Waar ik zondag een tussentijd noteerde van 1.46 op de halve marathon, deed ik er nu ruim een half uur langer over. Op zich is dit niet gek. In een wedstrijd loop je altijd harder. Als je met een trainingsmaat loopt, doe je dat ook. Solo moet je jezelf telkens weer op gang brengen. Mentaal is dat een stuk zwaarder, maar mentale training hoort er nu eenmaal bij, als je de marathon wilt lopen. Wat dat aangaat kon ik vandaag aardig oefenen, wat me te wachten staat bij de tweede ronde. Het was dus een geslaagde verkenningstocht.
zaterdag 11 april 2009
Verkenningstocht
Het is een groot voordeel, als je het terrein kent, waar je een grote prestatie neer moet zetten. Wielrenners verkennen de bergetappes nauwgezet, zodat ze in de grote rondes als de Tour de France niet voor onaangename verrassingen komen te staan.
Zelf doe ik dit ook voor de marathon. De meeste jaren loop ik het parcours van de Leidse marathon al een keertje. Denk niet, dat ik overdrijf, want bij de marathon van Leiden loop je twee keer het parcours van de halve. En daar het parcours op 150 meter van mijn huis loopt, is de molen in de Stevenshof een ideaal startpunt.
Het was bewolkt, toen ik van huis ging, maar al snel brak de zon door de wolken heen en werd het een stuk warmer. Ik had er na een paar kilometer al spijt van, dat ik niet in mijn korte broek vertrokken was, maar goed, gedane zaken nemen geen keer.
In de stad moest ik het parcours verlaten, daar hardlopen over de zeer drukke zaterdagmarkt alleen als slalomoefening geschikt is. Door de Breestraat liep ik naar de Lammenschansweg en vandaar naar het mooie Zoeterwoude.
Daar ik aardig door mijn voorraad water heen begon te raken, ging ik bij Wil Verbeij langs, die gelukkig thuis was. We kletsten een minuut of 10 bij, voor ik weer verder ging richting Vlietlanden. Hier begon ik de inspanning van het 200 km fietsen van eergisteren wel te voelen. De Schwung was er een beetje uit. Waar ik normaal vrij soepel loop, was het nu werken geblazen. Maar goed, als je nooit opgeeft kom je er altijd!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten