Het was de zoveelste zonovergoten dag op rij met zomerse temperaturen. Uniek voor eind september. Ana krijgt zo een vertekend beeld van het weer in Nederland.
Het was in ieder geval prachtig weer om te gaan skeeleren. Ik had even staan dubben, daar ik vanavond voor het eerst het ijs op kan in de Leidse ijshal, maar een beetje duurtraining kan nooit kwaad.
Om 3 uur zocht ik alle skeelerspullen bij elkaar en om half 4 was ik onderweg naar station De Vink. Bij de fietsbrug over de Dobbewetering kwam ik een verbaasde Ada tegen: "Moest jij niet schaatsen vanavond?"
Ik bekende onmiddellijk. "Maar het is veel te mooi weer om binnen te gaan zitten", was mijn verweer.
We reden beiden verder. Ik reed onder De Vink door en rechtdoor naar de Korte Vliet. Hier skeelerde ik over goed asfalt richting Allemansgeest om over een stukje slecht asfalt de brug op te draaien en langs het clubhuis van de Leiden Road Runners Club naar de Lammebrug te skeeleren.
Hier volgde een voor mij nieuwe hindernis: de draai omlaag naar de Oostvlietweg. Ik begon meteen met remmen en pas halverwege de draai liet ik me uitrollen. Voor het volle terras van restaurant "Cronesteyn" reed ik over asfalt van wisselende kwaliteit naar de Vlietlanden. Het eerste stuk asfalt was redelijk goed, maar na de bochten bij de boerderijen werd de ondergrond matig.
In de Vlietlanden nam ik het spiegelgladde asfalt van de brede weg om bij het parkeerterrein het fietspad weer op te pikken. Zo reed ik tot de hoge brug bij de Vogelplas.
Ik daalde voorzichtig weer af en deed dat ook over het slechte asfalt op de Kniplaan.
Onder de Veurse weg door reed ik naar de Horstlaan en bij de Velostrada aangekomen zag ik, dat deze afgesloten was. Maar ik zag ook fietsers er over heen rijden. "Als je er kunt fietsen, kun je er ook skeeleren", dacht ik, maar dat had ik fout gedacht. De houten brug werd vervangen en waar je met de fiets in de hand nog wel een flinke stap kon maken over een schuine ijzeren plaat, leek me dat niet zo geslaagd met skeelers.
Ik reed derhalve terug via de Horstlaan en langs de Veurseweg reed ik over fietspad en voetpad tot ik in Voorschoten langs park Rosenburgh weer naar de Velostrada kon rijden. Om 5 uur was ik na anderhalf uur skeeleren weer thuis, waar ik alle schaatsspullen bij elkaar zocht. Ik ben heel benieuwd hoe het zal gaan: skeeleren en schaatsen op 1 dag.
vrijdag 30 september 2011
donderdag 29 september 2011
Wensenfonds
Een maand geleden vermeldde ik op dit blog de mogelijkheid om te stemmen op het Rabobank wensenfonds.
Gisterenavond hoorde ik na afloop van de laatste avond van de SIC in de kantine van de ijsbaan van Leiderdorp, dat het gelukt was: de Leidse ijshal was in de prijzen gevallen en kon 20 helmen voor het kinderschaatsen en een defibrilator aanschaffen. Hopelijk hoeft de AED nooit gebruikt te worden.
Vanmorgen heb ik eerst boodschappen gedaan, alvorens ik me naar de ijshal begaf om wederom te helpen met het opspuiten van de ijsvloer. Buiten was het ruim 20 graden, binnen hooguit 5 graden. Er was een man of 8 bezig om de ijshal gebruiksklaar te maken, ondanks het prachtige weer. Zonder dit vrijwilligerswerk zouden we vanaf morgen niet kunnen schaatsen.
Het eerste stukje is trouwens al geschaatst door Karel de Jong, die toch geen volledig rondje gereden had, daar er nog een paar man met brandslangen bezig was. Ja, en dan kan iemand natuurlijk per ongeluk jouw kant op spuiten. Ik heb, net als de andere spuitgasten, nu eenmaal 2 linkerhanden....
Tussen 10 en 12 hielp ik om weer 2 laagjes water op het spiegelgladde ijs met stalagmieten te leggen. Na de eerste ronde zaten we buiten om wat te drinken en ik viel met mijn neus in de boter: er was appeltaart bij.
Tijdens de pauze hoorde ik van Willem van Vliet, dat op zondag 18 december de volgende editie van de 1000 rondjes van Leiden verreden gaat worden. Mits Zorg & Zekerheid het evenement weer wil sponsoren. Die dag is bewust gekozen: het is tevens de openingsdag van het Glazen huis.
Waar we vorig jaar schaatsten voor het gehandicaptenschaatsen, zal de actie dit jaar in het teken staan van serious request.
Ik heb 18 december in mijn agenda omkringeld. Er is, na de 750 rondjes van vorig jaar, nog wat recht te zetten....
Vanmorgen heb ik eerst boodschappen gedaan, alvorens ik me naar de ijshal begaf om wederom te helpen met het opspuiten van de ijsvloer. Buiten was het ruim 20 graden, binnen hooguit 5 graden. Er was een man of 8 bezig om de ijshal gebruiksklaar te maken, ondanks het prachtige weer. Zonder dit vrijwilligerswerk zouden we vanaf morgen niet kunnen schaatsen.
Het eerste stukje is trouwens al geschaatst door Karel de Jong, die toch geen volledig rondje gereden had, daar er nog een paar man met brandslangen bezig was. Ja, en dan kan iemand natuurlijk per ongeluk jouw kant op spuiten. Ik heb, net als de andere spuitgasten, nu eenmaal 2 linkerhanden....
Tussen 10 en 12 hielp ik om weer 2 laagjes water op het spiegelgladde ijs met stalagmieten te leggen. Na de eerste ronde zaten we buiten om wat te drinken en ik viel met mijn neus in de boter: er was appeltaart bij.
Tijdens de pauze hoorde ik van Willem van Vliet, dat op zondag 18 december de volgende editie van de 1000 rondjes van Leiden verreden gaat worden. Mits Zorg & Zekerheid het evenement weer wil sponsoren. Die dag is bewust gekozen: het is tevens de openingsdag van het Glazen huis.
Waar we vorig jaar schaatsten voor het gehandicaptenschaatsen, zal de actie dit jaar in het teken staan van serious request.
Ik heb 18 december in mijn agenda omkringeld. Er is, na de 750 rondjes van vorig jaar, nog wat recht te zetten....
woensdag 28 september 2011
"Wie is er niet en wie mis je?"
Iedere sporter kent ze wel: de momenten waarop je je bezint op wat er goed ging en wat je zou willen verbeteren. Dat moment was gisterenavond aangebroken voor de droogtrainingsgroep van de IJVL.
Vorige week was de laatste droogtraining, voor we vrijdagavond in de Leidse IJshal de schaatsen onder kunnen binden. Dit was dus een prima moment om te kunnen reflecteren op het afgelopen zomerseizoen.
Daar we bijna iedere dinsdagavond in Cronesteyn te vinden waren, vonden we het een goed idee om in restaurant "Cronesteyn" terug te blikken en vooruit te kijken, terwijl we tussendoor genoten van een voortreffelijke maaltijd.
Bij deze evaluatie werden diverse rake opmerkingen geplaatst. De tranen stonden dan ook in mijn ogen......van het lachen!
Maar zoals bij de droogtraining niet altijd iedereen aanwezig was, ontbraken er nu ook een aantal mensen wegens andere verplichtingen. En toen plaatste iemand in ons gezelschap een subtiele, maar zeer rake opmerking, die hij bij vergaderingen op zijn werk wel eens gebruikt bij vergaderingen: "Wie is er niet en wie mis je?"
Vorige week was de laatste droogtraining, voor we vrijdagavond in de Leidse IJshal de schaatsen onder kunnen binden. Dit was dus een prima moment om te kunnen reflecteren op het afgelopen zomerseizoen.
Daar we bijna iedere dinsdagavond in Cronesteyn te vinden waren, vonden we het een goed idee om in restaurant "Cronesteyn" terug te blikken en vooruit te kijken, terwijl we tussendoor genoten van een voortreffelijke maaltijd.
Bij deze evaluatie werden diverse rake opmerkingen geplaatst. De tranen stonden dan ook in mijn ogen......van het lachen!
Maar zoals bij de droogtraining niet altijd iedereen aanwezig was, ontbraken er nu ook een aantal mensen wegens andere verplichtingen. En toen plaatste iemand in ons gezelschap een subtiele, maar zeer rake opmerking, die hij bij vergaderingen op zijn werk wel eens gebruikt bij vergaderingen: "Wie is er niet en wie mis je?"
dinsdag 27 september 2011
Full house
In mijn jeugdjaren hoorde ik het regelmatig, zeker in de tijd, toen ik barkeeper was bij "De Hobbit" in Nieuw-Vennep. Bij het pokeren is het een term, die zeer regelmatig valt: "Full house". Dit houdt in, dat je met 5 kaarten of pokerstenen drie keer iets gooit van het ene symbool en twee van het andere, bijvoorbeeld drie heren en twee vrouwen.
Vandaag is er bij ons op een andersoortige manier sprake van full house. Nadat we een jaar lang met zijn tweetjes ons huis bewoond hadden, was onze jongste dochter een maand geleden weer thuis komen wonen, daar ze als onderhuurster weer plaats moest maken voor de reislustige huurster. Wie een betaalbare kamer voor haar weet in of in de nabije omgeving van Amsterdam.....
En vandaag ben ik vanmiddag Siebe en Ana op wezen halen op Schiphol. In de trein keek Ana haar ogen uit in ons vlakke polderland. Het idee alleen al, dat je op 5 meter onder de zeespiegel kunt wonen!
Siebe wees Ana nog op de Calatrava-bruggen en wees op de Hoofdvaart, waar zijn vader in een grijs verleden had leren schaatsen.
Vanaf station de Vink wandelden we naar ons huis, waar gedurende de feestweek in Leiden sprake zal zijn van drie vrouwen en twee heren.
Vandaag is er bij ons op een andersoortige manier sprake van full house. Nadat we een jaar lang met zijn tweetjes ons huis bewoond hadden, was onze jongste dochter een maand geleden weer thuis komen wonen, daar ze als onderhuurster weer plaats moest maken voor de reislustige huurster. Wie een betaalbare kamer voor haar weet in of in de nabije omgeving van Amsterdam.....
En vandaag ben ik vanmiddag Siebe en Ana op wezen halen op Schiphol. In de trein keek Ana haar ogen uit in ons vlakke polderland. Het idee alleen al, dat je op 5 meter onder de zeespiegel kunt wonen!
Siebe wees Ana nog op de Calatrava-bruggen en wees op de Hoofdvaart, waar zijn vader in een grijs verleden had leren schaatsen.
Vanaf station de Vink wandelden we naar ons huis, waar gedurende de feestweek in Leiden sprake zal zijn van drie vrouwen en twee heren.
zondag 25 september 2011
Kunstroute
De benen waren gisteren volledig verzuurd na de halve marathon van Katwijk. Mijn humeur was dat ook eventjes, toen ik thuis de brief van de oplichtersbende van Pretium Telecom openmaakte.
Maar je moet je niet te veel af laten leiden door zaken, die alleen maar negatieve energie opleveren.
's Avonds had ik een uiterst positief telefoontje: Siebe komt dinsdag samen met Ana!
Dan kan deze Spaanse schone meemaken, hoe in Leiden gevierd wordt, dat op 3 oktober 1574 de Sleutelstad bevrijd werd van de belegering door de Spanjaarden.
Die Wiedergutmachung heeft eventjes op zich laten wachten, maar Ana is van harte welkom.
Vandaag was het prachtig weer en nog wat warmer dan gisteren. Het was dan ook prachtig weer om een stuk te gaan skeeleren, maar mijn benen waren gewoon aan een rustdag toe. En dat kwam mooi uit, want er was zeer veel te doen in de Leidse binnenstad.
Na een bezoek aan de Leidse Studentenekklesia gingen Ada en ik een stukje van de Kunstroute doen. We begonnen bij de Hooglandse Kerkgracht. Hier exposeerde Jaap van Ek.
Daarna staken we over naar het Mierennesthofje, waar Annette van Houwelingen haar atelier heeft. Ik schaats en skeeler regelmatig met haar. Behalve beeldhouwwerk heeft ze veel kattentekeningen en een serie schilderijen over "balans". Voor een schaatser van wezenlijk belang!
Rustig kuierend kwamen we terecht bij de voormalige Gereformeerde ULO, met in de hal vermanende teksten voor ellendige zondaars. De ULO was inmiddels een atelier voor kunstenaars. Een van hen was Elbert Ploos van Amstel, die onder het pseudoniem Mikeleko kunstzinnige en grappige prentenboeken vervaardigd.
We begaven ons naar de Hooglandse kerk, waar een drietal koren optrad. We luisterden naar de eerste set van het Eurokoor. Helaas verwaaiden een paar nummers in de galm van deze Gothische kerk. Alleen "Bohemian Rhapsody" kwam hier volledig tot zijn recht.
We hadden met een dochter afgesproken om een ijsje te gaan eten. De keuze viel op een ijssalon aan de Breestraat, waar de dames een klein ijsje extra kregen. Pure discriminatie. Aan de gezellig drukke Nieuwe Rijn aten we de ijsjes op, terwijl de sloepen af en aan voeren.
Om een uur of 4 gingen we naar huis, waar ik te laat was, om Mark Cavendish wereldkampioen te zien worden.
Aan het eind van de middag ging ik nog even langs bij Haagweg 4, waar Mary Geradts exposeerde, met vooral grote zinken bloemen. Ook met Mary schaats en skeeler ik regelmatig.
Op weg naar huis zag ik bij het park in de Stevenshof een scooter rijden met daarop 2 jongens en 2 meisjes van een jaar of 16: ook een kunst!
Behalve wat fietsen en wandelen hadden mijn benen vandaag een rustdag gekregen. Dat gold gelukkig niet voor mijn ogen. Die heb ik flink de kost gegeven vandaag.
Maar je moet je niet te veel af laten leiden door zaken, die alleen maar negatieve energie opleveren.
's Avonds had ik een uiterst positief telefoontje: Siebe komt dinsdag samen met Ana!
Dan kan deze Spaanse schone meemaken, hoe in Leiden gevierd wordt, dat op 3 oktober 1574 de Sleutelstad bevrijd werd van de belegering door de Spanjaarden.
Die Wiedergutmachung heeft eventjes op zich laten wachten, maar Ana is van harte welkom.
Vandaag was het prachtig weer en nog wat warmer dan gisteren. Het was dan ook prachtig weer om een stuk te gaan skeeleren, maar mijn benen waren gewoon aan een rustdag toe. En dat kwam mooi uit, want er was zeer veel te doen in de Leidse binnenstad.
Na een bezoek aan de Leidse Studentenekklesia gingen Ada en ik een stukje van de Kunstroute doen. We begonnen bij de Hooglandse Kerkgracht. Hier exposeerde Jaap van Ek.
Daarna staken we over naar het Mierennesthofje, waar Annette van Houwelingen haar atelier heeft. Ik schaats en skeeler regelmatig met haar. Behalve beeldhouwwerk heeft ze veel kattentekeningen en een serie schilderijen over "balans". Voor een schaatser van wezenlijk belang!
Rustig kuierend kwamen we terecht bij de voormalige Gereformeerde ULO, met in de hal vermanende teksten voor ellendige zondaars. De ULO was inmiddels een atelier voor kunstenaars. Een van hen was Elbert Ploos van Amstel, die onder het pseudoniem Mikeleko kunstzinnige en grappige prentenboeken vervaardigd.
We begaven ons naar de Hooglandse kerk, waar een drietal koren optrad. We luisterden naar de eerste set van het Eurokoor. Helaas verwaaiden een paar nummers in de galm van deze Gothische kerk. Alleen "Bohemian Rhapsody" kwam hier volledig tot zijn recht.
We hadden met een dochter afgesproken om een ijsje te gaan eten. De keuze viel op een ijssalon aan de Breestraat, waar de dames een klein ijsje extra kregen. Pure discriminatie. Aan de gezellig drukke Nieuwe Rijn aten we de ijsjes op, terwijl de sloepen af en aan voeren.
Om een uur of 4 gingen we naar huis, waar ik te laat was, om Mark Cavendish wereldkampioen te zien worden.
Aan het eind van de middag ging ik nog even langs bij Haagweg 4, waar Mary Geradts exposeerde, met vooral grote zinken bloemen. Ook met Mary schaats en skeeler ik regelmatig.
Op weg naar huis zag ik bij het park in de Stevenshof een scooter rijden met daarop 2 jongens en 2 meisjes van een jaar of 16: ook een kunst!
Behalve wat fietsen en wandelen hadden mijn benen vandaag een rustdag gekregen. Dat gold gelukkig niet voor mijn ogen. Die heb ik flink de kost gegeven vandaag.
zaterdag 24 september 2011
Natte poten of de halve marathon van Katwijk
Om kwart voor 11 had ik met Jaap de Gorter en Hans Boers afgesproken bij station de Vink. Met zijn drietjes fietsten we op ons gemak naar de boulevard van Katwijk.
Het was prachtig weer. Het zonnetje scheen, er stond nauwelijks wind. Het beloofde dus een heerlijke halve marathon te worden. Jaap moest zich nog even inschrijven voor de 10 km, terwijl Hans en ik op ons gemak op een laag bankje op het terras van "Zomers" onze trainingskleding uitdeden en het startnummer op de juiste manier bevestigden. Ik kletste nog even met Rob van Bladel, in het begin van deze eeuw twee zomers lang een trainingsmaat bij de droogtrainingen van de IJVL. Om kwart voor 12 begaven we Hans, Jaap en ik ons als IJVL-trio, met uiteraard allemaal andere kleding, naar de boulevard, waar we op de brede stoep voor de voorheen witte kerk een paar minuten inliepen.
De kerkklok sloeg 12 uur, maar het duurde toch nog even, voor we van start mochten. We stonden in het midden van het startvak, zodat het nog bijna een minuut duurde, voor we daadwerkelijk over de startstreep waren. Net als bij de Dam tot Damloop liepen we keurig aan de linkerkant, waar in het begin nog niet zo veel ruimte was om in te halen. Af en toe kon je een paar plaatsen opschuiven.
Pas toen we in de richtig van de velden van Quick Boys liepen, konden we het tempo wat verhogen, waarna we in de duinen wat moesten temporiseren tot het punt, waar de lopers van de 5 km rechtsaf sloegen. Nu kwam er wat meer ruimte om in je eigen tempo te gaan lopen. Op zich een prima punt, trouwens. Nu konden we de spieren een paar kilometer warm laten draaien.
Met Hans en Jaap in mijn kielzog liepen we door het prachtige duingebied langs de plassen, waaruit in de nabije toekomst ons drinkwater gefilterd wordt, naar het Panbos. Hier verlieten wij Jaap en Jaap ons, daar de splitsing van de 10 km en halve marathon hier neergezet was.
Hans en ik liepen over de op en neergaande bospaden. De ondergrond was zacht, maar vrij zwaar. Ik liep erg makkelijk. Dusdanig, dat ik bij de eerste drinkpost op ruim 6 km een seconde of 15 op Hans moest wachten. Maar Hans had dan ook gevolleybald donderdagavond. Het was erg gezellig geweest, maar of het past in de aanloop naar de marathon toe? Eerlijk gezegd: ik zou het niet doen!
Er kwam nu een vrij vlak stuk duingebied met slechts lichte stijgingen en afdalingen. Hans begon op stoom te komen en bij de drinkpost net voorbij het 10 kilometerpunt had hij mij op een meter of 50 achterstand gezet.
Na nog een km vrij vlak duinterrein kwamen nu de echte klimmen. "Ons terrein", zei ik tegen Hans. Met het klimmen haalden we een aantal lopers in, met het afdalen met de armen slap langs het lichaam hangend, nog veel meer. Op sommige afdalingen kun je mensen, die gelijk met je op liepen, op 50 meter achterstand zetten.
Deze truc, die Hans in zijn diensttijd van een kapitein geleerd had, werkt uitstekend. Maar vandaag vooral bij mij, want ik zette Hans op het stuk over het schelpenpad met veel korte klimmetjes en dito afdalingen op 100 meter achterstand.
Vlak voor de drinkpost bij Wassenaarse slag haalde ik André van der Zwan in, duidelijk herkenbaar aan zijn shirt, waarmee hij zijn 100e marathon heeft volbracht. Met 9 marathons op mijn naam ben ik nog maar een kleine jongen!
Op het parkeerterrein temporiseerde ik, zodat Hans me weer bij kon halen. Nico Looyesteyn, met wie ik menig rondje in de Leidse IJshal heb geschaatst, voorzag me van 2 bekers sportdrank.
We liepen naar Wassenaarse slag met een Rotterdamse atleet, die zei: "Nu weet ik weer, waarom deze halve marathon zo zwaar is!"
Het is een kwestie van regelmatig trainen in de duinen. Het is zwaarder, maar je krijgt er wel meer kracht van. Maar het was vandaag ook behoorlijk zwaar. Ondanks de sluierbewolking was het behoorlijk warm. Zeker in de duinen, waar in de duinpannen geen zuchtje wind was.
Op het strand was een verkoelend briesje vanuit zee. En hoewel we gewaarschuwd waren, dat het hoog water was, valt het dan toch een beetje tegen, als je de laatste 6 km over een smal strookje langs de branding moet lopen, wil je niet het hele stuk mul zand krijgen.
Op het strand was het inhalen en ingehaald worden. Sommigen waren te hard van start gegaan en kwamen zichzelf hier tegen, terwijl anderen ons lichtvoetig inhaalden.
Na een kilometer op het strand kwam er een hoge golf aan, die ik verkeerd inschatte. Met nog 5 km voor de boeg liep ik met 2 natte poten richting Katwijk.
Maar elk nadeel heb zijn voordeel. Ik hoefde me niet druk meer te maken over natte voeten. Waar anderen bij naderende golven snel een stukje landinwaarts liepen, kon ik gewoon rechtdoor kachelen. Of je nou 1 golf over je schoenen heen krijgt of 20: natter dan nat kun je toch niet worden.
Tot de drinkpost op ruim 18 km liepen Hans en ik gelijk op met elkaar, waarna ik langzaam maar zeker van hem weg liep. Aan de vorm van Hans kan het niet liggen, die is gewoon goed. Maar dat volleyballen met veel sprongen deed hem vandaag de das om.
We liepen door tot voorbij de gestripte witte kerk en keerden bij een surfzeil om vanaf hier naar de boulevard toe te lopen.
Het laatste stuk langs de branding was het trouwens best even oppassen: door het mooie nazomerweer waren op een paar plekken zandkastelen gebouwd met slotgrachten. Als je even niet op zou letten, zou je hier zo je enkel kunnen verzwikken.
Teun de Reede was weer een keer ingeschakeld als speaker. Een kolfje naar zijn hand. Met een brutotijd van 1.55.12 en een nettotijd van 1.54.17 was ik dik tevreden.
Het was weliswaar 6 minuten langzamer dan vorig jaar, maar de omstandigheden waren toch wel wat zwaarder. Vorig jaar werd ik in die snellere tijd 188e, nu 159e, hetgeen betekent, dat er over de volle breedte minder hard gelopen is. Met mijn tijd van vorig jaar was ik nu 95e geworden!
Hans Boers kwam met 1.56.21 als 181e over de eindstreep. Daarmee waren we beiden sneller dan Edwin van der Sar, misschien wel de beste keeper, die Nederland ooit heeft voortgebracht. Deze tweevoudige winnaar van de Champions League finishte als 212e in 1.59.56.
Na de finish kwamen we Dick van Beelen tegen, die in 1.35.40 de beste 55+ loper was geworden. Op natuurijs schaats ik regelmatig met Dick en ik weet: alleen een bananenschil kan hem van de overwinning af houden!
Behalve een mooie medaille kregen we een halve mueslibrood en konden we, Kawijkser kun je het niet krijgen, gratis een haring happen bij een viskar. Jaap, die op een terras een uur op ons had gewacht na zijn 54.34 op de 10 km, fietste richting Leiden, terwijl wij neerzegen op het terras van "Het Strand". De appeltaart ging er wel in, net als de koude chocomel en karnemelk.
We werden snel bediend, maar met betalen ging het toch wat trager. Tot 4 keer toe kregen we te horen: "Mijn collega komt zo bij u!"
Hier gaat iets toch niet helemaal goed in de organisatie!
Wat ook niet helemaal goed ging was het lopen, nadat we een tijdje stil gezeten hadden. Als een kreupele schuifelde ik over het terras. Zo strompelde ik naar "Zomers", waar de bewaakte tassengarderobe was. Leen Pfrommer, oud-coach van Ard Schenk, Kees Verkerk en zeer veel andere schaatstoppers, huldigde altijd het motto: "Je moet zo hard getraind hebben, dat je 's avonds niet meer overeind kan komen uit je stoel vandaan."
Welnu, vandaag voldeed ik hier volledig aan!
Met een lichter verzet dan normaal fietste ik met Hans naar de Stevenshof toe. Bij het voormalige vliegveld Valkenburg kreeg Hans een krampscheut in zijn bovenbeen. Het was duidelijk: we hadden nergens wat laten liggen!
Het was prachtig weer. Het zonnetje scheen, er stond nauwelijks wind. Het beloofde dus een heerlijke halve marathon te worden. Jaap moest zich nog even inschrijven voor de 10 km, terwijl Hans en ik op ons gemak op een laag bankje op het terras van "Zomers" onze trainingskleding uitdeden en het startnummer op de juiste manier bevestigden. Ik kletste nog even met Rob van Bladel, in het begin van deze eeuw twee zomers lang een trainingsmaat bij de droogtrainingen van de IJVL. Om kwart voor 12 begaven we Hans, Jaap en ik ons als IJVL-trio, met uiteraard allemaal andere kleding, naar de boulevard, waar we op de brede stoep voor de voorheen witte kerk een paar minuten inliepen.
De kerkklok sloeg 12 uur, maar het duurde toch nog even, voor we van start mochten. We stonden in het midden van het startvak, zodat het nog bijna een minuut duurde, voor we daadwerkelijk over de startstreep waren. Net als bij de Dam tot Damloop liepen we keurig aan de linkerkant, waar in het begin nog niet zo veel ruimte was om in te halen. Af en toe kon je een paar plaatsen opschuiven.
Pas toen we in de richtig van de velden van Quick Boys liepen, konden we het tempo wat verhogen, waarna we in de duinen wat moesten temporiseren tot het punt, waar de lopers van de 5 km rechtsaf sloegen. Nu kwam er wat meer ruimte om in je eigen tempo te gaan lopen. Op zich een prima punt, trouwens. Nu konden we de spieren een paar kilometer warm laten draaien.
Met Hans en Jaap in mijn kielzog liepen we door het prachtige duingebied langs de plassen, waaruit in de nabije toekomst ons drinkwater gefilterd wordt, naar het Panbos. Hier verlieten wij Jaap en Jaap ons, daar de splitsing van de 10 km en halve marathon hier neergezet was.
Hans en ik liepen over de op en neergaande bospaden. De ondergrond was zacht, maar vrij zwaar. Ik liep erg makkelijk. Dusdanig, dat ik bij de eerste drinkpost op ruim 6 km een seconde of 15 op Hans moest wachten. Maar Hans had dan ook gevolleybald donderdagavond. Het was erg gezellig geweest, maar of het past in de aanloop naar de marathon toe? Eerlijk gezegd: ik zou het niet doen!
Er kwam nu een vrij vlak stuk duingebied met slechts lichte stijgingen en afdalingen. Hans begon op stoom te komen en bij de drinkpost net voorbij het 10 kilometerpunt had hij mij op een meter of 50 achterstand gezet.
Na nog een km vrij vlak duinterrein kwamen nu de echte klimmen. "Ons terrein", zei ik tegen Hans. Met het klimmen haalden we een aantal lopers in, met het afdalen met de armen slap langs het lichaam hangend, nog veel meer. Op sommige afdalingen kun je mensen, die gelijk met je op liepen, op 50 meter achterstand zetten.
Deze truc, die Hans in zijn diensttijd van een kapitein geleerd had, werkt uitstekend. Maar vandaag vooral bij mij, want ik zette Hans op het stuk over het schelpenpad met veel korte klimmetjes en dito afdalingen op 100 meter achterstand.
Vlak voor de drinkpost bij Wassenaarse slag haalde ik André van der Zwan in, duidelijk herkenbaar aan zijn shirt, waarmee hij zijn 100e marathon heeft volbracht. Met 9 marathons op mijn naam ben ik nog maar een kleine jongen!
Op het parkeerterrein temporiseerde ik, zodat Hans me weer bij kon halen. Nico Looyesteyn, met wie ik menig rondje in de Leidse IJshal heb geschaatst, voorzag me van 2 bekers sportdrank.
We liepen naar Wassenaarse slag met een Rotterdamse atleet, die zei: "Nu weet ik weer, waarom deze halve marathon zo zwaar is!"
Het is een kwestie van regelmatig trainen in de duinen. Het is zwaarder, maar je krijgt er wel meer kracht van. Maar het was vandaag ook behoorlijk zwaar. Ondanks de sluierbewolking was het behoorlijk warm. Zeker in de duinen, waar in de duinpannen geen zuchtje wind was.
Op het strand was het inhalen en ingehaald worden. Sommigen waren te hard van start gegaan en kwamen zichzelf hier tegen, terwijl anderen ons lichtvoetig inhaalden.
Na een kilometer op het strand kwam er een hoge golf aan, die ik verkeerd inschatte. Met nog 5 km voor de boeg liep ik met 2 natte poten richting Katwijk.
Maar elk nadeel heb zijn voordeel. Ik hoefde me niet druk meer te maken over natte voeten. Waar anderen bij naderende golven snel een stukje landinwaarts liepen, kon ik gewoon rechtdoor kachelen. Of je nou 1 golf over je schoenen heen krijgt of 20: natter dan nat kun je toch niet worden.
Tot de drinkpost op ruim 18 km liepen Hans en ik gelijk op met elkaar, waarna ik langzaam maar zeker van hem weg liep. Aan de vorm van Hans kan het niet liggen, die is gewoon goed. Maar dat volleyballen met veel sprongen deed hem vandaag de das om.
We liepen door tot voorbij de gestripte witte kerk en keerden bij een surfzeil om vanaf hier naar de boulevard toe te lopen.
Het laatste stuk langs de branding was het trouwens best even oppassen: door het mooie nazomerweer waren op een paar plekken zandkastelen gebouwd met slotgrachten. Als je even niet op zou letten, zou je hier zo je enkel kunnen verzwikken.
Teun de Reede was weer een keer ingeschakeld als speaker. Een kolfje naar zijn hand. Met een brutotijd van 1.55.12 en een nettotijd van 1.54.17 was ik dik tevreden.
Het was weliswaar 6 minuten langzamer dan vorig jaar, maar de omstandigheden waren toch wel wat zwaarder. Vorig jaar werd ik in die snellere tijd 188e, nu 159e, hetgeen betekent, dat er over de volle breedte minder hard gelopen is. Met mijn tijd van vorig jaar was ik nu 95e geworden!
Hans Boers kwam met 1.56.21 als 181e over de eindstreep. Daarmee waren we beiden sneller dan Edwin van der Sar, misschien wel de beste keeper, die Nederland ooit heeft voortgebracht. Deze tweevoudige winnaar van de Champions League finishte als 212e in 1.59.56.
Na de finish kwamen we Dick van Beelen tegen, die in 1.35.40 de beste 55+ loper was geworden. Op natuurijs schaats ik regelmatig met Dick en ik weet: alleen een bananenschil kan hem van de overwinning af houden!
Behalve een mooie medaille kregen we een halve mueslibrood en konden we, Kawijkser kun je het niet krijgen, gratis een haring happen bij een viskar. Jaap, die op een terras een uur op ons had gewacht na zijn 54.34 op de 10 km, fietste richting Leiden, terwijl wij neerzegen op het terras van "Het Strand". De appeltaart ging er wel in, net als de koude chocomel en karnemelk.
We werden snel bediend, maar met betalen ging het toch wat trager. Tot 4 keer toe kregen we te horen: "Mijn collega komt zo bij u!"
Hier gaat iets toch niet helemaal goed in de organisatie!
Wat ook niet helemaal goed ging was het lopen, nadat we een tijdje stil gezeten hadden. Als een kreupele schuifelde ik over het terras. Zo strompelde ik naar "Zomers", waar de bewaakte tassengarderobe was. Leen Pfrommer, oud-coach van Ard Schenk, Kees Verkerk en zeer veel andere schaatstoppers, huldigde altijd het motto: "Je moet zo hard getraind hebben, dat je 's avonds niet meer overeind kan komen uit je stoel vandaan."
Welnu, vandaag voldeed ik hier volledig aan!
Met een lichter verzet dan normaal fietste ik met Hans naar de Stevenshof toe. Bij het voormalige vliegveld Valkenburg kreeg Hans een krampscheut in zijn bovenbeen. Het was duidelijk: we hadden nergens wat laten liggen!
vrijdag 23 september 2011
De prille glinstering van een schitterend schaatsseizoen
Het was prachtig nazomerweer, toen ik vanaf mijn werk naar de Leidse IJshal fietste. Ik had afgesproken om te komen spuiten en bij mij is afspraak gewoon afspraak, ook al was het prachtig weer om een stukje te gaan skeeleren.
In de IJshal was het een graad of 15 kouder dan erbuiten. Piet Harskamp was samen met Piet van Goozen net klaar met het leggen van een nieuw, dun laagje water op het ijs en hij vertrok naar huis. Ik nam, net als vorig jaar en het jaar ervoor, na het uitharden van het ijs, de brandslang van hem over.
Met een zestal brandslangen verdeeld over de ronde van 200 meter legden we met een sluier van water een dun laagje vocht op het ijs. Hier waren we drie kwartier mee bezig. Het was half 5 geweest, dus een prima tijd om in het zonnetje naar huis te fietsen.
Ik draaide de kranen van de 3 brandhaspels, die ik gebruikt had, dicht, Piet van Goozen deed het met zijn drietal en we namen afscheid van ijsmeester Jan van Rijn.
Het ijs glinsterde je al tegemoet. De prille glinstering van een schitterend schaatsseizoen.
In de IJshal was het een graad of 15 kouder dan erbuiten. Piet Harskamp was samen met Piet van Goozen net klaar met het leggen van een nieuw, dun laagje water op het ijs en hij vertrok naar huis. Ik nam, net als vorig jaar en het jaar ervoor, na het uitharden van het ijs, de brandslang van hem over.
Met een zestal brandslangen verdeeld over de ronde van 200 meter legden we met een sluier van water een dun laagje vocht op het ijs. Hier waren we drie kwartier mee bezig. Het was half 5 geweest, dus een prima tijd om in het zonnetje naar huis te fietsen.
Ik draaide de kranen van de 3 brandhaspels, die ik gebruikt had, dicht, Piet van Goozen deed het met zijn drietal en we namen afscheid van ijsmeester Jan van Rijn.
Het ijs glinsterde je al tegemoet. De prille glinstering van een schitterend schaatsseizoen.
woensdag 21 september 2011
Derde dinsdag in september
De derde dinsdag in september staat bol van allerhande tradities: Prinsjesdag, de rijtoer met de Gouden koets, de miljoenennota met traditiegetrouw veel bezuinigingen etc. Bij de IJVL hebben we ook een traditie op deze dag: de laatste droogtraining van het seizoen.
Terwijl het de hele dag bewolkt, maar droog was geweest, begon het te regenen op het moment, dat ik naar "De Bult" fietste. Het trainen op de schaatsplank leek de mist in te gaan. Provisorisch werden de planken in de kleedkamer neergelegd.
Hans Boers wilde graag een langere afstand lopen met het oog op de marathon van Amsterdam. Hij ligt goed op schema en wilde dit graag zo houden. Ik besloot met hem mee te lopen.
In de troonrede waarschuwde koningin Beatrix voor pijnlijke maatregelen. Welnu, dat klopte sneller, dan ze dacht. Het traplopen ging na de Dam tot Damloop nog niet bepaald van harte, dus bij het lopen voelde ik mijn bovenbenen in het begin behoorlijk.
In een marathontempo liepen we in de regen naar Cronesteyn. Hier liepen we langs de rand van dit mooie park.
Het werd gelukkig droog, terwijl wij naar Zoeterwoude liepen. Via het Molenpad gingen wij naar het industrieterrein van Zoeterwoude-Rijndijk. Het begon donker te worden, toen wij terug waren bij "de Bult" na 11 km marathontempo.
En nu komt het vreemde: waar ik in het begin last had van mijn bovenbenen, had ik de afvalzuren er kennelijk uitgelopen. Een hersteltraining is zo gek nog niet!
De schaatsplanken waren inmiddels opgeborgen in de container, dus we konden ons meteen gaan douchen.
De droogtraining en daarmee het zomerseizoen 2011 werd op een zeer gezellige wijze afgesloten op dezelfde locatie als vorig jaar. We hechten aan traditie op de derde dinsdag in september.
dinsdag 20 september 2011
Grasstop
Bij het skeeleren is de grasstop een beproefd middel om plotseling te kunnen remmen. Vaak val je dan ook, maar dan val je vrij zacht. Zelf heb ik de grasstop nog maar 2 keer toe moeten passen.
Vanochtend fietste ik naar mijn werk, toen een jongen uit de hoogste klas van de basisschool plotseling van rechts naar links zwiepte over het fietspad. Ik ben er op bedacht, dat je bij de scholen in de Stevenshof alert moet rijden. Dat deed ik dus. Een paar honderd meter rij je wat langzamer en in dit geval ging ik aan de uiterste linkerkant van het fietspad rijden.
De jongen kwam echter ook helemaal naar links en kruiste mijn voorwiel op een meter afstand. Ik ging vol in de remmen. De jongen kwam plat in het gras tot stilstand.
Zijn spijkerbroek was achter zijn rem blijven hangen en hing aan flarden over zijn linkerdijbeen. Het stuur stond scheef en de wielen liepen aan, doordat er gras en modder tussen de remhandels was gekomen.
De schrik was groot, maar het was erger geweest, als hij op het fietspad terecht was gekomen. Nu viel de schade mee dankzij de grasstop.
maandag 19 september 2011
Adelskalenderen
In de jaren '60 kwam ik voor het eerst van mijn leven in aanraking met de Adelskalenderen. Het was de tijd van Ard en Keessie en ieder jaar werd in de krant na de laatste wedstrijd van het seizoen, de recordwedstrijden in Inzell, een opgeschoonde lijst gepubliceerd met een lijst van de vier beste persoonlijke records op de grote vierkamp aller tijden.
Als kind leek het me wel wat: op de Adelskalenderen staan. Maar helaas, ik was geen natuurtalent. Af en toe deed ik eens aan een clubwedstrijd van de IJVL mee, waar mijn plek steevast in de onderste regionen was. Ik zat er niet mee. Ik had er veel plezier in en deed mijn best om het publiek op een andere wijze dan met technische hoogstandjes te vermaken.
Ik was dan ook hogelijk verbaasd, dat ik zaterdag bij het stukje over Streakers de volgende tekst las als reactie: PS Weet je dat je in de Nederlandse Adelskalenderen bent opgenomen. Google op "schaatsfeitjes".
Uiteraard deed ik dat en zo kwam ik uit bij De Adelskalender: Mannen Nederland.
Uiteraard ken ik mijn plaats, dus ik begon helemaal onderaan. En zowaar: ik stond niet eens op de laatste plaats! Maar dat zegt natuurlijk niet alles. Onder mij staan schaatsers, die eind 19e en begin 20e eeuw hun toptijden realiseerden. Op natuurijs!
Daar staat tegenover, dat mijn tijden gereden zijn, toen ik de 40 al ruimschoots was gepasseerd.
Maar al ben ik een diesel zonder sprintvermogen, ik sta in ieder geval in de Adelskalenderen!
Op nummer 2082 om precies te zijn. En ik sta dus niet eens zo ver af van nummer 2061: Sjouke Westra. Ik zie veel mensen denken: Sjouke wie?
Iedereen, die zich een beetje verdiept heeft in de geschiedenis van de Elfstedentocht: Sjouke Westra was in 1940 één van de vijf winnaars van de Tocht der Tochten, het befaamde Pact van Dokkum nadat hij in 1929 al derde was geworden tijdens de Elfstedentocht. Voor de goede orde: de Elfstedentochten van 1929 en 1940 behoorden tot de allerzwaarste edities: in 1929 haalde de helft van de toerrijders Leeuwarden, in 1940 slechts 1%. Alleen de editie van 1963 was zwaarder!Ik ga mezelf uiteraard niet met deze klasbak vergelijken, maar ik voel me wel vereerd, dat ik überhaupt in de buurt mag staan van Sjouke Westra op de Adelskalenderen.
Als kind leek het me wel wat: op de Adelskalenderen staan. Maar helaas, ik was geen natuurtalent. Af en toe deed ik eens aan een clubwedstrijd van de IJVL mee, waar mijn plek steevast in de onderste regionen was. Ik zat er niet mee. Ik had er veel plezier in en deed mijn best om het publiek op een andere wijze dan met technische hoogstandjes te vermaken.
Ik was dan ook hogelijk verbaasd, dat ik zaterdag bij het stukje over Streakers de volgende tekst las als reactie: PS Weet je dat je in de Nederlandse Adelskalenderen bent opgenomen. Google op "schaatsfeitjes".
Uiteraard deed ik dat en zo kwam ik uit bij De Adelskalender: Mannen Nederland.
Uiteraard ken ik mijn plaats, dus ik begon helemaal onderaan. En zowaar: ik stond niet eens op de laatste plaats! Maar dat zegt natuurlijk niet alles. Onder mij staan schaatsers, die eind 19e en begin 20e eeuw hun toptijden realiseerden. Op natuurijs!
Daar staat tegenover, dat mijn tijden gereden zijn, toen ik de 40 al ruimschoots was gepasseerd.
Maar al ben ik een diesel zonder sprintvermogen, ik sta in ieder geval in de Adelskalenderen!
Op nummer 2082 om precies te zijn. En ik sta dus niet eens zo ver af van nummer 2061: Sjouke Westra. Ik zie veel mensen denken: Sjouke wie?
Iedereen, die zich een beetje verdiept heeft in de geschiedenis van de Elfstedentocht: Sjouke Westra was in 1940 één van de vijf winnaars van de Tocht der Tochten, het befaamde Pact van Dokkum nadat hij in 1929 al derde was geworden tijdens de Elfstedentocht. Voor de goede orde: de Elfstedentochten van 1929 en 1940 behoorden tot de allerzwaarste edities: in 1929 haalde de helft van de toerrijders Leeuwarden, in 1940 slechts 1%. Alleen de editie van 1963 was zwaarder!Ik ga mezelf uiteraard niet met deze klasbak vergelijken, maar ik voel me wel vereerd, dat ik überhaupt in de buurt mag staan van Sjouke Westra op de Adelskalenderen.
De wolf
Het zal niemand ontgaan zijn. Na ruim een eeuw is de wolf weer in Nederland gesignaleerd.
Er zijn diverse meldingen, dat dit roofdier gesignaleerd is op de Veluwe. Het gaan weer spannende tijden worden. Een rustige wandeling door dit grote natuurgebied kan veranderen in hardlopen, een rustige fietstocht wordt een wielerwedstrijd op leven en dood.
Maar voor de echte kenners komt de komst van dewolff niet plotseling uit de lucht vallen.
Er zijn diverse meldingen, dat dit roofdier gesignaleerd is op de Veluwe. Het gaan weer spannende tijden worden. Een rustige wandeling door dit grote natuurgebied kan veranderen in hardlopen, een rustige fietstocht wordt een wielerwedstrijd op leven en dood.
Maar voor de echte kenners komt de komst van dewolff niet plotseling uit de lucht vallen.
Ironie der historie
Twee weken geleden reed ik bij Ride for the Roses met een speciaal ontworpen wielershirt. Toerclub "De Wokken" had ruim 10 lokale sponsors benaderd, die in ruil voor een bijdrage vereeuwigd werden op het mooie rooie shirt.
Buiten de firma B. Breed & Zn uit Nieuw-Vennep, waar ik uiteraard graag reclame voor maak, was er een zeer aparte sponsor bij. In de jaren '70 zou niemand hebben kunnen voorspellen, dat ik ooit in mijn leven reclame zou maken voor dit bedrijf.
Maar ik reed toch echt rond met kapper Perdaan uit Nieuw-Vennep op mijn buik.
Over ironie der historie gesproken....
Buiten de firma B. Breed & Zn uit Nieuw-Vennep, waar ik uiteraard graag reclame voor maak, was er een zeer aparte sponsor bij. In de jaren '70 zou niemand hebben kunnen voorspellen, dat ik ooit in mijn leven reclame zou maken voor dit bedrijf.
Maar ik reed toch echt rond met kapper Perdaan uit Nieuw-Vennep op mijn buik.
Over ironie der historie gesproken....
zondag 18 september 2011
Dam tot Damloop
Waar twee weken geleden buienradar zaterdagavond veel regen voorspelde voor de zondag, viel het bij Ride for the Roses gelukkig reuze mee.
Gisterenavond was er zelfde scenario, alleen dit keer bleef buienradar standvastig in het voorspellen van regen. Hetgeen klopte. Om half 7 werd ik gewekt door de donderslagen van een overtrekkende onweersbui.
Drie uur later kwam Hans Boers me ophalen. We reden naar de Leidse IJshal, waar Hans zijn auto parkeerde, terwijl "Light my fire" van The Doors uit de boxen schalde.
Met de trein reisden we naar Amsterdam Centraal, waar we naar de Prins Hendrikkade wandelden. Hier gaven we onze rugzakken af, die met een vrachtauto naar Zaandam vervoerd zouden worden. We wandelden verder naar startvak 4, waar we om half 12 weggeschoten zouden worden.
In het startvak kregen we de eerste bui gratis en voor niets over ons uitgestort. We liepen met onze Brooks sportschoenen aan in een gloednieuw shirt van Nike. Alleen de sponsor had niet zo veel aan ons, want door de regen hadden we een dun hardloopjack aangehouden als extra laagje.
Vlak voor we van start gingen, hoorden we, dat de toppers halverwege ongeveer een minuut onder het wereldrocord liepen. Het was dus goed loopweer.
Na 500 meter doken we de IJtunnel in. Op het hoogteprofiel ziet het er zeer indrukwekkend uit, maar in werkelijkheid valt het erg mee, hoewel je een paar procent stijgen na ruim 500 meter wel degelijk gaat voelen.
In de IJtunnel vond ik trouwens een muntje van 20 eurocent. Voor het eerst van mijn leven had ik startgeld te pakken! En inderdaad, je moet klein beginnen....
In de regen draaiden we Amsterdam-Noord binnen. Er stond beduidend minder publiek dan andere jaren. Desondanks waren er diverse plekken, waar het gezellig druk was. En ook nu waren er mensen, die hun hele geluidsinstallatie op straat gezet hadden.
Het volgende lied had een grappig effect, toen we over een dijk liepen, met huizen aan beide zijden van de dijk op zo'n 8 meter van elkaar af.
De linkerkant van de we was voor de snelle lopers gereserveerd. Alsof we volbloed Britten waren liepen we aan de uiterste linkerkant. Maar ja, we liepen dan ook de 10 Engelse mijl!
We haalden behoorlijk wat mensen in, terwijl we zelf ook af en toe werden ingehaald. De eerste 5 km ging in een minuut of 23, dus daar waren we wel tevreden mee.
Halverwege het parcours, na het verlaten van het gezellige Amsterdam-Noord, kreeg Hans het op zijn heupen en liep langzaam maar zeker bij me weg. Gelukkig voor mij ging zijn veter los, want een gat van 50 meter naar Hans toe loop ik niet meer dicht. Op het kale stuk langs de snelweg kregen we een tweede bui op ons hoofd, terwijl de de 10 km in ruim 45 minuten voltooiden.
Even was het droog, maar vlak voor Zaandam begon het opnieuw te regenen.
Op de Zuiddijk, waar je normaal gesproken als atleet met een gezellige drukte wordt ingehaald, was het nu behoorlijk stil. Het was dan ook opgehouden met zachtjes regenen en wij kregen na 14 km lopen een complete wolkbreuk te verduren. Het was dan ook verbazingwekkend, dat er überhaupt nog mensen stonden aan te moedigen.
Op de dijk kwam Hans de Cubaanse Teresa Sotomayor tegen, een vriendin van Morena. Dit duo begon aan een heuse eindsprint over 2 km. Ja, en daar heb ik niet van terug.
Ik liep in mijn eigen gelijkmatige tempo naar de finish in de Peperstraat, waar ik met 1.42.30 over de eindstreep kwam.
Hans was toen al een kleine minuut binnen. In deze vorm loopt hij de marathon van Amsterdam met gemak uit.
We waren na 25 minuten weggeschoten, dus de netto tijden waren 1.16.49 voor Hans en 1.17.25 over de 16,1 km voor deze diesel. Het was van ons beiden de snelste Dam tot Damloop! We waren hiermee dik tevreden.
In de stromende regen haalden we onze rugzakken op en in de brandweerkazerne trokken we droge kleren aan. Hier hoorden we, dat de Keniaan Leonard Patrick Komon met 44.27 net boven het wereldrecord was blijven steken. Wij trouwens ook, alleen dan wel wat royaler. Wij hebben geen last van een kruideniersmentaliteit!
Met de pendelbus reisden we terug naar Amsterdam Centraal, terwijl we het af en toe hoorde rommelen in de donkere wolkenlucht.
In Mokum hadden we de intercity naar Leiden, waar we in de auto hoorden, dat PSV-Ajax in 2-2 was geëindigd. Met 7 ploegen binnen 5 punten van elkaar belooft het weer een spannende competitie te worden.
Thuis gekomen van de 10 Engelse mijl nam ik na alle showers nog een shower.
Gisterenavond was er zelfde scenario, alleen dit keer bleef buienradar standvastig in het voorspellen van regen. Hetgeen klopte. Om half 7 werd ik gewekt door de donderslagen van een overtrekkende onweersbui.
Drie uur later kwam Hans Boers me ophalen. We reden naar de Leidse IJshal, waar Hans zijn auto parkeerde, terwijl "Light my fire" van The Doors uit de boxen schalde.
Met de trein reisden we naar Amsterdam Centraal, waar we naar de Prins Hendrikkade wandelden. Hier gaven we onze rugzakken af, die met een vrachtauto naar Zaandam vervoerd zouden worden. We wandelden verder naar startvak 4, waar we om half 12 weggeschoten zouden worden.
In het startvak kregen we de eerste bui gratis en voor niets over ons uitgestort. We liepen met onze Brooks sportschoenen aan in een gloednieuw shirt van Nike. Alleen de sponsor had niet zo veel aan ons, want door de regen hadden we een dun hardloopjack aangehouden als extra laagje.
Vlak voor we van start gingen, hoorden we, dat de toppers halverwege ongeveer een minuut onder het wereldrocord liepen. Het was dus goed loopweer.
Na 500 meter doken we de IJtunnel in. Op het hoogteprofiel ziet het er zeer indrukwekkend uit, maar in werkelijkheid valt het erg mee, hoewel je een paar procent stijgen na ruim 500 meter wel degelijk gaat voelen.
In de IJtunnel vond ik trouwens een muntje van 20 eurocent. Voor het eerst van mijn leven had ik startgeld te pakken! En inderdaad, je moet klein beginnen....
In de regen draaiden we Amsterdam-Noord binnen. Er stond beduidend minder publiek dan andere jaren. Desondanks waren er diverse plekken, waar het gezellig druk was. En ook nu waren er mensen, die hun hele geluidsinstallatie op straat gezet hadden.
Het volgende lied had een grappig effect, toen we over een dijk liepen, met huizen aan beide zijden van de dijk op zo'n 8 meter van elkaar af.
De linkerkant van de we was voor de snelle lopers gereserveerd. Alsof we volbloed Britten waren liepen we aan de uiterste linkerkant. Maar ja, we liepen dan ook de 10 Engelse mijl!
We haalden behoorlijk wat mensen in, terwijl we zelf ook af en toe werden ingehaald. De eerste 5 km ging in een minuut of 23, dus daar waren we wel tevreden mee.
Halverwege het parcours, na het verlaten van het gezellige Amsterdam-Noord, kreeg Hans het op zijn heupen en liep langzaam maar zeker bij me weg. Gelukkig voor mij ging zijn veter los, want een gat van 50 meter naar Hans toe loop ik niet meer dicht. Op het kale stuk langs de snelweg kregen we een tweede bui op ons hoofd, terwijl de de 10 km in ruim 45 minuten voltooiden.
Even was het droog, maar vlak voor Zaandam begon het opnieuw te regenen.
Op de Zuiddijk, waar je normaal gesproken als atleet met een gezellige drukte wordt ingehaald, was het nu behoorlijk stil. Het was dan ook opgehouden met zachtjes regenen en wij kregen na 14 km lopen een complete wolkbreuk te verduren. Het was dan ook verbazingwekkend, dat er überhaupt nog mensen stonden aan te moedigen.
Op de dijk kwam Hans de Cubaanse Teresa Sotomayor tegen, een vriendin van Morena. Dit duo begon aan een heuse eindsprint over 2 km. Ja, en daar heb ik niet van terug.
Ik liep in mijn eigen gelijkmatige tempo naar de finish in de Peperstraat, waar ik met 1.42.30 over de eindstreep kwam.
Hans was toen al een kleine minuut binnen. In deze vorm loopt hij de marathon van Amsterdam met gemak uit.
We waren na 25 minuten weggeschoten, dus de netto tijden waren 1.16.49 voor Hans en 1.17.25 over de 16,1 km voor deze diesel. Het was van ons beiden de snelste Dam tot Damloop! We waren hiermee dik tevreden.
In de stromende regen haalden we onze rugzakken op en in de brandweerkazerne trokken we droge kleren aan. Hier hoorden we, dat de Keniaan Leonard Patrick Komon met 44.27 net boven het wereldrecord was blijven steken. Wij trouwens ook, alleen dan wel wat royaler. Wij hebben geen last van een kruideniersmentaliteit!
Met de pendelbus reisden we terug naar Amsterdam Centraal, terwijl we het af en toe hoorde rommelen in de donkere wolkenlucht.
In Mokum hadden we de intercity naar Leiden, waar we in de auto hoorden, dat PSV-Ajax in 2-2 was geëindigd. Met 7 ploegen binnen 5 punten van elkaar belooft het weer een spannende competitie te worden.
Thuis gekomen van de 10 Engelse mijl nam ik na alle showers nog een shower.
zaterdag 17 september 2011
Streakers
In de jaren '70 was het een fenomeen, dat regelmatig de kop op stak: streakers. Naakte mannen, die sprintend in Adamskostuum een wedstrijd verstoorden. Vrouwen deden nauwelijks aan deze rage mee.
Ray Stevens wijdde er zelfs een liedje aan.
Tegenwoordig is het erg stil op dat front. Het ligt niet alleen aan de natte zomer, dat we er weinig meer van horen. Het was allang op zijn retour. Het nieuwtje was er kennelijk vanaf.
Het laatste wat van het fenomeen streaker is vernomen, blijkens deze foto van Soenar Chamid, is tijdens de Elfstedentocht van 1997.
Hij heeft kennelijk een koutje gevat....
Ray Stevens wijdde er zelfs een liedje aan.
Tegenwoordig is het erg stil op dat front. Het ligt niet alleen aan de natte zomer, dat we er weinig meer van horen. Het was allang op zijn retour. Het nieuwtje was er kennelijk vanaf.
Het laatste wat van het fenomeen streaker is vernomen, blijkens deze foto van Soenar Chamid, is tijdens de Elfstedentocht van 1997.
Hij heeft kennelijk een koutje gevat....
vrijdag 16 september 2011
Sluierbewolking
Het was vandaag een prachtige nazomerdag. Volgens het weerbericht zou er vanmiddag sluierbewolking zijn. Hetgeen inderdaad klopte. Ik werkte tot 2 uur en fietste toen naar huis. Er stond een pittige zuidoosten wind.
Thuis gekomen pakte ik mijn skeelerspullen en om kwart over 3 reed ik over de stoep van onze straat. Ik reed langs de rand van de Stevenshof met een flinke omweg naar de nieuwe rotonde bij "Het Haagsche Schouw". Een paar minuten later reed ik over het fietspad naar Valkenburg, waar ik drie kwartier eerder gefietst had.
Ik nam de weg tussen de kassen door en skeelerde langs het voormalige vliegveld naar het fietspad naar Wassenaar. Hier heb je uitstekend skeelerasfalt. Ondanks de fikse tegenwind kon je hier heerlijk skeeleren. Het beviel me zo goed, dat ik de 4,6 km tussen de rotonde bij Katwijk en die bij Wassenaar nog 2 keer op en neer reed.
Zo had ik 2 keer meewind en 3 keer tegenwind.
Iedereen, die wel eens aan de wintertriatlon heeft meegedaan weet, wat het betekent, als je hier tegenwind hebt. Het was dus een uitmuntende training.
De laatste keer, dat ik de Katwijkse rotonde als keerpunt nam, kwam er uit de sluierbewolking een beetje regen.
Gelukkig zette de bui niet door, want skeeleren op nat asfalt is niet iets, waar je op zit te wachten.
Ik vervolgde het wintertriatlonparcours. Het asfalt varieerde van matig tot goed, alleen het stuk bij camping "Maaldrift" was erg slecht.
Maar er volgde een aangename verrassing, toen ik bij de camping de bocht om ging. Waar voorheen betonnen platen lagen, ligt nu spiegelglad rood asfalt. Fantastisch!
Ik rondde de Stevenshof weer voor driekwart langs de rand, waarna ik om kwart over 5 thuis kwam na ruim 38 km skeeleren.
En ik was keurig op tijd binnen, want toen ik een kwartier later onder de douche stapte, kwam er een heuse bui uit de sluierbewolking.
Thuis gekomen pakte ik mijn skeelerspullen en om kwart over 3 reed ik over de stoep van onze straat. Ik reed langs de rand van de Stevenshof met een flinke omweg naar de nieuwe rotonde bij "Het Haagsche Schouw". Een paar minuten later reed ik over het fietspad naar Valkenburg, waar ik drie kwartier eerder gefietst had.
Ik nam de weg tussen de kassen door en skeelerde langs het voormalige vliegveld naar het fietspad naar Wassenaar. Hier heb je uitstekend skeelerasfalt. Ondanks de fikse tegenwind kon je hier heerlijk skeeleren. Het beviel me zo goed, dat ik de 4,6 km tussen de rotonde bij Katwijk en die bij Wassenaar nog 2 keer op en neer reed.
Zo had ik 2 keer meewind en 3 keer tegenwind.
Iedereen, die wel eens aan de wintertriatlon heeft meegedaan weet, wat het betekent, als je hier tegenwind hebt. Het was dus een uitmuntende training.
De laatste keer, dat ik de Katwijkse rotonde als keerpunt nam, kwam er uit de sluierbewolking een beetje regen.
Gelukkig zette de bui niet door, want skeeleren op nat asfalt is niet iets, waar je op zit te wachten.
Ik vervolgde het wintertriatlonparcours. Het asfalt varieerde van matig tot goed, alleen het stuk bij camping "Maaldrift" was erg slecht.
Maar er volgde een aangename verrassing, toen ik bij de camping de bocht om ging. Waar voorheen betonnen platen lagen, ligt nu spiegelglad rood asfalt. Fantastisch!
Ik rondde de Stevenshof weer voor driekwart langs de rand, waarna ik om kwart over 5 thuis kwam na ruim 38 km skeeleren.
En ik was keurig op tijd binnen, want toen ik een kwartier later onder de douche stapte, kwam er een heuse bui uit de sluierbewolking.
donderdag 15 september 2011
Extrapoleren
Extrapoleren is het uitbreiden van een reeks getallen met punten die buiten die reeks liggen. Hierbij wordt dus een voorspelling of schatting gemaakt. Bij extrapoleren heb je dus te maken met onzekere factoren.
Een paar weken geleden had ik het er met Hans Boers over tijdens het hardlopen. Hij liep zijn eerste 30 km, ik een halve marathon. Want er schuilt bij extrapoleren altijd een addertje onder het gras.
Als je bijvoorbeeld een marathon gaat lopen, kun je je tijd op de halve marathon als uitgangspunt nemen. Je vermenigvuldigt het met 2 en je weet je eindtijd op de marathon. Mijn snelste tijd op de halve marathon is 1.34.59. Vermenigvuldigd met 2 kom ik dan uit op 3.10. Ik zou er blind voor tekenen!
Zelfs de extrapolatie van de 30 km kan tot een droomtijd leiden. Mijn snelste tijd op deze afstand is 2.33.55. Omgerekend zou een tijd van 3.36 op de marathon dus mogelijk moeten zijn. Mijn beste tijd op de 42.195 meter is echter 3.52.06. Daar zit dus een gat van 16 minuten tussen! Meer dan een kwartier verschil over 12 km.
Extrapolatie geeft een duiding aan, maar niet meer dan dat.
Een tweede voorbeeld geeft mijn kilometerteller. In maart moest er een nieuwe batterij in. De teller begon weer op 0 en exact een half jaar later zat ik op 5520 km. Vermenigvuldig je dit met 2, dan kom je uit op 11.040 km. In werkelijkheid kom ik ieder jaar op ongeveer 9200 km uit. Het enorme "verval" in het komende halfjaar is heel simpel te verklaren: de 1058 km van de fietsvakantie in Duitsland zat bij de 5520 km.
Vanochtend heb ik 8 km hard gelopen in het zonnetje. Met een gewicht van 66 kg ging het lopen opmerkelijk makkelijk. Zondag ga ik met Hans Boers de Dam tot Damloop doen: 16 km van Amsterdam naar Zaandam. Het is natuurlijk heel verleidelijk om de looptijd van vanochtend met 2 te vermenigvuldigen, maar de ervaring leert: meten is weten, gissen is missen! Ik ga deze keer niet extrapoleren....
Een paar weken geleden had ik het er met Hans Boers over tijdens het hardlopen. Hij liep zijn eerste 30 km, ik een halve marathon. Want er schuilt bij extrapoleren altijd een addertje onder het gras.
Als je bijvoorbeeld een marathon gaat lopen, kun je je tijd op de halve marathon als uitgangspunt nemen. Je vermenigvuldigt het met 2 en je weet je eindtijd op de marathon. Mijn snelste tijd op de halve marathon is 1.34.59. Vermenigvuldigd met 2 kom ik dan uit op 3.10. Ik zou er blind voor tekenen!
Zelfs de extrapolatie van de 30 km kan tot een droomtijd leiden. Mijn snelste tijd op deze afstand is 2.33.55. Omgerekend zou een tijd van 3.36 op de marathon dus mogelijk moeten zijn. Mijn beste tijd op de 42.195 meter is echter 3.52.06. Daar zit dus een gat van 16 minuten tussen! Meer dan een kwartier verschil over 12 km.
Extrapolatie geeft een duiding aan, maar niet meer dan dat.
Een tweede voorbeeld geeft mijn kilometerteller. In maart moest er een nieuwe batterij in. De teller begon weer op 0 en exact een half jaar later zat ik op 5520 km. Vermenigvuldig je dit met 2, dan kom je uit op 11.040 km. In werkelijkheid kom ik ieder jaar op ongeveer 9200 km uit. Het enorme "verval" in het komende halfjaar is heel simpel te verklaren: de 1058 km van de fietsvakantie in Duitsland zat bij de 5520 km.
Vanochtend heb ik 8 km hard gelopen in het zonnetje. Met een gewicht van 66 kg ging het lopen opmerkelijk makkelijk. Zondag ga ik met Hans Boers de Dam tot Damloop doen: 16 km van Amsterdam naar Zaandam. Het is natuurlijk heel verleidelijk om de looptijd van vanochtend met 2 te vermenigvuldigen, maar de ervaring leert: meten is weten, gissen is missen! Ik ga deze keer niet extrapoleren....
woensdag 14 september 2011
Schaatsplank
In september staat steevast de schaatsplank op het programma bij de droogtraining. Naarmate de opening van het schaatsseizoen dichter bij komt, komt de schaatstechniek een prominentere rol spelen en de schaatsplank benadert deze techniek het beste.
Daarnaast is deze vinding van vijfvoudig Olympisch kampioen Eric Heiden ook nog best intensief. Kortom, een ideale trainingsvorm.
Het nadeel is echter, dat het wel droog moet zijn, daar je anders te veel afremt, met kans op vallen. Gisterenavond begonnen we een half uur eerder en dat was ons geluk, want daardoor konden we beginnen met de schaatsplank, na een rondje inlopen op "De Bult". Eerst konden we even wennen aan het glijden op sokken over de sportschoenen heen op de gladde plank, aansluitend kregen we een piramide van 1, anderhalve, 2 minuten, anderhalve en 1 minuut voluit.
Het ging erg lekker. Maar dat komt ook, omdat ik er vee plezier in heb. De schaatsplank is mijn favoriete trainingsvorm bij de droogtraining.
Helaas viel de tweede piramide na een rondje uitlopen letterlijk in het water door een regenbui.
Wij gingen ons weer vermaken met de touwladder en tot slot met de elastieken. Hier kon je in tweetallen goed de valbeweging oefenen in samenhang met het diep zitten. Ook een technische oefening, die behoorlijk zwaar is. Maar daar doen we het allemaal voor: in oktober goed beslagen op het kunstijs verschijnen. En wat is er dan beter dan krachtoefeningen, die én de techniek én de conditie bevorderen.
Daarnaast is deze vinding van vijfvoudig Olympisch kampioen Eric Heiden ook nog best intensief. Kortom, een ideale trainingsvorm.
Het nadeel is echter, dat het wel droog moet zijn, daar je anders te veel afremt, met kans op vallen. Gisterenavond begonnen we een half uur eerder en dat was ons geluk, want daardoor konden we beginnen met de schaatsplank, na een rondje inlopen op "De Bult". Eerst konden we even wennen aan het glijden op sokken over de sportschoenen heen op de gladde plank, aansluitend kregen we een piramide van 1, anderhalve, 2 minuten, anderhalve en 1 minuut voluit.
Het ging erg lekker. Maar dat komt ook, omdat ik er vee plezier in heb. De schaatsplank is mijn favoriete trainingsvorm bij de droogtraining.
Helaas viel de tweede piramide na een rondje uitlopen letterlijk in het water door een regenbui.
Wij gingen ons weer vermaken met de touwladder en tot slot met de elastieken. Hier kon je in tweetallen goed de valbeweging oefenen in samenhang met het diep zitten. Ook een technische oefening, die behoorlijk zwaar is. Maar daar doen we het allemaal voor: in oktober goed beslagen op het kunstijs verschijnen. En wat is er dan beter dan krachtoefeningen, die én de techniek én de conditie bevorderen.
maandag 12 september 2011
De Stichtse Lustwarande
Het was deze zomer 2 keer uitgesteld: onze fietstocht met Paul Crezee door het gebied tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Nederrijn. Maar geheel in de lijn van de natte zomer vielen de geplande data letterlijk in het water. Ook ditmaal leek het er op, dat er op zondag veel hemelwater naar beneden zou komen.
Maar gelukkig viel de meeste regen op zaterdagavond en in de nacht. Deze onweersbuien gingen gepaard met een enorm aantal ontladingen: 800 per 5 minuten.
Om 9 uur vertrokken Ada en ik dus goed geluimd met de fiets naar Leiden Centraal. Met de trein reisden we naar Maarn, waar vandaan we naar Doorn fietsten.
Bij Huis Doorn, het laatste woonhuis van de laatste Duitse keizer, de tragische Wilhelm II, hadden we afgesproken met Paul, die met de auto was gekomen.
Langs de in de bossen zeer beschut gelegen ijs- en skeelerbaan van Doorn reden we over een rustig weggetje naar de Gooyerdijk en vandaar naar de kastelen Sandenburg en Walenburg.
Met de wind in de rug reden we over de Langbroekerdijk naar Overlangbroek, om langs de Amerongerwetering naar Leersum te trappen. Op weg naar Amerongen passeerden we landgoed Zuylenstein. In Amerongen begaven we ons naar het gelijknamige kasteel.
Op het terras dronken we koffie of warme chocolademelk en aten we een mokkagebakje, hier omgedoopt tot kastelentaartje.
Aansluitend wandelden we door de mooie kasteeltuin. Wat een leuke doorkijkjes, wat een bloemenweelde!
Over de Rijndijk zetten we koers naar Wijk bij Duurstede, in de Middeleeuwen beter bekend als Dorestad. Op de dijk voelde je pas, hoe hard de wind was. Ada en Paul waren het er over eens, dat ik mijn werk als windbreker uitmuntend verrichtte.
Bij de bocht bij Oud Kolland had je een prachtig uitzicht: je keek uit over de Nederrijn, terwijl de Utrechtse Heuvelrug boven de rivier en de polders uittorende. Een Hollands en buitenlands uitzicht tegelijk!
Door het fraaie centrum van Wijk bij Duurstede reden we in de regen naar het kasteelpark, waar we op een bank onder een oude beuk droog zaten tijdens onze lunch. Na een kort ritje reden we langs de stadwal naar de befaamde molen, waar we over de Lekdijk naar de sluizen fietsten.
Over de Trechtweg en de Bredeweg rolden onze fietswielen naar Cothen, dat we via de molen doorkruisten op weg naar Langbroek.
Hier passeerden we de kastelen Lunenburg, Hinderstein en Leeuwenburg. Over een halfverhard pad bij laatstgenoemde landgoed hobbelden we linea recta naar Doorn, waar we naar het Von Gimbornpark gingen. In het Arboretum wandelden we nog een uur in het zonnetje.
Het Arboretum is erg mooi. Er stonden aardig wat bomen, waarvan ik het bestaan niet kende. Het bestaan van de muggen kende ik al wel, en zij waren erg actief. Het was zitten en meteen prikken. Drie bulten en 4 dode muggen later later verlieten we de idyllische hoek bij de vijver om naar de nog mooiere heidetuin te kuieren. Wat een kleurenpracht!
Terwijl alle vrijwilligers de bomentuin al verlaten hadden, volgden wij een kwartier later het Von Gimbornpark. Van het Arboretum fietsten we een kilometer naar Pannenkoekenrestaurant "De Wensput".
Het duurde even, voor we onze bestelling op tafel kregen, maar het was zeer voedzaam. Zo voedzaam, dat zelfs ik geen coupe ijs met aardbeien meer hoefde.
We namen afscheid van Paul en fietsten langs "Het Grote Bos" naar station Driebergen-Zeist. Terwijl wij wachtten op de trein naar Utrecht, brak een fikse regenbui los. In de trein en op station Utrecht zag je een prachtige regenboog boven de Domstad uit torenen.
We namen de stoptrein naar Leiden Lammenschans, waarna we met 64,5 km op de teller thuis kwamen van een prachtige dag fietsen en wandelen door de Stichtse Lustwarande.
Maar gelukkig viel de meeste regen op zaterdagavond en in de nacht. Deze onweersbuien gingen gepaard met een enorm aantal ontladingen: 800 per 5 minuten.
Om 9 uur vertrokken Ada en ik dus goed geluimd met de fiets naar Leiden Centraal. Met de trein reisden we naar Maarn, waar vandaan we naar Doorn fietsten.
Bij Huis Doorn, het laatste woonhuis van de laatste Duitse keizer, de tragische Wilhelm II, hadden we afgesproken met Paul, die met de auto was gekomen.
Langs de in de bossen zeer beschut gelegen ijs- en skeelerbaan van Doorn reden we over een rustig weggetje naar de Gooyerdijk en vandaar naar de kastelen Sandenburg en Walenburg.
Met de wind in de rug reden we over de Langbroekerdijk naar Overlangbroek, om langs de Amerongerwetering naar Leersum te trappen. Op weg naar Amerongen passeerden we landgoed Zuylenstein. In Amerongen begaven we ons naar het gelijknamige kasteel.
Op het terras dronken we koffie of warme chocolademelk en aten we een mokkagebakje, hier omgedoopt tot kastelentaartje.
Aansluitend wandelden we door de mooie kasteeltuin. Wat een leuke doorkijkjes, wat een bloemenweelde!
Over de Rijndijk zetten we koers naar Wijk bij Duurstede, in de Middeleeuwen beter bekend als Dorestad. Op de dijk voelde je pas, hoe hard de wind was. Ada en Paul waren het er over eens, dat ik mijn werk als windbreker uitmuntend verrichtte.
Bij de bocht bij Oud Kolland had je een prachtig uitzicht: je keek uit over de Nederrijn, terwijl de Utrechtse Heuvelrug boven de rivier en de polders uittorende. Een Hollands en buitenlands uitzicht tegelijk!
Door het fraaie centrum van Wijk bij Duurstede reden we in de regen naar het kasteelpark, waar we op een bank onder een oude beuk droog zaten tijdens onze lunch. Na een kort ritje reden we langs de stadwal naar de befaamde molen, waar we over de Lekdijk naar de sluizen fietsten.
Over de Trechtweg en de Bredeweg rolden onze fietswielen naar Cothen, dat we via de molen doorkruisten op weg naar Langbroek.
Hier passeerden we de kastelen Lunenburg, Hinderstein en Leeuwenburg. Over een halfverhard pad bij laatstgenoemde landgoed hobbelden we linea recta naar Doorn, waar we naar het Von Gimbornpark gingen. In het Arboretum wandelden we nog een uur in het zonnetje.
Het Arboretum is erg mooi. Er stonden aardig wat bomen, waarvan ik het bestaan niet kende. Het bestaan van de muggen kende ik al wel, en zij waren erg actief. Het was zitten en meteen prikken. Drie bulten en 4 dode muggen later later verlieten we de idyllische hoek bij de vijver om naar de nog mooiere heidetuin te kuieren. Wat een kleurenpracht!
Terwijl alle vrijwilligers de bomentuin al verlaten hadden, volgden wij een kwartier later het Von Gimbornpark. Van het Arboretum fietsten we een kilometer naar Pannenkoekenrestaurant "De Wensput".
Het duurde even, voor we onze bestelling op tafel kregen, maar het was zeer voedzaam. Zo voedzaam, dat zelfs ik geen coupe ijs met aardbeien meer hoefde.
We namen afscheid van Paul en fietsten langs "Het Grote Bos" naar station Driebergen-Zeist. Terwijl wij wachtten op de trein naar Utrecht, brak een fikse regenbui los. In de trein en op station Utrecht zag je een prachtige regenboog boven de Domstad uit torenen.
We namen de stoptrein naar Leiden Lammenschans, waarna we met 64,5 km op de teller thuis kwamen van een prachtige dag fietsen en wandelen door de Stichtse Lustwarande.
Dun dunne
Het Abspecken der blubberbuik lukte afgelopen zomer, ondanks ruim 1000 km fietsen in Duitsland, niet echt.
Maar soms helpt de natuur een handje. Vorige week was ik 2 dagen thuis, doordat ik geveld was door de griep. Ik at een dag nauwelijks en een dag de helft van wat ik normaal eet. Dat ik toen 66 kilo woog, telde ik niet echt mee. "Easy come, easy go", nietwaar.
Maar vannacht moest ik 4 keer snel mijn bed uit.
En weer woog ik 66 kilo. Het kwijtraken van de blubberbuik gaat zo toch nog lukken. Al prefereer ik uiteraard de methode van flink trainen....
Maar soms helpt de natuur een handje. Vorige week was ik 2 dagen thuis, doordat ik geveld was door de griep. Ik at een dag nauwelijks en een dag de helft van wat ik normaal eet. Dat ik toen 66 kilo woog, telde ik niet echt mee. "Easy come, easy go", nietwaar.
Maar vannacht moest ik 4 keer snel mijn bed uit.
En weer woog ik 66 kilo. Het kwijtraken van de blubberbuik gaat zo toch nog lukken. Al prefereer ik uiteraard de methode van flink trainen....
zondag 11 september 2011
9/11
Het zal niemand ontgaan zijn: de herdenking van 10 jaar 9/11. Met de daarbij horende vraag: "Waar was jij toen het gebeurde?"
Welnu, ik werkte die dinsdagmiddag als hoofd in de bibliotheek van Hoornes/Rijnsoever. Internet was toen vrij nieuw, en zeker de nieuwsfilmpjes. Zo zag ik live in een klein schermpje het tweede vliegtuig zich in de tweede toren van het WTC boren.
Een vrij gewoon verhaal, dus.
Een meer bijzonder verhaal had Wil Verbeij. Arien Stuijt, die destijds als journalist voor het Rotterdams Dagblad werkte, had wel in de gaten, dat de wekelijkse droogtraining op dinsdagavond niet haalbaar zou worden. Hij pakte zijn mobieltje, koos uit de telefoonnummers met trainingsmaten die van Wil Verbeij en belde: "Hoi Wil, ik kom vanavond niet naar de droogtraining. Er is een vliegtuig het World Trade Centre binnen gevlogen."
"Hoi Arien", antwoordde Wil met de historische woorden: "Ik ben er vanavond ook niet bij. Ik rij hier door de savanne. Ik ben op dit moment op safari in het zuiden van Afrika!"
zaterdag 10 september 2011
De sluizen van Leidschendam
Het was weer een warme zaterdag, maar niet zo warm als vorige week. Dat kwam vooral, doordat de zon niet makkelijk door de wolken brak. Het was kortom heerlijk weer.
's Ochtends had ik mijn zaterdagdienst in Rijnsburg. Het was toch nog loperiger, dan ik had verwacht.
's Middags was ik om half 2 thuis. Ik trok mijn sportkleding en mijn skeelers aan en reed naar de Velostrada, die ik bij de Horstlaan verliet. Over het fietspad langs de Veurseweg skeelerde ik naar Leidschendam, waar ik Hans Boers een onaangekondigd bezoek bracht.
In de tuin dronk ik een glas melk, waarna ik op aanwijzingen van Hans een route zocht naar de sluizen van Leidschendam. Over het algemeen kon je behoorlijk skeeleren, alleen het stuk voor de katholieke kerk was een lijdensweg. Een ongelijk liggend visgraatmotief van smalle klinkers. Iedere ervaren skeeleraar weet dan genoeg.
Bij de sluizen moest ik wachten, want door het mooie weer stond de brug open voor een hele serie boten.
Aan de oostzijde van de Vliet lag eerst ook een visgraatmotief, maar dit was wat minder verzakt geraakt en de klinkers waren veel breder, dus hier ging het wat beter. Bij het bruggetje was geasfalteerd en net buiten Leidschendam sjeesde ik omlaag van de dijk af om over het gladde asfalt naar de Vogelplas te skeeleren. In een bocht in het bos moest ik behoorlijk afremmen. Een paardentram kwam me tegemoet.
Ja, en dan is een breed fietspad ineens heel smal. Dat deed ik zelf ook maar en zo kon ik de tram zonder brokken passeren en op weg naar de Vogelkijkhut. Maar dat bleek een onhaalbare kaart, want daar aangekomen zag ik grote borden met "Vogelobservatiehut".
Wie verzint er zo'n naam? Het klinkt, alsof het een ziekenhuis is, waar de vogels ter observatie worden opgenomen. Als er deze winter weer op het betreffende meertje geschaatst kan worden, zal ik de uitnodiging aan jullie aanpassen. Als ik er aan denk, dan spreek ik voortaan van Vogelobservatieplas!
Via de Kniplaan en de Horstlaan kwam ik weer bij de Velostrada uit. Hier moest je trouwens op sommige stukken stapvoets rijden, daar het fietspad door de stormachtige wind van deze week juist op de luwe plekken bezaaid was met kleine takjes.
Om 4 uur was ik na ruim 25 km skeeleren weer thuis. Het was weer genieten vandaag.
's Ochtends had ik mijn zaterdagdienst in Rijnsburg. Het was toch nog loperiger, dan ik had verwacht.
's Middags was ik om half 2 thuis. Ik trok mijn sportkleding en mijn skeelers aan en reed naar de Velostrada, die ik bij de Horstlaan verliet. Over het fietspad langs de Veurseweg skeelerde ik naar Leidschendam, waar ik Hans Boers een onaangekondigd bezoek bracht.
In de tuin dronk ik een glas melk, waarna ik op aanwijzingen van Hans een route zocht naar de sluizen van Leidschendam. Over het algemeen kon je behoorlijk skeeleren, alleen het stuk voor de katholieke kerk was een lijdensweg. Een ongelijk liggend visgraatmotief van smalle klinkers. Iedere ervaren skeeleraar weet dan genoeg.
Bij de sluizen moest ik wachten, want door het mooie weer stond de brug open voor een hele serie boten.
Aan de oostzijde van de Vliet lag eerst ook een visgraatmotief, maar dit was wat minder verzakt geraakt en de klinkers waren veel breder, dus hier ging het wat beter. Bij het bruggetje was geasfalteerd en net buiten Leidschendam sjeesde ik omlaag van de dijk af om over het gladde asfalt naar de Vogelplas te skeeleren. In een bocht in het bos moest ik behoorlijk afremmen. Een paardentram kwam me tegemoet.
Ja, en dan is een breed fietspad ineens heel smal. Dat deed ik zelf ook maar en zo kon ik de tram zonder brokken passeren en op weg naar de Vogelkijkhut. Maar dat bleek een onhaalbare kaart, want daar aangekomen zag ik grote borden met "Vogelobservatiehut".
Wie verzint er zo'n naam? Het klinkt, alsof het een ziekenhuis is, waar de vogels ter observatie worden opgenomen. Als er deze winter weer op het betreffende meertje geschaatst kan worden, zal ik de uitnodiging aan jullie aanpassen. Als ik er aan denk, dan spreek ik voortaan van Vogelobservatieplas!
Via de Kniplaan en de Horstlaan kwam ik weer bij de Velostrada uit. Hier moest je trouwens op sommige stukken stapvoets rijden, daar het fietspad door de stormachtige wind van deze week juist op de luwe plekken bezaaid was met kleine takjes.
Om 4 uur was ik na ruim 25 km skeeleren weer thuis. Het was weer genieten vandaag.
vrijdag 9 september 2011
Liften
Heden ten dage denkt men bij liften vooral aan personenliften in gebouwen. Over het algemeen geen avontuurlijk gebeuren, hoewel zowel Roald Dahl als Annie M.G. Schmidt hier heel anders over dachten.
Maar liften heeft ook een andere betekenis. Voor de jongeren onder ons: dit is met de duim omhoog proberen om langs de kant van de weg proberen om met automobilisten, die jouw kant op gaan, mee te kunnen rijden.
Tegenwoordig zie je het niet zo veel meer, maar in mijn jeugd was dit anders. Ik zal niet zeggen, dat het schering en inslag was, maar er werd behoorlijk veel gelift, zeker in de zomermaanden. Er waren kennissen van me, die zo heel Europa doorkruisten.
Sterker nog, bij het Staatsexamen VWO in 1976 sprak ik een paar andere hippies, die dat jaar liftend naar en van India gereisd waren dwars door landen als Iran en Pakistan.
Ik geef het toe: het was een andere tijd. Net als het verdwenen touwtje uit de brievenbus gaat liften immers uit van vertrouwen. De automobilist moet immers degene(n) vertrouwen, die hij een lift geeft, omgekeerd moet de lifter de hem onbekende automobilist vertrouwen.
Mogelijk hebben de OV-studentenkaart en de spotgoedkope vliegtarieven de noodzaak om te gaan liften tot een minimum teruggebracht. Helemaal verdwenen is het echter nog niet.
Zo heeft mijn dochter Ike in de tijd, dat ze bestuurslid was van een alternatieve studentenvereniging in Utrecht, een keer een liftwedstrijd georganiseerd naar Berlijn. In tweetallen moest je proberen om al liftend zo snel mogelijk in de Duitse hoofdstad te komen. De avonturiers bestaan dus nog.
Zelf heb ik de afgelopen 30 jaar maar een drietal keer staan liften. De laatste keer was in december 2002, toen een viertal trainingsmaten van me ondervond, dat het ijs op de Belterwiede nog niet betrouwbaar was en zij zo snel mogelijk naar huisarts of hotel moesten. Ik had heel snel een tweetal wagens kunnen regelen.
De twee keer daarvoor waren in Friesland. Het was in februari 1996, toen ik met Gerard Günthardt, de man van onze veel te vroeg overleden collega Edith, bij Berlikum de poging om de Elfstedentocht te volbrengen, staakte. Het was inmiddels donker geworden. Normaal gesproken heb je dan als mannelijk duo weinig kans, maar met twee schaatsen om de nek gelden in Fryslân andere wetten. We hadden binnen een paar minuten een lift, volgens mij bij de derde wagen die ons passeerde. Deze zette ons netjes in Leeuwarden af.
Het jaar erop hadden Jaap de Gorter en ik op ons tandvlees de Bonkevaart gehaald. Wachtend op een taxi of een bus poogden we om liftend naar het centrum van Leeuwarden te komen. Acht auto's verder kregen we al een lift van een voormalig Elfstedenschaatser, die ons keurig afzette bij de boerderij in Boksum, het eerste dorp ten zuiden van Leeuwarden, waar we overnachtten.
Hieruit kun je concluderen, dat je met schaatsen om de nek een grote kans hebt om snel een lift te krijgen.
Maar ik adviseer, om het in dit jaargetijde niet op deze manier te proberen. Men mocht eens denken, dat er een steekje los aan je zit....
Maar liften heeft ook een andere betekenis. Voor de jongeren onder ons: dit is met de duim omhoog proberen om langs de kant van de weg proberen om met automobilisten, die jouw kant op gaan, mee te kunnen rijden.
Tegenwoordig zie je het niet zo veel meer, maar in mijn jeugd was dit anders. Ik zal niet zeggen, dat het schering en inslag was, maar er werd behoorlijk veel gelift, zeker in de zomermaanden. Er waren kennissen van me, die zo heel Europa doorkruisten.
Sterker nog, bij het Staatsexamen VWO in 1976 sprak ik een paar andere hippies, die dat jaar liftend naar en van India gereisd waren dwars door landen als Iran en Pakistan.
Ik geef het toe: het was een andere tijd. Net als het verdwenen touwtje uit de brievenbus gaat liften immers uit van vertrouwen. De automobilist moet immers degene(n) vertrouwen, die hij een lift geeft, omgekeerd moet de lifter de hem onbekende automobilist vertrouwen.
Mogelijk hebben de OV-studentenkaart en de spotgoedkope vliegtarieven de noodzaak om te gaan liften tot een minimum teruggebracht. Helemaal verdwenen is het echter nog niet.
Zo heeft mijn dochter Ike in de tijd, dat ze bestuurslid was van een alternatieve studentenvereniging in Utrecht, een keer een liftwedstrijd georganiseerd naar Berlijn. In tweetallen moest je proberen om al liftend zo snel mogelijk in de Duitse hoofdstad te komen. De avonturiers bestaan dus nog.
Zelf heb ik de afgelopen 30 jaar maar een drietal keer staan liften. De laatste keer was in december 2002, toen een viertal trainingsmaten van me ondervond, dat het ijs op de Belterwiede nog niet betrouwbaar was en zij zo snel mogelijk naar huisarts of hotel moesten. Ik had heel snel een tweetal wagens kunnen regelen.
De twee keer daarvoor waren in Friesland. Het was in februari 1996, toen ik met Gerard Günthardt, de man van onze veel te vroeg overleden collega Edith, bij Berlikum de poging om de Elfstedentocht te volbrengen, staakte. Het was inmiddels donker geworden. Normaal gesproken heb je dan als mannelijk duo weinig kans, maar met twee schaatsen om de nek gelden in Fryslân andere wetten. We hadden binnen een paar minuten een lift, volgens mij bij de derde wagen die ons passeerde. Deze zette ons netjes in Leeuwarden af.
Het jaar erop hadden Jaap de Gorter en ik op ons tandvlees de Bonkevaart gehaald. Wachtend op een taxi of een bus poogden we om liftend naar het centrum van Leeuwarden te komen. Acht auto's verder kregen we al een lift van een voormalig Elfstedenschaatser, die ons keurig afzette bij de boerderij in Boksum, het eerste dorp ten zuiden van Leeuwarden, waar we overnachtten.
Hieruit kun je concluderen, dat je met schaatsen om de nek een grote kans hebt om snel een lift te krijgen.
Maar ik adviseer, om het in dit jaargetijde niet op deze manier te proberen. Men mocht eens denken, dat er een steekje los aan je zit....