dinsdag 23 augustus 2016

The Wolds & the Humber

Iedere vakantie heb je wel een dag, waarop alles lijkt tegen te zitten. Op het eerste oog leek het daar absoluut niet op. Het was onbewolkt weer en het beloofde een warme dag te worden. We hadden goed geslapen. Ik werd om kwart voor 7 wakker, Ada sliep zelfs tot half 8.
Intussen had ik verder gelezen in "Oom Oswald" van Roald Dahl. Bij het hoofdstuk over Sigmund Freud moest ik me inhouden om niet schaterlachend Ada en de buren op de camping wakker te maken.

Onwillekeurig gingen mijn gedachten terug naar "De la Salle". Op deze pedagogische academie werd Freud bij psychologie uitgebreid behandeld.
We ontbeten in de schaduw, terwijl de tent stond te drogen in de al behoorlijk warme zon. Om kwart over 9 reden we weg vanaf "Walesby Woodlands Caravan Park". Al snel begonnen we te klimmen: van 30 meter vlak voor Walesby naar 159 meter een paar kilometer verderop.

We waren in the Wolds, een vrij onbekend maar prachtig heuvelgebied, waar we door omstandigheden langer zouden verblijven dan ons lief was.

Vlak voor de top lag er een bord van National Cycle Network 1 op de grond. Ik zal eerlijk toegeven, dat het te zwaar was, anders was het in mijn fietstas beland. Nu hing ik het weer netjes terug.

Een minuut later stopte Ada ineens op de klim. Ze had een lekke achterband. We reden terug, omdat we daar meer ruimte hadden. De bagage werd er vanaf geklikt en de fiets omgedraaid en voor het eerst in een paar jaar begonnen we met het lichten van de banden. De antilekbanden schelen echt heel veel.
Het lek bleek pal naast het ventiel te zitten, een onmogelijke plek. Het wiel werd eruit gehaald, de "oude" band van een maand oud werd eruit gehaald en de reserveband werd erin gelegd. Het was nog een heel gepriegel om bij het ventiel de band er goed op te leggen.

Ruim een half uur later konden we de weg vervolgen naar Thoresway. Over de eerste 9 kilometer hadden we 5 kilometer gedaan.

Het ging in de afdaling goed tot Beelsby. Daar misten we een bordje en zo kwamen we uit in Barnoldby le Beck. Dat was op de route naar Grimsby, voor ons de totaal verkeerde route. Het was inmiddels half 12 geweest. Op deze bloedhete dag wilden we graag wat drinken. Helaas ging de pub "The Ship" pas om 12 uur open. Er klonk echter muziek uit de keuken.

Ik liep om en een meisje in de keuken zei, dat we hooguit een kwartier moesten wachten. Als we in de tuin aan de andere kant van het hebouw zouden gaan zitten, zou er zo iemand komen om ons te helpen. Toen 10 minuten later nog niemand verschenen was, pakten we de fiets en reden terug naar Beelsby, een vrij pittige klim. Bij "The Ship" zaten ze kennelijk niet op ons geld te wachten.
In Beelsby zagen we het bord richting Swallow. Vanaf de kant, waar je vandaan kwam, was het absoluut niet te zien geweest. Rare jongens, die Britten!

We reden naar Swallow, waar we bij "The Swallow Inn" wel welkom waren. Naast white coffee and orange juice namen we 2 stukken amandeltaart met ijs, voordat we weer gingen klimmen en dalen richting Great Limber. In de dorpswinkel kochten we melk en brood, waarmee we lunchten op een boomstam aan de rand van Hendale Wood.
Deze bosrand zouden we iets verderop beter leren kennen. Volgens de kaart was het "rough track when wet". Gelukkig was het al een paar dagen droog, want dit pad was zo al zwaar genoeg. Halverwege kwamen we 2 Zwitsers tegen, die zeiden: "This path is for walking. This can only damage your bike!"
We reden, of beter gezegd hobbelden langs het Humberside Airport via Melkon Rose naar Burnham om in Deepdale op een onverwachtse plek iets vonden om te drinken: koffie en jus d'orange.

We daalden af naar Barton upon Hull, waar ik bij de lokale fietsenmaker 2 reservebanden kocht, waarna we de Humber Bridge opdraaiden.


Hier vingen we aardig wat wind, maar dat vonden we op deze warme dag niet zo erg.

Vanaf de hoge brug had je een prachtig uitzicht op de Humber en de omgeving ervan.


In Hessle, aan de overzijde van de Humber, vonden we redelijk snel de route naar Kingston upon Hull. Af en toe moesten we de route vragen, doordat door wegwerkzaamheden de fietsroute onbegaanbaar was. Het duurde wat langer dan gepland, maar om 6 uur waren we bij P&O Ferries. Hier kochten we 2 kaartjes voor de boot naar Rotterdam op vrijdag 29 juli.
Daarna konden we op zoek naar de camping bij Beverley. Door de wegwerkzaamheden misten we de eerste aanwijzing en daarmee de rest. Ondanks navragen reden we af en toe als een kip zonder kop rond. Zo kwamen we uit bij het stadion van Hull City A.F.C..

Desondanks vonden we de weg naar Cottingham. Het werd intussen wel later en later. Bij een pub in Cottingham vroegen we naar een Bed & Breakfast in deze voorstad van Hull. We werden verwezen naar een wit huis aan de andere kant van het spoor. Op zo'n dag als vandaag weet je: die zit vol!

We werden terugverwezen naar Hull, waar tegenover de universiteit een groot hotel moest zijn. Zo reden we om kwart over 7 weer terug naar Hull, waar we inderdaad "Old Grey Mare" vonden.

En zowaar: om kwart voor 8 stapten we Room 6 binnen, waar we eerst douchten voor we naar the diningroom liepen. Ada en ik deelden de taco's en de gefrituurde champignons en hadden zalm met een uitgebreide salade. De dorst werd gelest met ale en cider.
Om half 11 zochten we onze kamer op. Deze dag had een passend slot. We sliepen pal boven de motoren van de afzuigkap van de keuken. Deze gaven een dusdanige herrie, dat we de ramen op deze warme dag maar dicht deden. Ondanks 99 kilometer fietsen liet de slaap nog even op zich wachten.

Geen opmerkingen: