Zoals wel vaker was de voorbereiding niet ideaal. Gisteren fietsten Ada en ik naar huis na gewinkeld te hebben in de Leidse binnenstad en mijn vrouw voegde mij toe: "Je adem ruikt." Zelf vermoedde ik al zoiets, daar ik al een paar dagen een beetje last had van mijn keel. Thuis gekomen nam ik om de paar uur wat infludo en zinnober en deed daar het beste medicijn bovenop: rust! 's Middags lekker lezen in de krant en het blog bijwerken, en 's avonds bijtijds naar bed. Om 9 uur lag ik, 10 minuten later was ik vertrokken naar dromenland.
Om kwart voor 7 stapte ik er verkwikt weer uit. Ik had geen koorts gehad, de pijn in de keel was een stuk minder, dus er was geen enkele belemmering voor het lopen van de langste training voor de marathon van Leiden: 32 km. Na me aangekleed en in mijn eentje ontbeten te hebben, zat ik om kwart over 7 op de fiets. In de regen! Dit was niet voorspeld, maar het was er toch echt. Wel was het vrij zacht.
Bij Huize Boers aangekomen kreeg ik een kop thee, waarna we in de regen samen naar station Leidschendam-Voorburg fietsten, waar we Rinus en Elly van der Kuil van "mijn" GBA-team tegenkwamen, die ook met de metro naar Rotterdam reisden.
In de enorme tent lieten we alle kleding en eten, dat we niet nodig hadden, achter. We maakten afspraken over de plek in het wisselvak, waar we het estafettelint over zouden geven, alvorens Hans en ik in de bus stapten, die ons naar de Spinozalaan zou brengen.
Het was duidelijk warmer dan vorig jaar, ook al brak de zon nog niet echt door de wolken heen. Het parcours was wel hetzelfde als in 2012.
In het wisselvak kwam ik mijn zus Tineke en haar man Johan Geurtz tegen, waar we een praatje mee maakten, alvorens een klein peloton Kenianen voorbij stoof. Hans en ik begaven ons volgens afspraak naar het begin van het startvak, waar ik om 5 over half 12 het lint van Rinus overhandigd kreeg. Hans moest nog een minuut of 5 wachten op de eerste loper van zijn team.
Daar we beiden, vergeleken met vorig jaar, wat verder naar achteren startten, liepen we tussen de "mindere Goden". Met alle respect trouwens, want de meesten zouden de marathon van Rotterdam binnen de 4 uur lopen. Maar wij wilden een goede tijd zetten voor de estafette, dus een inhaalrace was ons deel. En dat viel niet altijd mee. Op diverse plekken kon je niet echt inhalen. Op zo'n stuk hoorde ik een toeschouwer in onvervalst Rotterdams zeggen: "Je ligt op schema, Jaap. Onder de 6 uur!"
Mijn schema lag nog wat lager. Het lopen ging het lekker. Mijn zus en zwager waren naar de olifantenpoten gefietst, 4 witte, vierkante flats, die wel wat weg hadden van het onderstel van een olifant. Ik werd door mijn zus begroet met "Zo snel had ik je niet verwacht!" De zon was doorgekomen en het was een stuk warmer.
Ik was dus erg blij met het flesje bronwater, dat ik van Tineke kreeg. Na mijn rondemiss gedag te hebben gekust, vervolgde ik mijn weg naar het tweede wisselvak.
In 1.51 passeerde ik het 20 kilometerpunt, waarna ik het lint aan Jair Conceicao gaf, terwijl ik met Taco Nomden op Hans wachtte, die een minuut of 5 na mij arriveerde. We namen onze eerste Squeezy gel, een sanitaire stop en met een beker water en een AA achter de kiezen gingen we op weg naar het punt van de halve marathon, dat we in 2.03.20 passeerden. Een eindtijd van ongeveer 4 uur was ons streven.
De eerste kilometers liepen we met de meute mee. De 10 km redelijk voluit had er toch behoorlijk ingehakt, maar op weg naar de Erasmusbrug begonnen we weer in te halen. Hier liepen we in de schaduw van de hoge flats, en dat vonden we vandaag helemaal niet erg. Het was trouwens een fantastisch gezicht: je zag een bontgekleurd lint de brug beklimmen, omzoomd door een dubbele tot driedubbele haag toeschouwers.
Wat goed was voor de moraal, was dat we nog steeds tussen de linten van de bedrijvenloop in liepen. Zo slecht had GBA het dus nog niet gedaan! Maar ter relativering van onze prestaties: richting Kralingen liepen wij bij het 28 kilometerpunt over een weg, waar de 40 kilometer al door een hele sliert lopers werd gepasseerd. De Kenianen hadden zich toen al gedoucht!
We passeerden diverse muziekgroepen, en ook een aantal dj's draaide cd's. Terwijl wij zwoegden in de zon op deze eerste warme dag van 2013, werd zeer toepasselijk "Summer in the city" van Lovin' Spoonfull gedraaid.
Na de drinkpost op 30 km zochten we even een boom op om met een lege blaas verder te rennen. In de schaduw. Langs de kant van de weg zagen we op dit stuk 2 lopers, die in zilverfolie werden ingepakt. Die zaten er volledig doorheen. We hadden afgesproken, dat we bij de volgende drinkpost weer een Squeezy zouden nemen, maar net voor we hier waren kregen we van de organisatie een andere gel aangereikt. Hoe de werking ervan was, weten we niet met zekerheid, maar de smaak was beduidend minder.
Richting Kralingse Plas kreeg Hans het toch wel zwaar. Waar ik soepel door kon blijven gaan in hetzelfde tempo, moest mijn trainingsmaat diverse keren een gaatje laten vallen. Hij was trouwens niet de enige. We waren het beruchte 35 kilometerpunt gepasseerd en de ene na de andere loper werd wandelaar. En wie wel door kon blijven lopen, deed dat vaak in een lager tempo.
Dat deden wij ook af en toe: Hans kreeg een beetje last van zijn kruisbanden. Af en toe mocht ik als masseur optreden. En voort gingen we, op weg naar de Coolsingel. Zo zagen we de staart van de marathon op 28 kilometer sjokken, terwijl wij al bij de 40 zaten. Hoe verder we kwamen, hoe meer kabaal het publiek maakte. Bij het opdraaien van de Coolsingel leek het wel, of je een vol stadion in liep. Dit gaf Hans vleugels. Waar hij de voorlaatste 2 kilometer de tol betaalde van de inspanningen bij de estafetteloop, kreeg hij op de laatste kilometer vleugels. Ik had de grootste moeite om hem bij te houden.
In 4.10.50 passeerden we de eindstreep, ruim 3 minuten sneller dan vorig jaar. En dan te bedenken, dat we later van start waren gegaan.
Op weg naar de kleedkamer kwamen we diverse GBA-ers tegen. Het team van Hans moest het afleggen tegen dat van mij.
In de warme, uit Spanje afkomstige lucht wandelden we naar de tent, waar onze spullen lagen. We zagen een vrouw op het asfalt liggen, van wie de beenspieren opgerekt werden: kramp in beide kuiten. Wat dat aangaat waren we er goed vanaf gekomen, ook al ging het traplopen niet zo soepel meer. Mijn enige "blessure" was een bloedende tepel. Daar heb je alleen last van, als je onder de douche stapt en het zoute zweet in de kleine wond terecht komt.
Met de metro reden we naar Leidschendam terug, waarna we in het zomers aandoende zonnetje naar het huis van Hans fietsten, waar we op de Limburgse heuvels, die wij zo goed kennen, de ontknoping van de Amstel Gold Race zagen met Roman Kreuziger als verrassende winnaar.
Het stond bij PSV-Ajax nog 0-0, toen ik over de Velostrada, die in Leidschendam weer een kilometer of anderhalf langer is gemaakt, naar huis, waar ik op de radio hoorde, hoe Ajax met 2-3 won en daarmee een reuzenstap zette op weg naar het derde kampioenschap op rij.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten