We hebben aardig wat meters gewandeld in en om het kuststadje Ribadesella in Asturias. Terwijl Siebe naar zijn vriendin Ana was, wandelden we op de dag van aankomst met zijn vieren in de avond naar een hoog uitzichtspunt boven Ribadesella. Het was een sprookjesachtig gezicht met alle lichtjes van de stad, de baai en de klippen.
De dag erop wandelde ik met Ada de Circuito de los Caleros, een rondwandeling van ruim 7 km. Het begon meteen goed. De route liep bijna langs het huis zonder verwarming, waar we verbleven. We liepen achter de school langs, waar we op uitkeken. Over de Puento del Pilar passeerden we de Rio San Pedro, waarna het klimmen begon. Onder een boom zaten we op een verhoging van keien te picknicken, genietend van het majestueuze uitzicht.
Onderweg, op een rustig weggetje, zagen we wat een calero is: een kalkoven. Onderweg zagen we, dat er een bordje van een paal. Wij kozen ervoor om rechtdoor te lopen, maar zo misten we het tweede deel van de route. Desondanks was het ook erg mooi. Vooral op de plekken in de afdaling, waar je goed zicht had op de Picos de Europa.
Hier zagen we bomen, die we niet thuis konden brengen. Het waren grote bomen, die hun schors verloren en hun rechte stam kreeg een gladde grijsbruine laag, die net zo dus is als de buitenkant van een berk. Later hoorden we van Ana, dat dit een eucalyptusboom is. Zij verbruiken zeer veel water. Onder deze bomen wil bijna niets meer groeien.
Na "thuis" thee gedronken te hebben, gingen we op zoek naar de voetafdrukken van dinosaurussen. Eerst liepen we de wandelpromenade af. Daar hing een grote kaart, waar net een paar cruciale punten door vandalen doorgekrast waren. Wij kozen er voor om een heuvel te beklimmen, tot we bij een groepje huizen aankwamen. Nergens stond een bord, dus wij probeerden een paar paden.
Eén ervan liep constant naar beneden, zodat wij vrij dicht bij de klippen konden komen. Helaas niet dicht genoeg. Een meter of 10 erboven liep het kaarsrecht naar beneden.
Nog een pad geprobeerd, maar dat liep dood bij een klein huisje. We liepen terug en zagen op een pad op zo'n 100 meter voor ons een vrouwtjeshert. We hadden dus van alles gezien, behalve datgene, waarnaar we op zoek waren: de afdruk van dinosauruspoten.
De dag erop nam Siebe ons mee naar Villaviciosa, waar hij plaatjes voor de trappers van zijn racefiets moest halen bij de fietsenmaker. We waalden door dit leuke stadje en kochten wat souvenirs, voordat Siebe ons naar Lastres bracht, een pittoresk dorpje aan de kust. Er waren bankjes bij het uitzichtspunt, waar Siebe zijn Peugeot parkeerde. Je keek uit over de baai, de bergen en de landtong in de verte. Het zonnetje scheen, terwijl je in de bergen in de verte een bui zag hangen.
We wandelden door de smalle, kronkelige straatjes van Lastres, voor we op onze mirador ons brood opaten, terwijl een drietal duikers druk in de weer waren tussen de rotsblokken in het heldere water.
We reden terug naar Ribadesella, waar we om kwart over 3 met 7 personen onder leiding van een gids de grot in gingen. Siebe vertaalde de belangrijkste zaken in het Nederlands, zodat we een beetje konden volgen, wat de Spaanse gids vertelde.
De grot is genoemd naar Tito Bustillo, die 18 dagen na de ontdekking verongelukte. Behalve door prachtige stalagmieten en stalactieten is deze grot vooral bekend om zijn wandschilderingen van met name paarden van zo'n 15.000 jaar oud.
Er mogen per dag een kleine 400 toeristen deze tegenhanger van Altamira en Lascaux bewonderen. Na een uur ondergronds te hebben doorgebracht, wandelden we vanuit de prehistorie zo de 21e eeuw in aan de Costa Verde.
De volgende morgen sliep de jeugd uit na een nacht stappen in Arriondes. Ada en ik gingen wandelen. We liepen eerst naar de Playa de la Atalaya. Daar zagen we een vrouw van een onverhard pad af komen. Dat leek ons wel wat, zo'n pad over de klippen. Op het eerste gedeelte zagen we een kleine slang roerloos op het pad liggen. Wij klommen verder en het pad werd steeds onbegaanbaarder. Maar goed, vergeleken met Dartmoor viel het erg mee. Gaandeweg kwamen er steeds meer doornstruiken en op een gegeven moment werd het behoorlijk ondoordringbaar. We daalden dus maar af en volgden een vaag spoor door het hoge gras. Tenslotte kwamen we uit op de weg, die we donderdagavond hadden bewandeld.
Zo kwamen we bij het station uit. Hier raakten we aan de praat met een Duitssprekende inwoner van Asturias, die in de Picos de Europa geboren was. Hij vertelde ons over 2 Nieuw-Zeelanders, die met een tentje 2 maanden lang de Picos doorkruist hadden, met soms een paar klimmen en afdalingen van een kilometer hoogte op een dag! Ze waren op zoek naar bijzondere planten.
Na naar het voetbalstadion gelopen te zijn, keerden we we terug naar ons huis aan de Calle de Dionisio Ruisanchez, waar de jeugd om half 1 net ontbeten had.
vrijdag 14 mei 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten