vrijdag 16 oktober 2009

De babyboomers hebben het weer gedaan!


In allerlei opiniestukken worden de babyboomers weggezet als grote profiteurs van veel voorzieningen. Nu behoor ik zelf tot die generatie en het beeld ligt in mijn ogen toch een tikkeltje anders. Als er iets is, dat mijn generatie kenmerkt, dan is het wel, dat zij juist overal de hoofdprijs voor hebben betaald!

Zelf ben ik geboren in 1955 en zit daarmee in de staart van de babyboom-generatie, dus ik heb het twijfelachtige genoegen om in 2020 een van jaargenoten te zijn, die in één klap een jaar langer door te mogen werken. Een paar jaar geleden verdween voor onze jaargang ook al de regeling rond vervroegde uittreding, de befaamde VUT, toen 1 januari 1950 als waterscheiding dienst deed. Zodoende heeft onze jaargang ruim 20 jaar meebetaald aan pre-pensioenregelingen om zelf een jaar langer door te "mogen" werken. En dan "boffen" wij nog.
Wie niet boffen zijn degenen van mijn generatie, die tijdens deze crisis hun baan verloren hebben. Je kan dan solliciteren tot je een ons weegt, maar je wordt nergens aangenomen. Geen werkgever zal je aannemen, gewoon omdat je simpelweg te oud bent. Geen werkgever zal het hardop zeggen, want dat is leeftijdsdiscriminatie en dat mag niet, maar de realiteit is dat je als 50-plusser, en vaak al als 40-plusser, geen schijn van kans maakt!

Om nog even het profiteren van voorzieningen aan te halen: nog niet zo lang geleden moest er fors betaald worden als je kinderen 16 jaar werden en nog op school zaten. Met een leerplicht tot 18 jaar is het voor de overheid dan kassa. Daar kwamen de kosten voor de schoolboeken nog eens bij: nu zijn ze gratis, een paar jaar geleden beslist niet! En wie mochten het betalen? Juist, hun ouders, de babyboomers.
Nu is het normaal, dat kinderen studeren. In mijn jeugdjaren was dat beslist niet zo.

Als ik kijk naar mijn lagere schoolklas op een jongensschool (ja, dat had je toen nog!), dan was "doorleren" iets voor een kleine minderheid. De meeste van mijn klasgenoten gingen "gewoon" naar de l.t.s. en zodra ze dat diploma hadden gingen ze op 16-jarige leeftijd werken.
Voor hen geldt, dat ze in 2020 al 49 jaar gewerkt hebben en dus premies afgedragen. En deze mensen worden door de politieke jongerenorganisatie van nu weggezet als profiteurs van veel voorzieningen. En dat, terwijl de jongeren in grote mate het voorrecht hebben om te mogen studeren, want dat is het: anderen hebben betaald om jou de kans te geven om een studie te mogen volgen. Als een van de weinige studenten uit mijn lagere schoolklas ben ik me er bewust van, dat ik bevoorrecht was.
Zeker als ik het vergelijk met mijn broer Leo, die op zijn 14e al in het vrachtwagenbedrijf van mijn vader kwam werken en die nu, op zijn 70e, nog steeds werkt: 56 jaar zwaar werk!!!!

Daarom was en is het gewoon eerlijker om het recht op AOW te koppelen aan het aantal jaren, dat je gewerkt hebt, ook als zou het voor mij persoonlijk betekenen, dat ik nog langer moet werken dan 66 jaar. Maar goed, zolang ik de marathon nog kan lopen, ben ik ook nog fit genoeg om te werken.

Want waarom moeten mensen uit 1955, die al 49 dienstjaren hebben, hoe dan ook het 50e ook nog door de strot geduwd worden? En dat het liefst onder de foute generalisatie, dat de babyboomers profiteurs zijn. De meeste babyboomers zijn, als je alle kosten en baten meerekent, gewoon nettobetaler!
Maar ja, politiek komt dit stigma nu eenmaal goed uit: de babyboomers hebben het weer gedaan!

Geen opmerkingen: