woensdag 12 april 2017

Logboek van het kastje

Zo kom je 9 jaar lang niet bij je huisarts, zo heb je de ene afspraak na de andere staan in het LUMC. Vandaag mocht ik weer. Ik moest om half 12 een kastje ophalen, waarmee 24 uur lang mijn bloeddruk opgemeten zou gaan worden. Uiteraard zorgde ik ervoor, dat ik op tijd was.

Na een uitleg van de werking van het kastje, kwam om 20 voor 12 de eerste meting. Deze was 140, dus weer 20 lager dan de 160 van vorige week. Dat begint er dus gunstig uit te zien. Na nog een tijdje gepraat te hebben over hoe ik in het medische circus ben beland, hadden we het ook nog over het zoutloze dieet, dat ik mezelf heb opgelegd.
"Er zijn er niet veel, die dat zo rigoreus doen", kreeg ik van de interniste te horen.
"Wat dat aangaat ben ik wel een sportman. Als je iets doet, dan moet je het goed doen", antwoordde ik.
Om 12 uur begon de pomp weer te werken. Op dat moment stond ik.
De arts zei: "Je moet je arm laten liggen. Anders wordt je spierspanning te hoog."
Ik deed, wat mij aangeraden was.

"Ik wil vanavond een klein stukje gaan hardlopen", zei ik: "Dan kan ik zien, hoe hoog de druk dan komt."
Het werd mij verboden: "Dan gooi je de metingen in de war en moet alles nog een keer over gedaan worden."
Het gebeurt niet vaak, dat geef ik grif toe, maar ik gehoorzaamde meteen.

Ik nam afscheid met de wetenschap, dat een 24-uursmeting ook echt 24 uur duurt. Door het Paasontbijt op mijn werk morgenochtend kon dus gevoeglijk een kruis gezet worden.

Om 10 over 12 liep ik de trap af naar beneden vanaf de vierde etage en pakte mijn fiets. Op de Wassenaarseweg begon de eerste meting. Ik stapte af en liet mijn linkerarm op het stuur hangen. Kennelijk was dit niet genoeg rust, want de band om mijn arm werd veel harder opgeblazen. Ik wist meteen: fietsen met een kastje is geen feest!

In Rijnsburg aangekomen kwam ik een collega tegen. Uiteraard praatte ik even met haar en wachtte tot het moment, dat de pomp weer begon. Nu nam ik meer ruimte om mijn arm te laten rusten, dus de druk van de band werd iets minder hoog.
Om 1 uur zat ik achter de balie, toen de eerste werkdrukmeting kwam. Het was even zoeken hoe ik mijn arm het beste kon laten liggen. De hele middag zat ik hier mee te hannesen. Het beste ging het eigenlijk, toen ik aan de grote tafel zat te eten om 20 over 1.
De eerste helft van de middag ging alles best wel lekker. Ik nam de boeken van de laatste krat, waar mijn collega niet aan toegekomen was, in, ik deed de kastlijst, zette de reserveringen in de reserveringskast en sorteerde de op te ruimen boeken alvast op karren voor de opruimhulp. Om de 20 minuten zorgde ik ervoor, dat ik aan de balie zat voor de volgende meting.

Rond half 4 kwam er een drietal vervelende puberjongens, die gewoon kwamen om te kijken, hoe ver ze konden gaan met hun wangedrag. Nu werkt het het beste, als je niet op de provocaties reageert, maar doordat zij telkens een stap verder gingen met hun wangedrag, kon ik op een gegeven moment niet anders, dan ze uit de bibliotheek van Rijnsburg sturen ook als wist ik, wat het vervolg zou zijn. Het drietal druiloren ging inderdaad bij de ingang door met hun geklier.
Intussen werd om 20 voor 4 en om 4 uur mijn bloeddruk opgemeten. Het zou mij niet verbazen, als deze rond die tijd flink hoger zou zijn. Gevoel kan bedriegen, maar naar mijn idee werd de band toen een stuk harder opgepompt.
Nu werk ik al een jaar of 12 met enige regelmaat in Rijnsburg en noch in de oude, noch in de nieuwe vestiging heb ik last gehad van "roerige jongeren". Uitgerekend op de enige dag, dat ik dat niet kon gebruiken, doken ze daar toch op.
Rond kwart over 4 was het trio gelukkig vertrokken, maar een kwartier later kwam er een nieuwe groep jongeren binnen met in hun midden iemand, die op de Hoofdbieb een paar keer geschorst was wegens wangedrag. Ook niet echt bloeddrukverlagend.
Gelukkig gedroeg hij zich normaal, mogelijk doordat hij in een andere groep jongeren was, en op een gegeven moment gaven we elkaar een hand. Hopelijk is nu voor altijd de kou uit de lucht tussen ons.

Om 10 voor 5 vielen de computers een voor een uit. Ook dat nog. Soms volgt er in dit soort situaties vrij snel een automatische herstart, maar vandaag uiteraard niet. Na de meting van 5 uur belde ik toch maar naar onze systeembeheerder. Van haar kreeg ik toestemming om naar huis te gaan. Zij zou het thuis vandaan overnemen.

Onderweg naar huis zag ik in een park in de buurt van Corpus een houten tafelbank staan. Daar zette ik mijn fiets op de standaard en met mijn arm op de tafel wachtte ik de meting van 20 over 5 af. Thuis gekomen kon ik met de jas nog aan de meting van 20 voor 6 ondergaan, waarna ik achter de computertafel aan de volgende serie begon.
Om half 8 zat ik aan tafel voor de rijst met gemengde groenten en zoutarme tofu. Als de druk van de band maatgevend is, dan was de bloeddruk een stuk lager dan vanmorgen.
Ik werd vrijgesteld van de afwasdienst en kon daardoor rustig achter de computer werken met telkenmale de meting.
Om half 10 ging ik naar boven om kleding in te pakken, waarna ik om half 11 mijn tanden poetste, de lisinopril innam en naar bed ging.

Daarbij had ik het geluk, dat om 11 uur het kastje niet elke 20 minuten de band oppompte, maar om het half uur. Zo sukkelde ik in slaap om zeer regelmatig gewekt te worden door het knellende gevoel om mijn linkerbovenarm. De nacht zou een aaneenschakeling worden van hazenslaapjes.
Om 6 uur was ik wakker, Ada een half uur later. Ze was bang, dat ze niet zou slapen door het gebrom van het kastje, maar die angst was volkomen onterecht. Mijn vrouw sliep gelukkig als een roos.
Er zat geen ontbijt in voor mij, daar ik vanmorgen nuchter bloed moest prikken. Nu staan wij als Nederlanders te boek als een nuchter volk, maar ik kan u garanderen, dat het niet meevalt om op een nuchtere maag op de fiets te zitten.

Ik vertrok na het innemen van de lisinopril, de nefedipine en de hydrochloorthiazide direct na de meting van half 8, zodat ik geen risico liep om bij de fiets aan de volgende meting te moeten beginnen. Om 8 uur begon het regime van metingen om de 20 minuten weer. Daar ik door mijn volgnummer in kon schatten, dat ik pas rond half 9 aan de beurt zou zijn, ving ik mijn ochtendurine op in het daartoe bestemde potje.
Voor alle duidelijkheid: ik trok me terug op het toilet.
Om half 9 was ik inderdaad aan de beurt om bloed te prikken. Een assistente kreeg stap voor stap uitgelegd, hoe ze dat moest doen. Ik was dus een soort proefkonijn. Geen probleem. De komende generatie medici moet het vak ook leren. En ik heb liever, dat ze het vakkundig doen dan dat zij heb bloed onder mijn nagels vandaan halen.

Na de meting van 20 voor 9 reed ik naar huis toe, waar ik na de meting van 9 uur eindelijk wat kon eten.
Van half 10 tot 11 uur werkte ik thuis, waarna ik na de meting van 20 over 11 na de fietsrit naar het LUMC om 20 voor 12 in de wachtkamer van de polikliniek Interne geneeskunde mijn laatste meting had, na via de trap naar de vierde etage geklommen te zijn.

Mijn 24 uur zaten er op. Ik zette het kastje uit en leverde deze met een logboek in. Ik kan u garanderen, dat je je met zo'n kastje 24 uur lang volledig patiënt voelt.
Lopend patiënt, dat dan weer wel....

Geen opmerkingen: