zaterdag 17 maart 2012

Joop Zoetemelk Classic


Om 9 uur moest ik bij de Leidse IJshal zijn. We moesten bij het transportbedrijf Breed in Nieuw-Vennep om een aantal spullen ophalen voor de winterbiatlon van morgen.

Mijn antieke racefiets mocht ik in de IJshal stallen en met Rob van Dijk, Huub van Ingen Schenau en Jos van Teijlingen reden we naar het bedrijf van mijn broers Leo en Paul. Mijn jongste broer hielp ook nog even sjouwen, dus de klus was zo geklaard. Zodoende kon ik om 10 uur op de racefiets stappen op weg naar mijn volgende afspraak.

Tientallen renners reden naar het clubhuis van Swift toe, waar we in konden schrijven voor de Joop Zoetemelk Classic. Deze openingsrit voor het wielerseizoen was door de voorraad startnummers heen. Door het mooie weer was er een recordopkomst. Er waren 5000 startnummers, maar laatkomers als ik mochten toch starten. Een routekaart met een stempel was ons bewijs van deelname.
Ik diverse kleine groepjes gingen we op pad. Via de Vrouwenweg reden we op Zoeterwoude aan om via de Geerpolder naar Benthuizen te fietsen. Bij Gelderswoude was de eerste splitsing: de 25 km koerste vanaf hier weer naar "de Bult" toe.
Een beetje zwemmend tussen diverse groepen reed ik met de wind in de rug richting Boskoop, waar kort achter elkaar 2 splitsingen waren.
De 50 km was van de Joop Zoetemelk Classic kennelijk een van de rustigste, want ik reed grote stukken zonder andere fietsers om me heen. Via Hazerswoude-Rijndijk trapte ik tegen de wind in naar Koudekerk aan den Rijn, om rond het middaguur mijn mueslibroodjes op te eten op een bank langs het fietspad naar Hoogmade.
Met enkele andere fietsers vormde ik een groepje, dat via Hoogmade naar Rijpwetering reed, waar vanaf Roelofarendsveen een onafzienbare stoet wielrenners afsloeg richting Oud-Ade.

Bij de verzorgingspost nam ik een krentenbol en een beker sportdrank om in de grote meute over de hoge brug bij Huize Brugzicht te trappen. Langs en door Leiderdorp reed het bontgekleurde lint naar Roomburg. De stoplichten in Leiderdorp zorgde voor flinke opstoppingen. Ter hoogte van het Rijnlands Ziekenhuis moest je zelfs 2 groene stoplichten overslaan, voor je bij de derde door oranje rijdend het Engelendaal over kon steken.
In Roomburg beleefden we het leukste moment van de dag. Een tiental kinderen zat en stond langs het parcours en we werden juichend door hen ontvangen, alsof we de Tour de France hadden gewonnen. En dat was er toch maar één, die ergens in de lange stoet meereed: Joop Zoetemelk.
Bij de klim van de Col du Bourg à la Crème gaf ik nog eventjes alles, daar ik de rest van de 51,5 km me met een gemiddelde snelheid van 25,5 per uur behoorlijk gespaard had. Morgen wacht immers de volgende afspraak: de winterbiatlon.
Bij de kantine van Swift stond een racefiets, gemaakt van bamboe. Een prachtige fiets.

Met de eigenaar raakte ik even aan de praat. De fiets rijdt erg lekker. Vooral op een hobbelige ondergrond heb je er veel voordeel bij, doordat de meeste schokken door het natuurlijke materiaal worden opgevangen.

Joop Zoetemelk kwam net binnen van de 150 km en hij werd opgewacht door Cor Vergeer, de mede-organisator van de Joop Zoetemelk Classic.
In de kantine van Swift nam ik een welverdiende Palm en raakte in gesprek met Piet van Teylingen. Hij was met schaatsen en skeeleren een vaste trainingsmaat van Frans Zoetemelk. De broer van Joop was in februari verdronken, toen hij het ijs op de Koppoel nog even ging inspecteren. Hij kende het gebied als zijn broekzak: "Als je hier over het ijs kunt, dan kun je over de hele Kaag."
Met een ijspriem om zijn nek en met een lange stok met een haak eraan ging hij "nog even" op onderzoek uit. Toen het te lang duurde, voordat hij terug kwam, ging zijn zoon in een wetsuit kijken waar hij bleef. Hij vond zijn vader levenloos onder het ijs, op 1 of 2 meter van het wak.
"Er moet was anders gebeurd zijn", zei Piet: "Frans heeft op het eerste gezicht geen poging gedaan om er uit te komen. Hij had niet eens zijn handschoenen uit gedaan om zijn ijspriem te kunnen gebruiken."
Het antwoord zullen we nooit weten.
Waarmee maar weer is bewezen: sport is slechts de belangrijkste bijzaak in het leven.

Geen opmerkingen: