vrijdag 3 januari 2014

Noord-Atlantische oscillatie


Er is vandaag in De Bilt met 12,2 graden een datumrecord gesneuveld. Het oude record stond op 11,8 graden Celsius op 3 januari 1948.

Hoe anders was het op 3 januari 1997, toevalligerwijze ook een vrijdag, toen ik met Jaap de Gorter onder barre omstandigheden de Elfstedentocht uitreed.

Dat warme "oktoberweer" hebben we te danken aan een paar essentiële factoren, die het weer in onze omgeving in belangrijke mate beïnvloeden. De eerste factor is de enorme koudegolf in Amerika, en dan met name aan de oostkant van dit continent.

Als deze kou de Atlantische Oceaan opstroomt, ontstaan er (flinke) depressies, die door de draaiing van de aarde op West-Europa afkomen. In het Waddengebied staat de teller al op 4 stormen sinds 28 oktober. Mijn ervaring is helaas, dat jaren met zoveel stormen nogal eens winterloos willen verlopen. Maar gelukkig zijn er enkele uitzonderingen, zodat we de moed nog niet helemaal hoeven te verliezen.
Een tweede factor van belang is de jetstream, de van west naar oost gerichte luchtstroming op 8 tot 10 km hoogte. Op dit moment is deze zonaal gericht, zeg maar puur van west naar oost gericht.
Er zijn periodes, dat de jetstream gaat meanderen. Dan slingert deze behalve van oost naar west ook van noord naar zuid. Depressies kunnen dan afbuigen naar het Middellandse Zeegebied, een voorwaarde om bij ons een wind uit de noord- of oosthoek te krijgen.
Deze meandering hangt voor een flink deel samen met de Noord-Atlantische Oscilatie.


De Noord-Atlantische Oscillatie (NAO) is een van de belangrijkste oorzaken van het variabele weer in West-Europa. Het verschil in luchtdruk tussen het Azoren hogedrukgebied en het IJsland lagedrukgebied stuurt zuidwestelijke winden naar Europa. De NAO-index is een maat voor dit drukverschil. Als deze hoog is in de winter, dan overheersen bij ons sterke zuidwestelijke winden met zachte winters. Is deze daarentegen laag dan is dat veel minder het geval en hebben we meer kans op strenge winters. Een sterk negatieve winter NAO index is goed voor Siberische temperaturen in ons land via de continentale oostenwinden.
Het spreekt voor zich, dat de NAO-index de afgelopen tijd behoorlijk hoog stond.

Hier vinden we het eerste lichtpuntje in deze verlengde herfst. De NAO-index is licht dalend.
Hieronder is een staatje over de NAO-index van de afgelopen 2 eeuwen.

Op het eerste gezicht zie ik hier in de grafieken een NAO-cyclus van rond de tien jaar, die lijkt op die van de cyclus van de zonsactiviteit. De vraag is in hoeverre deze cycli verwant zijn of elkaar weerspiegelen. Onze Elfstedentochten in de strenge winters van de laatste honderd jaar vielen meestal in of vlakbij een minimum van de NAO-index, net als de zonsactiviteit ook in of vlakbij een minimum.
Kort samengevat: is de index sterk positief (veel lijntjes boven 0), dan is de luchtdruk bij IJsland laag en die bij de Azoren hoog. Boven de Atlantische Oceaan vind je in dat geval vaak een westcirculatie terug die in het seizoen winter zorgt dat het in ons deel van Europa zacht en wisselvallig is.
Is de luchtdruk bij IJsland hoog en die bij de Azoren laag, dan geeft de NAO-index negatieve waarden aan. In dat geval is de kans tamelijk groot dat de westcirculatie (zonale stroming) geblokkeerd raakt. Indien er zich dan genoeg kou bevindt boven Rusland, dan kan via transportkou koud en winterweer naar het westen van Europa geblazen worden.
Nog korter door de bocht: bij een positieve NAO-index blijven de temperaturen sowieso boven nul, bij een negatieve NAO-index is er KANS op hetgeen schaatsers graag willen: temperaturen onder nul.

Geen opmerkingen: