woensdag 17 april 2019

Utteren

Het woord "utteren" was voor ons volkomen onbekend, toen wij het tijdens een fietsvakantie voor het eerst te horen kregen. Het gebeurde in 1982, toen we met een groep van 8 vrienden door Noord-Nederland fietsten. We zaten te kokkerellen voor het avondeten, toen een paar vrouwen van middelbare leeftijd langsliepen en tegen elkaar zeiden: "Kijk die jongelui eens gezellig utteren!"
Wij lagen in een deuk van het lachen en het woord utteren was definitief aan onze vocabulaire toegevoegd. In het woordenboek zul je vergeefs naar utteren zoeken, maar internet bracht uitkomst. Een puzzelwoordenboek bracht uitkomst. Utteren betekent beuzelen.
Volgens Van Dale Handwoordenboek Hedendaags Nederlands heeft beuzelen 2 betekenissen. De eerste is kletsen, de tweede zich met kleinigheden bezighouden.
Welnu, dat deed ik vanmorgen. Na de 30 kilometer bij de Henk Hakker Memorial van afgelopen zondag had ik een hersteltraining van 4 kilometer ingelast. Na het pittige duurblok is 4 kilometer een kleinigheid.
Tijdens deze loop langs de weilanden aan de rand van de Stevenshof zag ik een tiental lammetjes dartelen in de wei.
In mijn eentje viel er weinig te kletsen, maar ik had wel de tijd om me bezig te houden met kleinigheden zoals de huppelende lammetjes. Het was dus een echt utteren.

Geen opmerkingen: