maandag 6 juni 2011

Schaatsenrijder op Hemelvaartsdag of "Met Bert blijft niets verborgen"


Alcmaria victrix. Van Alkmaar de victorie. En van het ontzet van Alkmaar naar het Leds ontzet. Maar voor je ontzet kunt worden, moet er eerst sprake zijn van beleg. We zaten dan ook om 8 uur aan de ontbijttafel om het Leidse brood te beleggen.
De fietsen werden beladen alvorens we om kwart over 9 op weg gingen. Bij Voorhout reden we de Leidse vaart op, waar het druk was met fietsers. Dat zou de hele dag zo blijven.
Bij het voormalige station Vogelenzang hadden we onze eerste stop op het terras. Hier kwam Ada op het illumineuze idee om via pontje Buitenhuizen te reizen. Uiteraard was ik hier voor te porren. Via het Manpad en Groenendaal fietsten we door Schalkwijk, waar we het Rondje Haarlem oppikten. Langs de Ringvaart voerde deze route ons naar Haarlemmerliede.
Over een slingerende weg kwamen we in Spaarndam uit. We volgden de bordjes naar pontje Buitenhuizen. We zagen de klep net voor onze neus dichtgaan....
We hadden 20 minuten de tijd om te eten, voor we het Noordzeekanaal over konden steken. Bij het binnenrijden van Assendelft-Zuid zag Ada het bod met de ronkende tekst: "Met Bert blijft niets verborgen".

Assendelft is een lintbebouwing van een kilometer of 8 lang, met regelmatig Zaans groene huizen er tussen. Door de lintbebouwing hadden we minder last van de tegenwind. Krommenie was een wat groter plaatsje. Hier pikten we de Oeverlandroute op.

Een stukje verderop, bij het binnenrijden van Willis, was de weg volledig opgebroken, zodat we een omleiding moesten volgen. De Stevenshof gooit met IJsbaan zeer hoge ogen, maar hier troffen we de mooiste straatnaam van Nederland: Schaatsenrijder.
De dag ervoor vergiste de weerman op de radio zich: "Het is morgen uitstekend weer om te gaan zeilen en schaatsen." Met dat laatste was ik het volledig eens, alleen het ijs was wel erg dun....

Over een smal fietspad langs het Noordhollands kanaal reden we naar het Alkmaarder meer. Het brood hadden we bij pontje Buitenhuizen op. Ada kreeg kennelijk trek, want ze vroeg: "Heb jij het fruit?"
"Nee", antwoordde ik: "Jij zou het toch meenemen?"
"Ik dacht, dat jij het fruit zou pakken."
"Maar jij hebt toch bounties en mueslirepen klaargelegd gisterenavond."
"Nee, die had ik allen uit de rugzak gelegd."
Zodoende moesten we op deze warme, zonnige dag noodgedwongen een terras op zoeken. Jullie weten, hoe erg ik dat vind. Onder een grote parasol bij "Havenrijk" aan het Alkmaarder meer bestelden we twee ijs.
We werden rond deze tijd geacht in Alkmaar op de camping te zijn. We hadden helaas geen mobiele nummers, dus we konden de anderen niet bereiken.
Via de Oeverlandroute trapten we naar Uitgeest, Limmen en Heiloo. Door het laatste plaatsje moesten we van de route afwijken door wederom een opgebroken weg. Na het Alkmaarder hout zagen we al snel een bordje camping, waar om 4 uur Bas en Nel Warnink, Rob en Margriet Ammerlaan, Tim de Beer en Joep Kapiteijn hun slaapplaats al hadden ingericht.
Wij nog niet.


Na bijna 88 km fietsen mochten wij onze tent op gaan zetten. Na bijna 29 jaar kon deze club zien, hoe vaardig wij dit deden.

In juli 1982 hadden we voor het laatst samen gekampeerd.

Daarna was het tijd voor een welverdiend biertje. Bij Alkmaar begon de victorie voor Hertog Jan. De lachsalvo's schalden over het veld, terwijl Bas, Joep en ik het kwartet vol maakten zoals in die goede oude tijd.

We aten met zijn achten de bospaddensoep en de kippensoep met stokbrood en salade.



De vaat was dermate groot, dat er 5 heren voor nodig waren om deze klus te klaren. Na deze taakstraf bekwaamden Rob en Joep zich in petanque oftewel jeu des boules, terwijl de rest ging wandelen.
De hond Sammy moest worden uitgelaten. Direct tegenover de camping stond een vestiging van Inholland, hetgeen de hele avond grappen opleverde, welk diploma iemand op kon gaan halen.

We kwamen vrij snel bij een zeer stille weg. De brug werd gerenoveerd. In de verte zagen we de duinen tegen het avondlicht afsteken boven de weilanden. We kozen voor een nog stiller weggetje. Dat leidde naar een boerderij. In de weilanden zagen we een lepelaar.

In de sloten waren de karpers druk doende modder omhoog te woelen.
Op de terugweg kwamen 11 koeien op ons af gedraafd. Gelukkig zat er een sloot tussen.
Om 10 uur waren we terug op de camping, die zeer verrassend "Alkmaar" was genoemd. Een uur later was de oude garde al in de slaapzakken te vinden.

Geen opmerkingen: