Vanmorgen vertrok ik op de fiets naar Ter Aar, nadat ik gebeld had met Ben van Haastrecht van Jan van der Hoorn of ik langs kon komen voor een cursus schaatsen slijpen. In januari had Ben voor de IJVL deze cursus gegeven, maar toen moest ik naar een vergadering in het Stadhuis van Leiden voor een commissievergadering over onder andere het voortbestaan van de Leidse IJshal.
Zodoende fietste ik met 3 paar ijzers in een rugzak via "De Helianth", waar ik mijn wekelijkse voorraad zoutarm brood ophaalde naar Ter Aar toe. Vandaar reed ik langs de skeelerbaan van Leiderdorp door het nieuwe natuurgebied langs de Does via een slingerende route naar Hoogmade, waar ik langs de Wijde Aa naar Woubrugge trapte. Het was een behoorlijk deel van de Molen- en Merentocht.
Met de wind in de rug schoot het over de lange rechte wegen aardig op naar Ter Aar, waar ik nog 2 kilometer moest fietsen voor ik op Westkanaalweg 10e aanbeland was. Daar keek Ben eerst naar de rondingen. Hetgeen ik al vermoedde geschiedde: er moesten nieuwe rondingen ingeslepen worden. Daar ik eigenlijk altijd met een diameter van 23 meter heb geschaatst, liet ik deze erin zetten.
Daarna leerde ik een voor mij nieuwe manier van slijpen. Het begon al met het neerzetten van het slijpblok. Zoals de meeste schaatsers had ik de achterkant van de schaatsen naar me toe gericht. Ben legde me uit, dat je beter de punten naar je toe kunt zetten. Je stopt namelijk eerder met slijpen als je de slijpsteen naar je toehaalt dan van je afschuift. Het is minder erg als de voorpunten iets minder scherp zijn dan de achterkant, waarmee je zijwaarts afzet.
Nieuw was voor mij ook de manier van afbramen. Waar ik gewend was om eerst het ijzer veel langer te slijpen voor ik af ging bramen, ging Ben er na een paar keer schuin overheen gegaan te zijn al afbramen. Hij hield het braamsteentje licht gekanteld. Daardoor til je de braam als het ware omhoog, waarna je deze op het loopvlak makkelijker dunner maakt, zodat deze sneller van het ijzer is.
Bij het polijsten doe je eigenlijk het hetzelfde. Het resultaat is verbluffend. Je hebt sneller met minder moeite scherpere ijzers. Ben van Haastrecht deed het eerste paar, ik de andere paren.
Daar het afbraamsteentje en de polijststeen veel beter waren dan degene, die ik had, kocht ik deze, nadat ik de ruwe slijpstenen weer "open" had laten maken. Voor nog geen € 90,- ben ik helemaal klaar voor het nieuwe schaatsseizoen.
Na met Ben en een paar collega's gezellig koutend geluncht te hebben, liep ik naar mijn fiets toe. Ik kwam langs de prijzenkast van Jan van der Hoorn, een van de 5 winnaars van de Elfstedentocht van 1956. Met Maus Wijnhout, Jeen Nauta, Aad de Koning en Anton Verhoeven was hij hand in hand over de finish in Leeuwarden gegleden.
Zij werden niet als winnaar erkend, en ik wel toen ik de 1000 rondjes van Leiden in december 2015 met Janina Wolff hand in hand won. Zij kregen dus niet de eer, die hen toekwam. Maar daar stond volgens Jan van der Hoorn iets heel anders tegenover: "We kregen geen gouden medaille, maar iets mooiers: vriendschap voor het leven. "Daar was geen sprake van, toen ik terug naar Leiden trapte. De temperatuur was prima, maar er stond een straffe tegenwind. Ik besloot deze heerlijke trainingsrit wat langer te maken dan de heenreis. Via Langeraar en Bilderdam reed ik naar Leimuiden, waar ik in de staart kwam van een twintigtal fietskampeerders op leeftijd. Deze fietsclub heeft ieder jaar een kampeerweekeinde met elkaar.
Zo kwam ik langs het standbeeld van het verdwenen dorp Jacobswoude.
Later verdween ook de fusiegemeente Jacobswoude. Deze verdween niet, zoals de naamgenoot in de golven, maar ging op in de fusiegemeente Kaag en Braassem. Met wat varianten op de heenreis was ik na ruim 71 kilometer fietsplezier weer thuis met enige dorst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten