zondag 31 mei 2015

Pontjes en openstaande bruggen

Om half 2 werden wakker van hotelgasten, die luidruchtig de camping opgelopen kwamen. Dit hield tot half 3 aan. Vooral Robbie was een druktemaker eerste klas.
Soms ben je blij met een regenbui. Dit was nu ook het geval. Door de regen gingen de chique geklede hotelgasten sneller naar binnen.
Om 8 uur waren we de tent uit. We zouden weer op huis aan gaan. Toen alles in de fietstassen zat, zetten we de tent te drogen in de zon.


Het grote voordeel van een koepeltent: je pakt hem zo op.

In de zon ontbeten we, nadat we van een paar hotelgasten hun kant van het verhaal gehoord hadden. Ze hadden ergens in de bossen een bruiloft gehad. Er was slechts 1 taxi beschikbaar, die op en neer pendelde. Men wist niet, dat het hotel op een camping lag. Dit begreep men pas, nadat de beheerde van de camping na diverse telefoontjes ter plekke was verschenen.
"En wie is Robbie dan?", vroegen wij.
Het antwoord was verbluffend: "Dat is de bruidegom!"
Ik geef het grif toe: niet iedereen beleeft de eerste huwelijksnacht op deze manier....

Nu was er in onze groep iemand, die het kabaal volledig ontgaan was. Bas had op het punt van vast slapen een naam hoog te houden.
Het plan was om na het ontbijt te gaan midgetgolfen. Maar daar de vouwwagen van Bas en Nel onder het stuifmeel en bladeren zat, besloten we eerst deze te reinigen.



Daar het inmiddels middag was geworden, besloten Ada en ik de midgetgolfbaan te laten voor wat die was.





Om kwart over 12 reden we van camping "Puur" af. Door de bossen reden we naar de heidevelden net onder Hilversum. Via Nieuw-Loosdrecht reden we dwars door de Loosdrechtse plassen.

Even voorbij Mijnden sloegen we linksaf, waar we al snel voor een openstaande brug stonden op deze Tweede Pinksterdag met veel pleziervaart.
Langs de Vecht trapten we naar het pontje bij Nieuwersluis. Veel zagen we niet van de Vecht. Zeer veel heggen ontnamen ons het zicht op deze kronkelende rivier grotendeels.
Na het Amsterdam-Rijnkanaal met het voetveer overgestoken te zijn, kwamen we in een voor ons nieuw dorp: Nieuwer Ter Aa, een aardig plaatsje. Op een onverhard fietspad tussen de weilanden door aten we op een bank ons brood op.
Direct nadat we waren opgestapt, vloog een grote zilverreiger vlak naast ons op uit de sloot naast het fietspad.

(Foto: Willem Hovinga)
Een paar rustige weggetjes brachten ons ons weer op de Portengense Zuwe. Tot Woerdense Verlaat hadden we dezelfde weg als de vrijdag ervoor.
Daar de brug vlak voor ons open ging, wijzigden we onze route en reden via Noordse Dorp over de Molenweg naar Zevenhoven, waar we de lange rechte weg door de polder naar Woubrugge namen. Met een flinke bries tegen.
In Woubrugge zochten we bij "Disgenoten" een plek in de luwte. Daar de chocolademelk en de aardbeienvlaai op waren, nam ik thee een cheesecake.
Net buiten Woubrugge namen we het pontje naar de kop van het Paddegat. Via de Aderweg reden we naar Hoogmade om door Leiderdorp weer op Leiden aan te koersen.
Na een rit van 71 kilometer waren we weer thuis. In totaal hadden we in 4 dagen tijd 216 kilometer bij elkaar getrapt.

Geen opmerkingen: