maandag 10 februari 2020

Na Ciara

Wie denkt, dat het na "Ciara" rustig zou worden, vergist zich deerlijk.
Vergeleken met gisteren valt de wind natuurlijk mee, maar feitelijk was de wind in onze regio niet zo heel veel afgenomen.
De uitschieters boven de 100 kilometer per uur spreken wat dat aangaat boekdelen.
Op deze toch weer stormachtige dag ging ik vanmorgen naar Edwin Minnee toe, die mij vakkundig van mijn wintervacht ontdeed en er een Beatleskapsel van maakte.
Onder het knippen door hadden we het veel over schaatsen en schaatstechniek. Edwin had onlangs een tijd van 7.17 gereden op de Weissensee, een toptijd. Hij rijdt dit seizoen dan ook erg goed. Dat heb ik met eigen ogen kunnen zien in de Leidse IJshal.
Op mijn werk wordt het moment, waarop ik naar de kapper ga meestal met vreugde begroet. Men ziet mij dan als een soort lentebode.
Welnu, dit jaar zal ik meer een herfstbode zijn. Want de temperaturen mogen tot in Lapland flink oplopen door de zachte oceaanlucht, vermoedelijk komen er nog diverse depressies aan.
Doordat er koude lucht bij Canada de Atlantische Oceaan opstroomt, ontstaan daar makkelijk depressies, die door de draaiing van de aarde automatisch onze kant op komen.
Deze winter kunnen we dus gevoeglijk afschrijven. Ondanks dat we bij een zonnevlekkenminimum zitten.
Met mijn winterverwachting ga ik dus aardig de mist in. Desondanks zie ik wel wat vergelijking met de winters van 1973,1974 en 1975 en die van  1989 en 1990. Zeer zachte winters, met daarin flinke stormen. In 1976 konden we op natuurijs schaatsen en in 1991 ook: 1976 bleek de opmaat naar een decennium, waarin het voor schaatsers bijna ieder jaar "raak" was, van 1991 tot 1997 was dat, zij het in mindere mate, ook het geval.
Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, maar de winter van 30 jaar geleden vind ik behoorlijk veel lijken op die van 2020. Dus wie weet keren de kansen volgend jaar.

Geen opmerkingen: