Om half 8 zat ik op deze zonnige zaterdagmorgen in mijn eentje aan het ontbijt, terwijl Ada boven nog wat klussen deed. Ik at de laatste 5 boterhammen op, om hardlopend naar de bakker te gaan teneinde mijn gezin een ontbijt met vers brood te gunnen.
Om even over half 9 vertrok ik naar het Valkenburgse meer voor de laatste training van 30 kilometer. Bij het viaduct onder de A44 kwam ik Richard Dieke tegen, die in Jobo-wielerkleding zijn hond aan het uitlaten was. Hij zou gaan wielrennen met o.a. Jan Versteegen, Wim van Huis en Boy van Dijk, allemaal vaste gasten in de Leidse IJshal.
Langs het Valkenburgse meer liep ik verder naar Wassenaar in een tempo tussen de 10 en 11 km per uur. Bij de golfbanen werd ik ingehaald door iemand van de IJsclub Voorschoten. Samen liepen we in hoger tempo via Rijksdorp over de Klip naar Wassenaarse slag. Hier sloeg mijn tijdelijke trainingsmaat linksaf, richting Meijendel, terwijl ik over het strand noordwaarts zou trekken.
Het was net hoog water geweest. Dit hield in, dat het een zware tocht zou worden. Het mulle zand hoefde ik niet te benutten, maar het vlakke deel was toch behoorlijk zwaar. Het was nog nat van het zeewater, dat zich net teruggetrokken had. De voeten zakten ongeveer 2 centimeter weg. Goed voor de knieën, die geen schok krijgen, maar wel zwaarder voor de spieren in bovenbenen en kuiten. Met de trainingsfilosofie van Gerard Driessen in het achterhoofd ("Als je niet moe bent, heb je niet goed getraind") was dit een uitstekende training.
Van Wassenaarse slag liep ik op een tweetal drinkpauzes na in één keer door naar de uitwateringssluizen in Katwijk. Over de Boulevard rende ik naar de Vuurbaak om af te slaan naar de bibliotheek. Hier vulde ik mijn drinkflesjes met water en zegde mijn werkende collega's Irene, Maaike en Rebekka van der Plas, Carolien van Egmond en Marietta Hoek gedag.
Carolien, die in haar vrije tijd werkzaam is voor de lokale omroep in Katwijk, liet merken, dat ze een goede journaliste is. Toen ik verteld had, dat het stuk op het strand zwaar trainen was, vroeg ze op de man af: "Dan ben je zeker wel hard voor jezelf?" Ik kon dat niet ontkennen: "Als je dat niet bent, kun je geen marathon lopen."
Het laatste stuk van 9,5 km ging via de pittige klim bij de Berkenlaan, langs de Wilbert en via de Kleipettenlaan. Om even over 12 was ik thuis. De effectieve looptijd was ongeveer 3 uur geweest, hetgeen niet gek is, als je het terrein in ogenschouw neemt. Ik was hard genoeg geweest voor mezelf....
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten