zondag 9 september 2018

Ride for the roses

Voor de derde keer nam ik mee aan "Ride for the roses". De vorige 2 keren, in 2011 en 2015, vertrokken we vanuit de Veilinghallen van Aalsmeer. Daar we om half 10 aanwezig moesten zijn op het terrein van de Floriade bij Vijfhuizen, moest ik zekerheidshalve om half 8 de deur uit.
Zodoende moest ik er op dezelfde tijd uit al doordeweeks. Niks langer blijven liggen dus.
Na met Ada ontbeten te hebben vertrok ik op mijn oude Peugeot Avoriaz naar de Haarlemmermeer.
Na 34 kilometer fietsen en een klein buitje op de Bennebroekerdijk was ik om 9 uur bij de startplek. Om half 10 gingen we naar binnen. In de enorme hal zou om 10 uur het startschot gegeven worden.
Bij de inschrijfbalie gaf ik "Molen- en Merentocht" af voor de verkoop ten behoeve van het goede doel.
Ik stond met een paar wielrenners van "De Wokken" uit Nieuw-Vennep te praten tot 5 minuten voor het startschot gevraagd werd, of we stil wilden zijn. "The Rose" van Bette Middler, het volkslied van "Ride for the roses", werd gedraaid. Met het verlies van mijn oudste broer Kees  en Dick van Beelen nog vers in het geheugen en twee trainingsmaten en een vriend, bij wie ook kanker is geconstateerd, hakte dit lied er bij mij fors in.
Met kippenvel luisterde ik naar dit aangrijpende nummer.
Om 10 uur mochten de bedrijventeams als eersten vertrekken, wij vertrokken een kwartier later pas.
Ik reed in het kielzog van een groepje "Wokken", maar binnen een kilometer was ik het contact kwijt. Het was een gedrang van jewelste en diverse groepjes renners wrongen zich er tussen. Daar ik geen zin had in een buiteling, liet ik het maar zo.
Via de Driemerenweg en de Nieuwe Bennebroekerweg reed het enorme peloton, dat na 5 kilometer al verbrokkeld was in een serie pelotons, naar de Hoofdweg toe.
Daar kwam ik langs mijn geboortehuis, waar onder andere mijn broer Paul en zijn vrouw Trudy stonden te aan te moedigen. Uiteraard stopte ik even voor een kort praatje.
Hetzelfde gebeurde in Nieuwe Wetering, dat we via Abbenes en de Huigsloterdijk bereikten. Daar ontwaarde ik mijn trouwe supporters Joop van Egmond en Anneke Blom.
Toen ik weer opstapte, zag ik, dat de bezemwagen niet ver achter ons reed. Daar ik in mijn eentje tussen 2 groepen fietsers reed, was het buffelen tegen de wind in op weg naar Rijpwetering.
Eerst haalde een materiaalwagen me in, toen de ambulance en vervolgens de bezemwagen. En dat terwijl ik 26 kilometer per uur reed!
In Rijpwetering had ik last van deze 3 wagens. Ik kon zo naar het kleine peloton rijden, maar ik kon er gewoon niet langs! Dat lukte pas op de provinciale weg naar Leiderdorp.
Hier nam ik iemand op sleeptouw, die in zijn eentje het gat met het peloton niet dicht kon rijden. Hij bedankte me, toen het gelukt was, waarop ik antwoordde: "Ach, ik moest toch die kant op!"
Vlak voor Koudekerk zagen we een ambulance langs de kant van de weg, die een gevallen Daar deelnemer aan deze sponsortocht naar het ziekenhuis bracht.
Daar het peloton inmiddels verbrokkeld was geraakt en ik vrij vaak alleen of met een paar fietsers reed, had ik alle ruimte om de toeschouwers, die ons extra energie gaven, te gaan vermaken. Ieder peloton heeft recht op een clown en deze rol nam ik met verve op me met het groene kikkertje op het triatlonstuur. Met het kwakend geluid had ik de lachers op mijn hand en anders toch minstens een glimlach.
Ik geef het grif toe. Het publiek vermaken is bij mij een standaard afwijking.
Mensen kunnen immers beter om je lachen dan om je huilen. Via Alphen aan den Rijn reden we naar Zwammerdam. Hierbij haalde ik iemand in, die de hongerklop had. Met nog 50 kilometer te fietsen geen fijn idee. Ik stapte af en gaf hem een boterham met kaas. Intussen werden we weer ingehaald door de bezemwagen.
Ik ging weer in de achtervolging en was weer bijna bij het peloton, toen een vrijwilliger, die het niet helemaal begrepen had, ons tegenhield en de kruisende  auto's voorrang gaf.
De achtervolging werd dus verlengd, maar het lukte me met een klein plukje renners de aansluiting weer te bereiken bij de Nieuwkoopse plassen ter hoogte van de ijsbaan van Zwammerdam.
Op deze smalle weg stroopte het dusdanig op, dat we een paar minuten stil stonden. Een mooi moment voor een energiegelletje.
Toch waren deze gedwongen niet echt fijn. Je moet jezelf immers elke keer weer op gang trekken, terwijl een diesel het veel fijner vindt om gewoon stug door te kunnen malen.
Via Nieuwkoop, Papenveer, Leimuiden, Burgerveen en Rijsenhout reden we in kleine plukjes renners, die met de soms pittige tegenwind  worstelden, naar het Floriadeterrein terug. Daar stond ook een file van fietsers. Wandelend liepen we richting finish. Knijpend in het kikkertje kwam ik over de eindstreep, waar ik een rode roos kreeg.
Daar wist ik wel iemand voor! Met deze roos fietste ik naar het ziekenhuis, waar een vriend van me opgenomen was.
De voorlopige opbrengst van "Ride for the roses" bedroeg € 520.000,-. Dat plaatst de 4,7 miljoen, die Maarten van der Weijden met de Elfstedentocht ophaalde, in een heel ander daglicht. In zijn eentje haalde bij bijna 10 keer zoveel op als wij met ruim 5000 fietsers!
Na het ziekenhuisbezoek fietste ik naar huis, waar de kilometerteller op 176 kilometer stond met een gemiddelde van 24,2 kilometer per uur. Ik vermoed, dat dit het gemiddelde was van de snelste klimmers in de Vuelta a España, die in het wonderschone Asturias de lange slingerweg naar Lagos de Covadonga voor hun kiezen kregen.
Wie denkt, dat ik het rustig aan had gedaan, vergist zich deerlijk. 's Avonds had ik, toen ik uit de stoel opstond, kramp in de hamstrings van mijn linkerbeen. Ik had wel degelijk alles gegeven!

Geen opmerkingen: