Gisterenavond was de eerste keer sinds de Kerstvakantie, dat ik weer eens 's avonds ging schaatsen in de Leidse IJshal. We aten vrij laat. Om kwart voor 8 had ik het toetje achter de kiezen. Ik had dus geen last van ondervoeding.
Voor de tweede keer die dag trok ik mijn schaatskleren aan en fietste ik naar de Vondellaan, waar het druk was. Ouderwets druk.
Door de schaatslessen, die 's ochtends aan kinderen gegeven worden, kwamen diverse "Krasse knarren", waaronder ondergetekende, nu op dinsdagavond opdraven. Daarnaast was de vaste groep dinsdagavondklanten er ook nog, dus dat was al een aardig peloton bij elkaar.
Daarnaast waren er naast veel individuele nieuwkomers ook een flinke groep schaatsers van een bedrijf, die met zijn allen gezellig kwamen schaatsen. Een uitstekend idee, dat navolging verdient.
Het ijs was keihard en spiegelglad, toen wij het om kwart over 8 met een man of 70 de buitenbaan betraden. Ik reed rustig mee aan de staart van het peloton. Dat deed ik met opzet. Met een volle maag kun je niet op volle snelheid gaan sporten.
Mijn bedoeling was om een half uur met het peloton mee te schaatsen om me vervolgens aan te sluiten bij de snelle groep van een man of 10. Zo ver zou het echter niet komen.
Eerst hoorde ik achter me een schaatser tegen de boarding klappen. Een rondje later zag ik, dat het Hans den Outer was. Hij was in een scheur gereden. Nu zijn de Twee van Breda onafscheidelijk, dus een paar rondjes later ging Henk Distelvelt bijna onderuit, doordat hij in dezelfde scheur terecht kwam. Hij kon zich ternauwernood corrigeren.
Naast de drukte waren de scheuren bij het ingaan van de bocht ook ouderwets. Bij de groep nieuwkomers reed er een handvol mannen mee, die met veel kracht met de punt van hun schaats afzette. Er ontstonden kleine scheuren, die bij ieder schaatsijzer, dat erin kwam, verder werd uitgetrapt. Vroeger was dit na een half uur schaatsen standaard. We zijn verwend geraakt door de klapschaatsen, die voorkomen, dat je scheuren in het ijs trapt.
Het begon nog meer op een natuurijstraining te lijken, toen de dienstdoende ijsmeester pilonnen op het ijs zette om de scheuren te markeren. Net zoals bij natuurijs wakken worden gemarkeerd met takken of rood-witte linten.
Door de drukte werde het ijs meer afgetrapt dan normaal. Er lag een laagje ijsschaafsel op het ijs, dat veel weg had van een laagje sneeuw. Iedereen ging langzamer rijden, ook de kopgroep, die aanvankelijk veel weg had van een TGV. Maar we weten intussen, hoe het met de FYRA is afgelopen.
Na een uur schaatsen hield het grootste deel van het peloton het voor gezien. Niemand wilde het risico lopen om tegen de boarding te knallen. Hans den Outer had dus weinig navolging. Om te voorkomen, dat hij mentaal zou knakken volgde ik hem naar de kantine, waar Henk Distelvelt, Koos Zwaan en ik hem onder het genot van een enkel biertje op wisten te vrolijken.
Ondertussen werd ik zelf onderworpen aan een cursus sociale media: "Hoe maakt een cyberbakker brood?"
Ik moest het antwoord schuldig blijven: "Met email."
woensdag 25 februari 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Dan kunnen jullie toch beter nog eens op de Uithof komen schaatsen. Helaas moesten we het natuurijs voor het 2e jaar op rij ontberen.
Groet Dick de Bles
Hoi Dick,
Vandaar dat je op natuurijs altijd net even beter schaatst....
Een reactie posten