zondag 26 april 2015

"Daar komt weer een plukje!"

Je hebt van die weerberichten, die je het ergste doen vrezen. Deze week stond zondag steevast als kletsnatte dag genoteerd. Er zou 6 tot 13 millimeter regen kunnen vallen. Dit is niet bepaald waarop je hoopt, als je een 30-kilometerloop op het programma hebt staan.
Ik zou meedoen met de Omloop van Noordwijkerhout en voorafgaand aan de start 9 kilometer lopen. Dat betekende, dat we redelijk vroeg op moesten staan. Na het ontbijt fietste ik in de miezerregen via route vorige week naar het bollenveld van mijn broer Kees. Met de kilometerteller kon ik redelijk goed uitrekenen, welke afstand ik vorige week gelopen heb naar de start van "Hollen door de bollen". Het bleek 23 kilometer te zijn geweest!

Bij de sporthal schreef ik me in. Met startnummer 2197 op de borst begon ik aan het inlopen langs de Leidse vaart. Het rook heerlijk langs de velden vol hyacinten, terwijl de velden vol bloeiende tulpen, narcissen en hyacinten een lust voor het oog waren.
Ongeveer ter hoogte van het geplande keerpunt kwam een vrouw mij tegemoet gelopen. Ze had een shirt met Zorg & Zekerheidscircuit aan, dus het was overduidelijk, waarnaar zij op weg was. Ik liep op met deze Hoofddorpse vrouw, die van huis uit was komen lopen en net als ik aan de halve marathon mee zou doen. Ze zou vandaag in totaal 36 kilometer lopen in aanloop naar de marathon van Leiden. Ze liep als voorbereiding 3 x 36 en 2 x 30 kilometer. En dan zijn er mensen, die denken, dat ik veel loop....
Bij het inlopen kwam ik Jan-Willem Meijboom tegen, die uitgebreid aan het rekken was. Deze deelnemer aan de 1000 rondjes van Leiden eindigde als 6e op de 5 kilometer en stelde daarmee zijn 3e plaats in het totaalklassement van 35-44 veilig.
Om kwart voor 11 was ik terug in de kleedkamer, waar ik mijn dunne trainingsjack uittrok, wat at en dronk en me naar het startvak begaf, waar ik vrijwel achteraan het startschot hoorde klinken. Het was het begin van een vlakker race.
Na een kilometer begon ik meer en meer lopers in te halen. En dat niet alleen: ik liep zelfs sneller dan een paard!

Direct na de eerste drinkpost op 4 kilometer volgde het lastigste obstakel van de halve marathon: het beklimmen van de steile duinhelling. Na deze horde genomen te hebben ging het licht glooiend verder naar de eerste tijdmeting op 5 kilometer: 25.34. Ik zat op het schema van 1.45, terwijl we begonnen aan het stuk van 8 kilometer tegenwind.
Over de duinpaden liep ik met een groepje van een man of 5, bestaande uit lopers, die het tempo van de lopers voor ons niet bij konden houden en een paar lopers uit de achterhoede, die ons bijgehaald hadden.
Daar ik op de slingerende duinpaden de wet van Pythagoras toepaste, schrok ik me een hoedje, toen een wielrenner me onverhoeds inhaalde zonder enige waarschuwing.

Gelukkig liep het nog net goed af, maar wat deed die wielrenner op dit pad, dat voor deze loop was afgezet?
Bij de weg aangekomen kregen we een flinke hoeveelheid fijnstof te verwerken. Een stuk of 40 Zündapps begon net te rijden op het moment, dat wij hen passeerden. Daar zit je als loper niet op te wachten.
Vlak voor we weer de duinen in liepen, was er de tweede drinkpost. Mijn groepje versnelde, zodat ik tussen 2 groepen in zwom. Terwijl ik 2 bekers water tot me nam, hoorde ik de ene vrouw tegen de andere zeggen: "Daar komt weer een plukje!"
Ik keek om, maar ik zag nergens een brandweerautootje.

Om de hoek was het meetpunt van de 10 kilometer. Met 50.34 lag ik nog steeds op schema. Dat kon niet gezegd worden van de auto's, die naar Langevelderslag wilden, want die werden keurig tegengehouden door de organisatie. Dat kon niet gezegd worden van de fietsers. Ik moest "Kijk uit" roepen om te voorkomen, dat een wielrenster mij aan zou rijden.
We liepen richting de Ruigenhoek. Met een groep van een man of 7 liepen we langs het voormalige zweefvliegveld. Bij de bollenvelden aangekomen haalde ik Arjan Vos in.

In 1.15.41 volbracht ik de 15 kilometer. Na een laatste stuk tegenwind langs de voormalige vuilnisbelt van Lisse liepen we naar de Leidsevaart, waar we de wind in de rug kregen. Dat liep wel lekker. Met een andere man volgden we het parcours, dat ik een paar uur tevoren gelopen had tot de Pilarenlaan, waar een tijd van 1.45 niet meer haalbaar bleek, daar de bruto tijdwaarneming 1.41.34 aangaf, een licht verval dus.
De laatste 1100 meter ging nog steeds in een behoorlijk vlak schema. De 1.47.10 bruto resulteerde uiteindelijk in een nettotijd van 1.46.49, waarmee ik 149e van de 241 gefinishte lopers werd. Het was geen toptijd, maar een zeer degelijke, te vergelijken met die van 5 jaar geleden.
In plaats van een medaille krijg je in Noordwijkerhout altijd een plant mee. Ik koos voor een gerbera.

Op de terugweg fietste ik nog even langs het bollenveld van mijn broer Kees, waar je bij de tulpen het prachtigste kleurenpalet aantrof.

Op de weg zag je veel fietsers en auto's met een Duits nummerbord stoppen om foto's te maken. De toeristen, die naar de Bloemencorso waren gekomen, hadden het getroffen. Nu is de Bollenstreek op zijn mooist!

Ik fietste naar huis, waar met ik 43 kilometer op de teller om een uur of 3 aankwam. Er was al aardig wat visite aanwezig, daar we ter gelegenheid van de verjaardag van mijn vrouw een gezellige Buijzendag hadden.

Geen opmerkingen: