zondag 17 mei 2015

"Leiden is trots op je!"

Ik weet niet, hoe het u vergaan is, maar ik heb ook dit jaar geen uitnodiging gehad voor het verjaardagsfeest van Maxima. En dat, terwijl ik al jaren mee betaal aan het in stand houden van het Huis van Oranje. Daarnaast ben ik ook nog eens van onbesproken gedrag, toch?

Op mijn open sollicitatie voor de functie van hofnar heb ik trouwens ook nog niets gehoord.

Nu had ik vandaag trouwens toch niet gekund, want ik deed mee aan de 25e marathon van Leiden. Voor mij was dit de 13e keer, dat ik meedeed, dus kan ik zeggen, dat ik meer dan de helft van de hele marathons heb meegelopen.

Na met Ada te hebben ontbeten fietste ik naar het huis van Jaap de Gorter. Hans Boers was er al. Dat moest ook wel, want om 10 uur was de start van het Nederlands Kampioenschap halve marathon.
Jaap moest door een flinke verkoudheid verstek laten gaan, maar de honneurs werden waargenomen door Juul Menkink, die haar debuut zou maken op de 21,1 kilometer. De drie matadoren werden voor de start op de foto vastgelegd.

In de Breestraat gingen Hans en Juul in hun startvakken staan. Wij kletsten even bij met Jos Drabbels en Sophia Stein, die net terug waren van vakantie.
Voor startvak B was een trechter gebouwd, waardoor slechts 3 of 4 lopers tegelijk van start konden gaan. Zo werd de drukte meteen wat gespreid en kon je meteen in je eigen tempo gaan lopen. Desondanks koste het nog aardig wat moeite om Hans en Juul in de drukte te vinden.

Nadat iedereen vertrokken was, duurde het nog ruim 20 minuten, voordat de marathon werd weggeschoten. Ik rekte wat, maar liep niet in. Alle energie, die je hiermee uitspaart, kun je aan het eind van de 42 kilometer goed gebruiken. Je moet dan wel de eerste 2 kilometer gebruiken om je warm te lopen.
In het startvak praatte ik met een buitenlandse loper uit Maassluis. Deze man sprak de wijze woorden: "Who is complaining about the weather today is someone, who likes to complain!"
Ik zag mijn oudste zus Annie aan de andere kant van het hek staan. Uiteraard praatte ik met haar tot het moment, dat we mochten gaan lopen. Daar ik in startvak A mocht vertrekken, zat ik niet zo heel ver achter de wedstrijdlopers. Nog dichterbij waren de pacers van 3.45. Hen liet ik wijselijk meteen maar gaan. Net als Harry de Klerk trouwens, die net als ik op Pedagogische Academie "De la Salle" in Heemstede had gezeten. Harry zou uiteindelijk finishen is 3.52.16. Dit is net boven mijn persoonlijk record.

Met de wind in de rug voelde het warmer aan, dan voorspeld was. In het kleurrijke blok van 950 marathonlopers zag je, ondanks het verzoek om in geel of blauw te lopen, deze kleuren betrekkelijk weinig terug. Maar ja, wat deed de organisatie zelf? Het hardloopshirt van de Leidse marathon van 2015 was fluorescerend groen....
Vanaf het begin liep ik vrij snel in een heerlijke cadans. De wedstrijdstress, die ik voor een marathon toch nog altijd heb, liep ik er in de eerste kilometers uit. Zodoende passeerde ik op de Vrouwenweg de stek van supersupporter Carl Flaman.
Via Zoeterwoude ging de route naar Zoeterwoude-Weipoort, waar mijn vrouw op me stond te wachten met de krentenbollen. Een halfje was het maximum, wat ik aankon.

Schaduw zoekend liep ik met een groep van een man of 6 naar Groenendijk, waar ik de eerste 10 kilometer in 54.41 had volbracht. Hier was het erg gezellig. De bewoners hadden erg hun best gedaan om ons een sfeervol welkom te bereiden.

Bij de Rijneke-Boulevard staken we over de pontonbrug de Rijn over. Hier was de splitsing tussen het parcours van de halve en de hele marathon. Wij liepen richting Koudekerk. Met de wind in de rug was het trouwens niet zo koud.
Op de Hondsdijk zag ik bij een boerderij tussen een groepje toeschouwers de krullenbol van één van de tweeling van "The Shoes" staan. Ik dacht, dat het Henk was, maar ik kan me daarin vergissen.
"Moet jij geen muziek maken?", vroeg ik, om meteen weer door te lopen.

In Koudekerk nam ik een beker sportdrank, net als een paar meelopers.
"Wat zit hierin?", vroeg een van hen aan zijn maat.
Ik kon hem geruststellen: "Dat hoor je wel na de dopingcontrole."
Vanaf Koudekerk kregen we voor het eerst met lange stukken tegenwind te maken. Kennelijk kan ik hier goed mee omgaan, want waar ik op de Hondsdijk met de wind in de rug vooral ingehaald werd, was het nu omgekeerd. Tot Hoogmade haalde ik alleen maar in. In 1.50 en wat seconden had ik in het geboortedorp van mijn moeder de 20 kilometer afgelegd.
Vlak nadat ik Marja van Vliet gegroet had, zag ik een andere "Krasse knar" staan. Gé van Goozen stond klaar met een blikje cafeïnedrank, dat ik bij de molen opdronk alvorens na 1.56.48 aan de tweede helft van de klassieke afstand te gaan beginnen. Het betrof het saaiste deel van de mooie route: een kilometer of 4 langs de A4.
Daar stond tegenover, dat in Oude Wetering Corrie uit de kantine van de Leidse IJshal, als vrijwilligster drank stond uit te delen. Dat kwam mooi uit, want ik liep in het shirt van onze eigen ijsbaan.

De route ging verder naar het centrum van Oude Wetering, waar Hans Post me aanmoedigde, en vandaar naar Nieuwe Wetering, waar ik langs de tuin liep, waar Truus en Anneke Blom naar het voorbijgaande lint lopers zaten te kijken. Deze zussen waren vaste gasten in "De Hobbit" in Nieuw-Vennep.

Op het pad naar de molen aan de Koppoel haalde ik nog diverse mensen in, maar vlak voorbij Rijpwetering werd ik bijgehaald door de pacers van 4.00 uur. Te vroeg. Ik voorvoelde, dat ondanks dat ik nog steeds soepel liep, ik de doelstelling om onder de 4 uur te eindigen, niet zou halen.

Zo kwam ik aan de kop van een peloton van ruim 20 man onder de ereboog van Oud-Ade doorgelopen. Het was daar dit keer "Gaan met die banaan!" Oud-Ade is wederom een geheide kandidaat voor de Bartlehiem-prijs.

Ada stond hier op me te wachten met de fles sportdrank, maar ik gebaarde haar, dat ik het een paar kilometer verderop wilde hebben. Tot het Vennemeer kon ik de pacers bijhouden, daarna moest ik helaas lossen. Op de hoge brug bij "Huize Brugzicht" dronk ik de helft van de fles leeg, waarna ik doorliep.
Halverwege de Nieuweweg, bij het 36 kilometerpunt, stuitte ik onverwachts op mijn kandidaat voor de Bartlehiemprijs. Voor een houten toegangshek naar de weilanden zat een man in zijn eentje op een kleine tuba of een eufonium te spelen om ons aan te moedigen. Letterlijk in the middle of nowhere. Geweldig!

Bij de Zijldijk kreeg ik het flesje sportdrank leeg. Ada fietste met me op. Even voorbij "'t Dobbertje" kreeg ze gezelschap van Ans van Dijk.
Bij het binnenlopen van Leiderdorp riep een mij onbekende vrouw me toe: "Bert. Leiden is trots op je!"
Dat is nog eens een leuke binnenkomer.
Bij de Zijlpoort bogen we de Singel op. Het ging nog steeds lekker, ook al voelde ik mijn bovenbenen behoorlijk. Bij de Maresingel stond Jante Vernhout met Abe in haar armen.
"Over 20 jaar loop jij hier", sprak ik dit ventje toe.


Na Annerieke van der Beek, die de halve marathon had volbracht, gepasseerd te zijn, kwam ik Teun de Reede en Arnold Schipper tegen, in het verleden twee begenadigde hardlopers.

Een meter of 400 voor de finish zag ik mijn zus Annie langs de kant van de weg staan, een meter of 200 verder Jaap, Juul en Hans.


Soepel liep ik op de eindstreep af, waar de ene na de andere loper zijn looptijd neer zou zetten.

Ik uit zou komen op 4.02.43. Netto zou het 4.02.20 worden, nagenoeg dezelfde tijd als vorig jaar. Hiermee werd ik 373e.


Mijn mooie medaille met de Koornbeursbrug erop, de mooiste brug van Leiden, werd op de foto gezet, terwijl Ada de fotografe fotografeerde.

Jaap, Juul en Hans wisten ons vrij snel te vinden.

Dat gold niet voor Annie. We waren elkaar misgelopen. Twee keer liepen we het stuk tussen 't Gangetje en het Stadhuis. Doordat we elkaars mobiele nummers niet bij de hand hadden, konden we elkaar niet bereiken, helaas.
Ik mocht op de terugweg bij Hans, die de halve marathon had volbracht in 1.45.06, achterop de tandem. Aanvankelijk vonden mijn bovenbenen dat niet fijn.

De debutante had over de 21,1 kilometer 2.19.52 gedaan. Niet gek voor een eerste keer. Voor Juul was het een droomdebuut.

Met een biertje sloten we bij Jaap en Juul deze prachtige marathondag af, terwijl we zagen, hoe Steven Kruijswijk in de Giro tweede werd achter de Astana-renner Tiralongo. Hij kwam dus net als ik een klein beetje snelheid tekort. Maar bij een tweede stek achter een Astana kun je over 3 maanden ineens alsnog etappewinnaar worden....
Nu we het toch over tijden hebben: Hans en Juul hadden een medaille, met daarop de datum 16 mei 2015. Ze waren dus een dag eerder gefinisht dan dat ze gestart waren. Albert Einstein wist het al: tijd is relatief.

Geen opmerkingen: