Het was gisteren de eerste tropische septemberdag sinds 1991. Vrij uniek dus.
Vorig jaar durfde ik het al aan om rond deze tijd een winterverwachting uit te spreken. Dit jaar is het een stuk lastiger. Het koude voorjaar wees op een koude winter, terwijl een warme hoogzomer met hittegolf vaak, maar gelukkig niet altijd, wijst op een "warme" winter.
Er is dus sprake van wat tegenstrijdigheden.
Daar komt ook nog eens bij, dat het ijs op de Barentszzee weer eens flink weggesmolten is, hetgeen weer duidt op een sneeuwwinter, zoals de laatste jaren te doen gebruikelijk.
Ik ga me er de komende weken in verdiepen, waarbij ik ook het septemberweer meeneem. Ik ben dit jaar zeer voorzichtig, daar door het totaal afwijkende weer er weinig vergelijkingsmateriaal voorhanden is.
Ik verwacht wel, dat we op de Vogelplas zullen komen dit jaar, vermoedelijk weer met sneeuw, maar voor de rest heb ik totaal nog geen idee.
vrijdag 6 september 2013
donderdag 5 september 2013
Rondje IJshal
Op maandag 23 september mag ik de laatste droogtraining van het seizoen. En ik kan nu al voorspellen, dat het ook de koudste zal worden.

Denk nu niet, dat ik over een glazen bol beschik, ook al kan ik af en toe wat glazig voor me uit staren. Nee, als trainer ben je in je hoofd vaak al lang van te voren bezig met de invulling van zo'n avond. Dat deed ik dus ook.
Maar wil je zeker weten, of de training uitvoerbaar is, moet je eerst wat dingen controleren. Dat deed ik vanochtend dus ook. Na mijn racefiets in orde te hebben gemaakt voor de komende Mergellandroute, skeelerde ik om 10 uur via de Haagsche Schouw over over het algemeen goed asfalt naar de Leidse IJshal.
Er stonden een paar auto's, hetgeen betekende, dat er mensen aanwezig waren. De deuren zaten op slot en er was nergens een bel te bekennen. Ik tikte bij een paar deuren op het raam en Jan van Rijn kwam even uit een vergadering. Nu was de ijsmeester precies degene, die ik nodig had. Ik legde hem mijn plan voor, waar hij mee in kon stemmen.
De training begint op 23 september 's avonds om 7 uur in de Leidse IJshal. Daar wordt dan een laagje water op het ijs gespoten. Ik schat in, dat we daar een half uur mee bezig zullen zijn. Warme kleding is dan aan te bevelen, want over het algemeen is het behoorlijk fris in de IJshal.
Als het laagje water overal op het ijs aangebracht is, gaan we een uurtje trainen. Het zal een combinatie zijn van looptraining en wat schaatsspecifieke oefeningen als schaatsstappen, schaatssprongen, bochtstappen en statisch zitten.
Voor degenen, die dan nog tijd en/of zin hebben, is er dan de gelegenheid om nog een laagje water op dan inmiddels uitgeharde ijs aan te brengen. Duidelijk een geval van het nuttige met het aangename verenigen.
Niet-IJVL-ers van dit blog, die mee willen doen met de droogtraining op 23 september, zijn bij deze uitgenodigd, mits ze voor en na de training een handje helpen in de IJshal. Vele handen maken licht werk.
Na de afspraak met Jan van Rijn gemaakt te hebben skeelerde ik op deze prachtige zomerochtend naar de Haagsche Schouw terug, waar ik de skeelertocht van hooguit 15 km besloot met een slinger door de Stevenshof.

Denk nu niet, dat ik over een glazen bol beschik, ook al kan ik af en toe wat glazig voor me uit staren. Nee, als trainer ben je in je hoofd vaak al lang van te voren bezig met de invulling van zo'n avond. Dat deed ik dus ook.
Maar wil je zeker weten, of de training uitvoerbaar is, moet je eerst wat dingen controleren. Dat deed ik vanochtend dus ook. Na mijn racefiets in orde te hebben gemaakt voor de komende Mergellandroute, skeelerde ik om 10 uur via de Haagsche Schouw over over het algemeen goed asfalt naar de Leidse IJshal.
Er stonden een paar auto's, hetgeen betekende, dat er mensen aanwezig waren. De deuren zaten op slot en er was nergens een bel te bekennen. Ik tikte bij een paar deuren op het raam en Jan van Rijn kwam even uit een vergadering. Nu was de ijsmeester precies degene, die ik nodig had. Ik legde hem mijn plan voor, waar hij mee in kon stemmen.
De training begint op 23 september 's avonds om 7 uur in de Leidse IJshal. Daar wordt dan een laagje water op het ijs gespoten. Ik schat in, dat we daar een half uur mee bezig zullen zijn. Warme kleding is dan aan te bevelen, want over het algemeen is het behoorlijk fris in de IJshal.
Als het laagje water overal op het ijs aangebracht is, gaan we een uurtje trainen. Het zal een combinatie zijn van looptraining en wat schaatsspecifieke oefeningen als schaatsstappen, schaatssprongen, bochtstappen en statisch zitten.
Voor degenen, die dan nog tijd en/of zin hebben, is er dan de gelegenheid om nog een laagje water op dan inmiddels uitgeharde ijs aan te brengen. Duidelijk een geval van het nuttige met het aangename verenigen.
Niet-IJVL-ers van dit blog, die mee willen doen met de droogtraining op 23 september, zijn bij deze uitgenodigd, mits ze voor en na de training een handje helpen in de IJshal. Vele handen maken licht werk.
Na de afspraak met Jan van Rijn gemaakt te hebben skeelerde ik op deze prachtige zomerochtend naar de Haagsche Schouw terug, waar ik de skeelertocht van hooguit 15 km besloot met een slinger door de Stevenshof.
Labels:
Droogtraining,
IJshal Leiden,
Schaatsen,
Skeeleren
woensdag 4 september 2013
Zwoegen in de Oudewijvenzomer
Het prachtige nazomerweer, dat we momenteel hebben, wordt ook wel "Indian summer" of Oudewijvenzomer genoemd. Bij veel mensen nodigt het uit tot tempo doeloe, maar er zijn ook mensen, die al of niet vrijwillig juist extra activiteit aan de dag leggen. U mag 3 keer raden, tot welke soort ik behoor.
Gisterenavond hadden we in Nieuw-Vennep een vergadering ter voorbereiding van de reünie van Oktopus op zaterdag 16 november. Direct uit mijn werk fietste ik naar Noordwijk, waar ik bij Joop en Gea Beenakker in de tuin een spaghettischotel al, alvorens ik met Joop naar de zoveelste hilarische vergadering reed.
's Avonds om kwart voor 10 waren we terug bij zijn huis, waarna ik nog een rit in het donker voor de boeg had.
Om half 12 zocht ik het bed op, waar ik om half 7 al weer uit moest. Om 8 uur moest ik op de Hoofdbieb zijn. Er moest gesjouwd worden. De Strandbibliotheek moest ontruimd worden. Dirk en Perry reden met een kleine vrachtauto, ik met de biebauto. Om kwart over 9 zat alles in de wagens. Ik bracht wat spullen naar de garage, waarna we bij de opslag in Katwijk aan den Rijn de vrachtauto leegruimden.
Klus geklaard, zou je zeggen. Maar dat gold niet voor het mannelijk personeel van de bibliotheek. Wij mochten zware spullen uit de oude bibliotheek van Rijnsburg gaan halen.
"Waar blijven jullie met je emancipatie?", zei Dirk en hij legde de vinger op de zere plek. In de 34 jaar, die ik inmiddels in het bibliotheekwerk actief ben, is er wat dat aangaat geen spat veranderd.
We hadden met moeite een paar zware, onhandige schotten met moeite in de vrachtauto gekregen en 3 delen van een balie. De balie ging naar de garage, de schotten gingen 's middags naar de bibliotheek van Hoornes/Rijnsoever. Ik reed met de biebauto voor de vrachtauto uit en nam meteen de boekenkratten mee voor een ritje langs de filialen. Zo kon ik op deze warme dag mijn buik- en rugspieren nog wat extra aanspannen.
In Rijnsburg hielp ik nog met het inladen van kasten en tafels, alvorens ik de rit langs de filialen via Katwijk aan den Rijn en Valkenburg voltooide. Nadat ik 10 kratten met boeken op de Hoofdbieb afleverde, was er een collega, die probeerde te versieren, dat ik ze ook nog in zou nemen.
"Wat moet ik hiermee?"
"Innemen", zei ik: "Ik loop vanaf 8 uur al te sjouwen."
De emancipatie heeft nog een lange weg te gaan.
Nu stond er 's avonds een skeelertraining op het programma. Ik had me voorgenomen het wat rustiger aan te doen, maar ja, wie mij een beetje kent....
Ik deed dus gewoon mee met de door Tjeerd Wierdsma gegeven training. En ik moet zeggen: het viel me niet tegen. Zelfs de sprints over 100, 200, 300 en 400 meter gingen voor mij doen behoorlijk.
Maar het mooiste was toch de oefening met trio's, waarbij iemand de andere 2,5 ronden uit de wind moest houden, waarna de anderen uit de rug weg moesten sprinten en de kopman er achteraan moest. Ik vond het prima om Jante Vernhout en een andere jonge vrouw in een gelijkmatig tempo in de luwte te zetten.
En ik maar zwoegen in de Oudenwijvenzomer!

dinsdag 3 september 2013
De laatste en mooiste strandloop van het seizoen
Het was wat winderig, maar de temperatuur was heerlijk. We verzamelden op het parkeerterrein van Katwijk-Noord bij "Het Wantveld". Daar nog niet iedereen er was, liepen we eerst 2 rondjes in op het parkeerterrein, alvorens we de duinopgang beklommen.
Het werd eb. Een gedeelte van het strand was lekker hard, maar het liep wel schuin af. De eerste oefening was op speciaal verzoek van Marjolein Donkerbroek: zij wilde graag bokje springen. Als trainer voldoe ik graag aan het verzoek van het jongste lid van de IJVL-droogtrainingsgroep.
Na een Steigerung volgde het zwaarste onderdeel: het beklimmen van een duinopgang. Hijgend als een werkpaard kwamen we boven.
Nu we het toch over paarden hebben: er reed een groep ruiters langs de vloedlijn. De droogtrainingsgroep mocht het genoegen smaken om sneller te lopen dan de paarden dankzij een sprint over 200 meter.
We waren onderweg naar Huis ter Duin, waar het Nederlands elftal zich verzamelde. Louis van Gaal is op zoek naar fitte spelers. En die zijn in de droogtrainingsgroep absoluut te vinden. Hoeveel spelers van Oranje hebben de marathon wel eens gelopen? Daarbij zijn we ook nog eens een stuk goedkoper dan de slechtst verdienende speler van Oranje, dus wat wil men nog meer....

Nou, wat schaatsoefeningen bijvoorbeeld, zoals de schaatsstap, de schaatssprong en de bochtstap.
Het keerpunt was, zoals gebruikelijk, de trappen van Huis ter Duin, die we alle 67 treden springend en lopend namen.
De zon begon al aardig te zakken, toen we weer richting Katwijk liepen.
Geoffrey van Heerde, normaal gesproken een van de beste lopers van de groep, moest ervaren, dat je niet ongestraft van schoeisel kunt wisselen. Hij kreeg, doordat hij nu constant met zijn voorvoet af moest zetten en er op landen, last van zijn kuiten.
Op de terugweg liet ik diverse oefeningen achterwege, daar het al redelijk donker begon te worden. Op een schuin strand met diverse hoefafdrukken zou je, als je echt in het donker hard zou lopen, kans lopen op een blessure door een misstap. Dat wilde ik als trainer niet op mijn geweten hebben. Derhalve beperkte ik me op de 4 km terug tot een stuk snelwandelen en een minuut statisch zitten.
Desondanks kreeg ik van Jante Vernhout de volgende lovende kritiek: "De laatste en mooiste strandloop van het seizoen."
Ik weet alleen niet, of het op mijn training slaat, of op de prachtige avondschemering....
Het werd eb. Een gedeelte van het strand was lekker hard, maar het liep wel schuin af. De eerste oefening was op speciaal verzoek van Marjolein Donkerbroek: zij wilde graag bokje springen. Als trainer voldoe ik graag aan het verzoek van het jongste lid van de IJVL-droogtrainingsgroep.
Na een Steigerung volgde het zwaarste onderdeel: het beklimmen van een duinopgang. Hijgend als een werkpaard kwamen we boven.
Nu we het toch over paarden hebben: er reed een groep ruiters langs de vloedlijn. De droogtrainingsgroep mocht het genoegen smaken om sneller te lopen dan de paarden dankzij een sprint over 200 meter.
We waren onderweg naar Huis ter Duin, waar het Nederlands elftal zich verzamelde. Louis van Gaal is op zoek naar fitte spelers. En die zijn in de droogtrainingsgroep absoluut te vinden. Hoeveel spelers van Oranje hebben de marathon wel eens gelopen? Daarbij zijn we ook nog eens een stuk goedkoper dan de slechtst verdienende speler van Oranje, dus wat wil men nog meer....

Nou, wat schaatsoefeningen bijvoorbeeld, zoals de schaatsstap, de schaatssprong en de bochtstap.
Het keerpunt was, zoals gebruikelijk, de trappen van Huis ter Duin, die we alle 67 treden springend en lopend namen.
De zon begon al aardig te zakken, toen we weer richting Katwijk liepen.
Geoffrey van Heerde, normaal gesproken een van de beste lopers van de groep, moest ervaren, dat je niet ongestraft van schoeisel kunt wisselen. Hij kreeg, doordat hij nu constant met zijn voorvoet af moest zetten en er op landen, last van zijn kuiten.
Op de terugweg liet ik diverse oefeningen achterwege, daar het al redelijk donker begon te worden. Op een schuin strand met diverse hoefafdrukken zou je, als je echt in het donker hard zou lopen, kans lopen op een blessure door een misstap. Dat wilde ik als trainer niet op mijn geweten hebben. Derhalve beperkte ik me op de 4 km terug tot een stuk snelwandelen en een minuut statisch zitten.
Desondanks kreeg ik van Jante Vernhout de volgende lovende kritiek: "De laatste en mooiste strandloop van het seizoen."
Ik weet alleen niet, of het op mijn training slaat, of op de prachtige avondschemering....
maandag 2 september 2013
Rheinterrassenroute
Om half 8 was het droog en er stond een waterig zonnetje. We braken de buitentent af en hingen deze te drogen over de heg, terwijl we zelf ontbeten. Rond 9 uur verlieten we de camping om op zoek te gaan naar de route. Deze vonden we vrij snel. Het was daarna niet ver meer naar Ludwigshafen.
We besloten via de binnenstad te fietsen. Na 6 km door het drukke verkeer te hebben gereden, moesten we er ook weer uit. En dat was een heel ander verhaal in deze typische industriestad.
We hadden de route naar Worms vrij snel te pakken, maar net als de dag ervoor was er sprake van een Umleitung. Via een trap moesten we omlaag met een bepakte fiets. Via een trap met een goot konden we weer omhoog. Een kilometer verder konden we weer oversteken via stoplichten bij de BASF-fabrieken.
De eerste 5 km reden we constant langs het terrein van deze chemiegigant, die in de jaren '70 de beste cassettebandjes produceerde. Het duurde behoorlijk lang, voordat we in enigszins landelijk gebied waren. Overal kruisten wegen onze route naar Worms, waar we om 11 uur na 34 km fietsen arriveerden.

Bij het Tourist Information stond alles in het teken van de Reformatie in 1517, over 4 jaar 5 eeuwen geleden. Op de lagere school was het één van de historische schoolplaten: Maarten Luther verschijnt bij de Rijksdag te Worms in 1521.

Hoe anders was de geschiedenis verlopen, als Luther toen was verschenen voor een gezelschap in Ubach over Worms en onthaald werd met Limburgse vlaai....

De befaamde Dom van Worms stond in de steigers, kennelijk met het oog op 2017. Deze konden we dus lastig bezoeken. We fietsten en wandelden een klein stukje door de binnenstad om op het terras van een Italiaan koffie, échte chocolademelk en 2 vruchtenkoeken te nuttigen.

Na geld te hebben gepind verlieten we de Stadt der Nibelungen.
We kozen voor de Rheinterrassenroute.

Dit betrof geen fietstocht van terrasje naar terrasje langs de Rijn, maar het betrof een licht glooiende route langs licht glooiende heuvels, waar op terrassen aan wijnbouw werd gedaan. We sneden zo een flinke bocht in de Rijn af, die we deels over een drukke weg zouden moeten rijden.

Tot Osthofen was het een vrij saai stuk, maar na dit leuke stadje doorkruist te hebben, werd het glooiender en afwisselender. Bij Mettenheim namen we op een bank langs het fietspad een lunchpauze.
Er hingen veel rijpe bramen langs het fietspad en de weg.

Ik mocht voor "De rijke bramenplukker" spelen en verraste Ada met een zonnehoed vol bramen. Ondanks de vele druivenstruiken, die in rechte rijen op de heuvels stonden, was de tijd van "De druivenplukkers" nog niet aangebroken.

We fietsten door plaatsjes als Alsheim, Gunthersblum, Ludwigshöhe en Dienheim, stuk voor stuk aardige plaatsjes, en kwamen zo in het mooiste plaatsje, Oppenheim, aan de Rijn.

De heuvels waren hier vrij hoog langs de boorden van de rivier, dus hier was het klassieke beeld zichtbaar van de Rijn als wijnrivier. Aan de overzijde van het water zagen we een camping liggen. Ada was al doorgereden voor ik het er serieus met haar over kon hebben, of we niet even terug zouden rijden naar het pontje. Ada fietste het oude centrum in van Nierstein. Het betrof geen ziekenbezoek aan Duitse nierpatiënten, maar een historisch wijnstadje, dat het centrum is van de Rheinhessische Rieslings.
In het stadje met zijn wijnhuizen klommen we dusdanig, dat we op een lichtglooiende weg tussen de druivenvelden vrij hoog boven trein en Rijn reden.
Bij Nackenheim daalden we af en na een minuut of 3 gewacht te hebben voor de trein verscheen, fietsten we eerst pal langs het spoor om uiteindelijk vlak langs de rivier terecht te komen.
Nu hadden we aardig wat slechte onverharde wegen gehad deze vakantie, maar dit was de op één na slechtste. Alleen die in de buurt van het Franse St. Hubert was nog slechter. Een paar km reden we over een dikke laag losse stenen. Aan alles komt een eind, dus ook aan dit gehots en geklots.
Vlak voor Mainz fietsten we langs een gesloten camping en kregen we te maken met een omleiding, maar uiteindelijk wisten we in der Stadtmitte via een lift in een parkeergarage de Tourist Information te bereiken.

Er was nog plek op de camping aan de overzijde van de Rijn. In het drukke, maar mooie centrum van Mainz deed Ada boodschappen bij Rewe, terwijl ik op de fietsen paste. Na een ijsje genomen te hebben, zochten we een weg naar de zeer hoge Rijnbrug.



Vandaar was het maar 2 km naar de op een eiland gelegen camping Maaraue, waar we na 92 km fietsen de tent op konden zetten.

Het was inmiddels al weer 6 uur. Een uur later stond de tent en laadden we allebei een douche genomen.

We aten aardappels met broccoli, kaas en vleessalade, met een vruchtenyoghurt toe.


Onder een prachtige avondschemering met zicht op het Waterfront van Mainz brachten we op deze koudste avond van de fietsvakantie de avond door met lezen, dagboek schrijven en niet te vergeten fotograferen.


We besloten via de binnenstad te fietsen. Na 6 km door het drukke verkeer te hebben gereden, moesten we er ook weer uit. En dat was een heel ander verhaal in deze typische industriestad.
We hadden de route naar Worms vrij snel te pakken, maar net als de dag ervoor was er sprake van een Umleitung. Via een trap moesten we omlaag met een bepakte fiets. Via een trap met een goot konden we weer omhoog. Een kilometer verder konden we weer oversteken via stoplichten bij de BASF-fabrieken.
De eerste 5 km reden we constant langs het terrein van deze chemiegigant, die in de jaren '70 de beste cassettebandjes produceerde. Het duurde behoorlijk lang, voordat we in enigszins landelijk gebied waren. Overal kruisten wegen onze route naar Worms, waar we om 11 uur na 34 km fietsen arriveerden.
Bij het Tourist Information stond alles in het teken van de Reformatie in 1517, over 4 jaar 5 eeuwen geleden. Op de lagere school was het één van de historische schoolplaten: Maarten Luther verschijnt bij de Rijksdag te Worms in 1521.

Hoe anders was de geschiedenis verlopen, als Luther toen was verschenen voor een gezelschap in Ubach over Worms en onthaald werd met Limburgse vlaai....
De befaamde Dom van Worms stond in de steigers, kennelijk met het oog op 2017. Deze konden we dus lastig bezoeken. We fietsten en wandelden een klein stukje door de binnenstad om op het terras van een Italiaan koffie, échte chocolademelk en 2 vruchtenkoeken te nuttigen.
Na geld te hebben gepind verlieten we de Stadt der Nibelungen.
We kozen voor de Rheinterrassenroute.

Dit betrof geen fietstocht van terrasje naar terrasje langs de Rijn, maar het betrof een licht glooiende route langs licht glooiende heuvels, waar op terrassen aan wijnbouw werd gedaan. We sneden zo een flinke bocht in de Rijn af, die we deels over een drukke weg zouden moeten rijden.

Tot Osthofen was het een vrij saai stuk, maar na dit leuke stadje doorkruist te hebben, werd het glooiender en afwisselender. Bij Mettenheim namen we op een bank langs het fietspad een lunchpauze.
Er hingen veel rijpe bramen langs het fietspad en de weg.

Ik mocht voor "De rijke bramenplukker" spelen en verraste Ada met een zonnehoed vol bramen. Ondanks de vele druivenstruiken, die in rechte rijen op de heuvels stonden, was de tijd van "De druivenplukkers" nog niet aangebroken.

We fietsten door plaatsjes als Alsheim, Gunthersblum, Ludwigshöhe en Dienheim, stuk voor stuk aardige plaatsjes, en kwamen zo in het mooiste plaatsje, Oppenheim, aan de Rijn.
De heuvels waren hier vrij hoog langs de boorden van de rivier, dus hier was het klassieke beeld zichtbaar van de Rijn als wijnrivier. Aan de overzijde van het water zagen we een camping liggen. Ada was al doorgereden voor ik het er serieus met haar over kon hebben, of we niet even terug zouden rijden naar het pontje. Ada fietste het oude centrum in van Nierstein. Het betrof geen ziekenbezoek aan Duitse nierpatiënten, maar een historisch wijnstadje, dat het centrum is van de Rheinhessische Rieslings.
In het stadje met zijn wijnhuizen klommen we dusdanig, dat we op een lichtglooiende weg tussen de druivenvelden vrij hoog boven trein en Rijn reden.
Bij Nackenheim daalden we af en na een minuut of 3 gewacht te hebben voor de trein verscheen, fietsten we eerst pal langs het spoor om uiteindelijk vlak langs de rivier terecht te komen.
Nu hadden we aardig wat slechte onverharde wegen gehad deze vakantie, maar dit was de op één na slechtste. Alleen die in de buurt van het Franse St. Hubert was nog slechter. Een paar km reden we over een dikke laag losse stenen. Aan alles komt een eind, dus ook aan dit gehots en geklots.
Vlak voor Mainz fietsten we langs een gesloten camping en kregen we te maken met een omleiding, maar uiteindelijk wisten we in der Stadtmitte via een lift in een parkeergarage de Tourist Information te bereiken.
Er was nog plek op de camping aan de overzijde van de Rijn. In het drukke, maar mooie centrum van Mainz deed Ada boodschappen bij Rewe, terwijl ik op de fietsen paste. Na een ijsje genomen te hebben, zochten we een weg naar de zeer hoge Rijnbrug.
Vandaar was het maar 2 km naar de op een eiland gelegen camping Maaraue, waar we na 92 km fietsen de tent op konden zetten.
Het was inmiddels al weer 6 uur. Een uur later stond de tent en laadden we allebei een douche genomen.
We aten aardappels met broccoli, kaas en vleessalade, met een vruchtenyoghurt toe.
Onder een prachtige avondschemering met zicht op het Waterfront van Mainz brachten we op deze koudste avond van de fietsvakantie de avond door met lezen, dagboek schrijven en niet te vergeten fotograferen.
Labels:
Boeken,
Fietsen,
Fietsvakanties,
Rijndal,
Wandelen
zondag 1 september 2013
DijkenSport.nl
Het stond al een tijdje in mijn agenda: 1 september Dijkentocht Beneden-Leeuwen. Toch was het geen vanzelfsprekendheid. Niet, dat er conditioneel iets mis zou zijn, maar ruim een maand van te voren weet je niet, wat voor weer het zal zijn. Bij het skeeleren is dat van essentieel belang. Bij regen is het asfalt nat en heb je onvoldoende grip op het wegdek.
Afgelopen week waren de weersverwachtingen, dat zondag een dag met redelijk wat buien zou gaan, maar naarmate de week vorderde, zag het er steeds beter uit.
Zodoende ging op zondagmorgen om half 7 de wekker in Huize Breed. We moesten om half 8 bij Jaap de Gorter zijn.

Ik ontbeet in mijn eentje, haalde Jos Drabbels op en samen fietsten we naar Jaap toe, waar Bauke Dooper al aanwezig was. Met zijn vieren reisden we af naar Beneden-Leeuwen over bijna lege snelwegen. We waren er dus eerder dan gepland.
We schreven ons als KNSB-lid voor € 7,50 in en trokken de skeelers aan om over hobbelige klinkerwegen vanaf de sporthal naar het startvak te rijden. Meteen na het startschot klonk "Dankzij de dijken" van Freek de Jonge en The Nits uit de geluidsboxen.
Daar hadden wij niet zo veel oog en oor voor. We moesten er voor zorgen, dat we elkaar niet in de wielen reden, hetgeen zeer goed kon met zoveel skeeleraars op een kluitje.
Jaap en Jos schoten uit de startblokken. Zelf zat ik vlak achter Bauke tot een treintje van een man of 4 zich er tussen wurmde. Ik raakte het contact kwijt en beetje bij beetje verdween Bauke in het gewoel uit het zicht. De illusie, dat ik Jaap en Jos bij zou kunnen houden, had ik nooit gehad.
Het was erg mooi op de dijk van het land van Maas en Waal.
Daar we vrij voorin gestart waren, werd ik door zeer veel treintjes ingehaald met zo'n hoog tempo, dat ik mezelf binnen de kortste keren op zou blazen. Ik doe, wat elke stayer in zo'n situatie doet: zijn eigen tempo rijden.
Vlak voor Druten verlieten we de dijk en reden over een brede provinciale weg. Deze was, net als de dijken, helemaal verkeersvrij gemaakt voor DijkenSport.nl. Gisteren was er al een fiets- en een wandeltocht en vandaag, behalve de skeelertocht van 50 en 20 km ook nog een steptocht over dezelfde afstanden en diverse hardloopwedstrijden, van 1 km tot en met de marathon. Het bruiste dit weekeinde dus van activiteit in West Maas en Waal.

Dwars door de polder skeelerden we over een brede weg richting Appeltern, bekend van de tuinen.
Ik "zwom" tussen een paar groepen skeeleraars. Af en toe werd ik door zo'n treintje ingehaald, maar dat ging dan met zo'n sneltreinvaart, dat aanpikken geen zin had. Zo reed ik in mijn eentje tegen de wind in. Maar dat vond ik helemaal niet erg. Doordat er goed asfalt was en ik de hele weg ter beschikking had, kon ik me 8 km concentreren op mijn techniek en dan met name de bijhaal.
Elk nadeel heb zijn voordeel. Een dubbel voordeel zelfs, want van het in je eentje tegen de wind in rijden wordt je alleen maar sterker!
Bij het de dijk oprijden bij Maasbommel werd ik ingehaald door een treintje van Mijnten.nl met Jan Verlind en Lenie van der Plas in de gelederen.
"Probeer aan te sluiten", zei Jan.
Dat deed ik en het lukte. Dan merk je meteen het verschil tussen het in je eentje rijden of in een klein peloton. Wetenschappelijk onderzoek heeft berekend, dat de luchtweerstand in zo'n groep 20% minder kan zijn. Ik kon dat meteen beamen. Ik kon makkelijk meekomen, ondanks dat het tempo net even hoger lag als toen ik in mijn eentje zwoegde.
Op de slingerende Maasdijk met uitzicht op de tussen de uiterwaarden meanderende rivier en pittoreske dijkhuizen aan de binnenkant van de dijk was het onontkoombaar, dat het beroemdste gedicht van Hendrik Marsman in mij naar boven kwam: Herinnering aan Holland.
Ik dacht echter niet alleen aan breede rivieren, maar ook zeer praktisch: wanneer kan ik wat drinken. Mijn drinken zat in mijn rugzak, maar deze groep laten schieten was geen optie.
Maar bij Alphen was een drinkpost, waar de hele groep stopte. Behalve een sportdrank nam ik op de Maasdijk ook een stroopwafel.
Met de Mijntengroep reed ik verder door het oer-Hollandse rivierenlandschap. Het was dus dubbel genieten: van het skeeleren en van de omgeving.
Daarnaast werd je overal langs het parcours toegejuicht. Het had iets weg van de Elfstedentocht.
Via Dreumel en Wamel reden we weer op Beneden-Leeuwen aan.
Even sloeg de schrik mij om het hart, toen ik, verscholen achter een paar brede ruggen, ineens hoorde roepen: "Veerooster!"
Voor mijn geestesoog verscheen al een met bloed besmeurd rooster.
Maar gelukkig viel het erg mee. Het rooster was met brede planken afgedekt.
Onder de brug, waar we op weg naar Beneden-Leeuwen waren gekomen, lag het tweede afgedekte rooster.

Vrijwel constant reed Evelien Korlaar op kop. Die positie verliet ze alleen, als ze foto's ging maken!
Intussen was het veel drukker op de dijk met allerlei skeeleraars. We reden nu op met degenen, die de 20 km deden. Hoewel, oprijden? Het was gewoon inhalen.
Maar het mooiste moest nog komen op deze perfect georganiseerde Dijkentocht. Op het hele parcours van ongeveer 50 km reden we volgens mij slechts een enkele keer vlak langs een sloot.
We reden vanaf de dijk naar beneden over een provinciale weg en maakten een bocht naar rechts om Beneden-Leeuwen binnen te rijden. Eén van de Mijnten-rijders reed aan de uiterste linkerkant, toen hij in contact kwam met een andere rijder. Hij gleed het asfalt af en kwam in het gravel pal naast de weg en stond bijna stil. Door de vaart, die hij had, rolde hij in het gras en vervolgens in slow-motion vanaf de steile helling de sloot in.
Bij het kunstschaatsen zou hij voor deze uitvoering een 9,9 gehad hebben!
Dubbel van het lachen reden we de laatste 3 km met een skeeleraar, die tot zijn knie onder het kroos zat, naar de finishlijn, die we in 2.25 passeerden.
Jaap en Jos zaten zeer strategisch op een terras bij de finish. Zij hadden over dezelfde afstand 1.40 en 1.43 gereden. Ook Bauke was met 2.09 een stuk sneller dan mij. Maar ja, zij moesten die prachtige duikeling in de sloot missen....
Sijthoff

Daar ik na de tocht in de Drakenboot over de Kaag pas om 1 uur thuis was, namen we de gelegenheid te baat om een beetje uit te slapen. We waren dus wat later met boodschappen doen.
Bij "De Helianth" aangekomen zagen we een man en een vrouw, die alle courgettes mee wilden nemen.
Daar onze oogst de volkstuin zoveel courgettes oplevert, dat wij dat onmogelijk weg kunnen eten, begon Ada hier spontaan over.
"Als jullie ze over een half uur bij "Sijthoff" af kunnen leveren, dan willen wij ze van jullie overnemen.
Nadat we hadden afgerekend, fietste ik zo snel mogelijk naar huis, deed de melk in de koelkast en trapte met gezwinde spoed terug naar de Leidse binnenstad, waar ik het oude gebouw van uitgeverij Sijthoff binnen stapte met 6 courgettes.
Momenteel is uitgeverij Luitingh-Sijftoff in Amsterdam gevestigd, maar in de 19e eeuw begon Albertus Willem Sijthoff in Leiden een eigen uitgeverij. Hij gaf ook het Leidsch Dagblad uit.
Uitgeverij Sijthoff bewoog zich vooral op de markt van de detectives en de thrillers. Hun boegbeeld was niemand minder dan Agatha Christie, the Queen of crime.

In het oude pand van de uitgeverij aan de Douzastraat zit sinds afgelopen vrijdag cultureel centrum annex eetcafé "Sijthoff". Het is verrassend, wat je allemaal met oude bedrijfspanden kunt.

Nu hoeven we soms maandenlang geen groente te kopen sinds we de volkstuin hebben, maar er daadwerkelijk nog een klein beetje aan verdienen is toch weer wat anders.
Nadat ik de eerste geldelijke verdiensten van de volkstuin in ontvangst had genomen, dronk ik nog een kopje thee en fietste naar huis, waar ik 's middags nog een blokje van 8 km ging hardlopen. Het was, de voorspellingen voor een regendag ten spijt, weer een heerlijke zomerdag. Het zonnetje scheen, de zonnepanelen deden hun werk en de elektriciteitsmeter liep terug. Zelf liep ik vooruit. Dat hou je toch het langste vol....
Abonneren op:
Posts (Atom)