In het Leidsch Dagblad van gisteren stond een rouwadvertentie van Jédidjah Duindam, die op 72-jarige leeftijd is overleden. Of om het in haar eigen woorden te zeggen: "Dan ga je hemelen."
Zelf leerde ik Jédidjah kennen via mijn vrouw, die yoga deed, toen de kinderen nog klein waren. Dat was op dinsdag- of op woensdagavond. Voor mij betekende dat, dat ik op de andere avond kon gaan sporten. Dat was eind jaren '80 geen probleem. De Ton Menken IJsbaan had in die tijd op dinsdag-, woensdag- en donderdagavond vrij schaatsen, terwijl de droogtraining van de IJVL op dindsdag- en woensdagavond gegeven werd. Als ik de ene avond niet kon, dan switchte ik naar de andere.In de jaren '90 kruisten onze wegen elkaar vaker. Jédidjah vond, dat ik onverzettelijk was. Wat heet: "Je bent één brok onverzettelijkheid!"
Helemaal bezijden de waarheid was dat niet. In die jaren wilde ik het missen van de Elfstedentochten van 1985 en 1986 goedmaken. In februari 1991 lukte het eindelijk om een keer 200 kilometer op een dag te schaatsen door 4 keer achter elkaar de Molen- en Merentocht te schaatsen. In een sneeuwbui waarin af en toe je geen hand voor ogen zag op soms zeer slecht ijs. Ik denk, dat ik wel 40 keer gevallen ben. Op zulke dagen is het hebben van wat onverzettelijkheid wel handig.
Van Jédidjah heb ik zinvolle tips gekregen om wat meer ontspannen en minder prestatiegericht om te gaan met sport en vooral er meer van te genieten. Dat laatste lukt me heel aardig.
Maar opgeven? Daar houdt een Breed helemaal niet van. Wat dat aangaat blijf ik, maar wel op het juiste moment, één brok onverzettelijkheid.
Bij deze wens ik Han en de rest van de familie veel sterkte toe met dit verlies, nu Jédidjah is gaan hemelen achter de regenboog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten