maandag 5 april 2010

Drie Molenloop


Op Tweede Paasdag lag het schema al helemaal vast. Om 9 uur de deur uit om naar Aarlanderveen te fietsen, daar 10,5 km te gaan lopen en vervolgens weer naar huis te rijden. Om half 9 zat ik derhalve met Ada aan de ontbijttafel en om 10 over 9 zaten we op de fiets richting Koudekerk aan den Rijn. We hadden de wind in de rug, dus dat ging makkelijk.
Op de grens van Alphen en Koudekerk nam ik afscheid van Ada, die via Woubrugge en Hoogmade weer naar huis zou gaan fietsen. Ik reed door Alphen heen naar Aarlanderveen, waar ik Wil Verbeij tegen kwam, die zich nog in moest schrijven. Om kwart voor 11 belde ik aan bij Zuideinde 19. Helaas, er was niemand thuis. Ook de auto van Hans Boers stond er nog niet. Hans zou toch niet te laat zijn???
Ik wandelde naar de kleedgelegenheid aan de rand van Aarlanderveen, maar ook daar niemand van GBA-accountants, het bedrijf van Hans, waar ik voor zou lopen. Er restte mij niets anders, dan naar de start te lopen, daar over een kwartier het startschot zou klinken. Bij de start kwam ik Wil weer tegen en uiteindelijk ook Hans. Mijn startnummer was niet meer te traceren, dus ging ik maar van start zonder nummer.
Daar ik vlak achter Hans liep, probeerde ik in zijn slipstream te lopen. Dat viel niet mee, want Hans ging hard van start. Met hangen en wurgen lukte het me, om de eerste km tegenwind bij hem te blijven. Toen waren mijn spieren op temperatuur en konden we na de bocht dit hoge tempo volhouden met de wind in de rug.
Zo haalden we nog een paar groepjes in, tot we bij de brug bij de Ziende en de Nieuwkoopse plassen een drinkpost hadden. Hier dronken we een beker water, terwijl de rest van ons groepje doorliep.

Langs het water, waar we vorig jaar en eerder zo heerlijk geschaatst hadden, liepen we weer richting Aarlanderveen. Bij de volgende brug kregen we de wind schuin tegen. Ik liep op kop van een groepje van een man of 4. Degene, die pal achter me liep, haalde adem door zijn mond en deed dat zeer oppervlakkig. Nu weet ik, wat ze bedoelen met het gezegde: "Er liep iemand in mijn nek te hijgen!"
Vlak voor Aarlanderveen wachtte ons een verrassing: we werden een boerenerf op gedirigeerd en konden zo naar de boerensloot, die mij vorig jaar inspireerde tot het woord "Fileklûnen".

Over een fietspad renden we naar de dorpskern van Aarlanderveen, waar een tweede waterpost stond. We kregen hier een km meewind: en wat deden de drie "heren", die ik het hele stuk tegenwind uit de wind gehouden had, toen ik stond te drinken? Ze gingen er als een haas vandoor! De laatste 3 km had ik een duidelijk doel: hen kloppen.
Dat viel echter niet mee, want voor de tweede keer liepen we over een boerenerf, waarna we een km lang tegenwind hadden. De drie namen kop over kop en zodoende werd het gat van 50 meter langzaam maar zeker 100 meter. Maar wat zij konden, kon ik ook. Toen ik werd bijgehaald door een vrouw, die heel lang 20 meter achter me liep, liepen wij ook kop over kop tegen de wind in.

Bij het ingaan van de laatste km liepen we vlak achter het onsportieve trio. Was de laatste km tegenwind geweest, dan had ik mijn doel waarschijnlijk wel gehaald. Maar het was meewind. Jacinta van 't Schip, die als 3e vrouw zou finishen, kon de jump wel maken naar het groepje, mij lukte dat niet. Ze nam twee van hen op sleeptouw, zodat mijn wedstrijd in de wedstrijd in het zicht van de haven de mist in ging.
Wat ook de mist in ging, was mijn klassering. Ik finishte immers zonder startnummer.

Gelukkig stond er al iemand klaar van GBA-accountants, die mijn startnummer wist: 754. Dat werd met de eindtijd van 46.56 over de 10,5 km genoteerd op een notitieblok.
Omgerekend naar de 10 km zou ik uitkomen op 44.26, één van mijn allersnelste 10 km. Als je in vorm bent, lijkt alles moeiteloos te gaan. En dan te bedenken, dat ik afgelopen vrijdag 30 km gelopen had!
Even later kwam iemand van GBA aanzetten met mijn startnummer: 758. Ik liep weer terug naar de man met het notitieblok en de 4 werd in een 8 veranderd. Ik draaide me om en ik hoorde: "Hé, Kikker!" Ad van Aelst en Rika van Duijvenbode, die ik al meer dan 30 jaar ken, stonden in het finishvak. Heel eventjes met hen gekletst.

Inmiddels was Hans Boers gefinisht in 49.08 en Wil Verbeij in 53.19. Met hen ging ik naar het Dorpshuis, waar we wat dronken en ons shirt ophaalden. Daar ik mijn startnummer inmiddels weer kwijt was, moest ik het hele verhaal van de start nog een keer vertellen, voor ik het shirt kreeg.
In Het Oude Rechthuis zaten de lopers en supporters van GBA-accountants aan de broodjes en de groentesoep. Goed voorbeeld doet goed volgen, dus ik hoefde niet bang te zijn om bij het naar huis fietsen last te krijgen van de hongerklop.
Thuis gekomen, met heen en terug 61 km op de teller, wachtte mij nog een verrassing. Toen ik na de verkwikkende douche de uitslagenlijst raadpleegde, zag ik mijn naam niet bij de 10,5 km staan, waar ik met mijn tijd op de 32e of 33e plaats geëindigd zou moeten zijn.

Ik snapte er niks van. Toen ik de hele lijst nog eens doornam, kwam de aap uit de mouw: ik stond met een tijd van 33.23 als 61e geklasseerd, maar dan wel bij de 6,5 km! Dat krijg je ervan, als je zonder startnummer loopt...

Geen opmerkingen: