Vanochtend heb ik een rondje Stevenshof gelopen, met als extraatje een rondje door Ter Wadding, in totaal 8 km. Het was vrijwel onbewolkt en dan merk je, hoeveel kracht de zon heeft in deze tijd van het jaar. Het heet, dat het vandaag maximaal 20 graden zou worden, maar in de zon was het minstens 25 graden. Het was dus flink zweten.
Gisterenavond deden we dat ook op de skeelerbaan van Leiderdorp. Jaap de Gorter had weer een gevarieerde training in elkaar gezet met de nadruk op de bochtentechniek. En ik moet zeggen: langzamerhand begint het pootje over in de bocht een beetje te automatiseren, al blijft het wel een dubbele overstap. Op de schaats heb je veel meer grip dan op wieltjes. En daarnaast is een ruime 400-meterbaanbocht toch heel anders dan de scherpe bochten in de Leidse IJshal, waar ik altijd train.
Onderweg naar en van de ijsbaan in Leiderdorp hadden Jaap en ik het nog over de Tourtoto's en vooral over hel laatste nieuws, dat ik op de site van Trouw had gelezen: Wim Vansevenant was betrapt op het bezit van superdoping.
Nu moeten jullie weten, dat Wim Vansevenant een aantal jaren een van de favorieten was van Jaap. Hij deed mee met een Tourtoto, waarbij je bonuspunten kon verdienen met een renner, die wel de Tour de France uit reed, maar geen enkele keer in de Top-10 eindigde. De rode lantaarndrager van de Tour de France van 2006, 2007 en 2008 was in dat opzicht een voorbeeldige renner.
Als er dus iemand is, die je niet in verband brengt met doping, dan is het wel een coureur, die constant in de staart van het peloton bungelt en liefst nog ver daar achter. Maar nu, na zijn carriere als wielrenner, liep de rode lantaarndrager alsnog tegen de lamp.
Hij zou bij de komende Ronde van Frankrijk chauffeur zijn bij de ploeg van Omega Pharma-Lotto om VIP's rond te rijden.
De kopman van deze Belgische wielerploeg is Philippe Gilbert, die dit voorjaar opzien baarde door de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik met overmacht te winnen. Deze overwinningen komen nu in een heel ander daglicht te staan. Een kwaad daglicht zelfs. Met dank aan Wim Vansevenant met zijn rode lantaarn.
donderdag 30 juni 2011
woensdag 29 juni 2011
Hoe houden we het droogtraining
De hele dinsdag was het broeierig warm, ondanks de onweersbuien van vanochtend. Om 7 uur zat ik op de fiets naar "De Bult". Op het parcours van Swift was de dinsdagavondcompetitie bezig, terwijl de voorspelde onweersbui naderbij kwam.
Om half 8 gingen de hemelsluizen dan toch open en de wielerwedstrijd werd stilgelegd.
Nu zijn wij geen watjes. In de regen gaan trainen is geen probleem voor ons, maar onweer valt toch in een andere categorie. We begonnen de droogtraining van de IJVL droog in de kantine van Swift, waar we een kop thee namen. In de kantine raakte ik in gesprek met Mart Moraal, die zich op de racefiets aan het voorbereiden is op het schaatsseizoen 2011-2012.
Om 8 ur was de bui goeddeels overgetrokken en in een miezerregentje trainden we op "De Bult". Eerst liepen we 2 rondjes in, om op het asfalt van het wielerparcours de coördinatie te trainen op de touwladder en wat sprongoefeningen te doen.
De ingekorte maar toch nog redelijk zware training werd besloten met zijwaartse sprongen over elastieken en toch nog buik- en rugspieroefeningen in het natte gras.
Viel de regen achteraf nog mee, waren we toch nog lekker nat.
Na gedoucht te hebben wachtten we in de kantine van Swift de volgende onweersbui af. Ondertussen nam ik met Jaap de Gorter de gewenste samenstelling van zijn ploeg in de Tourtoto door. Mocht het fout gaan, dan voel ik al nattigheid....
Om half 8 gingen de hemelsluizen dan toch open en de wielerwedstrijd werd stilgelegd.
Nu zijn wij geen watjes. In de regen gaan trainen is geen probleem voor ons, maar onweer valt toch in een andere categorie. We begonnen de droogtraining van de IJVL droog in de kantine van Swift, waar we een kop thee namen. In de kantine raakte ik in gesprek met Mart Moraal, die zich op de racefiets aan het voorbereiden is op het schaatsseizoen 2011-2012.
Om 8 ur was de bui goeddeels overgetrokken en in een miezerregentje trainden we op "De Bult". Eerst liepen we 2 rondjes in, om op het asfalt van het wielerparcours de coördinatie te trainen op de touwladder en wat sprongoefeningen te doen.
De ingekorte maar toch nog redelijk zware training werd besloten met zijwaartse sprongen over elastieken en toch nog buik- en rugspieroefeningen in het natte gras.
Viel de regen achteraf nog mee, waren we toch nog lekker nat.
Na gedoucht te hebben wachtten we in de kantine van Swift de volgende onweersbui af. Ondertussen nam ik met Jaap de Gorter de gewenste samenstelling van zijn ploeg in de Tourtoto door. Mocht het fout gaan, dan voel ik al nattigheid....
maandag 27 juni 2011
Tour de Kans
De leukste pret is de voorpret. Bij grote sportevenementen is er dan ook altijd wel een toto of iets dergelijks, waar je aan mee kunt doen.
Zelf doe ik mee aan de Tour de Kans van het Leidsch Dagblad. Je kunt een team inschrijven met 9 renners en 5 reserves. De 5 reserves vallen af, zodra de Tour gestart is. Je krijgt 100 punten, waarmee je een ploeg bij elkaar kunt kopen. Goede renners zijn een stuk duurder, dus het is de kunst om een evenwicht te vinden tussen goed en goedkoop.
Het gaat er om, om aan het eind van de Tour zoveel mogelijk punten verzameld te hebben. De renners verdienen punten, doordat ze hoog eindigen in het eindklassement, maar ook in iedere etappe zijn punten te verdienen voor de eerste 20 renners. Verder levert iedere trui iedere dag bonuspunten op.
Kortom: zelfs een saaie Tour wordt door mee te doen aan een Tourtoto ineens een stuk spannender.
Mijn Team gaat de strijd aan onder de naam "Ciudad de Oviedo", de Spaanse wielerploeg van mijn zoon Siebe.
Mijn voorlopige selectie, want er kunnen renners plotseling uitvallen voor de start, bestaat uit de volgende renners:
Alberto Contador en Andy Schleck, de grootste kanshebbers op de Tourzege, al blijft Contador natuurlijk een risico vanwege de geur van doping, die om hem heen hangt.
Mark Cavendish is ieder jaar toch goed voor een stuk of 4 etappes.
Met deze 3 renners ben ik al 60 punten kwijt.
Tom Boonen en Thor Hushovd zijn goede sprinters, die meestal strijden om de groene trui. Vaste waarden dus.Tenminste, zolang Boonen van de cocaïne afblijft!
Een jonge sprinter, die ook altijd goed scoort is Spaans kampioen José Joaquin Rojas. Met dit drietal erbij ben ik 29 punten verder. Er is dus nog 11 punten te verdelen voor 3 renners en 5 reserves. Drie renners van 2 punten heb ik dus opgesteld: Nicolas Roche, de zoon van de enige Ierse Tourwinnaar, Stephen Roche, die in mijn ogen ondergewaardeerd wordt, daar hij vaak bij de beste 10 eindigt en vorig jaar zelfs 15e werd in het eindklassement. Verder Christophe Kern, Frans kampioen tijdrijden en chauvinistisch als je als sportliefhebber toch een beetje bent: Rob Ruijgh, gisteren toch de man in vorm bij het Nederlands kampioenschap. De eerste reserve is Joost Posthuma.
Maar eerlijk is eerlijk, als ik Ruijgh en Kern in zou kunnen ruilen voor Belgisch kampioen Philippe Gilbert en Zwitsers kampioen Fabian Cancellara, dan had ik dat onmiddellijk gedaan, maar helaas, ik heb niet genoeg punten om deze renners aan te kunnen trekken.
Kortom, logisch redenerend zit het allemaal goed doordacht in elkaar. Maar dat dacht ik andere jaren ook, en verder dan de middenmoot ben ik nooit gekomen. Dat is ook het leuke van sport: het loopt toch altijd anders, dan je denkt. Resultaten uit het verleden....
Zelf doe ik mee aan de Tour de Kans van het Leidsch Dagblad. Je kunt een team inschrijven met 9 renners en 5 reserves. De 5 reserves vallen af, zodra de Tour gestart is. Je krijgt 100 punten, waarmee je een ploeg bij elkaar kunt kopen. Goede renners zijn een stuk duurder, dus het is de kunst om een evenwicht te vinden tussen goed en goedkoop.
Het gaat er om, om aan het eind van de Tour zoveel mogelijk punten verzameld te hebben. De renners verdienen punten, doordat ze hoog eindigen in het eindklassement, maar ook in iedere etappe zijn punten te verdienen voor de eerste 20 renners. Verder levert iedere trui iedere dag bonuspunten op.
Kortom: zelfs een saaie Tour wordt door mee te doen aan een Tourtoto ineens een stuk spannender.
Mijn Team gaat de strijd aan onder de naam "Ciudad de Oviedo", de Spaanse wielerploeg van mijn zoon Siebe.
Mijn voorlopige selectie, want er kunnen renners plotseling uitvallen voor de start, bestaat uit de volgende renners:
Alberto Contador en Andy Schleck, de grootste kanshebbers op de Tourzege, al blijft Contador natuurlijk een risico vanwege de geur van doping, die om hem heen hangt.
Mark Cavendish is ieder jaar toch goed voor een stuk of 4 etappes.
Met deze 3 renners ben ik al 60 punten kwijt.
Tom Boonen en Thor Hushovd zijn goede sprinters, die meestal strijden om de groene trui. Vaste waarden dus.Tenminste, zolang Boonen van de cocaïne afblijft!
Een jonge sprinter, die ook altijd goed scoort is Spaans kampioen José Joaquin Rojas. Met dit drietal erbij ben ik 29 punten verder. Er is dus nog 11 punten te verdelen voor 3 renners en 5 reserves. Drie renners van 2 punten heb ik dus opgesteld: Nicolas Roche, de zoon van de enige Ierse Tourwinnaar, Stephen Roche, die in mijn ogen ondergewaardeerd wordt, daar hij vaak bij de beste 10 eindigt en vorig jaar zelfs 15e werd in het eindklassement. Verder Christophe Kern, Frans kampioen tijdrijden en chauvinistisch als je als sportliefhebber toch een beetje bent: Rob Ruijgh, gisteren toch de man in vorm bij het Nederlands kampioenschap. De eerste reserve is Joost Posthuma.
Maar eerlijk is eerlijk, als ik Ruijgh en Kern in zou kunnen ruilen voor Belgisch kampioen Philippe Gilbert en Zwitsers kampioen Fabian Cancellara, dan had ik dat onmiddellijk gedaan, maar helaas, ik heb niet genoeg punten om deze renners aan te kunnen trekken.
Kortom, logisch redenerend zit het allemaal goed doordacht in elkaar. Maar dat dacht ik andere jaren ook, en verder dan de middenmoot ben ik nooit gekomen. Dat is ook het leuke van sport: het loopt toch altijd anders, dan je denkt. Resultaten uit het verleden....
zondag 26 juni 2011
Rondje Vogelplas
Vaak moet je in het leven keuzes maken. Vandaag was zo'n dag. In de Leidse binnenstad was de jaarlijkse strijd om de Gouden pet, waarbij straatmuzikanten om deze prijs streden. De muziekliefhebber in mij streed een innerlijke strijd met de sportliefhebber. Het was prachtig skeelerweer. Het was bewolkt, maar wel warm. Er stond een matige zuidenwind.
Na met Ada in de tuin gegeten te hebben trok ik mijn skeelers en allerhande beschermers aan en vertrok ik richting Velostrada voor een rondje Vogelplas. Daarbij was ik vandaag wel wat luchtiger gekleed dan bij mijn vorige rondje Vogelplas.
Ter hoogte van de twee veeroosters kwam ik Marcel van der Klaauw tegen, die met zijn vrouw aan het fietsen was.
Het skeeleren ging erg makkelijk tot de Horstlaan. Ook hier was nog redelijk goed asfalt. Daarna begon voor mij de terreinverkenning.
De eerste echte hindernis was het tunneltje onder de Veurseweg. Hier moet je een bocht naar links maken, terwijl je niet kunt zien, of er fietsers aan komen. Ik koos voor de veilige oplossing: ik liet me na de afdaling een klein stukje rechtuit uitrollen, keerde en kon zo de veilige binnenbocht naar rechts kiezen.
De Kniplaan viel een beetje tegen. Grote stukken was het asfalt matig en her en der was het slecht, vooral aan de linkerkant van de weg, waar een paar gaten in het wegdek zaten.
De volgende hindernis was de vrij hoge brug over de Vliet. Omhoog is niet zo'n probleem, naar beneden wel, daar het op deze zondagmiddag behoorlijk druk was met fietsers. Daar ik niemand in de wielen wilde rijden, remde ik zo lang mogelijk af door me aan de brugleuning vast te houden. Met een matige snelheid skeelerde ik rechtsaf de weg langs de Vliet op.
Af en toe een paar fietsers inhalend reed ik zo over vrij matig, maar wel goed berijdbaar asfalt naar Leidschendam. In de bebouwde kom van Leidschendam nam ik de eerste afslag naar links en over een niet zo steile helling gleed ik naar beneden. Het asfalt was hier behoorlijk grof en na de eerste afslag linksaf, over het kleine industrieterrein naar het fietspad toe, was het nog slechter.
Het fietspad naar de Vogelplas toe was een verademing. Hier ligt prima skeelerasfalt. Mijn advies: wie dit stuk wil skeeleren, moet de laatste afslag voor de bebouwde kom van Leidschendam nemen, een wat steiler fietspad tussen de weilanden.
Op weg naar de Vogelplas haalde ik met brede slagen nog een paar fietsers in. Omgekeerd gebeurde uiteraard hetzelfde. Daar dit fietspad rustiger was dan de weg langs de Vliet kon ik mijn slag hier goed afmaken.
Bij de Vogelplas aangekomen zag ik een ijscokar staan. En de lezers van mijn blog weten: de combinatie van Vogelplas en ijs is een uitstekende!
Met een ijsje in mijn hand oefende ik het diep zitten. Op de houden bank lukte dit uitstekend.
Het asfalt op het fietspad tussen de Vogelplas en de Kniplaan is verder ook prima, zodat ik al vrij snel bij de laatste echte hindernis was: de brug over de Vliet, maar nu vanaf de kant van Stompwijk. De afdaling is in het begin redelijk steil en aan het eind heb je een bocht naar links, waarna je rechtsaf de Kniplaan op moet. Op een droge zondagmiddag plachten daar ook mensen te fietsen. Kortom: voorzichtig rijden!
Via de Horstlaan en de Velostrada was ik om kwart over 4 na 23 km skeelerplezier weer thuis, waar ik nog kon genieten van de vrij sensationele ontknoping van het Nederlands kampioenschap wielrennen in Ootmarsum. Toen ik vertrok van huis was er een kopgroep van 11 man, waaronder 5 van de Rabobank, met 5 minuten voorsprong. "Kat in het bakkie", dacht ik, maar bij thuiskomst zag ik dat 6 andere renners een voorsprong van ruim 20 seconden verdedigden. De jonge sprinter Pim Ligthart van Vacansoleil werd verrassend Nederlands kampioen.
Na met Ada in de tuin gegeten te hebben trok ik mijn skeelers en allerhande beschermers aan en vertrok ik richting Velostrada voor een rondje Vogelplas. Daarbij was ik vandaag wel wat luchtiger gekleed dan bij mijn vorige rondje Vogelplas.
Ter hoogte van de twee veeroosters kwam ik Marcel van der Klaauw tegen, die met zijn vrouw aan het fietsen was.
Het skeeleren ging erg makkelijk tot de Horstlaan. Ook hier was nog redelijk goed asfalt. Daarna begon voor mij de terreinverkenning.
De eerste echte hindernis was het tunneltje onder de Veurseweg. Hier moet je een bocht naar links maken, terwijl je niet kunt zien, of er fietsers aan komen. Ik koos voor de veilige oplossing: ik liet me na de afdaling een klein stukje rechtuit uitrollen, keerde en kon zo de veilige binnenbocht naar rechts kiezen.
De Kniplaan viel een beetje tegen. Grote stukken was het asfalt matig en her en der was het slecht, vooral aan de linkerkant van de weg, waar een paar gaten in het wegdek zaten.
De volgende hindernis was de vrij hoge brug over de Vliet. Omhoog is niet zo'n probleem, naar beneden wel, daar het op deze zondagmiddag behoorlijk druk was met fietsers. Daar ik niemand in de wielen wilde rijden, remde ik zo lang mogelijk af door me aan de brugleuning vast te houden. Met een matige snelheid skeelerde ik rechtsaf de weg langs de Vliet op.
Af en toe een paar fietsers inhalend reed ik zo over vrij matig, maar wel goed berijdbaar asfalt naar Leidschendam. In de bebouwde kom van Leidschendam nam ik de eerste afslag naar links en over een niet zo steile helling gleed ik naar beneden. Het asfalt was hier behoorlijk grof en na de eerste afslag linksaf, over het kleine industrieterrein naar het fietspad toe, was het nog slechter.
Het fietspad naar de Vogelplas toe was een verademing. Hier ligt prima skeelerasfalt. Mijn advies: wie dit stuk wil skeeleren, moet de laatste afslag voor de bebouwde kom van Leidschendam nemen, een wat steiler fietspad tussen de weilanden.
Op weg naar de Vogelplas haalde ik met brede slagen nog een paar fietsers in. Omgekeerd gebeurde uiteraard hetzelfde. Daar dit fietspad rustiger was dan de weg langs de Vliet kon ik mijn slag hier goed afmaken.
Bij de Vogelplas aangekomen zag ik een ijscokar staan. En de lezers van mijn blog weten: de combinatie van Vogelplas en ijs is een uitstekende!
Met een ijsje in mijn hand oefende ik het diep zitten. Op de houden bank lukte dit uitstekend.
Het asfalt op het fietspad tussen de Vogelplas en de Kniplaan is verder ook prima, zodat ik al vrij snel bij de laatste echte hindernis was: de brug over de Vliet, maar nu vanaf de kant van Stompwijk. De afdaling is in het begin redelijk steil en aan het eind heb je een bocht naar links, waarna je rechtsaf de Kniplaan op moet. Op een droge zondagmiddag plachten daar ook mensen te fietsen. Kortom: voorzichtig rijden!
Via de Horstlaan en de Velostrada was ik om kwart over 4 na 23 km skeelerplezier weer thuis, waar ik nog kon genieten van de vrij sensationele ontknoping van het Nederlands kampioenschap wielrennen in Ootmarsum. Toen ik vertrok van huis was er een kopgroep van 11 man, waaronder 5 van de Rabobank, met 5 minuten voorsprong. "Kat in het bakkie", dacht ik, maar bij thuiskomst zag ik dat 6 andere renners een voorsprong van ruim 20 seconden verdedigden. De jonge sprinter Pim Ligthart van Vacansoleil werd verrassend Nederlands kampioen.
zaterdag 25 juni 2011
Mars der beschaving
Gisteren is op Terschelling het startsein gegeven voor de Mars der beschaving. Dit gebeurde tijdens de 30e editie van het Oerol-festival. Oerol betekent in het lokale dialect gewoon overal. Het hele Waddeneiland als theater. Wat weinig mensen weten, is dat mijn vriendenkring aan de wieg heeft gestaan van dit gebeuren. Onbewust, dat wel. Want kort, nadat wij onze theateract op straat uitgevoerd hadden, kwam de oprichter van Oerol op het idee, om heel Terschelling als decor te gaan gebruiken.
Toeval? Oordeel zelf.
We waren naar camping "Appelhof" bij Formerum op Terschelling gereisd.
Ik citeer uit het vakantiedagboek "Terschelling 1978".
"Na het avondeten werd een begin gemaakt met de eerste pot canasta, die 's avonds om 10 uur wegens invallende duisternis werd gestaakt. Dankzij enkele probeersels met lichteffecten ontstond weldra een nieuwe rage: het door het van onderaf belichten van het gezicht een zo eng mogelijk uiterlijk proberen te bereiken.
Na een paar biertjes in "De Vijfpoort" zetten de vier engerds zich in beweging om al lopende te trachten Midsland te bereiken.
Onderweg werd de nieuwe theateract uitgeprobeerd. De resultaten waren zeer verscheiden: enkele hartgrondige vloeken, lachende fietsers, twee Duitse meiden, die boven uit het raam vandaan de engerds de stuipen op het lijf joegen, fietsers, die plotseling een grote bocht maakten etc.
Vlak voor Midsland kwamen er twee fietsers aan. Leo en Kikker sprintten, gevolgd door Tim en Bas. Leo en Kikker doken de kant van de weg in, net om de bocht. De eerstgenoemde deed dit met zo'n enthousiasme, dat hij met een fraaie tuimeling in de greppel belandde.
Terwijl de anderen stikten van het lachen, kwamen er van alle kanten fietsers aan."
Vandaag namen Hans Boers en ik het estafettestokje over. En waar kun je dat beter doen, dan in een beschaafd dorp als Wassenaar.
In de stromende regen liepen we vanaf Den Deyl dwars door het centrum van Wassenaar naar "De Klip" en vandaar door de duinen naar Meijendel. Op deze loop door dit prachtige stuk natuur kwamen we bijna niemand tegen. Via "De Kievit" liepen we weer terug naar Den Deyl, waar we konden zeggen, dat we minstens 16 km door deze beschaafde gemeente hadden gelopen.
Om dit type kiezers te behagen, moet er flink met de botte bijl gehakt worden in de "linkse hobby", die kunst heet. Men snapt niet, dat men hiermee talloze gewone mensen treft. Een project als "Die Schöpfung" wordt ineens een stuk duurder, zo niet onmogelijk, doordat een aantal subsidies weg gaan vallen en de prijs van de toegangskaartjes door de BTW-verhoging sowieso al een stuk hoger wordt.
Veel mensen vinden een prijs van € 27,- al aan de hoge kant voor een amateurkoor, bij prijzen van € 40,- en meer zullen velen afhaken. Dit soort projecten loopt dus de kans om te verdwijnen. Exit een avond luisterplezier voor 800 toeschouwers, exit een half jaar zangplezier voor 200 zangers.
En laat u niet in de luren leggen door het verhaal van politici uit de gedoogcoalitie, dat er op bibliotheken niet wordt bezuinigd. Landelijk niet, nee. Maar er wordt zo fors gesneden in het gemeentefonds, dat vrijwel iedere bibliotheek met fikse kortingen op de subsidie wordt gekort. Onze bibliotheek komt er met 13% korting nog redelijk af. Er zijn bibliotheken, die meer dan de helft van de subsidie kwijt raken!
En dan loopt er tegelijkertijd een actie tegen het verdwijnen van een groot deel van het PGB. Zie de PETITIE, die u uiteraard kunt ondertekenen. En dat allemaal met medewerking van de man, die met zijn chronisch grote mond in Nederland bezitter is van het grootste Persoons Gebonden Budget.
vrijdag 24 juni 2011
Sweelinck orkest
Het was gisteren een zeer drukke dag met een achtbaan aan gevoelens. Eerst was er de bejaardengymnastiek, daarna kon ik door naar de begrafenis van mevrouw Arends in Nieuw-Vennep.
Thuisgekomen kon ik met Ada vrij snel aan tafel, want we moesten meteen weer op pad. We fietsten naar het Centraal Station in Leiden, waar we de trein naar Amsterdam-Zuid namen en na een korte wandeling de tram naar "Het Concertgebouw". Samen met onze oudste dochter gingen we luisteren naar onze jongste dochter, die trompet speelt in het "Sweelinck orkest".
Dit studentenorkest speelde een vijftal werken van Gustav Mahler, "Simfonisches Praeludium" en "Lieder eines fahrenden Gesellen" en na de pauze de "Eerste symfonie in C-mineur" van Johannes Brahms.
Het niveau van het "Sweelinck orkest" is verrassend hoog en speelde met veel enthousiasme. Het klaterend applaus na afloop was dan ook welverdiend.
Als toegift was er een Oekraïens liedje uit de jaren '70, dat gezongen werd door bariton Iurii Samailov, samen met de altviolist, die het lied voor het orkest had gearrangeerd. Tot besluit van dit zeer goede concert mocht het publiek, toen deze toegift voor de tweede keer gespeeld werd, meezingen. Dat liet ik me uiteraard geen twee keer zeggen....
Thuisgekomen kon ik met Ada vrij snel aan tafel, want we moesten meteen weer op pad. We fietsten naar het Centraal Station in Leiden, waar we de trein naar Amsterdam-Zuid namen en na een korte wandeling de tram naar "Het Concertgebouw". Samen met onze oudste dochter gingen we luisteren naar onze jongste dochter, die trompet speelt in het "Sweelinck orkest".
Dit studentenorkest speelde een vijftal werken van Gustav Mahler, "Simfonisches Praeludium" en "Lieder eines fahrenden Gesellen" en na de pauze de "Eerste symfonie in C-mineur" van Johannes Brahms.
Het niveau van het "Sweelinck orkest" is verrassend hoog en speelde met veel enthousiasme. Het klaterend applaus na afloop was dan ook welverdiend.
Als toegift was er een Oekraïens liedje uit de jaren '70, dat gezongen werd door bariton Iurii Samailov, samen met de altviolist, die het lied voor het orkest had gearrangeerd. Tot besluit van dit zeer goede concert mocht het publiek, toen deze toegift voor de tweede keer gespeeld werd, meezingen. Dat liet ik me uiteraard geen twee keer zeggen....
donderdag 23 juni 2011
Bejaardengymnastiek
Er komt een moment, dat we er aan moeten geloven: bejaardengymnastiek! Ondanks dat ik ruim een maand geleden de marathon van Leiden gelopen had, was het voor mij dan ook zo ver....
Tussen de flinke buien door liep ik op deze herfstachtige zomermorgen naar station "De Vink", waar met een kleine wals de laatste hand gelegd werd aan dit deel van de Velostrada. Met de spetters op mijn kop had ik daar geen tijd voor. Ik liep langs de kale zandvlakte, waar een half jaar geleden nog het gebouw van "Het Kompas" had gestaan, waar Ada en ik op 20 maart 1983 ons bruiloftsfeest gevierd hadden. Het gebouw is inmiddels volledig gesloopt, ons huwelijk daarentegen is gelukkig nog springlevend.
Ik liep door naar het tijdelijke schoolgebouw tegenover de honkbalvelden. De hele school was uitgelopen. Twee juffen werden door alle kinderen en leerkrachten uitgezwaaid op "Camping Het Kompas". Voor Marijke Goudriaan en Anke Swager in de camper plaats mochten nemen, was er ochtendgymnastiek, voor de gelegenheid omgedoopt in bejaardengymnastiek. Op een tergend langzaam pianodeuntje werd de bejaardengymnastiek onder grote hilariteit uitgevoerd.
Terwijl beide juffen zich opmaakten om in de camper plaats te nemen, voordat de complete schoolbevolking in wandelcolonne naar "de Ontmoeting" zou gaan, vervolgde ik mijn rondje hardlopen richting Korte Vliet, terwijl "Ik ben vandaag zo vrolijk" uit de geluidsboxen schalde.
Tussen de flinke buien door liep ik op deze herfstachtige zomermorgen naar station "De Vink", waar met een kleine wals de laatste hand gelegd werd aan dit deel van de Velostrada. Met de spetters op mijn kop had ik daar geen tijd voor. Ik liep langs de kale zandvlakte, waar een half jaar geleden nog het gebouw van "Het Kompas" had gestaan, waar Ada en ik op 20 maart 1983 ons bruiloftsfeest gevierd hadden. Het gebouw is inmiddels volledig gesloopt, ons huwelijk daarentegen is gelukkig nog springlevend.
Ik liep door naar het tijdelijke schoolgebouw tegenover de honkbalvelden. De hele school was uitgelopen. Twee juffen werden door alle kinderen en leerkrachten uitgezwaaid op "Camping Het Kompas". Voor Marijke Goudriaan en Anke Swager in de camper plaats mochten nemen, was er ochtendgymnastiek, voor de gelegenheid omgedoopt in bejaardengymnastiek. Op een tergend langzaam pianodeuntje werd de bejaardengymnastiek onder grote hilariteit uitgevoerd.
Terwijl beide juffen zich opmaakten om in de camper plaats te nemen, voordat de complete schoolbevolking in wandelcolonne naar "de Ontmoeting" zou gaan, vervolgde ik mijn rondje hardlopen richting Korte Vliet, terwijl "Ik ben vandaag zo vrolijk" uit de geluidsboxen schalde.
woensdag 22 juni 2011
De langste dag
Een van de beste boeken over de Tweede Wereldoorlog, waarover een hele bibliotheek is volgeschreven, is "De langste dag" van Cornelius Ryan. Het boek is ook succesvol verfilmd en wordt regelmatig herhaald op de televisie.
In het klassieke boek beschrijft Cornelius Ryan de gebeurtenissen op 6 juni 1944, toen de invasie, die de bevrijding van West-Europa van het Nazi-juk inluidde, vanuit verschillende invalshoeken. Tal van direct betrokkenen komen in deze klassieker aan het woord, waarbij één ding duidelijk was: D-day had makkelijk kunnen mislukken!
Gisteren hadden wij op het noordelijk halfrond onze langste dag. En op onze eigen D-day, droogtrainingsdag, hadden we de langste droogtraining.
We begonnen de training met sprongoefeningen op de trappen van Leiden-Lammenschans.
Na deze zware serie van 10 oefeningen liepen we naar Cronesteyn, waar we de hilarische oefeningen op de touwladder, vermomd als coördinatietraining, voor onze kiezen kregen.
Op een bruggetje trainden we in de elastieken onze beenspieren, door met forse tegendruk schaatsstappen na te bootsen.
Een blokje veldoefeningen volgde, met opdrukken, ganzenpas en een serie buikspieroefeningen.
Om kwart over 9 liepen we terug naar "De Bult", waarbij Robert Nozeman, die vorige week 75 km had gelopen bij de Roparun, Hans Boers en ik nog een extra blokje in Cronesteyn liepen en tot slot de klim van "De Bult" namen. We wilden de 2 uur volmaken, want bij de langste dag hoort immers de langste training....
zondag 19 juni 2011
Brocéliande
Over een paar weken begint het spektakel van de jaarlijkse wielerwedstrijd door Frankrijk weer. Uiteraard is er veel belangstelling voor de Tour de France, zeker nu er een lichting goede Nederlandse klimmers zit aan te komen.
Op Radio 1, de sport- en actualiteitenzender, wordt reclame gemaakt om te stemmen op je favoriete Franstalige nummers. Je mag uit een lijst van 100 nummers er 10 aanklikken, welke jij het mooiste vindt. Het eerste nummer van mijn keuze is "Complainte pour Ste Catherine" van de Canadese zusjes Kate & Anna MacGarrigle.
Dit nummer hoor je nog wel een enkele keer op de radio. Zeker bij Radio Tour de France, als er veel Franstalige muziek gedraaid wordt, die je de rest van het jaar niet te horen krijgt.
Maar te midden van al deze chansons ontbreekt steevast mijn favoriet bij de vijf liedjes, die je zelf mag invullen: Alan Stivell. Deze Breton is de eerste bespeler van de Keltische harp. Zijn vader bouwde naar oude illustraties als eerste weer dit instrument, dat al 4 eeuwen in de vergetelheid was geraakt. De mystieke sfeer van dit instrument is te horen op de cd "Renaissance de la harpe celtique".
Daarnaast is Stivell, die in 1975 optrad bij Pinkpop, de grondlegger van de Keltenrock, met de prachtige cd "Chemins de terre".
Een schitterende cd, maar het allermooiste nummer van Alan Stivell, en voor mij persoonlijk het allermooiste Franstalige nummer is en blijft zijn meesterwerk "Brocéliande", het geheimzinnige bos in het binnenland van Bretagne, waarin de uit de sagen van koning Arthur bekende tovenaar Merlijn zou zijn verdwenen, betoverd door de fee Viviane.
Laat u ook betoveren door "Brocéliande".
Op Radio 1, de sport- en actualiteitenzender, wordt reclame gemaakt om te stemmen op je favoriete Franstalige nummers. Je mag uit een lijst van 100 nummers er 10 aanklikken, welke jij het mooiste vindt. Het eerste nummer van mijn keuze is "Complainte pour Ste Catherine" van de Canadese zusjes Kate & Anna MacGarrigle.
Dit nummer hoor je nog wel een enkele keer op de radio. Zeker bij Radio Tour de France, als er veel Franstalige muziek gedraaid wordt, die je de rest van het jaar niet te horen krijgt.
Maar te midden van al deze chansons ontbreekt steevast mijn favoriet bij de vijf liedjes, die je zelf mag invullen: Alan Stivell. Deze Breton is de eerste bespeler van de Keltische harp. Zijn vader bouwde naar oude illustraties als eerste weer dit instrument, dat al 4 eeuwen in de vergetelheid was geraakt. De mystieke sfeer van dit instrument is te horen op de cd "Renaissance de la harpe celtique".
Daarnaast is Stivell, die in 1975 optrad bij Pinkpop, de grondlegger van de Keltenrock, met de prachtige cd "Chemins de terre".
Een schitterende cd, maar het allermooiste nummer van Alan Stivell, en voor mij persoonlijk het allermooiste Franstalige nummer is en blijft zijn meesterwerk "Brocéliande", het geheimzinnige bos in het binnenland van Bretagne, waarin de uit de sagen van koning Arthur bekende tovenaar Merlijn zou zijn verdwenen, betoverd door de fee Viviane.
Laat u ook betoveren door "Brocéliande".
Nagenieten
Mijn zaterdagdienst bij de bibliotheek had ik met vorige week geruild, dus we konden op deze herfstachtige zaterdagochtend lekker wat langer blijven liggen. Bij het ontbijt zaten we nog volop na te genieten. De uitvoering van "Die Schöpfung" was geslaagd en dat geeft een hoop positieve energie. Onder het eten praatten we er nog over na, terwijl we keken naar de de twee merels, die in onze tuin bij hun moeder om voedsel zaten te bedelen. "Ons kleine paradijsje", merkte ik op.
Tussen de buien door deed ik wat boodschappen, waarna ik op buienradar keek, wat het beste moment was om te gaan hardlopen. Het begin van de middag beloofde droog te worden, dus om kwart voor 12 deed ik een rondje Papelaan. Langs de A44 liep ik naar de Papelaan toe, waar de zon zowaar door de wolken brak. Via de Velostrada liep ik weer naar de Stevenshofpolder terug, waar ik de w.c.'s schoonmaakte. Het is natuurlijk al een voedingsbodem voor bacillen, moet geen paradijs voor bacteriën worden. Daarna kon ik mezelf onder de douche van bacteriën en zweetluchten ontdoen.
's Avonds wandelden Ada en ik naar station De Vink, waar we de trein naar Den Haag pakten.
We gingen naar de Anton Philipszaal, waar onze jongste dochter een optreden had met het Viotta Jeugdorkest. Ze speelde trompet in "Pathétique" van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski.
In het voorprogramma speelde het juniorenensemble een achttal kortere werken, waaronder "In the hall of the mountain king" uit de "Peer Gynt suite" van Edvard Grieg.
Aansluitend speelde het Viotta Jeugdensemble Adagio uit "Spartacus" van Aram Khachaturian. Bij de meeste mensen is de muziek beter bekend als intromuziek uit de lang lopende serie "Onedin Line", die in de jaren '70 10 jaar lang op de televisie te zien was en daarna nog een aantal keren herhaald.
Wij kregen ook veel vocht te zien, toen we naar Den Haag Centraal wandelden. Een minuut of 5 kwam het water met bakken uit de hemel vallen. Onder een afdakje scholen wij, tot het ergste voorbij was.
Terug in de Stevenshof zagen we een aantal bliksemflitsen rood aftekenen tegen de paarse lucht. We waren net thuis, toen de bui losbarstte.
Tussen de buien door deed ik wat boodschappen, waarna ik op buienradar keek, wat het beste moment was om te gaan hardlopen. Het begin van de middag beloofde droog te worden, dus om kwart voor 12 deed ik een rondje Papelaan. Langs de A44 liep ik naar de Papelaan toe, waar de zon zowaar door de wolken brak. Via de Velostrada liep ik weer naar de Stevenshofpolder terug, waar ik de w.c.'s schoonmaakte. Het is natuurlijk al een voedingsbodem voor bacillen, moet geen paradijs voor bacteriën worden. Daarna kon ik mezelf onder de douche van bacteriën en zweetluchten ontdoen.
's Avonds wandelden Ada en ik naar station De Vink, waar we de trein naar Den Haag pakten.
We gingen naar de Anton Philipszaal, waar onze jongste dochter een optreden had met het Viotta Jeugdorkest. Ze speelde trompet in "Pathétique" van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski.
In het voorprogramma speelde het juniorenensemble een achttal kortere werken, waaronder "In the hall of the mountain king" uit de "Peer Gynt suite" van Edvard Grieg.
Aansluitend speelde het Viotta Jeugdensemble Adagio uit "Spartacus" van Aram Khachaturian. Bij de meeste mensen is de muziek beter bekend als intromuziek uit de lang lopende serie "Onedin Line", die in de jaren '70 10 jaar lang op de televisie te zien was en daarna nog een aantal keren herhaald.
Wij kregen ook veel vocht te zien, toen we naar Den Haag Centraal wandelden. Een minuut of 5 kwam het water met bakken uit de hemel vallen. Onder een afdakje scholen wij, tot het ergste voorbij was.
Terug in de Stevenshof zagen we een aantal bliksemflitsen rood aftekenen tegen de paarse lucht. We waren net thuis, toen de bui losbarstte.
zaterdag 18 juni 2011
Die Schöpfung
Na een voorbereidingstijd van ruim 5 maanden was het dan zo ver: de uitvoering van "Die Schöpfung" van Joseph Haydn in de Hooglandse kerk.
De generale repetitie van donderdagavond had ons behoorlijk veel vertrouwen gegeven, maar je weet het nooit 100% zeker. Soms ga je als koor toch te veel jagen of val je niet op tijd in.
Gelukkig hield dirigent Paul Valk ons deze avond scherp.
We waren, net als bij "Das Paradies und die Peri", geheel in het zwart gekleed, op een geel accent na. Ik droeg het gele Tour de France-shirt. Ja, er kan er maar een zijn met de gele trui om de schouders....
Na de fikse regenbuien onder het eten trokken Ada en ik onze regenbroeken aan om naar de hieronder zo fraai door Wierd Wagenmakers weergegeven Hooglandse kerk te fietsen.
Bij het inzingen gebruikte Paul Valk allerlei spelletjes om ons te laten reageren op zijn armgebaren. "Als je gaat reageren op geluid, ben je te laat!" hield deze Amsterdamse dirigent ons voor. Tot slot zongen we nog een paar fragmenten, voor we ons nog even konden verpozen met de bekenden onder de 800 personen, die naar onze uitvoering kwamen luisteren, waaronder onze dochters mijn schoonouders en mijn zussen Annie en Joke. Onder hen was de bezitter van toegangskaart 235.
Onder de vele bekenden waren ook mijn muzikale collega Monique Kromhout en Maria Nieuwenhuis, het immer enthousiaste IJVL-lid.
Om kwart over 8 was het uur U aangebroken.
De dirigent kwam met de 3 solisten het podium opgestapt en het orkest begon aan de ouverture. Gezeten naast mijn trainingsmaat Sjaak Stuijt konden we gaan genieten van dit muzikale meesterwerk, waaraan wij een kleine bijdrage konden leveren, samen met 200 andere koorleden. We delen dus niet alleen de passie voor het schaatsen, vooral op natuurijs, maar ook voor de muziek.
Het gedeelte tot de pauze verliep goed. Het ging nog beter dan tijdens de generale repetitie van dit op "Paradise lost" van John Milton gebaseerde oratorium.
Tijdens de Engelse les in 5 HAVO op "De la Salle" liet docent Pim Hanegraaf de naam John Milton een aantal malen vallen.
Tijdens de pauze gaf Arien Stuijt, de zoon van Sjaak, ons een heel andere kijk op "Die Schöpfung": "Het is gewoon plagiaat. Het verhaal ken ik al uit de Bijbel."
Desondanks begonnen we aan de tweede helft van de uitvoering, die, op een paar kleine schoonheidsfoutjes na, nog beter ging dan het gedeelte voor de pauze.
Hierin zat ook het prachtige duet van Adam en Eva, die elkaar met in hun eenvoud prachtige zinnen de liefde verklaren: "Mit dit, mit dir erhöht sich jede Freude, mit dir, mit dir geniess' ich doppelt sie".
Ada, met jou aan mijn zijde klopt dit helemaal!!!
Echter, één zinsnede uit de mond van Eva heeft Ada nog niet helemaal begrepen: "Dein Will ist mir Gesetz. So hat's der Herr bestimmt, und dir gehorchen bringt mir Freude, Glück und Ruhm."
Trouwens, om helemaal in de sfeer van het paradijs te komen, hadden we natuurlijk het gedeelte na de pauze in Adamskostuum moeten zingen.
Ook al had het me geld uitgespaard voor het kopen van zwarte kleding, toch vond ik het niet erg, dat het bestuur van de Leidse koorprojecten ons deze "kledingstijl" niet had opgedragen.
Het was namelijk niet echt behaaglijk in de Hooglandse kerk.
Met enige spanning keken we uit naar de fuga, waarmee we donderdagavond de mist in gingen, maar dit ging ook vrij probleemloos, waarna we vol overgave begonnen aan het slotdeel met "Amen, Amen".
Na het klaterend applaus kletsten we even bij met onze familieleden, alvorens we ons naar het Hooglandse huis begaven voor een welverdiende afzakker. Om half 1 reden twee schepselen naar huis, moe maar voldaan!
vrijdag 17 juni 2011
"Voor een generale gaat het beangstigend goed!"
Met Ada fietste ik rond een uur of 7 naar de fraaie, Middeleeuwse Hooglandse kerk, waar om half 8 de generale repetitie van "Die Schöpfung" gepland stond.
Na een half jaar oefenen wordt het ineens allemaal anders. De enorme nagalm in deze Gothische kerk, het repeteren met orkest en solisten en een andere opstelling, dan je gewend bent. Maar ingesloten tussen tenoren en sopranen zaten mijn trainingsmaat Sjaak Stuijt en ik wel weer naast elkaar.
Desondanks ging het allemaal beter dan verwacht. Natuurlijk zaten er her en der wat schoonheidsfoutjes, maar als geheel ging het behoorlijk goed. Zo goed zelfs, dat dirigent Paul Valk na de pauze zei: "Voor een generale gaat het beangstigend goed!"
Nu wordt wel gezegd: een goede generale geeft een slechte uitvoering, hetgeen ook uit de sport wel voorkomt. Een mentale kwestie. Een elftal, wat in de halve finale een wereldpartij speelt en dan denkt: "We zijn er al!", om vervolgens in de finale schlemielig te verliezen. Denk bijvoorbeeld aan het Nederlands elftal van 1974, ons nationale trauma van de verloren finale tegen Duitsland.
Maar op de valreep wisten we dit te voorkomen.
De lange fuga in het slotnummer ging dusdanig de mist in, dat Paul Valk het nummer stil legde en liet herhalen. We staan weer op scherp....
Na een half jaar oefenen wordt het ineens allemaal anders. De enorme nagalm in deze Gothische kerk, het repeteren met orkest en solisten en een andere opstelling, dan je gewend bent. Maar ingesloten tussen tenoren en sopranen zaten mijn trainingsmaat Sjaak Stuijt en ik wel weer naast elkaar.
Desondanks ging het allemaal beter dan verwacht. Natuurlijk zaten er her en der wat schoonheidsfoutjes, maar als geheel ging het behoorlijk goed. Zo goed zelfs, dat dirigent Paul Valk na de pauze zei: "Voor een generale gaat het beangstigend goed!"
Nu wordt wel gezegd: een goede generale geeft een slechte uitvoering, hetgeen ook uit de sport wel voorkomt. Een mentale kwestie. Een elftal, wat in de halve finale een wereldpartij speelt en dan denkt: "We zijn er al!", om vervolgens in de finale schlemielig te verliezen. Denk bijvoorbeeld aan het Nederlands elftal van 1974, ons nationale trauma van de verloren finale tegen Duitsland.
Maar op de valreep wisten we dit te voorkomen.
De lange fuga in het slotnummer ging dusdanig de mist in, dat Paul Valk het nummer stil legde en liet herhalen. We staan weer op scherp....
donderdag 16 juni 2011
Maansverduistering
De volledige maansverduistering hebben we gisterenavond door de boven de horizon hangende bewolking gemist.
Maar volgens Jaap de Gorter was het niet meer dan logisch, dat onheil ons deel zou zijn op deze woensdagavond. In de meest scherpe bewoordingen had hij ons gewaarschuwd voor de ernst van de situatie: we zouden skeelerles krijgen van Jos Fugers!
Denk nu niet, dat Jaap en Jos niet samen door één deur kunnen. Dat lukt best, mits de deur maar breed genoeg is.
Voor ik aan de skeelertraining kon gaan beginnen, had ik een aardige fietstocht voor de boeg. Ik moest de toegangskaartjes voor "Die Schöpfung" bij mijn schoonouders in Voorschoten brengen. Na zondag over de fietssnelweg Velostrada gelopen en geskeelerd te hebben, deed ik nu, waarvoor deze in eerste instantie is aangelegd: fietsen.
Langs de Vliet vervolgde ik vervolgens de weg naar Leiderdorp.
Het hemelgewelf betrok met sluierbewolking, toen wij begonnen aan de training, die we volgens Jaap met angst en beven tegemoet moesten zien. Maar dat viel alleszins mee. Er stond, net als vorige week, een vrij stevige wind. Dat betekende, dat we net als vorige week, vaak tegen de wind in moesten versnellen. Hetgeen toch wat weg heeft van een heuse natuurijstraining.
Het was, kortom, een echte JOS-dag.
Jaap, het zal mogelijk ons masochisme zijn, maar de deelnemers hebben genoten van de skeelertraining van Jos Fugers.
woensdag 15 juni 2011
"Je moet doorzakken, Bert!"
Dinsdag is mijn vaste trainingsavond. Zo begaf ik me gisteren met Jos Drabbels naar "De Bult" voor de wekelijkse droogtraining van de IJVL. We hadden met Iefke van Unen een nieuwe ster aan het firmament, terwijl Arien Stuijt helemaal uit Breda overgekomen was om weer eens met ons te kunnen trainen. Zeer gezellig.
En terecht, want het was weer een gevarieerde training. Na een blokje sprongoefeningen op de trappen van station Lammenschans liepen we naar Cronesteyn, waar onze coördinatie flink beproefd werd op de touwladder. Voor het sluitstuk van deze bijna 2 uur durende training, de bochtstappen in de elastieken, was er een blokje veldwerk, waarbij de buik- en rugspieren aan de beurt kwamen.
Bij een van deze oefeningen, die ik kennelijk niet geheel naar behoren uitvoerde, kreeg ik te horen: "Je moet doorzakken, Bert!"
In mijn jeugdjaren had ik deze aanwijzing niet bepaald nodig....
En terecht, want het was weer een gevarieerde training. Na een blokje sprongoefeningen op de trappen van station Lammenschans liepen we naar Cronesteyn, waar onze coördinatie flink beproefd werd op de touwladder. Voor het sluitstuk van deze bijna 2 uur durende training, de bochtstappen in de elastieken, was er een blokje veldwerk, waarbij de buik- en rugspieren aan de beurt kwamen.
Bij een van deze oefeningen, die ik kennelijk niet geheel naar behoren uitvoerde, kreeg ik te horen: "Je moet doorzakken, Bert!"
In mijn jeugdjaren had ik deze aanwijzing niet bepaald nodig....
zondag 12 juni 2011
Velostrada
Na een banaan gegeten te hebben, ging ik op deze mooiste dag van het Pinksterweekeinde een stuk hardlopen. Gisteren had ik gezien, dat de hekken bij de Velostrada open stonden, dus dit was een mooie gelegenheid om het stuk langs de spoorbaan naar Voorschoten over de fietssnelweg tussen Leiden en Den Haag te verkennen.
Vanuit huis is het 4 km lopen naar station Voorschoten, dus in totaal liep ik ruim 8 kilometer, voor ik, na me gedoucht te hebben, met Ada aan het ontbijt zat.
's Middags ging Ada in de tuin werken. De heg werd aan een kant gesnoeid. Gezien de weersverwachtingen voor morgen was dit een mooi moment om de Velostrada uit te testen.
Om kwart over 2 skeelerde ik over het fietspad langs de rand van de Stevenshofpolder, waar Rijksweg 11 West dreigt te komen, naar station "De Vink", waar ik een van de eerste skeeleraars was op de Velostrada.
Hier is het onderzoeksrapport van het eerste consumentenonderzoek naar de Velostrada.
Het eerste gedeelte was erg mooi, ondanks dat er her en der nog grond op het skeelerasfalt lag. Met lange slagen reed ik over het spiegelgladde asfalt, waar veel bochten uit gehaald waren.
Jaap de Gorter had het ontworpen kunnen hebben. Tot zwembad "Het Wedde" waren er geen obstakels. De houten brug moet je voorzichtig benaderen. De tegels sluiten niet goed aan op de houten balken van de brug. Je moet er dus op stappen en niet op rijden!
Je slaat rechtsaf langs het water en hebt dan weer een heerlijk breed fietspad tot je beschikking tot de eerste brug, waar je overheen moet. Hier is het asfalt net voor je de houten brug op rijdt slecht. Voorzichtigheid is hier geboden. En dat geldt helemaal, als je halverwege de weilanden aan weerszijden bent. Hier liggen 2 veeroosters vlak na elkaar. Aan de rechterkant zijn 2 houten klaphekjes, waardoor je de veeroosters veilig kunt passeren.
Het stuk tot voorbij het parkeerterrein van de tennisvereniging is prima skeelerasfalt. Daarna komt een stuk grover asfalt. Met schaatsen zou je zeggen: "Warme voetenijs." Na een meter of 500 krijg je een serie betonnen platen, die vermoedelijk voor de aanleg van de luxe woonwijk, die momenteel op de voormalige voetbalvelden van SVLV verrijst.
Aan het einde van de asfaltplaten steek je een rustig weggetje naar een parkeerplaats schuin links over. Op dit weggetje ligt vrij veel zand. Er volgt een stukje glad asfalt, wat al vrij snel overgaat in grof rood asfalt. Hier klim en daal je pal voor station Voorschoten langs. Na de bocht naar links in de afdaling ga je rechtsaf, waar prima skeelerasfalt ligt tot vlak voor de Horstlaan. Het laatste stuk asfalt is van mindere kwaliteit.
Nu volgt een van de lastige obstakels: de tunnel onder het spoor door. De helling is redelijk steil, dus voorzichtig beginnen, want de tunnel heeft een flauwe bocht, waardoor er plotseling een auto voor je op kan doemen. Zorg dus voor speling in je remweg.
Na de klim uit de tunnel sla je linksaf. Je hebt weer prima skeelerasfalt. Je gaat aan het eind linksaf door een fietstunnel onder het spoor door.
Over spiegelglad rood asfalt rijd je langs de voetbalvelden van SEV en zie je dit bord staan.
Aan het eind van deze weg is het gedaan met de pret. De rest van de Velostrada zal vermoedelijk pas in het najaar aangelegd gaan worden door de gemeente Leidschendam-Voorburg. Op de weg was skeeleren niet fijn. Er lagen klinkers in een visgraatmotief. Ik skeelerde dus over de stoep met niet overal vlak liggende tegels. Zo'n 2 kilometer ploeterde ik voort langs de Zijdesingel, Duivenvoorde en Kastelenring in Leidschendam, tot ik aan een mooi stuk asfalt kwam van zo'n 500 meter lengte. Vlak na de afslag van het fietspad naar Wassenaar langs de Landscheidingsweg met vermoedelijk ook goed skeelerasfalt, hield het skeelerasfalt weer op. Met station Mariahoeve op een paar honderd meter afstand vond ik het welletjes.
Ik reed in een rustig tempo terug over de stoep, tot ik bij de Kastelenring een geasfalteerd voetpad vond, ongeveer ter hoogte van het huis van Hans Boers.Het asfalt was zeer matig, maar na het oversteken van de trambaan en een drukke weg kwam er een fietspad met beter rood asfalt en gladde betonnen platen. Zo skeelerde ik tot de straat, waar Hans woont. Helaas was hij niet thuis. Hij was een stukje fietsen met Morena. Gelijk heeft die!
Over het fietspad skeelerde ik tot het fietspad ophield. Ik sloeg linksaf richting Voorschoten. Het eerste stuk was matig wegdek in diverse varianten, maar bij het uitrijden van Leidschendam had je langs de Veurseweg weer prima skeelerasfalt. Net als op de Velostrada kon ik hier weer fietsers inhalen.
Bij de Kniplaan nam ik de tunnel onder de Veurseweg en via de Horstlaan kwam ik weer op de Velostrada langs het spoor. Over grotendeels prima skeelerasfalt rolde ik langs de inmiddels genoemde knelpunten in de route naar huis toe.
Nu eindigt ieder consumentenonderzoek met een aanbeveling. De aanbeveling voor skeeleraars op de Velostrada luidt: rij komend uit Leiden vooralsnog niet helemaal door tot Leidschendam, maar sla bij de Horstlaan linksaf, neem het tunneltje onder de Veurseweg, rij de Kniplaan uit tot over de hoge brug over de Vliet en pik hier het rondje Vlietlanden op.
En als je de volledige ronde te ver vindt worden, dan beperk je je tot een rondje Vogelplas. Want skeeleren is een uitstekende training voor heel veel rondjes Vogelplas.
Vanuit huis is het 4 km lopen naar station Voorschoten, dus in totaal liep ik ruim 8 kilometer, voor ik, na me gedoucht te hebben, met Ada aan het ontbijt zat.
's Middags ging Ada in de tuin werken. De heg werd aan een kant gesnoeid. Gezien de weersverwachtingen voor morgen was dit een mooi moment om de Velostrada uit te testen.
Om kwart over 2 skeelerde ik over het fietspad langs de rand van de Stevenshofpolder, waar Rijksweg 11 West dreigt te komen, naar station "De Vink", waar ik een van de eerste skeeleraars was op de Velostrada.
Hier is het onderzoeksrapport van het eerste consumentenonderzoek naar de Velostrada.
Het eerste gedeelte was erg mooi, ondanks dat er her en der nog grond op het skeelerasfalt lag. Met lange slagen reed ik over het spiegelgladde asfalt, waar veel bochten uit gehaald waren.
Jaap de Gorter had het ontworpen kunnen hebben. Tot zwembad "Het Wedde" waren er geen obstakels. De houten brug moet je voorzichtig benaderen. De tegels sluiten niet goed aan op de houten balken van de brug. Je moet er dus op stappen en niet op rijden!
Je slaat rechtsaf langs het water en hebt dan weer een heerlijk breed fietspad tot je beschikking tot de eerste brug, waar je overheen moet. Hier is het asfalt net voor je de houten brug op rijdt slecht. Voorzichtigheid is hier geboden. En dat geldt helemaal, als je halverwege de weilanden aan weerszijden bent. Hier liggen 2 veeroosters vlak na elkaar. Aan de rechterkant zijn 2 houten klaphekjes, waardoor je de veeroosters veilig kunt passeren.
Het stuk tot voorbij het parkeerterrein van de tennisvereniging is prima skeelerasfalt. Daarna komt een stuk grover asfalt. Met schaatsen zou je zeggen: "Warme voetenijs." Na een meter of 500 krijg je een serie betonnen platen, die vermoedelijk voor de aanleg van de luxe woonwijk, die momenteel op de voormalige voetbalvelden van SVLV verrijst.
Aan het einde van de asfaltplaten steek je een rustig weggetje naar een parkeerplaats schuin links over. Op dit weggetje ligt vrij veel zand. Er volgt een stukje glad asfalt, wat al vrij snel overgaat in grof rood asfalt. Hier klim en daal je pal voor station Voorschoten langs. Na de bocht naar links in de afdaling ga je rechtsaf, waar prima skeelerasfalt ligt tot vlak voor de Horstlaan. Het laatste stuk asfalt is van mindere kwaliteit.
Nu volgt een van de lastige obstakels: de tunnel onder het spoor door. De helling is redelijk steil, dus voorzichtig beginnen, want de tunnel heeft een flauwe bocht, waardoor er plotseling een auto voor je op kan doemen. Zorg dus voor speling in je remweg.
Na de klim uit de tunnel sla je linksaf. Je hebt weer prima skeelerasfalt. Je gaat aan het eind linksaf door een fietstunnel onder het spoor door.
Over spiegelglad rood asfalt rijd je langs de voetbalvelden van SEV en zie je dit bord staan.
Aan het eind van deze weg is het gedaan met de pret. De rest van de Velostrada zal vermoedelijk pas in het najaar aangelegd gaan worden door de gemeente Leidschendam-Voorburg. Op de weg was skeeleren niet fijn. Er lagen klinkers in een visgraatmotief. Ik skeelerde dus over de stoep met niet overal vlak liggende tegels. Zo'n 2 kilometer ploeterde ik voort langs de Zijdesingel, Duivenvoorde en Kastelenring in Leidschendam, tot ik aan een mooi stuk asfalt kwam van zo'n 500 meter lengte. Vlak na de afslag van het fietspad naar Wassenaar langs de Landscheidingsweg met vermoedelijk ook goed skeelerasfalt, hield het skeelerasfalt weer op. Met station Mariahoeve op een paar honderd meter afstand vond ik het welletjes.
Ik reed in een rustig tempo terug over de stoep, tot ik bij de Kastelenring een geasfalteerd voetpad vond, ongeveer ter hoogte van het huis van Hans Boers.Het asfalt was zeer matig, maar na het oversteken van de trambaan en een drukke weg kwam er een fietspad met beter rood asfalt en gladde betonnen platen. Zo skeelerde ik tot de straat, waar Hans woont. Helaas was hij niet thuis. Hij was een stukje fietsen met Morena. Gelijk heeft die!
Over het fietspad skeelerde ik tot het fietspad ophield. Ik sloeg linksaf richting Voorschoten. Het eerste stuk was matig wegdek in diverse varianten, maar bij het uitrijden van Leidschendam had je langs de Veurseweg weer prima skeelerasfalt. Net als op de Velostrada kon ik hier weer fietsers inhalen.
Bij de Kniplaan nam ik de tunnel onder de Veurseweg en via de Horstlaan kwam ik weer op de Velostrada langs het spoor. Over grotendeels prima skeelerasfalt rolde ik langs de inmiddels genoemde knelpunten in de route naar huis toe.
Nu eindigt ieder consumentenonderzoek met een aanbeveling. De aanbeveling voor skeeleraars op de Velostrada luidt: rij komend uit Leiden vooralsnog niet helemaal door tot Leidschendam, maar sla bij de Horstlaan linksaf, neem het tunneltje onder de Veurseweg, rij de Kniplaan uit tot over de hoge brug over de Vliet en pik hier het rondje Vlietlanden op.
En als je de volledige ronde te ver vindt worden, dan beperk je je tot een rondje Vogelplas. Want skeeleren is een uitstekende training voor heel veel rondjes Vogelplas.
Focussen
Ik heb al eens vaker vermeld, dat zingen een uitstekende oefening is voor het sporten. Buiten het feit, dat je je ademhaling goed leert beheersen en je longen volledig gebruiken, vraagt het ook concentratie.
Gisteren bij het oefenen voor "Die Schöpfung" zei dirigent Paul Valk op een gegeven moment: "Je moet je focussen!"
En om het nog helder te zeggen: "Tijdens de uitvoering moet je als het ware in een tunneltje naar de dirigent kijken." Een schaatscoach zou dezelfde beeldspraak kunnen gebruiken om een schaatser mentaal goed voorbereid aan de start van een wedstrijd te krijgen.
In de eerste helft van de vorige eeuw schreef de befaamde sportjournalist Joris van den Bergh al een boek over dit fenomeen: "Mysterieuze krachten in de sport".
Als ik dit klassieke sportboek in een woord samen moet vatten, dan is dat het woord aandacht. Je moet met aandacht trainen, en je moet uiteraard je wedstrijden met aandacht spelen, lopen of rijden.
Je kunt het woord aandacht ook vervangen door het woord concentratie of het modernere focussen. Het komt allemaal op hetzelfde neer. Je moet je afsluiten voor bijzaken en je met aandacht concentreren op je focus.
Gisteren bij het oefenen voor "Die Schöpfung" zei dirigent Paul Valk op een gegeven moment: "Je moet je focussen!"
En om het nog helder te zeggen: "Tijdens de uitvoering moet je als het ware in een tunneltje naar de dirigent kijken." Een schaatscoach zou dezelfde beeldspraak kunnen gebruiken om een schaatser mentaal goed voorbereid aan de start van een wedstrijd te krijgen.
In de eerste helft van de vorige eeuw schreef de befaamde sportjournalist Joris van den Bergh al een boek over dit fenomeen: "Mysterieuze krachten in de sport".
Als ik dit klassieke sportboek in een woord samen moet vatten, dan is dat het woord aandacht. Je moet met aandacht trainen, en je moet uiteraard je wedstrijden met aandacht spelen, lopen of rijden.
Je kunt het woord aandacht ook vervangen door het woord concentratie of het modernere focussen. Het komt allemaal op hetzelfde neer. Je moet je afsluiten voor bijzaken en je met aandacht concentreren op je focus.
zaterdag 11 juni 2011
"Een beetje Breed zingen!"
Vanmiddag was de laatste reguliere repetitie voor "Die Schöpfung". Vanaf mijn werk in de bibliotheek van Katwijk aan den Rijn was ik met Janny Zierikzee naar de Lokhorstkerk gefietst. Onderweg hadden we een bui te pakken, maar gelukkig niet zo hard als tijdens onze zaterdagdienst. De deelnemers aan de Kippenloop, waaronder een tiental collega's, hadden het niet getroffen met het weer. Langs de Tjalmaweg passeerden wij een paar honderd wandelaars in regenkleding.
Bij het zingen kregen we van dirigent Paul Valk op een gegeven moment de opdracht: "Een beetje Breed zingen!" Tja, en dan is er in het koor van 200 personen natuurlijk maar één persoon, die dat echt goed kan!
We zongen "Die Schöpfung" twee keer: een keer van achteren naar voren, met het herhalen van de passages, die nog niet goed gingen, en na de pauze van voor naar achter. Het enthousiasme van de dirigent werkte aanstekelijk. Hierdoor gingen we steeds beter zingen. Kortom, wie vrijdagavond de uitvoering van "Die Schöpfung" in de Hooglandse kerk bij wil wonen: er zijn nog kaartjes te verkrijgen via de site van de stichting Leidse koorprojecen, en uiteraard vrijdagavond aan de ingang van de Hooglandse kerk.
Bij het zingen kregen we van dirigent Paul Valk op een gegeven moment de opdracht: "Een beetje Breed zingen!" Tja, en dan is er in het koor van 200 personen natuurlijk maar één persoon, die dat echt goed kan!
We zongen "Die Schöpfung" twee keer: een keer van achteren naar voren, met het herhalen van de passages, die nog niet goed gingen, en na de pauze van voor naar achter. Het enthousiasme van de dirigent werkte aanstekelijk. Hierdoor gingen we steeds beter zingen. Kortom, wie vrijdagavond de uitvoering van "Die Schöpfung" in de Hooglandse kerk bij wil wonen: er zijn nog kaartjes te verkrijgen via de site van de stichting Leidse koorprojecen, en uiteraard vrijdagavond aan de ingang van de Hooglandse kerk.
vrijdag 10 juni 2011
Elfstedentocht 1941
Tijdens het kijken op de site van de NOS of er nog wat nieuws was, stuitte ik op dit bericht: Het Fries Film Archief (FFA) heeft een film over de Elfstedentocht van 1941 in zijn bezit gekregen. Volgens het FFA zijn het mooie beelden van de wedstrijd en uniek materiaal van hoge Duitse officieren. De film werd gemaakt door de amateurfilmer Piet Wagter uit Sneek.Hij emigreerde in 1952 via Canada naar Amerika.
De film is te zien op de website van het FFA. Daar valt onder meer ook te lezen dat op de beelden een man te zien is die een opvallende gelijkenis vertoont met Hitler.
Het blijkt de Werner Friedrich Ross te zijn, de plaatsvervanger van Reichskommissar Seyss Inquart in Friesland.
Ik vond het te mooi, om het te laten liggen. Geniet van de beelden uit de tijd, toen de Duitse bezetters nog hun vriendelijke gezicht toonden. Een paar weken later, na de Februaristaking, met 18 voltrokken doodvonnissen als gevolg, was het definitief gedaan met deze "vriendelijkheid".
Verzetsman Jan Campert, de vader van auteur Remco Campert, schreef uit protest dit aangrijpende gedicht, voor mij één van de allermooiste uit de Nederlandse literatuur:
HET LIED DER ACHTTIEN DOODEN
Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
wel kleiner nog is het stuk grond,
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal,
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal den avond zien.
O lieflijkheid van licht en land,
van Holland's vrije kust,
eens door den vijand overmand
had ik geen uur meer rust.
Wat kan een man oprecht en trouw,
nog doen in zulk een tijd?
Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw
en strijdt den ijdlen strijd.
Ik wist de taak die ik begon,
een taak van moeiten zwaar,
maar't hart dat het niet laten kon
schuwt nimmer het gevaar;
het weet hoe eenmaal in dit land
de vrijheid werd geeerd,
voordat een vloekbre schennershand
het anders heeft begeerd.
Voordat die eeden breekt en bralt
het miss'lijk stuk bestond
en Holland's landen binnenvalt
en brandschat zijnen grond;
voordat die aanspraak maakt op eer
en zulk Germaansch gerief
ons volk dwong onder zijn beheer
en plunderde als een dief.
De Rattenvanger van Berlijn
pijpt nu zijn melodie, -
zoo waar als ik straks dood zal zijn
de liefste niet meer zie
en niet meer breken zal het brood
en slapen mag met haar-
verwerp al wat hij biedt of bood
die sluwe vogelaar.
Gedenkt die deze woorden leest
mijn makkers in den nood
en die hen nastaan 't allermeest
in hunnen rampspoed groot,
gelijk ook wij hebben gedacht
aan eigen land en volk -
er daagt een dag na elken nacht,
voorbij trekt iedre wolk.
Ik zie hoe't eerste morgenlicht
door 't hooge venster draalt.
Mijn God, maak mij het sterven licht-
en zoo ik heb gefaald
gelijk een elk wel falen kan,
schenk mij dan Uw gena,
opdat ik heenga als een man
als 'k voor de loopen sta.
De film is te zien op de website van het FFA. Daar valt onder meer ook te lezen dat op de beelden een man te zien is die een opvallende gelijkenis vertoont met Hitler.
Het blijkt de Werner Friedrich Ross te zijn, de plaatsvervanger van Reichskommissar Seyss Inquart in Friesland.
Ik vond het te mooi, om het te laten liggen. Geniet van de beelden uit de tijd, toen de Duitse bezetters nog hun vriendelijke gezicht toonden. Een paar weken later, na de Februaristaking, met 18 voltrokken doodvonnissen als gevolg, was het definitief gedaan met deze "vriendelijkheid".
Verzetsman Jan Campert, de vader van auteur Remco Campert, schreef uit protest dit aangrijpende gedicht, voor mij één van de allermooiste uit de Nederlandse literatuur:
HET LIED DER ACHTTIEN DOODEN
Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
wel kleiner nog is het stuk grond,
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal,
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal den avond zien.
O lieflijkheid van licht en land,
van Holland's vrije kust,
eens door den vijand overmand
had ik geen uur meer rust.
Wat kan een man oprecht en trouw,
nog doen in zulk een tijd?
Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw
en strijdt den ijdlen strijd.
Ik wist de taak die ik begon,
een taak van moeiten zwaar,
maar't hart dat het niet laten kon
schuwt nimmer het gevaar;
het weet hoe eenmaal in dit land
de vrijheid werd geeerd,
voordat een vloekbre schennershand
het anders heeft begeerd.
Voordat die eeden breekt en bralt
het miss'lijk stuk bestond
en Holland's landen binnenvalt
en brandschat zijnen grond;
voordat die aanspraak maakt op eer
en zulk Germaansch gerief
ons volk dwong onder zijn beheer
en plunderde als een dief.
De Rattenvanger van Berlijn
pijpt nu zijn melodie, -
zoo waar als ik straks dood zal zijn
de liefste niet meer zie
en niet meer breken zal het brood
en slapen mag met haar-
verwerp al wat hij biedt of bood
die sluwe vogelaar.
Gedenkt die deze woorden leest
mijn makkers in den nood
en die hen nastaan 't allermeest
in hunnen rampspoed groot,
gelijk ook wij hebben gedacht
aan eigen land en volk -
er daagt een dag na elken nacht,
voorbij trekt iedre wolk.
Ik zie hoe't eerste morgenlicht
door 't hooge venster draalt.
Mijn God, maak mij het sterven licht-
en zoo ik heb gefaald
gelijk een elk wel falen kan,
schenk mij dan Uw gena,
opdat ik heenga als een man
als 'k voor de loopen sta.
donderdag 9 juni 2011
"Je kunt het beste tegen de wind in versnellen!"
Bij het hardlopen langs de rand van de Stevenshofpolder en door Ter Wadding kwam ik op de terugweg René Strelzyn tegen, met wie ik wekelijks op donderdag train in de Leidse IJshal en regelmatig ergens in den lande op natuurijs schaats.
Na de 4 dagen kracht-duurtraining met een beladen fiets, of met een fietskar, voor de gelegenheid omgedoopt in strijdwagen, was dit na de rustdag op maandag alweer de derde dag op rij, dat ik trainde voor het komende schaatsseizoen.
Dinsdagavond was er de reguliere droogtraining met een unicum: Hans Boers was als eerste aanwezig. Pieter Smit had weer een zeer gevarieerde training in elkaar gezet, waarbij de touwladder weer voor hilarische momenten zorgde. Na een coördinatie-oefening met korte sprongetjes, waarbij je goed na moest denken over de volgorde van de stappen, moest je over een op het fietspad liggend touw met je heupen over het touw hangend heen en weer springen over het koord. Een uitstekende oefening voor de heupinzet.
Deze twee oefeningen werden na elkaar uitgevoerd, waarna je weer begon op het touwladder. Spontaan ontstaan er dan regelmatig nieuwe varianten. Iemand die net van het touw afkwam vroeg: "Is dat een nieuwe oefening?"
Daarna volgde nog een achttal oefeningen om de spieren sterker te maken, met tussendoor een half rondje lopen op ons veld in Cronesteyn. Samen met Frank Damen werkte ik die serie af.
Tot slot was er de bochtentraining in de elastieken. Kortom, een zeer gevarieerde training. Met voor de trainer zelf een gratis mentale training, dankzij de opmerking van Annerieke van der Beek: "Ik luister naar niemand!"
Gisterenavond was er weer skeeleren op de baan in Leiderdorp. Na een paar Steigerungen en wat bochtenwerk kwam Thijs Smit opdagen. Jaap de Gorter liet zien, dat hij als leidinggevende goed heeft leren delegeren. De rest van de training werd door Thijs verzorgd.
De eerste oefening was "ins and outs". Bij het ingaan en uitkomen van iedere bocht moest je 4 slagen zo hard mogelijk versnellen. Vermoeiend, maar wel leuk om te zien, hoe je met een paar slagen je snelheid al flink op kunt voeren.
Daarna volgde een oefening, waarbij je een gat dicht moest rijden.
"Je kunt het beste tegen de wind in versnellen. Voor de wind heeft iedereen al een hoge snelheid, dus daar kun je betrekkelijk weinig winst pakken. Tegen de wind in kun je een gat veel makkelijker dichtrijden dan met meewind!", zei deze marathonschaatser, die bij de laatste Alternatieve Elfstedentocht vijfde werd.
Bij het 10 minuten uitrijden leefde ik me uit in deze techniek. Het is zwaar, maar wel heel dankbaar.
Eén ding kan ik hier alvast stellen: mocht ik komende winter niet in vorm zijn, dan ligt het in ieder geval niet aan de familie Smit.
Na de 4 dagen kracht-duurtraining met een beladen fiets, of met een fietskar, voor de gelegenheid omgedoopt in strijdwagen, was dit na de rustdag op maandag alweer de derde dag op rij, dat ik trainde voor het komende schaatsseizoen.
Dinsdagavond was er de reguliere droogtraining met een unicum: Hans Boers was als eerste aanwezig. Pieter Smit had weer een zeer gevarieerde training in elkaar gezet, waarbij de touwladder weer voor hilarische momenten zorgde. Na een coördinatie-oefening met korte sprongetjes, waarbij je goed na moest denken over de volgorde van de stappen, moest je over een op het fietspad liggend touw met je heupen over het touw hangend heen en weer springen over het koord. Een uitstekende oefening voor de heupinzet.
Deze twee oefeningen werden na elkaar uitgevoerd, waarna je weer begon op het touwladder. Spontaan ontstaan er dan regelmatig nieuwe varianten. Iemand die net van het touw afkwam vroeg: "Is dat een nieuwe oefening?"
Daarna volgde nog een achttal oefeningen om de spieren sterker te maken, met tussendoor een half rondje lopen op ons veld in Cronesteyn. Samen met Frank Damen werkte ik die serie af.
Tot slot was er de bochtentraining in de elastieken. Kortom, een zeer gevarieerde training. Met voor de trainer zelf een gratis mentale training, dankzij de opmerking van Annerieke van der Beek: "Ik luister naar niemand!"
Gisterenavond was er weer skeeleren op de baan in Leiderdorp. Na een paar Steigerungen en wat bochtenwerk kwam Thijs Smit opdagen. Jaap de Gorter liet zien, dat hij als leidinggevende goed heeft leren delegeren. De rest van de training werd door Thijs verzorgd.
De eerste oefening was "ins and outs". Bij het ingaan en uitkomen van iedere bocht moest je 4 slagen zo hard mogelijk versnellen. Vermoeiend, maar wel leuk om te zien, hoe je met een paar slagen je snelheid al flink op kunt voeren.
Daarna volgde een oefening, waarbij je een gat dicht moest rijden.
Bij het 10 minuten uitrijden leefde ik me uit in deze techniek. Het is zwaar, maar wel heel dankbaar.
Eén ding kan ik hier alvast stellen: mocht ik komende winter niet in vorm zijn, dan ligt het in ieder geval niet aan de familie Smit.
woensdag 8 juni 2011
Noordzeeroute
Om 6 uur ging ik naar de w.c. De omslag van het weer kondigde zich aan: morgenrood. Regen in de sloot. Zo ver was het nog niet. De slaap kwam weer. Toen ik om 8 uur de tent uit stapte, was het helemaal bewolkt.
Voor het ontbijt ruimden we de tent op, die op de nog vochtige touwtjes na, helemaal droog was. De binnentent was helemaal schoon. Het illegaal neergelegde plastic had zijn werk prima gedaan.
De strijdwagen werd losgekoppeld van de fiets, de fietsen werden opgeladen en met zijn achten aten we gezellig in de luwte van de camper. De financiën werden afgewikkeld, het restant uit de pot werd verdeeld en om half 11 stapte Joep als eerste in zijn auto.
We namen afscheid van Rob en Margriet, van Tim en Sammy en van Bas en Nel, die bij de jarige Leo Arends op bezoek zouden gaan.
De eerste spetters vielen. Bij het uitrijden van Alkmaar ging het zo hard, dat wij onze regenbroek aantrokken. We reden de weg naar Egmond, die we vrijdagmiddag in omgekeerde volgorde hadden gereden. Gelukkig was de wind niet gedraaid.
Via Egmond aan den Hoef vervolgden we de route naar Egmond-Binnen in de stromende regen. In de duinen was het eerste deel precies hetzelfde als vrijdag.
Daarna volgden we de Noordzeeroute door dit prachtige duingebied. We passeerden een paar kuddes met Hecklandrunderen. Doordat het op deze regenachtige zondagochtend zo stil was in de duinen, konden we een vos het fietspad over zien steken.
Op de camping hadden we een jonge ekster rond onze tent rond zien hippen, terwijl in de bomen een koekoek constant "Koekoek" riep.
Door bossen en open duinlandschap reden we met de wind in de rug aardig door. Tot onze verbazing ging de Noordzeeroute, die we al eens eerder gefietst hadden, in de richting van Wijk aan Zee. In dit kustplaatsje onder de rook van de Hoogovens, zagen we de borden ineens niet meer.
Op een kaart, die in Wijk aan Zee hing, zagen we, dat vanaf de Noordpier een pontje naar IJmuiden ging. We fietsten er heen en zagen een groep van ongeveer 20 fietsers staan. Zij hadden hun jaarlijkse familiefietstocht.
We boften, want de veerboot kwam er net aan. In de rondvaartboot werden alle fietsen gestald. In IJmuiden gingen wij als enigen van wal. We reden door een soort erehaag van wachtenden op de rondleiding door Fort IJmuiden. De familie moest hun fietsen op de kade zetten voor deze belangstellenden, die met hen naar het fort zouden reizen.
Dwars door IJmuiden fietsten we naar Santpoort, waar we de Noordzeeroute weer oppikten.
De regenbroek hadden we inmiddels uit gedaan. Bij Santpoort-Zuid werd het tijd om ons lunchpakket aan te spreken. Op een bankje langs de route verzorgden we de inwendige mens.
De regenjas ging ook uit, daar het droog geworden was. Door de duinen bij Bloemendaal klommen en daalden we naar Bentveld en Zandvoort, waar we op het terras van een strandtent cappucinno en warme chocolademelk tot ons namen.
Over het fietspad achter de zeereep trapten we naar Langevelderslag en Noordwijk, waar we via Voorhout en Oegstgeest ons huis bereikten. De kilometerteller gaf 244.57 aan, dus we hadden bijna 88 km gereden.
Mede dank zij het mooie weer van het afgelopen weekeinde hadden we met onze vrienden een heerlijk Hemelvaartsweekeinde gehad. We hadden er 29 jaar op moeten wachten om weer met elkaar op vakantie te gaan, maar het is dusdanig goed bevallen, dat we dit uit willen laten groeien tot een jaarlijkse traditie.
Voor het ontbijt ruimden we de tent op, die op de nog vochtige touwtjes na, helemaal droog was. De binnentent was helemaal schoon. Het illegaal neergelegde plastic had zijn werk prima gedaan.
De strijdwagen werd losgekoppeld van de fiets, de fietsen werden opgeladen en met zijn achten aten we gezellig in de luwte van de camper. De financiën werden afgewikkeld, het restant uit de pot werd verdeeld en om half 11 stapte Joep als eerste in zijn auto.
We namen afscheid van Rob en Margriet, van Tim en Sammy en van Bas en Nel, die bij de jarige Leo Arends op bezoek zouden gaan.
De eerste spetters vielen. Bij het uitrijden van Alkmaar ging het zo hard, dat wij onze regenbroek aantrokken. We reden de weg naar Egmond, die we vrijdagmiddag in omgekeerde volgorde hadden gereden. Gelukkig was de wind niet gedraaid.
Via Egmond aan den Hoef vervolgden we de route naar Egmond-Binnen in de stromende regen. In de duinen was het eerste deel precies hetzelfde als vrijdag.
Daarna volgden we de Noordzeeroute door dit prachtige duingebied. We passeerden een paar kuddes met Hecklandrunderen. Doordat het op deze regenachtige zondagochtend zo stil was in de duinen, konden we een vos het fietspad over zien steken.
Op de camping hadden we een jonge ekster rond onze tent rond zien hippen, terwijl in de bomen een koekoek constant "Koekoek" riep.
Door bossen en open duinlandschap reden we met de wind in de rug aardig door. Tot onze verbazing ging de Noordzeeroute, die we al eens eerder gefietst hadden, in de richting van Wijk aan Zee. In dit kustplaatsje onder de rook van de Hoogovens, zagen we de borden ineens niet meer.
Op een kaart, die in Wijk aan Zee hing, zagen we, dat vanaf de Noordpier een pontje naar IJmuiden ging. We fietsten er heen en zagen een groep van ongeveer 20 fietsers staan. Zij hadden hun jaarlijkse familiefietstocht.
We boften, want de veerboot kwam er net aan. In de rondvaartboot werden alle fietsen gestald. In IJmuiden gingen wij als enigen van wal. We reden door een soort erehaag van wachtenden op de rondleiding door Fort IJmuiden. De familie moest hun fietsen op de kade zetten voor deze belangstellenden, die met hen naar het fort zouden reizen.
Dwars door IJmuiden fietsten we naar Santpoort, waar we de Noordzeeroute weer oppikten.
De regenbroek hadden we inmiddels uit gedaan. Bij Santpoort-Zuid werd het tijd om ons lunchpakket aan te spreken. Op een bankje langs de route verzorgden we de inwendige mens.
De regenjas ging ook uit, daar het droog geworden was. Door de duinen bij Bloemendaal klommen en daalden we naar Bentveld en Zandvoort, waar we op het terras van een strandtent cappucinno en warme chocolademelk tot ons namen.
Over het fietspad achter de zeereep trapten we naar Langevelderslag en Noordwijk, waar we via Voorhout en Oegstgeest ons huis bereikten. De kilometerteller gaf 244.57 aan, dus we hadden bijna 88 km gereden.
Mede dank zij het mooie weer van het afgelopen weekeinde hadden we met onze vrienden een heerlijk Hemelvaartsweekeinde gehad. We hadden er 29 jaar op moeten wachten om weer met elkaar op vakantie te gaan, maar het is dusdanig goed bevallen, dat we dit uit willen laten groeien tot een jaarlijkse traditie.