zondag 15 november 2009
100 jaar Bert Breed
Nee, ik ben geen eeuw oud! Maar mijn vader, eveneens Bert Breed geheten, is precies een eeuw geleden geboren. Hij is op 19 november 2002 op de gezegende leeftijd van 93 jaar overleden. Er loopt dus in ieder geval sinds een eeuw een Bert Breed op deze aardbol rond. Vandaag, 15 november 2009, om precies te zijn in Nijmegen en omgeving voor de 26e editie van de Zevenheuvelenloop.
Zeven jaar geleden lag mijn vader met een kwaadaardig hersentumor in de Mariastichting in Haarlem. Hij was, als trouw katholiek, op zijn 93e verjaardag bediend om een paar dagen later vredig in zijn slaap er tussen uit te knijpen. Daar ik dezelfde naam heb, had ik het kunnen verwachten, maar desalniettemin was het een hele schok toen een paar maanden later de grafsteen was geplaatst: een grafsteen met mijn eigen naam erop!
Maar we hadden meer gemeen dan de naam alleen. Een bijzondere speling van het lot had ons allebei laten trouwen op 27-jarige leeftijd en vader laten worden op 28-jarige leeftijd.
Daar bestaat in de kansberekening op zich redelijke kans op. Maar niet op het feit, dat we allebei zijn getrouwd met een vrouw, waarvan op 5-jarige leeftijd de moeder was gestorven! En eerlijk is eerlijk: we hebben het allebei getroffen met onze levenspartner: lieve, trouwe, optimistische en vooral ook wijze vrouwen. Kennelijk had ik dat nodig, eerst een wijze moeder en daarna een wijze partner....
Wat dat aangaat ben ik een bofkont. Waar ik het minder mee getroffen had, was botsende karaktertrekken: Bert Breed en opgeven gaat niet echt lekker samen. Komt nog bij dat we beiden met een ietwat driftig karakter gezegend waren. Laat ik het zo zeggen: mijn puberteit ging niet geheel onopgemerkt voorbij!
Het doorzettingsvermogen heb ik van mijn vader meegekregen. Waar ik tot mijn 24e in de schoolbanken verbleef, kreeg Bert sr. van zijn vader op 12-jarige leeftijd te horen: "Jongen, de tijd van spelen is voorbij!" Daar hij zag, dat de boerderij, die hij samen met zijn 2 broers over zou kunnen nemen, te weinig op zou brengen om 3 gezinnen te kunnen voeden, begon hij in de crisisjaren een eigen fouragehandel, de nog steeds bestaande firma B.Breed en Zonen, waar 2 broers van mij nog steeds in werken. Hij deed de boekhouding tot hij dik in de 80 was. Een arbeidzaam leven van meer dan 70 jaar!
Aan luxe hebben we nooit gehecht. Er zijn immers belangrijker dingen in het leven, zoals je uit kunnen leven in je hobby. Bij mij is dat het schaatsen, bij mijn vader was dat het jagen. Hij slachtte zelf het gevangen kleinwild als hazen, eenden, duiven en fazanten. Deze laatste vogel is trouwens het lekkerste van allemaal.
Verder hadden we binnenpretjes gemeen, als we weer eens een geintje bedacht hadden. Bij mijn vader verraadden de pretogen, dat je op je hoede moest zijn om niet in de maling te worden genomen. Nu is het lastig om jezelf op pretogen te kunnen betrappen, maar vermoedelijk lijdt ik aan dezelfde "kwaal".
Toen mijn moeder in 1991 op 79-jarige leeftijd overleden was, stortte mijn vader zich op het fietsen. Op 88-jarige leeftijd reed hij op een fiets met 5 versnellingen nog rustig een rondje Haarlemmermeer, met het fietsen vanaf en naar Nieuw-Vennep erbij toch dik 70 km. Ik teken er blind voor, als ik dat op die leeftijd nog kan.
Maar goed, om mijn lichaam fit te houden, zodat ik ook op hoge leeftijd nog kan blijven sporten, ging ik met de trein naar Nijmegen. Daar zeer veel lopers met de trein gingen, had je meteen contact met wildvreemde sporters. Een kleine 2 uur praatten we honderduit over allerlei sportervaringen. Het regende onderweg nog behoorlijk, maar in Noviomagus aangekomen was het net droog geworden. Na een half uurtje ingelopen te hebben, begaf ik me naar het oranje startvak. Terwijl wij heel langzaam richting startlijn bewogen, hoorden we hoe de Afrikanen weer te keer gingen. Na 7 km zaten ze onder het schema van het wereldrecord. Voor ons trouwens een mooie opsteker: de omstandigheden waren dus uitstekend!
Daar ik met een hardloper uit Zwolle aan het kletsen was, vergat ik te kijken, hoeveel minuten over 1 ik over de startstreep kwam. Het was dus lang ongewis voor mij, op welk schema ik zat. Wat ik wel wist, was dat het lopen erg makkelijk ging. Voor mij was het één grote inhaalrace. Vooral heuvelop ging het erg makkelijk.
Het was trouwens erg mooi in de bossen rondom Nijmegen. De helft van de bomen zat nog in blad en alle herfsttinten waren te bewonderen. Niet dat je daar veel tijd voor had, want in het bonte lint van lopers moest je goed opletten, dat je je voorgangers niet op de hielen trapte. Maar waar het maar even kon, gaf ik mijn ogen toch wel de kost om te genieten van het natuurschoon.
Bij het 10 kilometerpunt kon ik eindelijk een beetje inschatten, wat mijn tijd zou worden. Over het stuk tussen de 5 en de 10 km had ik ruim 23 minuten gedaan. Dat betekende een tijd tussen de 1.10 en de 1.12.
De bewolking begon te breken en de laatste 3 km liepen we in het zonnetje. Er was veel publiek langs de kant van de weg en regelmatig werden we aangemoedigd. Heel wat anders dan het bioscooppubliek bij de marathon van Amsterdam.
Vlak voor de finish, die ging in de brutotijd van 1.32.12, hoorden we dat Tirunesh Dibaba uit Ethiopië met 46.28 een wereldrecord bij de vrouwen had gelopen. Volgens mijn inschatting zat ik toen nog niet eens bij het 10-kilometerpunt! De laatste 5 km waren in ruim 23 minuten gegaan. Daarbij bleef ik nog steeds in het ongewisse over de eindtijd. Na de finish kwam ik, net als vorig jaar, oud-marathonschaatser en Elfstedencrack Haico Bouma tegen. Ik haalde mijn tas met kleren op in de parkeergarage met steile helling. Dan heb je net 7 heuvels beklommen, maar deze steile helling is toch de meest pijnlijke van allemaal, temeer daar ik in de eindsprint een bilspier had verrekt.
Op het station van Nijmegen kwam Peter Zwart, die 1.06.41 had geklokt, op mij afgelopen. Met hem reisde ik terug naar Amsterdam, waardoor we elkaar weer bij konden praten, o.a. over de marathon van Amsterdam, die hij met een paar gekneusde ribben gelopen had, nadat hij tijdens zijn laatste training was aangereden door een fietster, die daar helemaal niet mocht rijden. In Mokum verliet Peter de trein, terwijl ik via Haarlem naar De Vink treinde.
Pas thuis kreeg ik de uitslag in een mailtje te lezen: 1.10.45, 8 seconden sneller dan mijn snelste Zevenheuvelenloop. Volkomen vlak: 23.55, 23.36 en 23.12. Ik had dus een uitstekende race gelopen. Maar nog liever had ik natuurlijk gehad, dat in niet naar Nijmegen af kon reizen, omdat mijn vader nog leefde en we vandaag een groot feest hadden gehad ter gelegenheid van 100 jaar Bert Breed sr.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Hoi Bert,
Leuke column. Van je puberteit die niet onopgemerkt voorbijging enzo. Als ik de foto van je vader zie, is het nog als de dag van gisteren dat hij er was. Jammer dat hij zijn 100-ste verjaardag niet meer heeft mogen vieren.
De logeerpartijen van mijn vader bij jouw ouders waren de hoogtepunten uit zijn jeugd! Jouw ouders waren gastvrij en hartelijk. De pretogen van je vader waar je over schijft herinnner ik me nog goed. Dat jij ze hebt geerfd (en met jouw wellicht een of twee broers/zussen) herken ik ook.
Groetjes,
Linda
Een reactie posten