zondag 15 mei 2022

Titus Brandsma Marathon

Nederlandse heiligen zijn niet zo dik gezaaid. Het zijn er zo'n 60, waarvan een derde behoort tot de Martelaren van Gorkum.

Vandaag werd de Friese oorlogsheld Titus Brandsma door Paus Franciscus heilig verklaard.

Op 19 juni 1942 werd de Rector van de Katholieke Universiteit in Nijmegen door de Duitsers gearresteerd en in Dachau kwam hij op  26 juli om het leven.

De onverklaarbare genezing van Karmeliet Michael Driscoll zorgde voor het voor heiligverklaring noodzakelijke wonder.

Diverse Friezen waren naar Rome afgereisd om in het Vaticaan om deze niet alledaagse gebeurtenis bij te wonen.

Wat dat aangaat sloeg ik geen modderfiguur met mijn Friese zonneklep.

Het was een geruststellende gedachte, dat burgemeester Henri Lenferink de sleutels van het Stadhuis weer teruggekregen heeft.

Nu zijn de sleutels in Leiden erg belangrijk. We wonen per slot van rekening niet voor niets in de Sleutelstad!

Voor meer achtergrond verwijs ik u gaarne naar "Het Petrus Mysterie" van de Leidse schrijver Jeroen Windmeijer.

De sleutels van de Sleutelstad betreffen de Hemelsleutels. Voor minder gaan we niet in Leiden!

Dat gold vandaag ook voor de voorspelde weerstemperaturen. Deze zouden flink boven de 20 graden uitkomen, zodat het op voorhand een zware marathon zou gaan worden. De keuze van het loopshirt stond daarmee meteen vast: wit. Je moet je kleden op het weer.

Na met mijn vrouw ontbeten te hebben, fietste ik om 9 uur naar Jaap de Gorter. Met Juul Mentink en mijn tweevoudige Elfstedenmaat wandelde ik naar de Breestraat toe.

Daar nam ik plaats in vak C.

Daar wachtte ik in de schaduw op het vertreksein van de Leiden Marathon. Ik vertrok vanaf de achterste rijen.

Een kilometer verder zag ik Gera van Duijvenvoorde en Henk Eveleens van de IJVL droogtrainingsgroep. Gera nam een foto, toen ik hen op de Lammenschansweg passeerde. Deze foto mislukte. Geen probleem, ik draaide me om en liep een paar meter terug.


Daar de start om 10 uur was, viel het met de hitte nog wel mee. Bij de Vrouwenweg stond Carl Flaman paraat, waarna het peloton als een kudde schapen richting Zoeterwoude liep.

Vlak voor de eerste drinkpost in Zoeterwoude zei de speaker: Daar loopt Bert. Van hem heb ik schaatsles gehad."

Terwijl ik 2 bekers sportdrank leegdronk, raakte ik in gesprek met iemand van Hart van Nederland. Ze vroeg me, of ik een bepaalde tijd in gedachte had.
Mijn antwoord was, dat ik dat niet had. Gewoon rustig lopen en op de eindstreep zie je de tijd wel.

Toen ik weer aan het lopen was, bedacht ik, dat dit een mooie metafoor voor het leven was. Op de eindstreep weet je pas, hoe lang je erover gedaan hebt.

Ja, dat krijg je als je met zo'n geboortekaartje de Titus Brandsma Marathon loopt....

Samen met een andere loper praatte ik op weg naar Weipoort en Groenendijk. Daar was de tweede drinkpost, waar ik net als de rest van de dag 2 bekers met sportdrank nam. In de polder viel de temperatuur nog mee, daar we een verkoelende tegenwind hadden.

Bij de Rijneke Boulevard staken we over een pontonbrug de Rijn over. 

Aan de overzijde stond mijn vrouw te wachten. Terwijl ik met haar afsprak, waar we elkaar vanmiddag zouden treffen, werd ik ingehaald door de pacers van 4.30.

Gezien de tijd van 1.01.21 op de 10 kilometer kon dit wel eens kloppen.

Op de Hondsdijk was het zoeken naar schaduw.

Bij Koudekerk was de volgende verzorgingspost.  Een bezemwagen wrong zich tussen de pacers van 4.30 en mij, zodat ik de bus pas halverwege de Mattenkade kon passeren. 
In Hoogmade had ik een persoonlijke verzorgingspost bij de molen. De 20 kilometer was in 2.11 bruto gegaan, de halve marathon ging in 2.21.43, zodat ik een klein kwartier over deze kilometer gedaan had.
Ik had een plaspauze ingelast, 1 van de 4 energiegelletje tot me genomen en een halve liter sportdrank gedronken. 

Gezien het aantal wandelaars onder de marathonlopers was ik nu in de achterhoede beland.

Langs de A4 liepen we naar Roelofarendsveen, waar het tussen de kassen en andere bebouwing met weinig wind en schaduw net even te warm was.

Dit deel van de marathon voelde daardoor aan als een martelgang. De benen wilden nog wel, maar het drinken was het knelpunt. Een paar bekers sportdrank hielpen maar een paar kilometer.
In Nieuwe Wetering sprak ik een minuut of 5 met Joop van Egmond en Anneke Blom uit "De Hobbit".

Zo kon ik de mensen, die ik vanaf Hoogmade had gepasseerd, opnieuw inhalen. Dankbaar werk!
De 30 kilometer ging aan de Koppoel in 3.24.06, waarna ik langs "De Vergulde Vos" naar Oud Ade liep, waar het zoals vanouds een zeer gezellige plek was.
In de Vrouw Vennepolder kwam ik Ada weer tegen.


Vanaf hier begon het echte aftellen. Na het 35-kilometerpunt kwam ik Bauke Dooper tegen, met wie ik heel wat kilometers heb geschaatst op de Kagerplassen.

Gedurende de 42.195 meter hoorde ik regelmatig "Fryslân boppe".

De enige, die dat met recht kon zeggen was Bauke.
Ada begeleidde me rustig fietsend tot de Zijldijk, waar ik de laatste slok zelfgemaakte sportdrank wegwerkte. Via de Singels liep ik richting finish. Ik lette niet goed op en liep Teun de Reede stilletjes voorbij. Teun was echter een stuk scherper. Zijn camera ook.


Vlak voor de finish zag ik organisator Tjeerd Scheffer met zijn kleinzoontje langs de kant staan. Ik stopte en liep hand in hand met de peuter over de eindstreep.

Zo kan de kleine ook een marathon op zijn naam bijschrijven.






Je moet het boompje buigen als het jong is,

Het was met 4.49.42 mijn langzaamste marathon. Zelfs de editie van 2019, toen ik als spookloper als niet gestarte marathonloper toch in de uitslag terecht kwam, was ik 20 seconden sneller geweest.

Ik was desondanks 551e van de 697 gestarte deelnemers geworden. Het zegt iets van de zwaarte van de Titus Brandsma Marathon. Maar ja, dat past ook wel bij een heiligenleven.

Na de medaille in ontvangst te hebben genomen, was het tijd voor een biertje.

Alle sportdrankjes van vandaag bij elkaar gaven niet zozeer het limonadegevoel, maar wel een limonadesmaak.

Zo'n getapt koud biertje smaakt dan als een Godendrank. Na dit op een stoel in de schaduw aan de Nieuwe Rijn met lopers uit Berlijn en Detroit opgedronken te hebben, wandelde ik naar het huis van Jaap en Juul, waar ik mijn fiets ophaalde. Op weg naar huis kon ik de beenspieren een beetje losrijden.
Thuis douchte ik me. 's Avonds dronk ik bij het avondeten een Fries biertje.

Deze "Grutte Pier" had ik dubbel en dwars verdiend na de loodzware Titus Brandsma Marathon.

Geen opmerkingen: