donderdag 1 maart 2018

Fûgelmar in maart

Het had vannacht behoorlijk hard gevroren. 
Na het bijzonder lage maximum van gisteren, werd ik weer wat optimistischer over de kansen op schaatsen op natuurijs.
Deze zachte winter kwam op de valreep terecht in een lijstje met Elfstedentochtwinters. Dat was echter uitgesloten. Maar op deze eerste dag in maart zag ik een verrassend mailtje van Jaap Kroes, dat gisterenavond verzonden was toen ik al op een oor lag, daar natuurijs rozig maakt: "Een collegatrainer heeft vandaag op de Vogelplas geschaatst. 
Met sportieve groet. "
Het plan om vanaf de Leidse IJshal naar hetzij Warmond, hetzij Leiderdorp te fietsen, werd derhalve gewijzigd. Ik zou eerst naar de Vogelplas fietsen om poolshoogte te nemen.
Maar eerst riep de plicht. Ik had me aangemeld om kinderen les te geven in de IJshal, waar het een stuk warmer aanvoelde, doordat je daar geen wind had. Samen met Jacob Vredenborg had ik een groep van 14 kinderen van de in totaal 150 jonge schaatsertjes. We speelden in op het natuurijs door de verschillende slagen op het ijs te laten doen: een korte felle slag met tegenwind, lange slagen met wind in de rug. Uiteraard gebeurde het een en ander speels. Een kind kwam naar me toe met de mededeling: "Ik vind u een leuke trainer!"
Na de thee in de kantine fietste ik langs de ijsbaan van Voorschoten, die ook geopend was, om een uur of 11 naar de Vogelplas. Daar zag ik ruim 100 schaatsers heen en weer rijden op het stuk langs de Kniplaan. Een klein kwartier later reed ik daar ook.
Het was op het "warmst" van de dag. Het was nog geen graad onder nul.
Maar door de harde wind voelde het een stuk kouder aan. Rijden in een thermisch hemd met windbreker, een fleece en een trainingsjack bleek toch te koud. Ik trok mijn oude winterjas aan bij deze windchillfactor van min 10,5.
En dat op 1 maart op de Fûgelmar! De laatste keer, dat ik in maart op natuurijs reed, was in 1986. De keer daarvoor was in 1971. Zo vaak komt dat dus niet voor in de lentemaand. De meteorologische lente begint trouwens op 1 maart.
De eerste ronde reed ik rustig. Ik wilde eerst in me opnemen, waar het volkomen veilig was en waar je op moest passen op wakken of zwakkere plekken. Je kon langs de Kniplaan schaatsen, maar je moest wel een stuk van de rietkraag afblijven. Vooral in het middenstuk, waar het riet verder de Vogelplas op kwam, waren enkele kleine wakken en zag je het ijs soms golven, als iemand er tussendoor schaatste.
Je kon niet helemaal tot de overkant. Aan de kant van de boerderij lag langs de rand een langgerekt windwak, die dat verhinderde. Tenzij je van wakzwemmen houdt natuurlijk....
Ik behoor niet tot dat soort bikkels . Zodoende keerde ik om en reed terug richting de A4, waar  ik opgestapt was. Daar kon je doorrijden tot ongeveer halverwege de vogelkijkhut. De golven gaven  duidelijk aan tot waar je kon schaatsen.
Ik reed in de harde wind diverse keren heen en weer. Af en toe stopte ik bij mijn rugzakken om een zoutarme boterham te nuttigen. Daarbij kwam een man op mij af met de vraag: "Bent u Bert Breed?"
Ik bekende onmiddellijk.
"Ik herken u van het filmpje van afgelopen maandag."
Na even met hem gepraat te hebben, vervolgde ik mijn weg over de schaatsronde van ruim een kilometer zwart ijs.
Om half 2 zag ik Lotta. Ik vroeg aan mijn haar, of Ada nog kwam.
"Die is er al."
Even later kwam mijn vrouw tussen de rietkraag door het ijs opgestapt. Gedrieën reden we over het spiegelgladde ijs op de Fûgelmar. Zodoende kon mijn dochter haar korte kür uitvoeren op de Vogelplas.

Ada en ik reden een aantal keren heen en weer. Later reed Lotta op haar kunstschaatsen ook mee.
Ik kwam diverse bekenden tegen, waaronder Jos Dohle, Jaap Kroes en Rein Knetsch.
Tijdens een van de laatste rondjes maakten we foto's in het prachtige winterlicht.




Om kwart voor 4 stapten we van het ijs af om bij "Het eiland van oom Niek" nog even wat warms te drinken en op te warmen na een heerlijke middag op de steenkoude Fûgelmar in maart.


Geen opmerkingen: