Vanmorgen was het behoorlijk wat drukker dan afgelopen dinsdagmorgen in de Leidse IJshal aan de Vondellaan. Diverse "Krasse knarren" stonden voor het eerst dit seizoen op het ijs, dus hield ik hetzelfde schema aan als eergisteren.
Met een peloton van 9 man met af en toe aansluiting van een van de "los" rondrijdende schaatsers reden we de piramide van 1, 2, 3 en 4 kilometer om daarna dezelfde afstanden in omgekeerde volgorde af te leggen.
Tijdens het uitrijden tussen de verschillende afstanden vertelde Wierd Wagenmakers, dat het een goed mastjaar was.
Vaak duidt een goed mastjaar op een koude winter. Met name het optreden van veel beukennootjes in mastjaren zou wijzen op een koude en strenge winter. Dit blijkt ook uit twee oude weerspreuken: "Veel noten op het harde hout, maakt de winter hard en koud" en "Hangen er in september veel noten aan de twijgen dan gaan we een strenge winter krijgen".
Wat dat aangaat: vooral voor beuken was 2014 een uitstekend mastjaar, zoals blijkt uit dit bericht op "Vroege vogels": "De beuk daarentegen beleeft een volmast jaar terwijl het vorig jaar ook al een goed beukennotenjaar was. Wilde zwijnen zullen profiteren van het grote aantal beukennootjes."
We gaan het zien. In ieder geval merkten we in de IJshal al, dat het een goed mastjaar was. Terwijl het tempo bij het blok van de laatste 10 rondjes al behoorlijk hoog lag, gooide een drietal "Krasse knarren" de beuk er nog eens flink in. In de allerlaatste bocht reed een van hen over een oneffenheid, waarna het beukende trio gebroederlijk onderuit ging. In een goed mastjaar komt er meer omlaag zetten dan in andere jaren....
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten