Hittegolven en winterweer

In totaal zijn er sinds 1901 39 hittegolven geweest in Nederland.

Wat zegt dit over de komende winter? De enige manier, om daar achter te komen, is om de jaren met een hittegolf of hittegolven te vergelijken met het Hellmanngetal van de daar op volgende winter.
Dat geeft het volgende staatje:
1911 56,9
1912 17,9
1917 66,7
1922 25,3
1923 125,1
1928 227,1
1930 55,3
1932 44,8
1936 35,8
1938 106,0
1941 331,8
1942 34,3
1943 35,9
1944 86,3
1947 35,2
1948 53,6
1950 62,1
1975 72,6
1976 19,1
1982 23,9
1983 36,4
1990 77,3
1994 21,8
1995 150,5
1997 19,3
1999 3,6
2001 21,6
2003 16,3
2004 32,4
2005 31,5
2006 4,8
2013 ?
Het was een beetje monnikenwerk, maar daar draai ik mijn hand niet voor om.

Nou vooruit, een klein beetje dan.
Als je er van uitgaat, dat je minstens 20 Hellmanpunten moet hebben, en dan nog geconcentreerd ook, om überhaupt op natuurijs te komen, dan vallen met name in de laatste 40 jaar aardig wat winters af. Alleen 1976, 1991 en 1996 waren winters met behoorlijk veel natuurijs. Wat dat aangaat scoren de winters uit de eerste helft van de 20e eeuw een stuk beter.
Wat verder opvalt, is het ontbreken van hittegolven gedurende een kwart eeuw: van 1950 tot 1975.

Gezien het totaal afwijkende weer van 2013 tot nu toe, met regelmatig extreme uitschieters, zoals een zeer koud voorjaar, een zeer warme hoogzomer en deze herfst zeer hevige regenval in korte tijd, zowel in september als in oktober, kun je niet spreken van een doorsnee jaar.
Kortom: de kans op uitschieters is dit jaar zeer groot. En dan kan er ook een voor schaatsers positieve uitschieter bij zitten komende winter. Vooralsnog ga ik uit van een winter zoals 1976, een winter waaraan ik zeer goede herinneringen bewaar.
Waar kan ik er voor tekenen?