De tenen zijn het volgende deel, wat je niet moet vergeten. Legendarisch is het verhaal van de winnaar van de Elfstedentocht van 1929, die als trofee van zijn triomf daarna een glazen pot op de schoorsteenmantel had staan met daarin op sterk water zijn geamputeerde grote teen. Dit komt mede, doordat de voeten last hebben van een “koudebrug”. De ijzers worden letterlijk ijskoud door het contact met het ijs. Door de potjes (bij vaste schaatsen) of het klapmechanisme bij klapschaatsen wordt deze kou doorgegeven aan de schaatsschoen. En laat zowel het voorste potje als het klapmechanisme nu onder je tenen zitten en de warmte als het ware uit je voeten trekken en je weet meteen, in welke positie je tenen zich bevinden. Een handig hulpmiddel om te controleren, of je geen bevroren tenen hebt, is ze zeer regelmatig te bewegen. Zolang je ze voelt, is het in orde. Een dun laagje vaseline op je vingers is soms ook noodzakelijk bij lange tochten, bij temperaturen, die dik onder nul liggen of bij veel wind. De vingers zijn wat minder gevoelig voor de windchill, doordat je ze meestal op de rug houdt en je ze, door ze regelmatig te bewegen, wat kunt makkelijker kunt laten doorbloeden, maar het blijven zeer kwetsbare en, door de vele zenuwbanen, zeer gevoelige lichaamsdelen. Fietsen in (strenge) vorst is voor de vingers vervelender dan schaatsen. Tot slot nog een kleine, maar zeer praktische tip: koop een kleine tube, die je in een zak in je trainingspak of rugzak doet, zodat je altijd wat bij kunt smeren. Vooral je gezicht en dan met name je lippen, kunnen, doordat deze laag bij eten en drinken wat slijt, soms best een laagje extra vaseline gebruiken.
woensdag 13 augustus 2008
Vaseline
De tenen zijn het volgende deel, wat je niet moet vergeten. Legendarisch is het verhaal van de winnaar van de Elfstedentocht van 1929, die als trofee van zijn triomf daarna een glazen pot op de schoorsteenmantel had staan met daarin op sterk water zijn geamputeerde grote teen. Dit komt mede, doordat de voeten last hebben van een “koudebrug”. De ijzers worden letterlijk ijskoud door het contact met het ijs. Door de potjes (bij vaste schaatsen) of het klapmechanisme bij klapschaatsen wordt deze kou doorgegeven aan de schaatsschoen. En laat zowel het voorste potje als het klapmechanisme nu onder je tenen zitten en de warmte als het ware uit je voeten trekken en je weet meteen, in welke positie je tenen zich bevinden. Een handig hulpmiddel om te controleren, of je geen bevroren tenen hebt, is ze zeer regelmatig te bewegen. Zolang je ze voelt, is het in orde. Een dun laagje vaseline op je vingers is soms ook noodzakelijk bij lange tochten, bij temperaturen, die dik onder nul liggen of bij veel wind. De vingers zijn wat minder gevoelig voor de windchill, doordat je ze meestal op de rug houdt en je ze, door ze regelmatig te bewegen, wat kunt makkelijker kunt laten doorbloeden, maar het blijven zeer kwetsbare en, door de vele zenuwbanen, zeer gevoelige lichaamsdelen. Fietsen in (strenge) vorst is voor de vingers vervelender dan schaatsen. Tot slot nog een kleine, maar zeer praktische tip: koop een kleine tube, die je in een zak in je trainingspak of rugzak doet, zodat je altijd wat bij kunt smeren. Vooral je gezicht en dan met name je lippen, kunnen, doordat deze laag bij eten en drinken wat slijt, soms best een laagje extra vaseline gebruiken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten