woensdag 28 maart 2018

Kopwerk

Op een tweetal banen heb ik naam gemaakt als het aankomt op kopwerk. Allereerst natuurlijk op mijn thuisbaan, de Leidse IJshal. Ik mag dan niet zo hard gaan, mijn sterkste punt is en blijft de gelijkmatigheid. Ik kan een tempo urenlang volhouden.
Dat is een groot voordeel bij de 1000 rondjes van Leiden. Maar ook de "Krasse knarren" vinden het prettig, als ik bij de gebruikelijke piramide van 125 rondjes de 5 kilometer op kop rijd.
Sinds ik aan de Bert Grotenhuis Bokaal meedoe, heb ik op de IJsbaan van Haarlem ook enige faam opgebouwd als de Diesel uit Leiden. En al helemaal, toen ik 2 weken geleden 198 kilometer kopwerk voor mijn rekening nam. Na 490 rondjes kreeg ik een kleine inzinking. De naamgever van de bokaal schreef heel snedig: "Mag ik ook zo'n inzinking, Bert?"
Hoewel het op een marathon of een Alternatieve Elfstedentocht niet altijd lukt, is het toch de kunst om deze inzinking zoveel mogelijk te ontlopen. En dat begint toch met de gelijkmatigheid.
Er zullen ongetwijfeld mensen zijn, die mij voor gek verklaren, dat ik bijna 200 kilometer kopwerk deed, maar ik heb inmiddels voldoende ervaring om te weten, dat dat mij minder energie kost dan dat ik rustig meerij in het peloton.
Daarvoor moet ik een uitstapje maken naar de natuurkunde. Op de afbeelding hierboven is te zien, dat hoe harder je rijdt, hoe meer vermogen er geleverd moet worden. Met name de luchtweerstand, die overwonnen moet worden, is van groot belang.
Simpel gezegd komt het er op neer, dat de luchtweerstand met iedere kilometer sneller kwadratisch toeneemt. Een kilometer sneller betekent dus 2 keer zoveel weerstand.
Nu is uit testen in de windtunnel gebleken, dat bij een ploegenachtervolging de kopman zo'n 20% meer luchtweerstand moet overwinnen dan de volgers.
Als je dan weet, dat een "verse kracht" het tempo nog wel eens een paar kilometer per uur op wil schroeven, kunnen we hier uitrekenen, wat er dan gebeurt.
Rijdt de nieuwe kopman 1 kilometer harder, dan neemt de luchtweerstand met 100% toe. Doordat je kopman af bent, bespaar je 20%. In het peloton dien je dus ongemerkt 80% meer luchtweerstand te overwinnen.
Bij 2 kilometer meer volgt nog een verdubbeling. Je hebt dan dus 300% extra luchtweerstand. Dan mag je die 20% er wel vanaf trekken, maar dan blijf je toch zitten met een toename van 280%.
Kortom, als je dit allemaal tot je door laat dringen, dan is de conclusie duidelijk: als je in staat bent om langdurig met een gelijkmatig tempo op kop te rijden, dan kost dat minder energie dan meerijden in een peloton met telkens wisselende snelheden.
Ik ben niet zo gek als ik er uit zie. Ik weet precies, wat ik doe. Je hebt een zekere dosis onverzettelijkheid nodig, maar dit langdurige kopwerk doe je vooral met je kop....

Geen opmerkingen: