verder fietste naar Langeraar om langs de zuidzijde van de Langeraarse plassen en Papenveer bij Jan van der Hoorn te belanden.
De ronding met een diameter van 23 meter werd weer hersteld. Terwijl de ruwe kant van de slijpstenen weer "open" werden gemaakt, bekeek ik het kleine schaatsmuseum in de door een van de vijf winnaars van de Elfstedentocht van 1956 gestichte schaatswinkel.
Het was een lust voor het oog.
Na betaling fietste ik via Papenveer naar het fietspad door de Langeraarse plassen, waar ik op een bank in de schaduw mijn boterhammen op at. Via Langeraar kwam ik bij Rijnsaterswoude bij de Braassemermeer uit.
Bij Woubrugge nam ik het pontje, dat me aan de westzijde van de Wijde Aa bracht. Met een andere fietser, die overgezet was, reed ik op tot Hoogmade.
Door de geboorteplaats van mijn moeder reed ik via de Boskade naar Leiderdorp, waar ik in de Munnikenpolder langs de Does fietste. Via de skeelerbaan reed ik op huis aan.
In het zeer aangename fietsweer had ik 60 kilometer gereden.