Het was een groot vraagteken. Hoe zou het gaan bij de Voorschotenloop, waar ik de 10 Engelse mijl zou gaan lopen op de dag, nadat ik in totaal 101 km gefietst had? Om 12 over 12 kon ik het antwoord verwachten, daar toen het startschot klonk. Waar ik geen vraagtekens bij had, was het parcours, dat grotendeels liep over wegen en paden, waar ik heel vaak train.
De eerste 2 km gebruikte ik om in te lopen. Niet vooraan beginnen, maar ongeveer halverwege de tweede helft van het deelnemersveld. Na een paar kilometer lopen waren de spieren op temperatuur, maar bij het versnellen richting station Voorschoten voelde ik mijn bovenbenen toch wel. Vlak voorbij het station, ruim voor de 3 km, haalden we de eerste deelnemers aan de 10 km in, die 6 minuten voor ons gestart waren.
Het was zonnig weer, maar er stond een straffe, koude wind. We hebben gisteren enorm geboft met het weer bij de Joop Zoetemelk Classic! Langs het spoor hadden we de wind zij tegen, dus het was het handigste om aan de staart van een groepje te lopen. Dit deed ik tot de eerste drinkpost net voorbij de tunnel naar het Horstlaantje. Bij het drinken verloor ik de aansluiting met mijn groepje, terwijl er geen groepje vlak achter me zat.
In mijn eentje liep ik richting Leidschendam, waar we opnieuw onder de spoorweg door gingen richting kasteel Duivenvoorde. Aan mijn kuiten kon ik voelen, dat ik vandaag niet al te diep moest gaan. Op souplesse lopend werd ik bijgehaald door een groepje van een man of 6, waar ik vanaf km 7 verder het grootste deel van de Voorschotenloop mee optrok.
Halverwege de 16,1 km stond er 39 minuten op de klokken, dus het schema van onder de 1.20 blijven hoefde niet aangepast worden. Over het mooie terrein van Duivenvoorde liepen we naar de Kniplaan, waar we nog een lus moesten lopen langs de Vliet. Terug op de heenweg gingen we naar Voorschoten, waar we door de bosjes en weilanden achter Rosenburgh weer naar het fietspad langs het spoor liepen.
De laatste paar kilometer werd ik nog door een twintigtal lopers ingehaald, die nog wel konden versnellen. Dat zat er bij mij niet in. Ondanks de zware bovenbenen kon ik vlak blijven lopen. De tweede 8 km ging nagenoeg net zo snel als de eerste, zodat ik met een totaaltijd van 1.18.36 als 135e over de finish kwam. Het was een mooi maar zwaar trainingsweekend geweest. Ik ben benieuwd, hoe het traplopen morgen gaat....
zondag 22 maart 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten