Weerrecords

Het is niet onopgemerkt gebleven: maart was bijzonder koud. Niet eens zozeer door de laagste temperaturen, maar vooral door de duur van de kou. Deze was ronduit indrukwekkend te noemen. Mocht dit weerpatroon zich in januari of februari voorgedaan hebben, dan was de kans groot, dat we af zouden mogen reizen naar Ljouwert voor het rijden van de Elfstedentocht.

Want wie had kunnen bedanken, dat er in Nederland in april nog geschaatst kon worden op natuurijs?

Met 1969 staat 2013 op een gedeelde 7e plaats met de laagste gemiddelde temperatuur in maart.
En dan komt er nog een koude eerste week van april aan!
Ik moet eerlijk gezegd bekennen, dat ik niet verwacht had, dat deze winter tot zulke kunststukjes in staat was. Voor "een grote winter" was het allemaal te weinig en vooral te laat.

Aan een voorspelling voor de komende winter waag ik me nog niet: eerst maar eens afwachten, hoe de zomer en vermoedelijk ook de herfst uitpakt.

Op een gedeelde 2e plaats staan 1962 en 1955. De winters erop waren de strengste uit de 20e eeuw (1962-1963) respectievelijk de winter met de koudste maand uit de vorige eeuw (februari 1956). Maar op 5 staat 1987. De "winter" van 1987-1988 was één van de allerzachtste.
Toch volgden er op een koude maart meer koude winters, dan je statistisch kon verwachten, maar er is dus geen garantie. Die krijg je bij het weer in Nederland überhaupt nooit! Het weer moeten we nemen, zoals het komt. Het enige, dat we kunnen doen, is zo goed mogelijk te trainen, zodat de basisconditie zo goed is, dat je op grond daarvan de Tocht der Tochten uit kunt schaatsen.