zondag 15 december 2013

"Ik was niet eens in je buurt en je lag al!"


De wekker was om 5 uur onverbiddelijk. Ada draaide zich nog eens lekker om, terwijl ik me in mijn sportkleding hees. Om kwart over 5 zat ik in mijn eentje aan het ontbijt.

Om half 6 stopte er een taxi voor de deur.

De overbuurjongen werd thuisgebracht. Waar heb ik dat eerder meegemaakt om thuis te komen op dit tijdstip?
Om kwart voor 6 zat ik op de fiets naar de Vondellaan. Het was om 6 uur zondagochtend al een en al bedrijvigheid. Hoezo, rustdag?
Bij Willem van Vliet haalde ik startnummer 1 op. Ik begaf me naar kleedkamer 4, waar ik mijn langlaufschoenen aantrok en rustig naar de startplek kuierde. Daar klikte ik mijn kluunschaatsen eraan vast. Om half 6 loste Jos Arts, de voorzitter van de Leidse IJshal, het startschot voor de vierde editie van de 1000 rondjes van Leiden.

Nog voor ik ook maar 1 meter had geschaatst, lag ik al op het ijs.

Bij de start tikte Mark Veenstra mij aan. Mijn linkerschaats schoot uit de binding en ik lag op het spiegelgladde ijs. Of het nu kwam, doordat ik de schaats niet goed had aangeklikt, of doordat de binding, die gemaakt is voor ski's erop gemaakt is om makkelijk los te kunnen schieten bij een val om botbreuken te voorkomen, daar wil ik vanaf zijn, het feit lag daar, dat ik gevallen was voordat ik ook maar 1 slag had gemaakt.
Ik begon dus direct met een achterstand. Buiten het opstaan moest ik immers ook nog mijn schaats opnieuw aanklikken. De eerste keer, dat ik door Martin Langbroek werd ingehaald, wees hij me er fijntjes op: "Ik was niet eens in je buurt en je lag al!"
"Het was ook een Uri Geller-act van de bovenste plank", antwoordde ik.

Ondanks de wel zeer valse start ging het verder heel lekker. Het duurde dan ook niet lang, of ik had een aardige sliert andere schaatsers achter mij aan. Het zette de toon voor de rest van de dag. Het grootste deel van de 1000 rondjes deed ik het kopwerk, met aanvankelijk Martin Langbroek in mijn kielzog en daarna Jan Pieter Tensen.
Mocht ik me ooit illusies gemaakt hebben om deze 1000 rondjes winnend af te sluiten, al snel was me duidelijk,, dat deze vlieger nimmer op zou gaan. Mark Veenstra haalde me keer op keer in en ook Jan Pieter Tensen had me al vrij snel op een rondje of 10 gezet. Van de 3 individuele deelnemers voor deze zeer Alternatieve Elfstedentocht leek ik de zwakste.
Desondanks was ik zeer tevreden met mijn rijden en mijn tijden. Toen we van het ijs af moesten voor de dweil, had ik al 144 rondjes afgelegd. Ongeveer dezelfde afstand als afgelopen dinsdagavond bij de laatste serieuze test.
De eerste dweilpauze benutte ik voor een toiletbezoek, waarna ik toch nog wat ging drinken. Hermien Ravensbergen en Maup Honcoop en andere vrijwilligers verzorgden de deelnemers aan de 1000 rondjes met sportdranken en -voeding. Namens alle deelnemers: onze hartelijke dank. Want zonder alle vrijwilligers, die om 5 uur 's ochtends voor ons al in touw waren....
Het tweede uur ging ook erg lekker. Het werd langzamerhand steeds drukker op de baan. Diverse teams, waaronder een groep G-schaatsers, die samen de 200 km zouden schaatsen, kwamen ook de 200 meterbaan op. Op een paar teams na, die ook om half 7 gestart waren, haalden we de meeste andere groepen met grote regelmaat in. Soms waren een paar groepen samengesmolten tot een peloton van wel 20 schaatsers, zodat je meer dan een ronde bezig was om langs dit lange, kleurrijke lint te komen. Af en toe was dat best frustrerend, want dan had je net een peloton ingehaald, of ze stopten er al weer mee om even een rondje of 10 de rug te rechten.




Legde het eerste uur in ruim 29 km af, het tweede uur zat ik met 282 rondjes op 27km. Dat lijkt en behoorlijke terugval, maar dat viel wel mee. Er vielen 3 minuten dweilen van af, een rondje of 7, mogelijk 8.
Meteen na de dweil begon ik vaak als een der eersten waar aan het rijden van de rondjes. Het ijs was dan nog nat en superglad. Bovendien was het dan nog rustig op de baan, zodat je na de min of meer gedwongen rustpauze weer goed in je slag kon komen.
Met Jan Pieter in zijn gele trainingsjack van de Rijnsburgse IJsclub als een schaduw achter mij aan reed ik zo rondje na rondje tot de volgende dweilpauzes. Het derde uur stond mijn teller op 418. Een tweede toiletbezoek vergrootte mijn achterstand op de Rijnsburger en nog veel meer op Mark Veenstra.
Maar zodra ik weer op het ijs verscheen, mocht ik weer het kopwerk doen. Dat lijkt heel erg, maar dat is het niet. In de indoorbaan heb je geen last van de wind en op het gladde ijs kun je als kopman je slag altijd goed afmaken. Hoe verder je naar achteren zit, hoe meer harmonicarijden het wordt!
Martin Langbroek hield het na 500 rondjes voor gezien, maar zijn plek in het treintje werd al snel ingenomen door Kobus Turk, die ook de 500 vol zou maken in dit blok, dat ik met 554 rondjes afsloot. Mijn 100-kilometertijd was 3.38, mogelijk mijn snelste tijd op deze afstand.

Een magische grens. Vanaf hier begon het aftellen. Dat begon ook met het aantal individuele deelnemers aan de 1000 rondjes. Koploper Mark Veenstra, die 50 rondjes voorsprong op me had, hield het na 600 rondjes voor gezien. Hij kreeg last van zijn onderrug, een bekende schaatskwaal.
En zo waren twee geboren en getogen Vennepers ineens de koplopers in het leukste schaatsevenement van de Sleutelstad.
Rond het middaguur speelde dweilorkest "De Dorstvlegels" uit Zoeterwoude diverse keren. Als schaatser heb je dan het gevoel, dat je in een klein "Thialf" je rondjes aan het rijden bent. Wat een sfeer!
In de tijd, die "De Dorstvlegels" niet speelden, werd er prima muziek gedraaid. Zo werd onder andere "Echoes" van Pink Floyd gedraaid.
Ik zat in "the flow" en kon in een vlak tempo blijven rijden: 684 rondjes na 5 uur en een uur later zat ik al op 805.
De eerste groep, die de 1000 rondjes volgemaakt had, was een team IJVL-ers. Jos Drabbels, Wil Verbeij, Gerard van Klink en Frank Steenkamp legden in 6.05 hun 200 km af.

Daarmee waren ze maar 4 minuten sneller dan de tijd, die Jos Dohle 2 jaar geleden in zijn eentje neerzette. Dit geeft de prestatie van deze marathonschaatser nog veel meer reliëf.
Team de Gorter, bestaande uit Jaap de Gorter, Hen van den Haak, Andrea Landman en Patrick Keizer, eindigden op de tweede plaats.

Van de 8 schaatsers, waarmee we 2 jaar geleden de Elfstedentocht hebben gereden, deden er in totaal 6 mee aan de 1000 rondjes. Geen gekke score.
Dat gold ook voor het vlakke schema, dat ik tot de 900 rondjes vast kon houden. Toen zakte het een klein beetje in. Niet dat ik een echte inzinking had, maar de scherpte was er toch wel een beetje vanaf en dat gold ook voor de souplesse.

De zevende dweilpauze ging ik in met 943 rondjes op de teller. Wilde ik een persoonlijk record rijden, dan kwam het op het laatste blok van 57 rondjes aan. Op het gladde en inmiddels veel rustiger ijs dook ik met 7.27.57 voor het eerst van mijn leven onder de 7,5 uur.

Mijn vorige persoonlijk record stond op 7.33.27. Een verbetering van 5 minuten en 30 seconden. Ik had dus op het juiste moment gepiekt. Hoeveel schaatsers kunnen zeggen, dat ze een p.r. gereden hebben, terwijl ze begonnen met een val bij de start?


Na een ereronde geschaatst te hebben, reed ik linea recta naar de allerbeste rondemiss, die ik ooit ben tegengekomen, toe: Ada!
Inmiddels was tweevoudig winnaar Jan Pieter Tensen, die ook zijn beste tijd verbeterd had, klaar met zijn interview met speaker Teun de Reede. Nu was het mijn beurt om de vraag te beantwoorden: "Wat ging er door je heen?"
Naast wat kleine pijntjes vooral een euforisch gevoel.
Ik reed naar de hoek met sportvoeding en -dranken, waar ik twee koppen bouillon, een broodje en een Spa fruit nam. De verzorging was prima. Toch neem ik volgend jaar zelf een fles isotone sportdrank mee. Bij de vijfde dweilpauze waren de flesje al op en kregen we Spa fruit te drinken. Op zich is daar niets mis mee, maar de isotone dranken werken toch wat beter. Het is dus handig om een kleine noodvoorraad mee te nemen.
Dat had ik wel gedaan met de cafeïnedrank om de vetverbranding op gang te brengen. Ik had 2 blikjes leeggedronken. Het derde blikje en de Squeezy energiegel, die ik over had, was voor Paul de Kruijff, die zich ingeschreven had voor de 750 rondjes, maar dat was makkelijker gegaan dan gedacht.
Paul besloot alsnog 250 rondjes extra te gaan rijden, net als Jan Verlind, die zich voor de 500 had aangemeld.


Ik deed ook wat extra's en reed een rondje of 50 rustig uit, waarna ik me in kleedkamer 2 liet masseren. Ik was de enige schaatser op dat moment. Terwijl mijn onderrug en mijn benen onder handen genomen werden, praatten de drie sportmasseurs met elkaar over van alles en nog wat. Het was een gezellige massage.
Toen ik me weer aangekleed had, zat Paul de Kruijff bijna op de 950 rondjes. Op zijn tandvlees, dat wel.





De prijsuitreiking vond bij de ingang plaats onder het toeziend oog van Monique Velzeboer. Er werd bekend gemaakt, dat er € 4663,50 bij elkaar geschaatst was voor de Monique Velzeboer Foundation.

In totaal was er 21.620 rondjes bij elkaar geschaatst. Die laatste 20 kwamen op naam van Paul, die onder luide toejuichingen voor het eerst van zijn leven de afstand van een Elfstedentocht aflegde.
In de kantine van de IJshal evalueerden we bij een herfstbock deze mijlpaal.

Geen opmerkingen: