Eén van mijn favoriete cd's is "Eulenspiegel" van de Duitse folkrockgroep Ougenweide. Het was mijn eerste kennismaking met de muziek van de "Carmina Burana" van Carl Orff. Het virtuoze muziekgezelschap uit Hamburg maakte een schitterende eigen versie van het bekende "Totus floreo".
Met het oog op de fietsvakantie naar Sauerland zocht ik een boek om mijn Duits weer een beetje op te halen. Mijn keuze viel op "Till Eulenspiegel". Deze schelmenroman rond de legendarische potsenmaker Tijl Uilenspiegel is ideaal leesvoer voor de vakantie. De oorsprong van de volksverhalen ligt in het Duitsland van het eind van de 15e eeuw. Herman Bote was de eerste, die deze verhalen op papier zette. Het meest bekend werd Tijl Uilenspiegel echter door de gelijknamige roman van Charles de Coster, die hem in Damme op dezelfde dag als Filips II geboren laat worden en hem samen met Lamme Goedzak en zijn vriendin Nele met de Geuzen tegen de Spaanse overheersing laat vechten. Sindsdien is Tijl Uilenspiegel het symbool van Vlaanderen. Het is misschien wat kort door de bocht, maar mijn voorkeur gaat toch uit naar het origineel: Tijl Uilenspiegel met al zijn grappen en grollen. En zeg nou niet, dat ik veel van hem weg heb.... In ieder geval kunnen jullie genieten van de op youtube gezette uitvoering van Ougenweide van Till Eulenspiegel, zoals deze in de hieronder aangehouden volgorde te vinden is op de zeer aanbevelenswaardige cd "Eulenspiegel".
Het is niet vanzelfsprekend, dat ik met mijn verjaardag thuis ben. Vorig jaar en het jaar ervoor was ik de hort op. Dat krijg je, als je op 23 juli jarig bent.
Dit jaar was ik weer een keer thuis. Vanochtend ben ik eerst met Ada naar de markt in Leiden gereden om fruit en noten in te slaan voor de visite, waarna ik in Warmond nog een plastic hoes voor de kaartenmap ophaalde.
Onderweg kreeg ik de eerste bui op 56-jarige leeftijd op mijn hoofd. Vaak heb ik mooi en warm weer met mijn verjaardag, maar dat gaat niet ieder jaar op. Dit jaar dus niet.
Het was wel uitstekend weer om een stuk te gaan lopen.
Rond het middaguur vertrok ik voor een rondje hardlopen. Als je jarig bent, geef je graag een rondje weg. Ik trakteerde mezelf dus op een rondje Papelaan.
Tijdens de loop van 10 km over de ventweg langs de A44, de Papelaan en de Velostrada kwam het zonnetje door en werd het meteen lekker warm, maar de wisselvalligheid van deze zomermaand kwam tot uiting in de regenbui, die ik de laatste kilometer op mijn hoofd kreeg.
's Middags kwam de visite. Zelfs met de halve familie Breed zit de kamer al behoorlijk vol. Het was gezellig. De meesten bleven eten.
Uiteraard gingen we menig rondje door de huiskamer met dranken en spijzen. We hadden dit graag in de tuin geserveerd, maar geen van de gasten vond het prettig om in de regen te zitten.
Ondertussen werd in en om Grenoble ook een rondje gereden. De Tour de France werd in een tijdrit van ruim 42 km, de afstand van de marathon, beslist in het voordeel van Cadel Evans.
Eerlijk gezegd had ik dat niet verwacht. Jarenlang heb ik Cadel Evans opgenomen in mijn Tourploeg. Saai, maar vaak regelmatig stond hij wel op het podium. Tot vorig jaar aan toe was Evans voor mij een vaste waarde, maar de afgelopen 2 jaar stelde hij teleur. "Die is over zijn hoogtepunt heen", dacht ik. Zo zie je maar weer: Je moet kampioenen nooit afschrijven.
In de Tourtoto ben ik inmiddels gezakt naar de 510 plaats.
(In het eindklassement zou ik uiteindelijk 696e van de ruim 7600 deelnemers worden.)
Mede met het oog op de tijdrit had ik Christophe Kern opgenomen, Frans kampioen tijdrijden en ritwinnaar en 6e in het eindklassement van de Dauphine. Nu eindigde de beste Fransman, Peraud, op de 6e plek, dus wie weet....
Helaas moest Kern in de 5e etappe wegens een knieblessure al afstappen. 't Is net oars!
Naschrift: In het eindklassement zou ik uiteindelijk 696e van de ruim 7600 deelnemers worden.
Volgend jaar nieuwe ronde, nieuwe kansen.
De trainer met de meest bijzondere loopbaan in de Eredivisie is zonder twijfel Ronald Koeman. Er is niemand te vinden, die zowel als speler als als voetballer actief was voor de traditionele Top-3.
Nu vraag je je natuurlijk af, hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen. Welnu, als goed bibliothecaris heb ik na enig speurwerk zijn proeve van bekwaamheid boven water weten te krijgen.
Gisterenavond was ik met Jos Drabbels naar de ijsbaan van Leiderdorp gefietst, waar we zouden gaan skeeleren. Terwijl we onze skeelers aandeden, raakte ik met Annerieke van der Beek in gesprek. "Ik had vanochtend toch wel wat spierpijn van de strandtraining van gisteren." "Tja", antwoordde ik: "Een mens groeit door pijn. Leuker valt het niet te maken. Wil je meer spiermassa aankweken, dan zul je toch af en toe wat spierpijn moeten krijgen." Nu had ik dinsdagavond ook al een paar opmerkingen te horen gekregen over de zwaarte van de door mij bedachte droogtraining, dus ik was op deze discussie voorbereid. Het was half bewolkt en er stond vrij weinig wind, dus dit was een prima avond voor techniekoefeningen. Jos liet ons een aantal balansoefeningen doen, met een van mijn favorieten: het achter het standbeen rustende been gebruiken als een pendel, waardoor je de valbeweging goed in gang zet. Vergelijk het maar met een schommel: je hangt even op hoogste punt doodstil in de lucht om daarna met een flinke vaart omlaag te vallen. Deze oefening is een uitstekende voorbereiding op het schaatsen, waar je ook zo veel mogelijk wilt profiteren van de valbeweging om snelheid te maken. Na de serie Steigerungen was de training helaas al weer snel afgelopen. Op het terras van de kantine dronken we nog even wat met elkaar. Jaap de Gorter en Andrea Landman, die vanuit Hoogmade een rondje van 30 km geskeelerd hadden, kwamen ook nog even langs voor de gezelligheid. Het eerste, wat Andrea tegen me zei, was: "Wat heb jij ons afgebeuld!"
Terwijl de Tour de France in de laatste kilometers van de door Thor Hushovd gewonnen etappe eindelijk ontbrandde, waardoor ik in de Tourtoto naar de 400e plek opklom, ontvingen wij een opbeurend mailtje van Annerieke van der Beek met de opbeurende kop "dat wordt weer genieten vanavond...." en een link naar buienradar. Dat beloofde, net als vorige week, weer een natte droogtraining te worden. En als ik eerlijk ben, toen ik om half 6 vanaf mijn werk naar huis fietste, zag het er inderdaad zeer dreigend uit in de verte, terwijl ik nog steeds in het zonnetje reed. Thuis gekomen stopte ik, als een gewaarschuwd mens, die voor twee telt, een extra set droge kleren in mijn sporttas, alvorens ik ging koken. Om 7 uur fietste ik naar Jos Drabbels, waar vandaan we met hetzelfde gezelschap als vorige week naar Katwijk-Noord vertrokken. Waar een week geleden dit het voltallige gezelschap was, kwamen er nu gelukkig ook anderen opdagen, waaronder het Brabantse IJVL-lid Arien Stuijt. Geheel democratisch werd ik als droogtrainer aangewezen op het parkeerterrein, waar zich een religieus debat ontspon, hetgeen ze in Katwijk wel gewend zijn. Terwijl de zon nog steeds scheen en de dreigende lucht nog steeds in de verte hing, zei Hen van den Haak: "Aan de kust blijft het gewoon droog." De Limburger Jos Drabbels had de voorspelling van onze weerprofeet onderweg ook al gebagatelliseerd, hetgeen Annerieke de uitspraak ontlokte: "Dit is een Roomse samenzwering!" Om het Roomse complot compleet te maken, werd ik vervolgens democratisch aangewezen al trainer. Nou, dat heeft men geweten, want om de titel van de door Kick van der Veer verzamelde en zeer lezenswaardige verzameling cabaretteksten te citeren: "Ik ben mij er eentje!" We begonnen gewoon met hardlopen richting Noordwijk, waarna we na een kilometer naar het mulle zand bij de duinen liepen. Met stopsprongen gingen we hier omhoog. Geruststellend zei ik er bij: "Je hoeft niet in het prikkeldraad te springen, hoor." We liepen terug naar het natte zand, waar we een Steigerung deden, om aansluitend een meter of 500 door het mulle zand van de nieuw gevormde kleine duinenrij te lopen. De laatste kilometer naar Huis ter Duin deden we de slalomloop. Bij dit hotel deden we op de trappen, onder bewonderende blikken van de hotelgasten, de oefeningen, die we ook bij station Leiden Lammenschans doen. Het hotel was tevens het keerpunt, zodat we nu naar Katwijk konden gaan lopen. Op de heenweg had ik gezien, dat er bij de tweede strandtent een vrij steile helling mul zand was. Hier was de opdracht om de schaatsstappen omhoog te doen. De mensen op het terras zagen daarna de topper van de avond: in het vlakke zachte zand bij het terras deden we schaatssprongen met val. Op natuurijs is een val niet altijd uit te sluiten, dus het is handig om af en toe te oefenen, hoe je je val kunt breken. Met nog een Steigerung en buikspieroefeningen kwam de zwaarste oefening er als apotheose nog aan: hardlopend een duinopgang op. Over het schelpenpad langs het fietspad liepen we naar het parkeerterrein terug, met een extraatje, die Hans Boers en ik ons opleggen, als we samen in de duinen trainen: als het omhoog gaat, moet je extra aanzetten. Het is zwaar, maar voor je conditie is het puik.
We pakten onze trainingsjacks en begaven ons naar het terras van "'t Wantveld", waar we in het zonnetje het vochtverlies konden compenseren. We mochten op een klein stuk van het terras ons plekje zoeken, daar de strandtent en meer dan de helft van het terras was afgehuurd voor een bruiloft.
Ik weet niet, welk duo het bruidspaar was van de eerder door Abdelkader Benali prachtig beschreven "Bruiloft aan zee", maar ze hadden in ieder geval een prachtige zomeravond, terwijl in het oosten de lucht nog steeds dreigend in de verte hing. Als toegift van onze droogtraining hadden we ook nog eens een prachtige zonsondergang, waarbij we de rode zon in de zee zagen zakken. Annerieke mag dan geen groot weerprofeet zijn, de aanhef van haar mailtje was wel juist voorspeld: "Dat wordt weer genieten vanavond...." Onderweg naar huis onthulde Jos haar het geheim achter de Roomse samenzwering op deze gezegende zomeravond: "We hebben gewoon genoeg weesgegroetjes gebeden!"
Nederland staat niet bekend om zijn verfijnde strafschoptechniek. Op menig voetbaltoernooi is Oranje er in de strafschoppenserie uitgeknikkerd. Maar wellicht kunnen ze te raden gaan bij deze penaltyspecialist.
Sinds ik op de Hoofdbibliotheek in Katwijk werk, heb ik een keer of 4 per week een leuke extra klim erbij: de Nachtegaallaan.
Het is een vrij rustige weg, die parallel loopt met de drukke Boslaan. Het leuke van de Nachtegaallaan is, dat hij een stuk hoger uitkomt dan de Boslaan. Als je vanaf de Zanderij de Nachtegaallaan opdraait, kun je een kleine 700 meter constant klimmen. Het zijn geen percentages, die je bij de Tour de France in de Pyreneeën of de Alpen aantreft, maar een langere klim is in deze omgeving niet zo gauw voorhanden. Onlangs werd ik op de Nachtegaallaan bijgehaald door een mountainbiker, die zei: "Je rijdt behoorlijk zwaar." "Klopt", antwoordde ik: "Het is een gratis krachttraining. Ik rijd op het verzet, wat ik op het vlakke ook gebruik. Dit is net even zwaarder, maar je forceert je nergens." En zo probeer ik ook nog een aantal keren per week, behalve de Nachtegaallaan, ook de Torenvlietbrug over de Rijn in het woon-werkverkeer mee te nemen, terwijl de korte maar vrij steile klim aan het begin van de Cantineweg ook standaard in deze rit zit. Op een afstand van 9 km krijg je zo meer dan 1 km klimwerk voor je kiezen. Toch niet gek, zo'n mogelijkheid tot klimtraining in een verder vlak land.
Afgelopen donderdag was het in de omgeving van Leiden en Den Haag zeer regenachtig. Zozeer zelfs, dat het record uit 1954, toen het op 17 juli ruim 20 uur aan een stuk regende, werd geëvenaard. Echt een record om trots op te zijn.
Op weg naar mijn werk in Katwijk, met de harde wind tegen, kwam ik zegge en schrijve 1 andere fietser tegen.
In normale weersomstandigheden zijn het er minimaal vele tientallen.
's Avonds op de terugweg kwam ik zelfs geen enkele fietser tegen.
Gisteren was het alleraardigst zomerweer. Met onze jongste dochter aten we in de tuin, terwijl het merelpaar heen en weer vloog naar het tweede nest, dat ze dit jaar in ons kleine paradijsje hebben gebouwd.
Vanochtend zat ik met Ada op de fiets om boodschappen te doen. Allereerst gingen we uit op een waterdichte Ortlieb-stuurtas.
De oude stuurtas, die ik toch al een jaar of 10 heb, begint toch wel te slijten. Onderweg kregen we een regenbui te verwerken.
Thuisgekomen ging ik eerst een stuk lopen, voor de voor de middag voorspelde flinke regenbuien zouden vallen. Aanvankelijk zouden we met een vriend op de Utrechtse Heuvelrug gaan fietsen, maar met het oog op het weer hebben we dat maar uitgesteld. Het is een wisselvallige zomer, dus de zonnige dagen komen heus wel weer.
Ik liep via het Morskwartier naar de route van de Run-Skate-Run, die ik in omgekeerde volgorde naar de Leidse IJshal volbracht.
Daar kocht ik bij Ooms Sport, de enige in skeelerspullen gespecialiseerde winkel in Leiden, een beschermset voor bij het skeeleren. De oude set begint het en der wat uit te lubberen. Hoor ik daar iemand mompelen: net als jij zelf?
Het enige probleem was, dat bij het passen de Medium-set zowel bij de polsbeschermers als bij de kniebeschermers te krap zaten, en bij de Large-set bij de elleboogbeschermers te ruim. Uiteindelijk koos ik toch voor de Large-set, met een dubbele conclusie: ik heb het niet achter de ellebogen en ik werk te weinig met mijn ellebogen.
Het is maar, dat jullie het weten....
's Middags thuis wat zitten utteren, terwijl het buiten behoorlijk begon te regenen. En natuurlijk gekeken naar de Tour de France, waar ook in de Pyreneeën nog weinig verschillen gemaakt werden.
Maar ondanks dat mijn Tourploeg al een week geleden tot 7 renners is gedecimeerd, draait ze nog behoorlijk goed mee: bij de bovenste 500 van meer dan 7500 teams, 431e zelfs om precies te zijn.
Maar de Tour blijft de Tour en dus onvoorspelbaar. Voor je het weet, is je Tourploeg weer wisselvallig.
Heden ten dage is er over tal van onderwerpen een "Canon". In religieus opzicht worden met de term "canon" bepaalde religieuze boekwerken aangeduid die door de betreffende godsdiensten als heilig worden beschouwd.
Hiervan afgeleid zijn lijsten met de literaire canon en de canon van de Nederlandse geschiedenis.
Het kon niet uitblijven, of ook de sport moest er aan geloven.
Vorig jaar plaatste de Volkskrant wekelijks een artikel over een belangrijke gebeurtenis in de Nederlandse sportgeschiedenis. Deze verhalen zijn nu onder redactie van Bart Jungmann gebundeld in "De sportcanon".
Het is voor iedere sportliefhebber een lust om door dit boek te bladeren. De sport wordt in zijn eigen tijd geplaatst. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben immers altijd hun weerslag op de sport.
Natuurlijk is de keuze van bepaalde onderwerpen altijd arbitrair: waarom staat die sportprestatie er wel in en een andere niet? Maar al met al geeft het 445 pagina's dikke boek een goede dwarsdoorsnede van de sportgeschiedenis van Nederland.
Beginnend bij sportpionier Pim Mulier en wereldkampioen schaatsen én wielrennen, Jaap Eden, komen de grondlegger van de sportjournalistiek, Joris van den Bergh, vooral bekend van "Mysterieuze krachten in de sport", Rie Mastenbroek (Rie wie?), Fanny Blankers-Koen, Anton Geesink, de Tourzege van Joop Zoetemelk en de Europese successen van Feyenoord en Ajax en de finaleplaatsen van het Nederlands elftal aan de orde. Uiteraard ontbreekt de in het buitenland bekendste Nederlander, Johan Cruijff, niet in de sportcanon.
Ook de TT van Assen wordt genoemd, en dan precies die editie, waaraan ik liever niet herinnerd wil worden, die van zaterdag 28 juni 1975. Ik lag na mijn kaakoperatie op een zaal, waar ik de enige kaakpatiënt was. De volgende dag kreeg ik "versterking" van een jonge man, die in Purmerend op een plein in de binnenstad aldaar was aangereden. Hij had gekeken, er kwam niemand aan en werd toen geschept door iemand, die naar de TT was geweest en die dit in het centrum van Purmerend wel eens na wilde bootsen.
Maar gelukkig staan er in "De sportcanon" ook diverse verhalen over schaatsen. De eerste Nederlandse wereldkampioen, Jaap Eden, heb ik al genoemd. Uiteraard krijgen Ard Schenk en Kees Verkerk, in de volksmond beter bekend als "Ard en Keessie", volkomen terecht, hun plek in de eregalerij van de vaderlandse sportgeschiedenis.
Maar er zijn twee verhalen, die ik volgaarne ter lezing aan wil bevelen.
De eerste betreft de Elfstedentocht van 1986. En nu wordt eens niet het verhaal van een winnaar verteld, maar dat van een eenvoudige toerschaatser: Willem-Alexander van Buren. De kop van het artikel luidt: "Een koninklijke weddenschap met gevolg". Natuurlijk, iedere andere schaatser zou ook zo'n weddenschap af kunnen sluiten, maar wordt dan niet toegelaten als deelnemer aan de Tocht der Tochten. Desondanks is het een zeer leuk verhaal om te lezen en vooral: zeer herkenbaar.
Iedere tocht van dit kaliber, of het 200 km schaatsen betreft of het lopen van een marathon, kom je momenten tegen, dat de geest meer wil dan het lichaam. Toerschaatser W.A. van Buren kwam deze momenten ook tegen, zo'n beetje op de momenten, dat ik het in 1996 en 1997 ook moeilijk kreeg. En op zulke momenten is het heel prettig, als je iemand hebt, die je er doorheen sleept, zoals Jaap de Gorter dat op 3 januari 1997 bij mij deed. Dit verhaal lezen dus!
Een tweede verhaal, wat niemand over mag slaan, is dat van de uitvinding van de klapschaats door Gerrit-Jan van Ingen Schenau, hoogleraar biomechanica aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In februari 1983 legde Van Ingen Schenau de basis voor de herontdekking van de klapschaats. Zo bleek, dat ene Karl Hannes uit Beieren in 1894, dus 90 jaar eerder, al een octrooi te hebben aangevraagd op een ontwerp van de klapschaats!
En daarna duurde het nog 10 jaar, voor de herontdekking, die het schaatsen zoveel prettiger en vooral ook sneller maakt, doorbrak. Ik kende dit verhaal al van Dick de Bles, die mij dat op de Gouwzee uit de doeken deed. De Nederlandse schaatstop met bondscoach Henk Gemser en schaatsers als Leo Visser en Hein Vergeer, zagen er niets in.
Het is te danken aan de links en rechts op de foto staande Dick de Bles en Erik van Kordelaar, mijn eerste trainer bij de IJVL, dat de klapschaats niet wederom een eeuw in stoffige octrooiarchieven terecht is gekomen. In de zomer van 1994 hadden de gewestelijke trainers hun junioren en hun ouders uitgenodigd voor een lezing van Jos de Koning en Gerrit-Jan van Ingen Schenau. Aan het eind van de avond besloten 11 junioren hun jawoord te geven aan de klapschaats. Ze werden de sensatie van het seizoen.
Het jaar erop reden ook de gewestelijke selecties van Groningen en Friesland op de klapschaats. Sijtje van der Lende, destijds trainster van de Friese jeugdselectie, wist haar oud-pupil Tonny de Jong.
Tonny de Jong werd op de klapschaats Europees kampioene en toen was het hek van de dam.
Gerrit-Jan van Ingen Schenau heeft niet lang van zijn vinding kunnen genieten. Op 2 april 1998 stierf hij, kort na de Olympische Spelen van Nagano, waarop de doorbraak van zijn geesteskind definitief was, op 53-jarige leeftijd aan kanker.
Het opnemen van dit verhaal in "De sportcanon" is dus een passend monument aan de man, die het schaatsen een nieuwe dimensie gaf!
Bij een skeelertraining is het erg duidelijk: als het regent, dan gaat het niet door. Vanavond was echter een twijfelgeval. Het was zwaar bewolkt en het zag er dreigend uit. Een blik op buienradar zei voldoende: ik kon me de fietstocht naar Leiderdorp besparen. Desondanks duurde het nog tot kwart over 8, voor de lichte miezer overging in echte neerslag, juist toen ik na het avondeten een stukje van 3 km aan het hardlopen was.
Gisterenavond was het wat dat betreft heel ander weer. Toen wij om half 11 bij Jos Drabbels de regenmeter inspecteerden, bleek er 12 mm neerslag te zijn gevallen vanaf 6 uur 's avonds.
De droogtrainingsgroep van de IJVL zou op het strand trainen. En dan blijkt de disciplinerende werking van afspraken. Zonder de afspraak om te gaan trainen, zou niemand de deur uit gegaan zijn. Ik fietste naar het huis van Jos, waar wij samen met Annerieke van der Beek met Jaap de Gorter mee konden rijden naar het parkeerterrein in Katwijk-Noord. Ook Andrea Landman gaf acte de presence. Vanaf "'t Wantveld" liepen we over het strand met een harde noordenwind, die de regenvlagen in ons gezicht blies, naar "Huis ter Duin" in Noordwijk.
Ondanks de 90 km, die ik overdag samen met Ada had gefietst, ging het lopen erg soepel. Een flink deel van de 4 km tegenwind liep ik op kop. Bij "Huis ter Duin" keerden we en liepen met de wind in de rug naar Katwijk terug, waar we de droge kleren uit de auto haalden.
Bij de toiletten van "'t Wantveld" kleedden we ons om om samen met Hen van den Haak koffie en warme chocolademelk te nuttigen. Het was gisterenavond meer herfst dan zomer.
Het was twee dagen achtereen afscheid nemen. Gisteren een definitief afscheid. Op een mooie, warme zomerdag brachten we tante Magch naar haar laatste rustplaats. Daar zal haar stoffelijk overschot rusten bij haar man Niek Maaskant, die een paar jaar geleden is overleden. Twee krakende wagens, die heel lang mee gingen.
Toen ik Ada net kende, was een van mijn eerste kennismakingen met mijn schoonfamilie het zilveren huwelijksfeest van oom Niek en tante Machg. De een had al een zware hartaanval gehad, de ander had al jarenlang suikerziekte. Desondanks wisten ze 25 jaar later hun gouden huwelijksfeest nog te vieren.
's Avonds aten we in de tuin pannenkoeken. Onze middelste dochter bleef ook thuis slapen, daar ze vandaag met Siebe naar Bilbao zou vliegen. Alle spullen werden bij elkaar gezet voor de volgende dag.
Het programma werd op Siebes initiatief aangepast. Ronald Meijer zou het duo met de auto naar Schiphol brengen, zodat wij niet naar de luchthaven zouden hoeven met onze fietsen. Om kwart over 9 namen we tijdelijk afscheid van Siebe en zijn zus, waarna wij zelf onze fietsen pakten en naar Leiderdorp fietsten. Daar namen we de Ruigekade en reden over het fietspad om Hoogmade heen. Bij de brug met de 3 schaatsers reden we de Does over.
Na een stukje langs de A4 gefietst te hebben, sloegen we rechtsaf, het parcours van de Braassemloop op. Langs de Wijde Aa reden we naar Roelofarendsveen, tot we bij de veerpont naar Rijnsaterswoude kwamen. Na twee keer € 0,90 betaald te hebben, mochten we op deze bewolkte, maar warme dag overvaren.
Aan de overkant zagen we een afgeplakt vlak op een knooppuntenbord. Je zag nummer 18 door de witte sticker heen, dus wij probeerden de doodlopende weg.
Helaas voor ons: deze weg liep vlak voor Leimuiden echt dood. Via Rijnsaterswoude kwamen we zodoende in de geboorteplaats van Bob de Jong, de wereldkampioen op de 5 en 10 km schaatsen.
Op het terras van de stempelpost van de Joop Zoetemelk Classic namen we koffie en chocomel op ongeveer het moment, dat Siebe en zijn zus de lucht in gingen.
We reden door naar de Westeinderplassen, waar we tot Kudelstaart tegen de harde noordoostenwind optornden. Onze beloning was een zitplaats met uitzicht op de watertoren van Aalsmeer aan het water, waar ik in een grijs verleden samen met Bas Warnink mijn eerste officiële toertocht heb volbracht.
Na de 4 boterhammen weggewerkt te hebben, vertrokken we langs het voormalige fort Kudelstaart naar De Kwakel, waar we de Stedenroute oppikten.
Deze bracht ons naar de Amstel, waar we een jaagpad langs deze rivier volgden. Bij wereldstad Bilderdam pasten we onze route aan. In plaats van door te rijden naar de Langeraarse plassen, zoals ons plan was, lieten we ons verrassen.
Via een volgend jaagpad reden we naar Nieuwveen, waar we aan de overzijde van het water eerst over een onverharde weg naast een nieuwe golfbaan aan het mountainbiken waren om vervolgens over een ander jaagpad bij Korteraar uit te komen.
Vlak voor Aarlanderveen was er een splitsing in de Stedenroute. Wij kozen voor de variant via Alphen aan den Rijn. Door deze stad trapten we door naar`het fietspad naar Boskoop. Halverwege bogen we af naar Klein Giethoorn om zo in Hazerswoude-Dorp uit te komen.
Via het Molenpad reden we van Zoeterwoude-Weipoort naar Zoeterwoude toe om via de Vrouwenweg Leiden weer binnen te rijden. Bij Intratuin kochten we nog wat tuinplanten, voor we thuis waren na ruim 90 km fietsen.
De bewolking begon al dikker en dikker te worden. Daar volgde ik de finale van de Touretappe, met wederom een massasprint.
Met het oog op de fietsvakantie ben ik vanmiddag met Ada een stuk gaan fietsen. Ada kon haar nieuwe fiets eens goed uitproberen. Om 1 uur reden we van huis weg richting Vlietlanden. We kwamen door de nieuwbouwwijk Krimwijk, waar we een nieuw fietspad uit konden proberen.
Via de Vlietlanden reden we over de Hofweg naar Zoeterwoude, waar we door Swetterhage een kortere weg naar de Zuidbuurt probeerden te vinden. Helaas zat het hek aan het eind op slot, zodat we terug konden naar de ingang. Op een bankje vlak voorbij "'t Geertje" aten we onze boterhammen op, voordat we langs Benthuizen over de oude weg door Zoetermeer reden.
We wilden richting Rottemeren, dus de Bleiswijkse weg leek ons een goed idee. Zo kwamen we op een industrieterrein in aanleg. Gezien de tijd besloten we ons plan aan te passen en via Kruisweg en Moerkapelle op Hazerswoude aan te koersen. Hier zagen we een paar gele vogels vliegen.
Thuis zochten we later in "Nieuwe zakgids Vogels" van Peter Hayman op, welke vogel het was.
Het bleek de geelgors te zijn.
Maar voor we thuis waren mochten we eerst nog naar en door Hazerswoude Dorp rijden, om bij Gelderswoude aangekomen het smalle fietspad tussen de weilanden en akkers te nemen naar Zoeterwoude Weipoort. Nu kun je bij familie De Jong heerlijk, zelfgemaakt boerenijs kopen, hetgeen wij op deze warme dag deden. We waren echter niet de enigen....
Via het industrieterrein van Zoeterwoude Rijndijk reden we naar de Lammenschansweg en vandaar naar huis, waar we na ruim 57 km fietsplezier nog even konden kijken naar de ontknoping van een tumultueuze etappe in de Tour de France.
Daarbij ontdekte Johnny Hoogerland, dat je beter niet in het prikkeldraad terecht kunt komen.
Soms vraag ik me af: wat was er gebeurd, als Thomas Voeckler in het prikkeldraad was beland?
Op deze zondagmorgen konden we niet zo lang blijven liggen. Siebe moest om kwart voor 9 bij Ronald Meijer zijn. Hij kon een dag mee in de ploegleiderswagen van Swabo, zijn oude wielerploeg. Wij vonden het uiteraard gezellig om met hem te ontbijten.
Gisterenavond waren we met het hele gezin, behalve onze jongste dochter, die met Jeugdorkest Viotta in Florence muziek aan het maken is, zijn we in Rotterdam wezen eten bij "Aan Tafel", waarvan de eigenaar ooit in de Venga Boys speelde.
Om half 10 bond ik mijn skeelers onder en reed langs de Schenksloot naar de "Haagsche Schouw", waar ik begon aan een rondje Valkenburg. Over de betonnen platen reed ik naar camping "Maaldrift", waar ik de gelijknamige weg op reed. Het asfalt was hier niet super. Wat dat aangaat ben ik de laatste tijd verwend geraakt met de Velostrada en de skeelerbaan van Leiderdorp.
Pas de laatste 500 meter van de slingerweg voor je de bebouwde kom van Wassenaar binnen reed, was er echt skeelerasfalt. Dat was weer afwezig op het fietspad langs de golfbanen, maar het fietspad richting Katwijk was grandioos. Met de vrij stevige wind in de rug vloog je over het asfalt.
De Kooltuinweg richting Leiden was op zich wel goed asfalt, maar het was toch minder. Na het stuk tussen de kassen door kwam het slechtste stuk: het fietspad richting Valkenburgse Meer. De vorstschade van de afgelopen twee winters was duidelijk merkbaar: veel scheuren en kleine gaten. Al met al reed ik dus het rondje van de wintertriatlon in omgekeerde volgoerde.
Terug in Leiden reed ik over het fietspad langs de Rijndijk. Hier kwam ik het zoveelste groepje wielrenners tegen, met op kop Dick van Goozen, die iedere woensdagavond skeelerles geeft in Leiderdorp.
Het is trouwens opvallend, dat je op zo'n zondagochtend veel groepjes wielrenners ziet, veel (echt)paren, die samen een stukje aan het fietsen zijn, een enkele skeeleraar, een paar wandelaars, een tiental hardlopers en verder vooral veel honden, die hun baas of bazin aan het uitlaten zijn.
Bij station De Vink aangekomen wilde ik toch nog even genieten van superasfalt en ik reed over de Velostrada tot de veeroosters. Daar keerde ik om en langs de rand van de Stevenshofpolder skeelerde ik op huis aan, waar ik er ruim 23 km op had zitten.
Er wordt wel gezegd, dat ieder mens een dubbelganger heeft. Bij sommige tweelingen hoef je geen enkele moeite te doen, zoals bij Henk en Jan Versteegen van The Shoes.
Nu zat ik net op internet dit bericht te lezen: Kenny van Hummel houdt het na zes jaar gezien bij Skil-Shimano. De 28-jarige sprinter heeft zijn vertrek bij de wielerformatie aangekondigd, maar houdt de naam van zijn nieuwe werkgever nog even voor zich, omdat de UCI-reglementen dat voorschrijven. Het zou echter naar verluidt om Vacansoleil gaan. Van Hummel verklaart op zijn site aan iets nieuws toe te zijn, aan een nieuwe uitdaging. Van ontevredenheid over Skil-Shimano is geen sprake. "Maar ik ken inmiddels alle ins en outs binnen de ploeg. Ik heb behoefte aan een andere omgeving, een klein beetje onzekerheid over hoe dingen lopen. Noem het maar gezonde spanning." Van Hummel rijdt voor Skil-Shimano in elk geval nog de Ronde van Wallonië en de Eneco Tour en hoopt ook te starten in de Ronde van Spanje. Daarbij zat deze foto: Nu kwam Ada langsgelopen en zij vroeg: "Is dat een foto van Siebe?" "Nee", zei ik: "Maar op het eerste oog heeft het er toch behoorlijk wat van weg."
Op deze licht wisselvallige dag rommelde ik wat aan. Eerst ontbeten met Siebe, daarna lekker gelezen, rond het middaguur een blokje van een kilometer of 6 gelopen, een beetje naar de Tour de France gekeken, met de auto van Greenwheels het konijn van een dochter opgehaald, die hier tijdens haar vakantie verblijft en daarna naar de finish gekeken met een verrassende ontknoping, doordat het peloton in tweeën gebroken was. Diverse klassementsrenners hebben ineens 3 minuten achterstand. Mijn Tourploeg moet het wederom met een mannetje minder doen. Tom Boonen viel geblesseerd uit, twee dagen na zijn smak op het asfalt. Ondanks dat ik nog maar 7 renners in koers heb, scoorde ik toch nog 80 punten, dus behoorlijk hoog. 's Avonds was het droog en ging ik met Ada samen de DVD van "Die Schöpfung" ophalen, die 3 weken geleden in opdracht van het bestuur van de Stichting Leidse Koorprojecten bij de uitvoering in de Hooglandse kerk is gemaakt.
Na een fietstocht naar en door de Merenwijk kwamen we na betaling van € 10,- in het bezit van deze kwalitatief behoorlijk goede opname. Uiteraard bespraken we met Guillaume en Adinda het concert en kwamen we zodoende uit op de Leidse Scratchdagen, waarin volgend jaar helaas de "Carmina Burana" na twee jaar zangplezier alweer is verdwenen. Wellicht moeten we ons met onze vriendengroep dan maar op de musicals gaan storten. Thuisgekomen was de eerste taak het opzetten van de DVD. Met de mooie muziek op de achtergrond was de tweede taak, de afwas, een fluitje van een cent.
Op deze half bewolkte middag volgde ik het goede voorbeeld van Siebe, die op de van Swabo geleende racefiets aan het trainen was. Ik wilde wel eens uittesten, hoe de grotere wielen het zouden houden op ruw asfalt. Om half 3 trok ik mijn skeelers aan en vertrok van huis, waar vlak om de hoek een meter of 100 ruw wegdek te vinden was. Om nou te zeggen, dat het lekker reed: nou, nee. Maar je rolt toch langer door dan met kleinere wielen. Het geeft een beetje het gevoel van fietsen op een kasseienstrook. Ik reed naar het fietspad langs de rand van de Stevenshof, waar ook een paar stukken met grind onherstelbaar verbeterd asfalt te vinden was. Dit stuk reed ik heen en weer. Nu ben je als marathonloper niet helemaal vrij van masochisme, maar je kunt het ook overdrijven. Ik reed dus door naar de Velostrada. Over het spiegelgladde asfalt reed ik naar de Horstlaan met de wind op kop. Dat hield tevens in, dat ik op de terugweg de wind in de rug had. En dat rijdt op glad asfalt toch wel erg lekker! Maar deze tocht was vooral bedoeld om het ruwe asfalt uit te proberen, dus dat deed ik in de laatste kilometer aan de rand van de Stevenshof maar weer.
Het geschiedde afgelopen dinsdagavond op de trappen van station Leiden Lammenschans. We waren druk bezig met allerhande sprongoefeningen in het avondzonnetje. Annerieke van der Beek liep achter me en zei: "Bert, je geeft licht." Het zou heel eventueel kunnen zijn, dat de reflectiestrepen op mijn shirt hier mede debet aan waren, maar dit gaf mij de kans om de mensen eindelijk duidelijk te maken, wat mijn levenstaak op aarde is. "Ik ben een lichtend voorbeeld voor de mensheid!", zei ik bescheiden, hetgeen Annerieke natuurlijk terstond beaamde. Het is alleen jammer, dat (bijna) niemand dit door heeft....
Ik reed op de fiets naar Marcel van der Klaauw, die mij zijn vorige onderstel met grotere wielen aangeboden had. Samen sleutelden we mijn onderstel van de skeelerschoenen en zetten het nieuwere onderstel erop, terwijl buiten de regen met bakken uit de hemel kwam op deze wisselvallige dag.
Tussen de buien door waren er heldere opklaringen en dan was het meteen weer warm.
Tussen de bedrijven door luisterde ik naar Radio Tour de France, waar diverse valpartijen de etappe ontsierden. Dit had voor mijn Tourploeg vervelende gevolgen. Christophe Kern was met knieproblemen afgestapt, terwijl Tom Boonen met diverse wonden op flinke achterstand van het peloton reed. De kans op een goede klassering is hiermee in een uur tijd flink gekelderd.
We aten in de tuin stamppot andijvie met gebakken spek, al had Siebe nog liever stamppot boerenkool voorgezet gekregen. In Spanje is dit Oudhollandse gerecht niet zo gauw te bereiden. Na het eten stapte ik op de fiets om met Andrea Landman naar de ijsbaan van Leiderdorp te fietsen, waar ik de grotere wielen uit kon proberen. Zo kon ik aan Marcel van der Klaauw laten zien, dat ik hier goed mee overweg kon.
De eerste ronde was het even wennen, maar al snel ging het makkelijk. Vooral de bochten kom je makkelijker door. Met de harde zuidwestenwind kon je op het ene rechte stuk freewheelend behoorlijk hard, terwijl je in omgekeerde richting aardig aan moest zetten. Het was kortom weer een heerlijke training op de grotere wielen.
Een van de bekendste verhalen uit de Bijbel is dat van de terugkeer van de verloren zoon.
Hoewel we dankzij de moderne communicatiemiddelen vrij veel contact konden onderhouden met onze in Oviedo verblijvende zoon, ben je als ouder toch altijd weer blij, als je na een half jaar je niet verloren zoon weer eens in de armen kunt sluiten. Een decennium of 4 geleden bezong Boudewijn de Groot de thuiskomst van de reiziger al.
Gisteren was het onze beurt voor dit lied. Om half 11 reisden Ada en ik naar Schiphol om Siebe op te gaan halen, die met het vliegtuig uit Bilbao aankwam voor een weekje Nederland. Doordat zoonlief alleen handbagage bij zich had, was hij sneller door de pascontrole dan we hadden gedacht.
Om 12 uur waren we zodoende weer terug in Leiden. Mijn vrouw haalde wat lekkers, zodat we in de zonovergoten tuin konden genieten van de thuiskomst van onze reiziger.
's Middags gingen we naar de Leidse binnenstad voor wat boodschappen. Zelf ging ik voor de laatste keer in 2011 naar de kapper.
In de tuin aten we met zijn vieren. Behalve Siebe kwam Erik van Lakerveld een vorkje meeprikken bij de aardappels met wortels en kapucijnen. Erik haalde nog even aan, dat wij elkaar vorig jaar in de buurt van Wijk bij Duurstede op de rivierdijk waren tegen gekomen.
Om 7 uur fietste ik naar Jos Drabbels, zodat we samen naar "De Bult" zouden fietsen voor onze wekelijkse droogtraining van de IJVL. Het was een gevarieerde maar zware training. Eerst 2 blokjes met 5 sprongoefeningen op de trappen van Leiden Lammenschans, daarna in Cronesteyn de training van de coördinatie op de touwladder, een kwartier veldoefeningen en tot slot de elastieken.
Als toetje kwam Jaap Smit langs om te laten zien, wat je ook nog allemaal kunt met de elastiekoefeningen. Ik dacht, dat ik het inmiddels redelijk beheerste, maar de marathonschaatser liet zien, hoeveel extra kracht je bij een juiste timing en techniek kunt geven bij deze toch zware oefening. Waar normaal één persoon volstaat om de andere tegen te houden, waren Jaap de Gorter en Jos Drabbels nodig om Jaap Smit voor een val op het asfalt te behoeden. Zodoende kon je zien, dat het geen toeval is, dat laatstgenoemde bij het marathonschaatsen bij de A-rijders meedoet.