woensdag 18 juli 2012

"It giet oan!"

"It giet oan!" De gevleugelde uitspraak van Henk Kroes bij de aankondiging van de Elfstedentocht van 1997 ging volledig op bij de start van de Elfstedenroute van Ada en Bert.

Vannacht goot het behoorlijk en om 6 uur kwam er een nieuwe hoosbui. Om half 8 was het even droog, zodat we de tent snel inruimden, er voor wakend, dat we niet in de vele plassen op het doorweekte veld rondom onze tent stapten.

Om half 9 zat alles net op de fiets, toen het gieten weer begon.
Wij moesten nog even naar de receptie van camping Súdermeer om ons in te schrijven en € 16,- te betalen. Van de receptionist kregen we een kop koffie en diverse tips voor de Elfstedenroute, terwijl we in de leeszaal zaten te ontbijten.
Toen het gieten wat minder werd, vertrokken we naar het centrum van Stavoren, waar we langs de Zuiderzeedijk richting Hindeloopen fietsten. We hadden de wind in de rug, maar dat was in weerkundig opzicht het enige pluspunt. De hemelsluizen gingen wagenwijd open.

Waar het 5 maanden terug een komen en gaan van schaatsers was, was het nu uitgestorven. Alleen een flinke kudde schapen graasde op de dijk.
Als verzopen katten reden we Hindeloopen binnen, waar we op zoek gingen naar het Schaatsmuseum.

Op de hoge brug zag ik het huisje staan van de groepsfoto, die op de omslag van "De Elfsteden toch gereden" prijkt.

Bij het 1e Friesche Schaatsmuseum trokken we de natte kleding uit.

Ik schonk een gesigneerd exemplaar van "Molen- en Merentocht" en eentje van "De Elfsteden toch gereden" aan het schaatsmuseum en mijn vermoeden werd bevestigd: dit was het eerste boek over de Elfstedentocht van 2012!

We hoefden geen entree te betalen en kregen koffie en de schaatsdrank bij uitstek, warme chocolademelk, aangeboden door Gauke Bootsma, de oprichter en beheerder van het museum.

Daarnaast is Bootsma ook kunstschilder, die zich bekwaamd heeft in het Hindelooper motief.
Wij liepen likkebaardend tussen al dat moois in het museum. De meest bijzondere spullen waren te vinden, van medailles uit de 19e eeuw tot "skeelers" van voor de Tweede Wereldoorlog.
Er stonden complete machines, waarmee houten schaatsen geproduceerd werden. In de jaren '60 kwam de klad daarin en de ene na de andere fabriek sloot. Gauke Bootsma wilde dit erfgoed veiligstellen en kon tot zijn verbazing de hele inboedel van een fabriek gratis meenemen: "Anders gooien we het toch weg."
De beheerder werd weggeroepen. Rien de Roon, in het verleden een begenadigd marathonschaatser, was gearriveerd. Toen ik een klein half uur later het zeer interessante gedeelte van de Elfstedentocht bekeek, raakte ik met de fabrikant van de Ridero-schaatsen aan de praat. Hij bleek de mede-Vennepers Marcel Pennings en Peter Baars goed te kennen.
De tentoonstelling over de Tocht der Tochten bevatte veel relikwieën, zoals de schaats met de hap eruit, waarmee Evert van Benthem zijn eerste Elfstedentocht won en de afgezette teen van Tinus Udding.
We kochten als souvenir een klerenborstel met Hindelooper motief en een mok met "16e Elfstedentocht 2012"!

Rond het middaguur reden we naar het huisje van de fotograaf van 11 februari.

Bij de andere zijde van zijn prachtig gelegen huis zette hij Ada en mij op de foto. Tevens werden we binnen op thee en een gevulde koek getrakteerd.

Han was bijzonder verguld met de foto van zijn hand op de omslag van "De Elfsteden toch gereden".

Zijn zoon, zijn schoondochter en een kleinkind stonden ook op de foto.
Om 1 uur verlieten we Hindeloopen, na nog wat gedwaald te hebben door dit schilderachtige stadje.

Het was droog, toen we richting Workum reden, maar al vrij snel was er een reden, om de regenbroek maar weer aan te trekken.

In Workum kwamen we langs de plek, waar Jaap de Gorter en ik in 1997 gefilmd zijn voor het Jeugdjournaal.


In Workum was er een toeristenmarkt. Ze verkochten er ook Fryslân-bikini's, maar daar trapte Ada niet in.

Even later trapte Ada met mij naar Parrega, waar we op een bankje in de luwte ons in Workum gekochte brood aten. Zonder regenbroek en jas fietsten we via Tjerkwerd naar Bolsward.

Normaal gesproken is dit de stad, waar je op de helft van de tocht bent, maar daar we in Stavoren gestart waren, ging dat voor ons niet op.
Het centrum van Bolsward is trouwens erg mooi. Op de schaats zie je dit niet, want de gracht naar het centrum van de stad is gedempt.

Bij de bakker namen we cappucinno en chocomel en een taartje met de naam "Zieltje". Ada en ik deelden er een. We zijn immers zielsverwanten.
Er stond een niet bepaald zielige wind, toen we in het zonnetje naar Schettens toe reden om via Wytmarsum, Grauwe Kat en Arum naar Kimswerd te fietsen, waar je je op de hoge walkant moest hijsen bij de Tocht der Tochten.
Op dit traject besloten we, dat Harlingen voor vandaag ons einddoel zou zijn.


We reden langs de Scholengemeenschap Simon Vestdijk, die afkomstig was uit deze havenstad, en passeerden het station, waar we in februari een flink eind moesten klûnen.
De Westerzeedijk was snel gevonden en na de tent opgezet te hebben ging Ada boodschappen doen, terwijl ik ons tijdelijke onderkomen inrichtte. Ondanks de harde wind zaten we redelijk luw achter een rij bomen en struiken op "De Zeehoeve" .
We aten rijst met gemengde groente en gehakt, met vruchtenyoghurt toe.
Tijdens de maaltijd zagen we het weerbeeld van deze zomer voor onze ogen. De camping lag in de zonneschijn met enkele schapenwolken, terwijl er een donkergrijze lucht pal naast hing.
Op het moment, dat ik de vaat deed, stortregende het. "It giet oan!"

Een minuut of 10 later was het weer droog en een kwartier later wandelden Ada en ik op deze startdag van de Elfstedenroute, waarop we 58 km gefietst hadden, naar de Waddenzeedijk. Het zicht was zeer helder. Links kon je de Afsluitdijk zien liggen, schuin rechts de contouren van Terschelling.
In het restaurant van "De Zeehoeve" namen we na de wandeling langs de Waddenzee thee, warme chocolademelk en Grimbergen blond, terwijl Ada verder las in "Tonio" en ik het dagboek bijwerkte.

Jon Lord


Het was zowaar een droge avond in deze vochtige week. Met Hans Boers als chauffeur reed ik Jos Drabbels en Annerieke van der Beek naar het parkeerterrein bij "Scum", waar Andrea Landman en Frank Damen op ons wachtten.
Met zijn zessen liepen we over het strand naar "Huis ter Duin" in Noordwijk, waar we de eerste oefeningen van een reeks deden. Met diverse sprongen beklommen we de houten trappen vanaf het strand tot het terras.
Met de vrij forse wind tegen deden we 2 Steigerungen over 200 meter alvorens we weer richting Katwijk liepen. Om de 500 meter volgde een andere oefening: schaatssprongen, schaatsstappen e.d. Twee oefeningen wil ik speciaal onder de aandacht brengen. De eerste is de duinopgang. Een zware oefening is vanaf het strand in het mulle zand omhoog te sprinten. Je zakt bij iedere pas weer een stukje naar beneden. Als je boven bent, hijg je als een paard, maar ja, daar train je ook voor: om beter van te worden!
Bij de tweede oefening liet ik iedereen een getal onder de 30 zeggen: "Het getal dat je gezegd hebt, is het aantal keren, dat je op mag drukken!"
Annerieke had met 29 de hoofdprijs!
Na de training was er de gebruikelijke evaluatie in het bijgebouw van "Het Wantveld", daar er weer eens een bruiloft aan zee was.

Hen van den Haak kwam onze gelederen versterken op deze rustdag in de Tour de France, waarop bekend was geworden, dat Jon Lord was overleden.
Deze organist van Deep Purple is vooral bekend geworden door het jankende orgelspel op de klassieker "Child in time".

Behalve mede-componist van "Child in time" schreef Lord ook mee aan die andere klassieker: "Smoke on the water".

Maar daar ik een wat muziek aangaat soms wat eigenzinnige voorkeuren heb, is hier het absolute meesterwerk van Jon Lord, het onbekende "Wait a while", hier gezongen door Sam Brown.

In Katwijk zouden ze zeggen: "John Lord is back to the Lord".
En dat klopt: hij maakte hemelse muziek!

maandag 16 juli 2012

Zuiderzeeroute


Om half 8 wakker. Vandaag wachtte de Zuiderzeeroute. Het was nog dauwtrappen, maar het zonnetje deed zijn best om door te komen. De tent droogde redelijk. Onderwijl namen wij ons ontbijt. We tilden de tent op en zetten deze meer in de wind, terwijl we de fietstassen inpakten en oplaadden.
Om 29 voor 10 verlieten we camping "Seveningen". Door de polder Mastenbroek fietsten we met de wind in de rug op Genemuiden aan, waar we met een groep 8 van een basisschool uit Kampen op de veerpont naar Zwartsluis zaten. Ook al was de boot vol, toch bereikten we de overkant.
We maakten een toeristisch rondje door Zwartsluis om aansluitend langs de rand van de Wieden naar Sint-Jansklooster te trappen. Hier zocht ik koortsachtig naar de bekendste boerderijdeuren van Nederland: de deuren met de schaatser. Helaas kon ik de voormalige boerderij van Evert van Benthem niet vinden.

Maar mooi is het hier zeker op deze stuwwal boven de Beulaker Wiede. We lieten Vollenhove letterlijk links liggen en met de harde wind in de rug stoven we op Blokzijl af, waar we in de havenstad een terras aan het water vonden bij "Prins Mauritshuis". Het vruchtengebak was uitmuntend!
Vanaf Blokzijl namen we precies dezelfde route naar Kalenberg als een week of 6 geleden. We passeerden de plek, waar we de kano's gehuurd hadden bij Pieter Jongschaap.
Het kanaal was aanmerkelijk rustiger als op Eerste Pinksterdag. Wij reden door naar Ossenzijl en toen viel het ons op, hoe ver we die zondag hadden gevaren. Niet ver na het kanaaltje, dat de Kalenbergergracht kruiste, vonden we een bankje met mooi uitzicht, waar we om een uur of 1 onze lunch tot ons namen.

Vanaf Ossenzijl was het werken geblazen. De rest van de route hadden we vooral tegenwind. Langs het kronkelende riviertje zwoegden we naar Slijkenburg en naar Schoterzijl, waar we onder de dijk van de Noord-Oostpolder naar Lemmer reden. In deze gezellig drukke havenplaats zochten we een terras op om melk en thee te drinken.
De Zuiderzeeroute vervolgden we langs de Leijen naar Gaasterland, waar we in de bossen wat luwte vonden.

Vanaf Nijemirdum trapten we door licht glooiend land naar Oudemirdum, waar we bij de dorpspomp een appeltje voor de dorst namen. Het dorpje heeft wat weg van de dorpjes op de Waddeneilanden.
Er was een VVV, waar we even binnen liepen voor adressen van campings. Een gouden greep, want voor de aardigheid keken we, of de route van de Elfstedenroute nog hetzelfde was.

Nou, mooi niet dus. Met een nieuw boek van de Elfstedenroute verlieten we het pand.

Het betekende, dat we onze planning aan moesten passen. Maar dat was geen probleem. Met zijn tweeën ben je zeer flexibel.
Door de bossen van het Gaasterland reden we op de prachtige beukenlaan in het Rijsterbos aan. Aan de Zuiderzedijk pikten we de Elfstedenroute op. Onnodig om te zeggen, dat we op deze dijk alle wind vingen.

Via Laaksum en de Roode Klif kwamen we in Stavoren, ons startpunt van de Elfstedenroute. Letterlijk ook, want in het boekje staat een stempelkaart en bij de haven, waar we informeerden, hoe laat de boot naar Enkhuizen zou varen, kregen we onze eerste stempel.

Na een kort rondje door dit havenstadje reden we naar camping "Súdermeer", waar zoals gebruikelijk, de receptie gesloten was. We zochten een luw plekje voor de Susten 3XP. Het opzetten gaat steeds makkelijker.
Ada kookte de bij de Coöp gekochte groentenschotel met kip in de tijd, dat ik de tent inrichtte. Er was vruchtenyoghurt toe.

Na de vaat vertrokken we naar "De Vrouwe van Stavoren".

Daar brachten we de avond door met koffie verkeerd, thee en witbier.

De bui was langsgedreven. We hadden er 105 km opzitten op de Zuiderzeeroute, die tot Kampen te boek staat als LF 23 en erna als LF22.

zondag 15 juli 2012

Veluwe

's Nachts kregen we nog wat buien over ons uitgestort, maar de tent hield het prima. Om half 8 waren we wakker en na wat gepraat te hebben verlieten we de Eureka Susten 3XP, die we voor het eerst op moesten bergen.
Bij het restaurant haalden we wat broodjes en om 10 uur precies verlieten we "de Scheleberg" via de statige oprijlaan. Het was zwaar bewolkt, maar wel droog. Door de bossen reden we via knooppunten naar Harskamp, waar ik bij een fietsenmaker mijn zadel recht zette. Ada en ik kochten allebei nieuwe snelbinders.
Door boerenland reden we weer op de bospaden aan. Op en neer golvend reden we langs het Kootwijkerzand naar Kootwijk toe, waar we op een terras de inwendige mens versterkten met koffie, chocolademelk en appeltaart.
Rond het middaguur trapten we naar de camping, waar de lokale supermarkt gevestigd was. We vervolgden de weg over de mooie Veluwe naar Meerveld, waar een aantal onverharde paden ons wachtte.
Aansluitend reden we kilometers lang door de bossen van landgoed Staverden. Bij het gelijknamige kasteel namen we in een prieel onze lunch. We keken uit op een mooie vijver.

Een kwartier later fietsten we over de schitterende Leuvenumse heide. Alleen het weer was niet schitterend. Het regende pijpestelen. We schuilden onder een boom tot het ergste voorbij was. We pikten de Eneco Veluweroute op, die we tot 't Harde zouden volgen, afwisselend door de bossen of over de heide.

Bij Oldebroek zagen we het Boerderijmuseum. Hier dronken we koffie en warme chocolademelk. Na een klein stukje de NAP-route gevolgd te hebben waren de polders richting Kampen ons deel. Hier merkten we, dat er best een aardige vracht wind stond.
Rond de klok van half 6 reden we via de LF23, de Zuiderzeeroute, de prachtige binnenstad van Kampen binnen, waar Ada bij een supermarkt boodschappen deed, terwijl ik in het zonnetje bij de fietsen stond te wachten. Om 6 uur staken we de IJssel over.
Een minuut of 10 later stonden we bij de gesloten receptie van camping Seveningen. De receptiebel werkte echter perfect en om half 7 zetten we de tent op na 91 km fietsen.

We aten tortellina's met gemengde salade met vruchtenyoghurt toe. Na de vaat fietsten we terug naar Kampen, waar we door het pittoreske centrum van dit Hanzestadje kuierden. Toen het weer begon te spetteren zochten we een plekje in eetcafé "De Majesteit", waar we de route voor de komende dagen bekeken en nog wat lazen.

Ada las verder in "Tonio" van A.F. Th. van der Heijden, terwijl ik de Trouw van zaterdag uitlas en het dagboek bijwerkte.
Op de terugweg lazen we bij de brug een tekst, die in Katwijk ook niet zou misstaan: Bij belsignaal brugvak open.
Om een uur of half 11 lagen we in de tent voor een diepe, diepe slaap.

Gerhard Rekvelt

Thuis gekomen van het plukken van tuinbonen en doperwten op de volkstuin, keek ik naar de overwinning van Luis Leon Sanchez namens de Rabobank in de Tour de France.
Daarna maakte ik mijn mail open en zag een bericht van Gerard van Tol, dat Gerhard Rekvelt was overleden.

Zijn lichaam was gevonden in de Vlietlanden. Gerhard werd sinds 7 juli vermist.
Ik heb hem leren kennen in de IJshal in Leiden, waar hij meedeed bij het G-schaatsen. Hij ontwikkelde zich steeds beter. Technisch reed hij behoorlijk verzorgd, alleen de afzet was veel te zachtjes.
Ook op dinsdagavond was hij vrij vaak van de partij, terwijl hij op zaterdagavond wekelijks meedeed met het IJVL-trainingsuur.
Ook met hardlopen kwam ik hem regelmatig tegen. Aan de Leidse marathon heeft hij een paar keer mee gedaan. En steevast was hij net even sneller dan ik.
Ook bij het skeeleren op woensdagavond zag ik hem regelmatig.

Gerhard was een rustige, bescheiden man. We zullen deze trainingsmaat missen.
Gerhard, rust in vrede.

zaterdag 14 juli 2012

De Scheleberg

Na afscheid genomen te hebben van Siebe vertrokken we op de fiets naar Voorschoten om wat cadeau's en een voorraad groenten uit de volkstuin te brengen. Via Zoeterwoude, Hazerswoude en Alphen aan den Rijn reden we naar de Meije toe.

We volgden de kronkelige rivier, waar ik een paar keer op geschaatst had tot we een terras zagen voor de eerste koffiestop van de vakantie.
Langs de Meije fietsten we tot Woerdense Verlaat om daar de richting van Breukelen in te slaan. Bij picknickplek De Geer aten we een paar boterhammen. Hoewel het nergens stond aangegeven als naaktrecreatieplek zagen we een man in zijn blootje zonnen.
Via Breukelen trapten we langs de Loosdrechtse plassen, Tienhoven en Westbroek naar Bilthoven. We boften met het weer. Het was half bewolkt, we hadden de wind in de rug er het was een zeer aangename temperatuur.
Over de Utrechtse Heuvelrug reden we door de bossen naar Zeist om over zeer lang vals plat naar de piramide van Austerlitz te klimmen met een snelle afdaling als beloning. We reden door naar Woudenberg, waar we bij een ijssalon twee ijsjes namen: aardbeienijs en yoghurtijs met bosvruchtensaus.
Voorbij Renswoude zouden we via een dijk van de Grebbelinie naar Lunteren fietsen. Dat was althans onze bedoeling, maar de praktijk pakte iets anders uit. Er waren enkele stukken met mul zand, maar dat was het probleem niet. Dat was een driesprong bij een bruggetje. We sloegen schuin linksaf, maar na 100 meter volgde een bord met "Eigen weg" en een dreigende hondenkop met de tekst: "Hier waak ik!"
Kennelijk was het de bedoeling, dat we de brug over zouden gaan. Dat deden we dan maar, maar dat bleek een fout parcours. Toen we de dijk eindelijk konden verlaten, wisten we niet, waar we uitgekomen waren.
Na een paar boerenwegen gepasseerd te hebben kwamen we in een dorpje uit: Ederveen.

Van hieruit wisten we de weg naar Lunteren te vinden, zodat we bij Doerburg konden gaan klimmen op de uitlopers van de Veluwe. Door de mooie bossen reden we over het fietspad naar landgoed "De Scheleberg". Hier reden we de camping op. Er stond 127 km op de kilometerteller. De receptie was al gesloten en met de serveerster van het restaurant spreken we af, dat we zlf een plekje zouden zoeken en ons morgenochtend inschrijven.
Bij nummer 8 vonden we een prachtig hooggelegen stuk waar we onze Eureka Susten 3XP opzetten. Daar het de eerste keer was na de proef in de Stevenshof was het even puzzelen, maar na 20 minuten stond onze groene koepeltent.
We aten macaroni met broccoli van eigen kweek. Er was yoghurt toe.
Terwijl we over de Utrechtse Heuvelrug fietsten zei Ada tegen me: "Boslucht maakt slaperig." Dat klopte, want toen ik om 9 uur terug kwam van de vaat, lag Ada te slapen in de tent.
De volgende morgen werden we wakker van het gekletter van de regen op de tent. We ontbeten in de voortent, waarna ik me in ging schrijven bij de receptie.
Om half 11 gingen we een wandeling maken door de mooie omgeving van "De Scheleberg". We liepen in regenpakken van de camping af, maar het witte pad bleek een ruiterpad te zijn.
Na wat omzwervingen door de bossen kwamen we it bij een fietspad. Dit volgden we een stukje en zo kwamen we uit bij het Wekeromse zand. We liepen door een draaihet dit prachtige natuurgebied in met bossen, heide en zandverstuivingen.

De Veluwe pur sang.

Daar we niet te laat terug wilden zijn op de camping, verkortten we de rondwandeling door het Wekeromse zand dwars over te steken.

In de regen wandelden we terug door de bossen.

Vlak voor "de Scheleberg" gingen de hemelsluizen goed open. Drijfnat liepen we naar de koffie en warme chocolademelk in het restaurant. Het regenpak kon lekker uitdruipen, terwijl wij wat lazen in de krant.
Toen het droog was wandelden we naar de tent. Hier lunchten we, terwijl een volgende bui zich aandiende. Tegen de tijd, dat deze was overgetrokken, waren we klaar voor vertrek. Via een mooie route door de bossen reden we naar de Edese heide. Een schaapsherder liet zijn schapen grazen.

Het was hier behoorlijk glooiend en erg mooi. Na een klein stukje bebouwde kom van Ede kwamen we over de zandpaden te rijden van het landgoed Hoekelum. Door de overvloedige regenval leek het fietsen meer weg te hebben van mountainbiken. Desondanks schoten we aardig op door de bossen.
Via knooppunten vonden we een route om Bennekom heen naar Wageningen, waar we na 24 km fietsen om 3 uur bij Bas en Katrin waren. De familie Buijs druppelde binnen, waarbij de grote vraag was: "Zijn Anton en Annemarie er om 6 uur al?"
In de tussentijd gingen we met een kleine groep een stukje wandelen.

We liepen pal onder een ooievaarsnest met 3 jongen door met een vierde ooievaar staande op een lantaarnpaal.

We kwamen uit op een polderweg, waar je een prachtig uitzicht had over de Utrechtse Heuvelrug.
's Avonds was het droog en hadden we een barbecue. Na nog wat utteren speelden we om half 10 de weerwolven van Wakkerdam.

Om half 11 fietsten we via Ede terug, waarna wij in het duister over de fietspaden van de Veluwe onze weg naar "De Scheleberg" zochten. Door het glooiende landschap kun je dan totaal niet anticiperen met je versnellingen. Je voelde dat je ging klimmen of dalen, maar hoe lang dat duurde was volstrekt onduidelijk.
Ook de weg terug was dat af en toe. Vlak bij onze camping hadden we het idee, dat we fout gereden waren.
Om half 12 waren we terug bij de tent na 41 km fietsen op deze rustdag.

vrijdag 6 juli 2012

Ortlieb


Vanmiddag ben ik op de dag, dat bekend geworden was dat dichter Gerrit Komrij was overleden, na mijn werk met het oog op de komende fietsvakantie een tweetal grote Ortliebtassen wezen kopen. De canvastas beviel op zich prima, maar als je met de trein reist moet je formeel je tassen eraf halen. Ada had al 4 Ortliebtassen, ik had alleen twee kleine voorwieltassen en een stuurtas.

Thuis gekomen wierp ik tussen de bedrijven door een blik op de etappe van de Tour de France door de Champagne. Een etappe, die voor de zoveelste keer ontsierd werd door massale valpartijen.

En het lijkt wel of er een vloek op het Nederlandse wielrennen rust: wederom waren de renners van Rabobank en Vacansoleil het slachtoffer. Robert Gesink, Bouke Mollema, Steven Kruijswijk, Lieuwe Westra en Rob Ruijgh verloren minuten, terwijl voor Wout Poels voor de tweede maal op rij de Tour de France er al op zat voor zijn favoriete terrein bereikt was.

In de jaren '80 startte een man of 140 in de Tour: 14 teams van 10 renners. Volgens mij moeten ze weer terug naar dit aantal. Gezien het belang van ploegen om deel te kunnen nemen aan de Ronde van Frankrijk, is het geen optie om het aantal ploegen te beperken. De oplossing is heel simpel: er mogen voortaan nog maar 7 renners per ploeg aan de start verschijnen!
Behalve dat dit aantal veel veiliger is, is de kans op een massasprint kleiner en krijgen avonturiers meer kans. De sprintploegen hebben immers minder ploeggenoten om op te offeren voor het terughalen van ontsnapte renners en het aantrekken van de sprint. Dan krijgen eindelijk degenen, die nu 200 km voor Jan Doedel vooruit rijden, een kans om hun lef te verzilveren.

Als klap op de vuurpijl van deze tumultueuze sportdag, waarop Andy Murray zich als eerste Brit in 74 jaar plaatste voor de finale van Wimbledon, was er het bericht van de aanstelling van Louis van Gaal als bondscoach.
De vorige keer was hen niet zo'n succes. Ierland uit, altijd lastig.

Het WK in Zuid-Korea en Japan konden we vergeten, het enige toernooi sinds 1988, waarop Oranje ontbrak. Maar gezien de staat van dienst van Van Gaal als clubtrainer kan er ook zomaar een wereldkampioen uit Brazilië terugkeren naar Amsterdam.

Bij Louis van Gaal is alles mogelijk. Maar één ding is zeker: saai zal het niet worden!