zondag 17 december 2017

Rugspieren voor Rugspieren



De wekker ging op een tijd, waarop ik in mijn jeugdjaren op zondagmorgen regelmatig het bed opzocht: 5 uur. Nu moest ik er uit. Om half 7 was de start van de achtste editie van de 1000 rondjes van Leiden. Nu heb ik een schat van een vrouw, maar desalniettemin zat ik in mijn eentje te ontbijten.
Dit keer lag het niet aan mij, maar aan het tijdstip.
Om 6 uur zat ik op de fiets naar de Leidse IJshal. Tot mijn stomme verbazing zag ik een man een hond uitlaten.
Het parkeerterrein stond al aardig vol. Ik vulde wat paperassen in, terwijl de winnaar van vorig jaar, Hans Huizenga, zich meldde als deelnemer van deze Alternatieve Elfstedentocht.
In de kleedkamer was het al gezellig druk, terwijl een reporter van het Leidsch Dagblad een paar deelnemers interviewde, waaronder drievoudig winnaar Jan-Pieter Tensen, die gelukkig na een slepende blessure weer van de partij kon zijn. Nieuw-Vennep is met 4 overwinningen in 8 edities van de 1000 rondjes buitengewoon goed vertegenwoordigd.
Om half 7 loste Willem van Vliet het startschot. Stond ik op dat moment nog op de voorste rij, een ronde later was daar geen sprake van.
Sterker nog, na 10 rondjes had ik de rode lantaarn al stevig in handen, een positie, die ik tot de eerste dweilpauze niet meer uit handen zou geven. In het eerste uur had ik 127 rondjes gereden, ondanks dat ik vanaf het begin last had van mijn rugspieren. Normaal heb ik dat vrijwel nooit. Door de rugpijn ging ik meer rechtop schaatsen, terwijl ik al zeer snel het pootje over achterwege liet. Je kunt het dan langer volhouden, maar bevorderlijk voor de snelheid is dit niet bepaald.
De dweilpauze benutte ik om 2 rozijnenboterhammen en een banaan weg te werken. Ondanks de 5 minuten pauze ging de tweede serie lekker. De totaalstand kwam op 245 oftewel 49 kilometer in 2 uur. Voor het eerst ging ik inhalen. Een groepje nieuwkomers reed minder snel, zodat er ingehaald moest gaan worden. Buitenom. Dat kostte extra kracht, waar ik niet op zat te wachten.
Als coördinator van de "Krasse knarren" was ik tevreden. Zij waren in vrij groten getale opgekomen.
Na de eerste toiletpauze was het een stuk drukker. Een groep IJVL-ers, die in Haarlem schaatsen betrad tegelijk met de aloude Jobo-trein het strijdperk. Inhalen werd een stuk lastiger. Het verval viel mee. Ik kwam binnen met 360 afgelegde rondjes.
Het werd nog drukker. De ijsclub uit Oude Wetering kwam met een buslading op het ijs, waaronder een flinke groep kinderen. Dat betekende opletten, daar zij impulsief zijn. Aan de andere kant vormde zich een Ploeg-trein met een heerlijk tempo. Tot mijn stomme verbazing reed Hans Huizinga ook regelmatig met deze groep mee. Bij de vierde dweilpauze zat ik op 472 rondjes.
Inmiddels was ook een achttal G-schaatsers op het ijs verschenen. Qua drukte zaten we op onze piek.
Dat gold niet voor mijn snelheid. Na een tweede plaspauze kwam ik bij de volgende dweil, met dweilorkest "De Rijntappers", op 581 rondjes uit.
Na nog een flinke tijd achter de Ploeg-ploeg gereden te hebben  kwam ik op 696 rondjes. Niet lang daarna won het team van Marco Tiller, Jos Drabbels en Gerard van Klik de 1000 rondjes van Leiden in 6.17. Een prima tijd! Ik kan het weten, want ik was op dat moment tot 716 rondjes gekomen....
Na de zevende dweilpauze kon ik met 802 rondjes aan de bak. Er zou niet meer gedweild worden, daar het steeds rustiger werd op de baan.
De laatste groepen finishten en dat deed Janina Wolff ook. Waren we 2 jaar geleden gedeeld winnaar, nu deed deze Duitse diesel het solo.
Zo ver was ik nog lang niet. Tot 900 rondjes kon ik het tempo goed vasthouden, maar daarna was de Schwung eruit.
Het werd zwoegen. Ik zag Hans Huizinga het zilver pakken en Vincent Schenkelaars het brons.
Met nog steeds gevoelige rugspieren passeerde ik nog 100 maal deze boarding.
Hoewel ik nergens een echte inzinking had gehad, was het beste er wel vanaf.



Ronde na ronde kwam de verlossende eindstreep nader.

In 8.45.25 passeerde ik de eindstreep.
Ook ik kwam solo over de finish.  Als drager van de rode lantaarn. Maar dat ben ik dit jaar wel gewend.
Na 200 kilometer schaatsen waren daar de welverdiende kussen van de mooiste rondemissen.
En kon ik mijn zoon na 2 maanden weer in de armen sluiten. Voor mij het mooiste moment van de dag.



Na de gebruikelijke interviews kon ik eindelijk naar het massageteam om mijn rugspieren flink onder handen te laten nemen.
Daar werd ik gemasseerd door een man en een vrouw, samen. Op de piano zou je spreken van quartre mains. Het was niet altijd even prettig, maar je knapte er wel van op.
Er was vandaag 4100 euro opgehaald voor Spieren voor Spieren, maar u kunt mij nog sponsoren voor kinderen met spierziekten.
Maar wat mij betreft was het meer Rugspieren voor Rugspieren.

Geen opmerkingen: