woensdag 23 augustus 2017

Canal de la Marne au Rhin

We werden om 7 uur wakker. De tent was nog nat van de dauw.


De lucht was onbewolkt. Het beloofde een warme dag te worden. Stilletjes braken we de tent af en hingen deze over een haag te drogen. Om 8 uur zat vrijwel alles op de fiets en ontbeten we, zodat we om 20 voor 9 op de fiets zaten.
Zonder betalen. Gisteren was l'office du camping municipal  gesloten toen we aankwamen, daar de beheerder een vrije dag genomen had en daar we niet tot 10 uur wilden wachten op zijn komst was deze camping gratuit.
Via Mittersheim reden we naar "Port Neuf", waar we gisterenavond wat gedronken hadden. We vervolgden het fietspad door het Grand Etang de Mittersheim. Er zouden volgens de route enkele andere meren komen, maar Ada had een andere route uitgedokterd.
In Fôret de Fenetrange sloegen we linksaf en begonnen te klimmen richting St. Jean de Bassel. Op een hoogte van 239 meter hadden we een prachtig uitzicht op de heuvels en dalen ten zuiden van ons met als letterlijk hoogtepunt de hoge pieken van de Vogezen.
Over golvend boerenland reden we via Gosselming  via een steile afdaling Sarrebourg binnen. Het is een leuk provinciestadje. We wandelden over de markt met de fiets in de hand om op een terras in de schaduw koffie en jus d'orange te drinken. We kuierden nog wat over de markt en kochten honing, pruimen en een paar heerlijke koeken, die we opaten terwijl we genoten van een jongen van een jaar of 11, die formidabel accordeon speelde.
Daarna was het even zoeken naar de weg naar Buhl-Lorraine. Na een stukje verkeerd te hebben gereden, vonden we de juiste weg, waarna we al snel bij Niederviller weer op de route naar Straatsburg zaten. Aanvankelijk was het licht glooiend, maar vanaf het Canal de la Marne au Rhin
volgde een klim op de Hommerberg naar 349 meter.
We hadden veel profijt van deze klim door het Fôret de Arzviller, want daarna was het na de afdaling naar Arzviller vrijwel constant licht dalen of vlak rijden tot Saverne.
Bij Geissenberg kwamen we langs het oude Canal de la Marne au Rhin te fietsen. Tussen de hoge rotswanden door daalden we van sluiswachtershuis 1 telkens een treetje naar beneden. Sommige huizen waren bewoond, andere waren compleet vervallen.  Dat gold ook voor het bovenste deel van het kanaal. Dat lag namelijk droog. Op de bodem groeiden soms kleine bomen, een enkele keer zag je een kale bodem.
In Lutzelbourg aten we op een bank in de schaduw bij de sluis. Er stond een standbeeld van "Mort pur la Patrie" met vrijwel uitsluitend Duitse namen. Dat klopt.  Van 1914 tot 1918 vielen Elzas en Lotharingen nog onder de Duitse keizer.
We daalden terras na terras af naar Saverne. Hier kwamen we bij een van de vele sluizen. Ada maakte wat foto's van het flinke hoogteverschil.







Met een flink hoogteverschil kregen we ook te maken toen we vanuit Saverne  naar Haegen wilden rijden. We moesten richting Haute-Bar klimmen en vlak ervoor linksaf slaan. Er volgde een lange klim. Het uitzicht was fenomenaal: fruitbomen op de voorgrond, de diepte van het dal, de heuvelrij erachter  en daar weer achter de nog hogere toppen van het Zwarte Woud.
Er volgde een weg via St. Gall naar Reinhardsmunster met vrij steile klimmen en dito afdalingen. In een bushokje aten we wat fruit. Via Hengwiller kwamen we na een afdaling op een weg met veel split.


Zo bereikten we Birkenwald, waar we op het terras van "Hotel Des Vosges"  jus d'orange en appelsap dronken. Na een klim door het bos daalden we af naar Allenwiller, een leuk stadje. Over redelijk vlak terrein kwamen we in Romanswiller, waarna we bij Wasselerone op een fietspad over een oude spoorbaan kwamen te rijden, die ons via Wangen, Scharrachbergheim en Avolsheim naar Molsheim bracht.
De camping municipale lag bijna aan de route. We hakketakten nog even over de plaats in verband met het voorspelde onweer op deze bloedhete dag, maar toen de tent stond konden we heerlijk afkoelen in het zwembad aan de overzijde van de ingang van de camping.
Nu was het zwemmen lekker, maar het had toch een klein nadeel. Er was water in mijn oren gekomen en nu kon ik niet meer zo goed naar mijn vrouw luisteren.

."
Tijdens het zwemmen zagen we een donker wolkendek over de Vogezen heen steeds dichterbij komen. 
"We gaan uit eten", zei ik gedecideerd: "Straks zit je bij het eten koken midden in een onweersbui."
We hingen de zwemkleding over de fietssturen en wandelden naar het Centre ville van Molsheim. Wederom een erg leuk stadje met een mengeling van Duitse en Franse bouwstijl.
Op het terras van "Caveau de la Metzig" zaten we aan tafel 514, waar Ada een schotel met tropische vis bestelde en ik een tagliatella met zalm.
Tijdens het eten brak het onweer los. We zaten onder een grote langwerpige parasol, maar om te voorkomen, dat de buren nat zouden worden, schoven we de tafels dichter bij elkaar. Zo raakten we aan de praat met een echtpaar uit Geulle. Met deze Limburgers hadden we een gezellige avond.
Ada voelde op een gegeven moment nattigheid. Door de wind werd het tentdoek opgeheven en daardoor kwam het water met een grote plons naar beneden op Ada's vest.

We namen nog een toetje: Coupe Metzig en Thé vert gourmand en om af te sluiten in dit berggebied een Edelweiss.

We wandelden via een andere weg terug naar de camping, waar de slaap diep was na 94 kilometer fietsplezier.

Geen opmerkingen: