Grote gebeurtenissen werpen hun schaduwen vooruit. Dat gebeurde ook in het geval van de rap naderbij komende 50e verjaardag van Lotte van Walstijn. Tim de Beer had een mailtje rondgestuurd met de kop "Lotte nog 49". Tot zover niets aan de hand, behalve dat hij het ook aan het feestvarken zelf had verzonden....
In het mailtje stond het lied "Brandend zand" van Anneke Grönloh met een betere tekst aangekondigd.
Dat werd dus een heuse cliffhanger voor Lotte.
Intussen werd er druk gewerkt aan een alternatief lied: "Weila Weila" van "The Dubliners" met een voor de gelegenheid aangepaste tekst.
Ook dit lied kwam niet ongeschonden door de ballotage, zodat we met een ander lied op de proppen kwamen.
Om 7 uur fietsten Ada en ik naar het station in Leiden om de trein naar Haarlem te pakken. In de Spaarnestad bracht buslijn 3 ons naar het Delftplein, waar we naar het Van der Aart Sportpark wandelden, waar in een van de clubhuizen het feest gehouden werd.
Het was gezellig druk, toen het zevenkoppige koor zich bescheiden terugtrok om buiten, onder het schijnsel van een straatlantaarn, het volgende meerstemmige lied, voorzien van deze door Bas Warnink onherstelbaar verbeterde tekst, te oefenen.
Jarige Lotte zit op haar feest
staart in de verte, haar jeugd is geweest
zo is het leven, ze viert nu alweer
d’r veertigste verjaardag, voor de tiende keer.
Refrein: Doebedoebedoe
Jarige Lotte (3x)
Veertig is voorbij.
De arme Lotte, voelt wat paniek
Veertig plus tien jaar, best wel antiek
Dan hoort zij kloppen, zacht op het raam
‘t Is een oud vrouwtje, dat fluistert haar naam.
Refrein: Doebedoebedoe
Jarige Lotte (3x)
Wie zou dat toch zijn?
De deur gaat open, het is te laat
De klok slaat vijftig, ’t is koud op straat
Lotte, hier ben ik, die je verwacht
Ja, ik ben Sara, ik kom als de nacht.
Refrein: Doebedoebedoe
Lotte ziet Sara
Doebedoebedoe
Het is echt waar ja
Doebedoebedoe
Lotte ziet Sara
Hoe zal dat nu gaan?
Sara komt binnen, ze pakt een bier
zet wat muziek op, ze danst, heeft plezier
Het leven gaat verder, al ben je oud
Want je hebt Sara, die van je houdt.
Refrein: Doebedoebedoe
Jarige Lotte (3x)
’t Is nog niet gedaan!
Halverwege de avond, tussen het vele dansen door, brachten we dit toepasselijke lied ten gehore. Het is verrassend, dat het meerstemmige lied vrijwel vlekkeloos gezongen werd met slechts 3 keer doorzingen. Het grote voordeel als je mensen met veel koorervaring hebt.
Ook al is deze sportieveling geen liefhebber van disco, de muziek die veelal gedraaid werd, toch was ik met de vriendenclub vrijwel de hele avond op de dansvloer te vinden. Rond half 1 konden we met Tim en Sheila meereden, die ons na de gezellige avond keurig afzette bij het station van Haarlem.
zondag 7 september 2014
zaterdag 6 september 2014
Kirnitzschtal
Rond half 6 werd ik wakker en ging naar het toilet. Ada sliep nog als een roos.
Mij lukte dat niet meer, dus om 6 uur nam ik "Dovemansoren" van Rinus Ferdinandusse ter hand, dat ik in één ruk uitlas, waarna ik dit geschenkboek van de Maand van het spannende boek 2001 door kon geven aan andere Nederlandse kampeerders.

Na het ontbijt met verse croissantjes en meergranenbolletjes maakten we plannen voor vandaag. We volgden de Kirnitzsch stroomopwaarts tot de Lichtenhainer Wasserfall. Door het droge weer van de afgelopen dagen was het een miezerig stroompje.


We liepen het pad omhoog en kwamen zo bij de Hörnelweg uit.

Via een soort haarspeldbochten klommen we omhoog, waarna we via een vlak pad door de weilanden uitkwamen.

Op zulke momenten komt bij mij altijd een Sound of music-gevoel omhoog borrelen.
Over dit weiland wandelden we naar Lichtenhain, waar bij Hotel Berghof een uitnodigend bord stond. We liepen naar het terras. "Nee, we gaan pas om 12 uur open", kregen we als antwoord, maar desalniettemin kregen we koffie en melk geserveerd op het terras met een prachtig uitzicht.

We wandelden verder naar de Panoramaweg, die zijn naam eer aandeed en daalden verder af. Bij een weiland aangekomen stond een stip van de route, maar een pad in het weiland ging naar links en de ander rechtdoor. Wij kozen voor de laatste. Het pad liep verder tot een bos en wij dus ook. Een smaller pad door het bos was nog steeds zonder aanwijzingen.In het bos liepen ook diverse paden.
We kozen nog steeds voor rechtdoor en daalden vrij stel. Het geluid van de tram diep beneden ons was het eerste signaal, dat we goed zaten. Op een pad met een vrij diepe afgrond naast ons daalden we geleidelijk af naar de Lichtenhainer Wasserfälle.
We pakten onze fietsen en reden 500 meter terug om bij Dietrichsgrund flink te klimmen en te dalen op een onverhard pad.

Nu is onverhard klimmen niet fijn, onverhard dalen is dat nog minder. Je moet constant in de remmen knijpen, want als je te hard gaat, kun je wegslippen over de losse stenen als je schielijk moet remmen.
Na een tweetal klimmen en dalen lunchten we met ons meegebrachte brood in een schuilhut, waarna we over de lange Zeughausstrasse door de prachtige bossen naar het gehucht Zeughaus hobbelden.

Na een onverharde weg met haarspeldbochten langs een diepe kloof met aan de andere zijde loodrecht oprijzende rotsen reden we naar de Kirnitzsch toe.

Kilometers kronkelende beek volgden we, heel lichtjes klimmend. Een adembenemend mooie natuur!

Opvallend waren de grote rotsblokken met een soort gele "uitslag". Zwavel?

De Radweg im Nationalpark volgend stuitten we op een gegeven moment op een Tsjechische naam. We zaten zeer dicht bij Tsjechisch grondgebied. Als je er dan nog maar 300 meter vandaan zit, dan ga je natuurlijk de grens over.

Nooit gedacht, dat we zo snel weer voet zouden zetten op Tsjechische bodem.

We reden terug naar Deutschland, waar we 3 kilometer lang klommen naar Hinterhermsdorf. Bij het binnenrijden van dit dorp was het eerste gebouw, dat we tegenkwamen Buchenparkhalle, compleet met een terras. Genietend van een uitzicht, dat ons deed denken aan camping "Rozenhof" in Camerig met Epen onder je en de halfbeboste heuvels erachter, aten we een ijscoupe. Deze was helaas ook door een tweetal wespen opgemerkt. In augustus kun je dit verwachten.

Het voordeel van klimmen is, dat je op een gegeven moment ook weer mag dalen. In ons geval ging dat aan één stuk door naar Bad Schandau. Tot Felsenmühle was het een vrij brede weg, daarna werd het iets vlakker en smaller. Dientengevolge liep de snelheid terug van ruim 35 naar 23 kilometer in het uur.

In Bad Schandau deed Ada de laatste boodschappen, terwijl ik doorreed naar het station. We moesten morgen via Gleis 4 vertrekken. Daar er een lift is, mag dat geen probleem zijn. Op deze wederom warme dag klom ik weer eens de tramrails omhoog. Ada douchte zich als eerste, ik volgde haar goede voorbeeld.

We aten kidneybonen met wortel, tomaat, bosui, paprika en courgette. Een stevige maaltijd na 52 kilometer fietsen in pittig heuvelachtig gebied.

Na het eten ruimden we de tent zo leeg mogelijk. De fietstassen met kleren werden al aan de fiets gehangen. De planning is nog steeds, dat we de trein van 7.15 willen halen in Bad Schandau.

De drie fantastische dagen in het Kirnitzschtal sloten we af met een bezoek aan het terras van de Flösserstube op de camping. Ada nam thee, ik volgde de tip van Hans Boers op: neem een lekker koud biertje!
Mij lukte dat niet meer, dus om 6 uur nam ik "Dovemansoren" van Rinus Ferdinandusse ter hand, dat ik in één ruk uitlas, waarna ik dit geschenkboek van de Maand van het spannende boek 2001 door kon geven aan andere Nederlandse kampeerders.

Na het ontbijt met verse croissantjes en meergranenbolletjes maakten we plannen voor vandaag. We volgden de Kirnitzsch stroomopwaarts tot de Lichtenhainer Wasserfall. Door het droge weer van de afgelopen dagen was het een miezerig stroompje.
We liepen het pad omhoog en kwamen zo bij de Hörnelweg uit.
Via een soort haarspeldbochten klommen we omhoog, waarna we via een vlak pad door de weilanden uitkwamen.
Op zulke momenten komt bij mij altijd een Sound of music-gevoel omhoog borrelen.
Over dit weiland wandelden we naar Lichtenhain, waar bij Hotel Berghof een uitnodigend bord stond. We liepen naar het terras. "Nee, we gaan pas om 12 uur open", kregen we als antwoord, maar desalniettemin kregen we koffie en melk geserveerd op het terras met een prachtig uitzicht.
We wandelden verder naar de Panoramaweg, die zijn naam eer aandeed en daalden verder af. Bij een weiland aangekomen stond een stip van de route, maar een pad in het weiland ging naar links en de ander rechtdoor. Wij kozen voor de laatste. Het pad liep verder tot een bos en wij dus ook. Een smaller pad door het bos was nog steeds zonder aanwijzingen.In het bos liepen ook diverse paden.
We kozen nog steeds voor rechtdoor en daalden vrij stel. Het geluid van de tram diep beneden ons was het eerste signaal, dat we goed zaten. Op een pad met een vrij diepe afgrond naast ons daalden we geleidelijk af naar de Lichtenhainer Wasserfälle.
We pakten onze fietsen en reden 500 meter terug om bij Dietrichsgrund flink te klimmen en te dalen op een onverhard pad.
Nu is onverhard klimmen niet fijn, onverhard dalen is dat nog minder. Je moet constant in de remmen knijpen, want als je te hard gaat, kun je wegslippen over de losse stenen als je schielijk moet remmen.
Na een tweetal klimmen en dalen lunchten we met ons meegebrachte brood in een schuilhut, waarna we over de lange Zeughausstrasse door de prachtige bossen naar het gehucht Zeughaus hobbelden.
Na een onverharde weg met haarspeldbochten langs een diepe kloof met aan de andere zijde loodrecht oprijzende rotsen reden we naar de Kirnitzsch toe.
Kilometers kronkelende beek volgden we, heel lichtjes klimmend. Een adembenemend mooie natuur!
Opvallend waren de grote rotsblokken met een soort gele "uitslag". Zwavel?
De Radweg im Nationalpark volgend stuitten we op een gegeven moment op een Tsjechische naam. We zaten zeer dicht bij Tsjechisch grondgebied. Als je er dan nog maar 300 meter vandaan zit, dan ga je natuurlijk de grens over.
Nooit gedacht, dat we zo snel weer voet zouden zetten op Tsjechische bodem.
We reden terug naar Deutschland, waar we 3 kilometer lang klommen naar Hinterhermsdorf. Bij het binnenrijden van dit dorp was het eerste gebouw, dat we tegenkwamen Buchenparkhalle, compleet met een terras. Genietend van een uitzicht, dat ons deed denken aan camping "Rozenhof" in Camerig met Epen onder je en de halfbeboste heuvels erachter, aten we een ijscoupe. Deze was helaas ook door een tweetal wespen opgemerkt. In augustus kun je dit verwachten.
Het voordeel van klimmen is, dat je op een gegeven moment ook weer mag dalen. In ons geval ging dat aan één stuk door naar Bad Schandau. Tot Felsenmühle was het een vrij brede weg, daarna werd het iets vlakker en smaller. Dientengevolge liep de snelheid terug van ruim 35 naar 23 kilometer in het uur.
In Bad Schandau deed Ada de laatste boodschappen, terwijl ik doorreed naar het station. We moesten morgen via Gleis 4 vertrekken. Daar er een lift is, mag dat geen probleem zijn. Op deze wederom warme dag klom ik weer eens de tramrails omhoog. Ada douchte zich als eerste, ik volgde haar goede voorbeeld.
We aten kidneybonen met wortel, tomaat, bosui, paprika en courgette. Een stevige maaltijd na 52 kilometer fietsen in pittig heuvelachtig gebied.
Na het eten ruimden we de tent zo leeg mogelijk. De fietstassen met kleren werden al aan de fiets gehangen. De planning is nog steeds, dat we de trein van 7.15 willen halen in Bad Schandau.
De drie fantastische dagen in het Kirnitzschtal sloten we af met een bezoek aan het terras van de Flösserstube op de camping. Ada nam thee, ik volgde de tip van Hans Boers op: neem een lekker koud biertje!
Labels:
Bergwandelen,
Boeken,
Elbe-Radweg,
Fietsen,
Fietsvakanties,
Mountainbiken,
Wandelen
vrijdag 5 september 2014
Alternatieve Vlietloop
Er zijn van die weekeinden, dat je zoveel leuke sportactiviteiten kunt doen, dat je nauwelijks kunt kiezen.
Dit weekeinde had ik de keuze uit de Mergellandroute fietsen in Limburg, de Dijkentocht skeeleren in Beneden-Leeuwen, de Vlietloop in Voorschoten of de Halve marathon lopen in de Haarlemmermeer en dan stond ook nog de Kaag en Braassem Poldertocht op het programma.

Deze laatste viel af, daar het skeeleren uit het programma geschrapt is en het alleen nog maar een overigens zeer mooie wandeltocht is geworden. Desondanks moet je van goeden huize komen, wil je nog tot een andere keuze komen. Welnu, dat kom ik dan ook!
Ik ben zondag namelijk gewoon toeschouwer. Een van mijn dochters gaat meedoen aan Amsterdam City Swim en derhalve 2 kilometer zwemmen in de Amsterdamse grachten.
Nu is mij het kijken naar een wedstrijd en tegelijkertijd zelf elders hardlopen nog nooit gelukt, dus ik moest mijn uiteindelijke keus, de Vlietloop, laten schieten ten faveure van het aanmoedigen van mijn dochter in Mokum.
Daar ik in de aanloop naar de Halve marathon van Katwijk toch kilometers moet maken, koos ik er voor om vandaag de Alternatieve Vlietloop te volbrengen.

En als je toch op de alternatieve toer gaat, dan kun je ook een ander parcours kiezen.
Ik liep over de ventweg langs de A44, waar ik Rob Pijpers gedag kon zwaaien. Hem had ik vorig jaar gezien en gesproken bij de Oktopus-reünie.
Om de hoek kwam ik op de Papelaan Loek Noest tegen, die net als ik zijn schaatsen al geslepen had voor het nieuwe schaatsseizoen in de Leidse IJshal.
Ik liep door naar de hoofdingang van "De Horsten" om met ongeveer 11 kilometer per uur door te gaan naar de Seringenberg om langs het huis van de koning naar de achteringang te gaan. Ik kan natuurlijk ook zeggen achteruitgang, maar daar was gezien het gebrek aan verval tijdens deze trainingsloop geen sprake van.
Over de Velostrada rende ik met een bochtje door Voorschoten om de 16 kilometer vol te maken naar huis. De tijd van anderhalf uur was voor een trainingsloop gemiddeld met 11 kilometer per uur. Met het duurvermogen zit het wel goed, maar op 27 september moet ik toch dieper gaan om een goede tijd te lopen bij de zwaarste halve marathon van Nederland.
Dit weekeinde had ik de keuze uit de Mergellandroute fietsen in Limburg, de Dijkentocht skeeleren in Beneden-Leeuwen, de Vlietloop in Voorschoten of de Halve marathon lopen in de Haarlemmermeer en dan stond ook nog de Kaag en Braassem Poldertocht op het programma.

Deze laatste viel af, daar het skeeleren uit het programma geschrapt is en het alleen nog maar een overigens zeer mooie wandeltocht is geworden. Desondanks moet je van goeden huize komen, wil je nog tot een andere keuze komen. Welnu, dat kom ik dan ook!
Ik ben zondag namelijk gewoon toeschouwer. Een van mijn dochters gaat meedoen aan Amsterdam City Swim en derhalve 2 kilometer zwemmen in de Amsterdamse grachten.
Nu is mij het kijken naar een wedstrijd en tegelijkertijd zelf elders hardlopen nog nooit gelukt, dus ik moest mijn uiteindelijke keus, de Vlietloop, laten schieten ten faveure van het aanmoedigen van mijn dochter in Mokum.
Daar ik in de aanloop naar de Halve marathon van Katwijk toch kilometers moet maken, koos ik er voor om vandaag de Alternatieve Vlietloop te volbrengen.

En als je toch op de alternatieve toer gaat, dan kun je ook een ander parcours kiezen.
Ik liep over de ventweg langs de A44, waar ik Rob Pijpers gedag kon zwaaien. Hem had ik vorig jaar gezien en gesproken bij de Oktopus-reünie.
Om de hoek kwam ik op de Papelaan Loek Noest tegen, die net als ik zijn schaatsen al geslepen had voor het nieuwe schaatsseizoen in de Leidse IJshal.
Ik liep door naar de hoofdingang van "De Horsten" om met ongeveer 11 kilometer per uur door te gaan naar de Seringenberg om langs het huis van de koning naar de achteringang te gaan. Ik kan natuurlijk ook zeggen achteruitgang, maar daar was gezien het gebrek aan verval tijdens deze trainingsloop geen sprake van.
Over de Velostrada rende ik met een bochtje door Voorschoten om de 16 kilometer vol te maken naar huis. De tijd van anderhalf uur was voor een trainingsloop gemiddeld met 11 kilometer per uur. Met het duurvermogen zit het wel goed, maar op 27 september moet ik toch dieper gaan om een goede tijd te lopen bij de zwaarste halve marathon van Nederland.
donderdag 4 september 2014
Mea Máxima Culpa

Als je een schuld oploopt, dan moet je deze vroeger of later aflossen. En ik kan niet ontkennen, dat ik wat dat aangaat gisteren de waarheid flink onder de neus kreeg gewreven: "Het is zijn schuld!"

Nu was de Katholieke kerk altijd goed in het je aanpraten van een schuldgevoel, die je vervolgens bij diezelfde kerk kwijt kon raken dankzij de biecht.
In mijn kinderjaren bediende de Rooms-Katholieke kerk zich nog van het ons nietszeggende Latijn. In plaats van "Door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld" zeiden wij als onschuldige kinderen: "Mea culpa, mea culpa, mea Máxima culpa. De vingerwijzing, hoe ik mijn schuld in kon lossen, was dus duidelijk: ik moest bij Máxima langs.

Vanmorgen skeelerde ik in het nazomerzonnetje over de Via 44 naar Horstlaan. Maar waar u had verwacht, dat de rode loper naar Villa Eikenhorst voor mij uitgerold zou liggen, daar moet ik u toch teleurstellen.
De poort was gesloten zonder dat ik de schuld in kon lossen, dat ik iemand beter had laten skeeleren.
Ik skeelerde verder over de Horstlaan, waar ik de fietsende Ans van Dijk tegenkwam. Over een maand schaatsen we weer samen iedere dinsdag- en donderdagmorgen in de Leidse IJshal.
Via de Nordheyweg skeelerde ik na een stukje Veurseweg en Horstlaan naar de Velostrada om via de Rijndijk weer op huis aan te rijden onder het voortdurend prevelen van "Mea culpa, mea culpa, mea Máxima culpa".
"Het is zijn schuld!"
Met Jos Drabbels fietste ik gisteren naar de skeelerbaan in Leiderdorp. Jos en ik hadden geruild met het geven van skeelerles aan de G-schaatsers, zodat ik op de halfbewolkte maar heerlijke nazomeravond mee kon trainen met de groep van Tjeerd Wierdsma. Een grote groep, want ik telde 23 skeeleraars.
Onder hen was Irene, die ik een paar weken geleden geholpen had om haar bochtentechniek te verbeteren. Gisterenavond hadden we een training met de nadruk op de techniek, maar door de oefeningen was het best nog zwaar. We begonnen met veel Steigerungen, waarvan de meeste tegen de wind in waren. Daarnaast hadden we ook een serie glijstarts, eveneens tegen de wind in. Tussendoor hadden we een paar rondjes rustig op techniek rijden.
Doordat je bij de Steigerung langzaam begint, kon ik Irene nog wat aanwijzingen geven, hoe ze op het rechte eind ook beter kon gaan skeeleren. Vooral bij de zijwaartse afzet was nog veel winst te behalen. De aanwijzingen werden snel opgepikt, want halverwege de training zei een andere vrouw tegen Irene: "Wat ben jij snel vooruit gegaan."
Het antwoord kon ik in mijn zak steken: "Het is zijn schuld!"
Doe je het, en dan krijg je nog de schuld ook....

Aan het eind van de heerlijke training kwam de bochtentechniek weer om de hoek kijken. Na 3 rondjes pootje over, hetgeen de snelle leerling prima deed, mochten we in tweetallen de bochten lopen, waarbij je goed naar binnen kon hangen en flink druk opbouwen. Ook dit ging haar veel beter af dan 14 dagen terug.
Ik zou er bijna een schuldgevoel aan over houden.
Onder hen was Irene, die ik een paar weken geleden geholpen had om haar bochtentechniek te verbeteren. Gisterenavond hadden we een training met de nadruk op de techniek, maar door de oefeningen was het best nog zwaar. We begonnen met veel Steigerungen, waarvan de meeste tegen de wind in waren. Daarnaast hadden we ook een serie glijstarts, eveneens tegen de wind in. Tussendoor hadden we een paar rondjes rustig op techniek rijden.
Doordat je bij de Steigerung langzaam begint, kon ik Irene nog wat aanwijzingen geven, hoe ze op het rechte eind ook beter kon gaan skeeleren. Vooral bij de zijwaartse afzet was nog veel winst te behalen. De aanwijzingen werden snel opgepikt, want halverwege de training zei een andere vrouw tegen Irene: "Wat ben jij snel vooruit gegaan."
Het antwoord kon ik in mijn zak steken: "Het is zijn schuld!"
Doe je het, en dan krijg je nog de schuld ook....

Aan het eind van de heerlijke training kwam de bochtentechniek weer om de hoek kijken. Na 3 rondjes pootje over, hetgeen de snelle leerling prima deed, mochten we in tweetallen de bochten lopen, waarbij je goed naar binnen kon hangen en flink druk opbouwen. Ook dit ging haar veel beter af dan 14 dagen terug.
Ik zou er bijna een schuldgevoel aan over houden.
dinsdag 2 september 2014
"Je kunt niet in één keer van de kelder naar de zolder springen!"
Het gebeurt niet vaak, dat je als bibliothecaris met vakgenoten kunt praten over zowel het schaatsen van de Elfstedentocht als het lopen van de marathon. Vandaag was dat zowaar een keer het geval bij de Kenniscirkel Collectievorming bij Probiblio in Hoofddorp.
Om kwart voor 8 zat ik op de fiets naar de Haarlemmermeer, waar ik in mijn geboortedorp Nieuw-Vennep bij bakker Jongeneel een Venneperzon kocht. We willen morgenochtend toch brood hebben bij het ontbijt. Na mijn schoonzus Joke van der Poel even gedag te hebben gezegd, fietste ik door naar de vergaderplek, waar ik twee Friezen trof.
Een van hen had ik al vaker ontmoet. Bert Fleer ken ik als een zeer sportieve vent, die twee officiële Elfstedentochten heeft uitgereden en een paar marathons heeft uitgelopen. Zoiets schept een band. En daar ik zeer toevallig "Molen- en Merentocht" in mijn tas had zitten, overhandigde ik dit zeer persoonlijke visitekaartje aan deze vakgenoot.

Van Bert had ik een aantal jaren geleden een uitspraak gehoord, die de mentale training in één zin samenvat: "Je kunt niet in één keer van de kelder naar de zolder springen!"
Veel mensen willen vaak te snel vooruitgang boeken, maar wil je een doel halen, dan moet je er vaak jaren voor uittrekken. In die tijd moet je heel wat tegenslagen zien te overwinnen. Je hebt daarbij veel geduld nodig.
Bert zal nog even geduld moeten hebben bij het slechten van de 4-uursgrens bij de marathon. Zijn beste tijd op de 42.195 meter is 4 uur en een paar seconden. Ik ken dat gevoel. Maar daar ik al een keer onder de 4 uur was gedoken, stak het toch wat minder.
Maar goed, we waren niet naar Hoofddorp afgereisd om alleen over sport te praten. We kwamen om te praten over onderwerpen, die met hadden met collectioneren, toch het hart van het bibliotheekwerk.
De E-books, hoe actueel ook, kwamen zijdelings ter sprake. We zijn afhankelijk van het landelijk aanbod en hebben daar geen enkele invloed op. Dat geldt niet voor allerhande initiatieven op het gebied van gezamenlijk collectioneren, flexibele collecties en de BCB-module van Bicat-Wise, die binnenkort op de markt verschijnt.
Een heikel punt was wel de NBD. Deze monopolist is niet bepaald het schoolvoorbeeld van een klantvriendelijke organisatie. Maar het is net als bij de grote banken: too big to fall.
Om half 1 konden we gaan genieten van het prachtige nazomerweer. Het was praktisch windstil in de Haarlemmermeer. Ik kan u garanderen, dat dit weinig voorkomt. Op mijn Batavus fietste ik naar de Bibliotheek van Hoofddorp, waar bleek, dat Bas Warnink in Nieuw-Vennep aan het werk was. Daar trof ik mijn zeer gewaardeerde collega inderdaad in de opgepimpte Bibliotheek in "De Symfonie", waar wij wat gezamenlijke culturele activiteiten doornamen.
Op weg naar huis was mijn zus Trees niet thuis. In de veronderstelling, dat ze bij haar dochter Mirjam was, ging ik daar langs. Daar was ze ook niet, maar ik kon bij mijn nicht en haar man Corrin wel een vorkje meeprikken.
Om half 5 was ik weer thuis na een zonnige fietstocht van in totaal 58 kilometer, waarvan een groot deel in de Haarlemmermeer, de kelder van Noord-Holland.
Om kwart voor 8 zat ik op de fiets naar de Haarlemmermeer, waar ik in mijn geboortedorp Nieuw-Vennep bij bakker Jongeneel een Venneperzon kocht. We willen morgenochtend toch brood hebben bij het ontbijt. Na mijn schoonzus Joke van der Poel even gedag te hebben gezegd, fietste ik door naar de vergaderplek, waar ik twee Friezen trof.
Een van hen had ik al vaker ontmoet. Bert Fleer ken ik als een zeer sportieve vent, die twee officiële Elfstedentochten heeft uitgereden en een paar marathons heeft uitgelopen. Zoiets schept een band. En daar ik zeer toevallig "Molen- en Merentocht" in mijn tas had zitten, overhandigde ik dit zeer persoonlijke visitekaartje aan deze vakgenoot.

Van Bert had ik een aantal jaren geleden een uitspraak gehoord, die de mentale training in één zin samenvat: "Je kunt niet in één keer van de kelder naar de zolder springen!"
Veel mensen willen vaak te snel vooruitgang boeken, maar wil je een doel halen, dan moet je er vaak jaren voor uittrekken. In die tijd moet je heel wat tegenslagen zien te overwinnen. Je hebt daarbij veel geduld nodig.
Bert zal nog even geduld moeten hebben bij het slechten van de 4-uursgrens bij de marathon. Zijn beste tijd op de 42.195 meter is 4 uur en een paar seconden. Ik ken dat gevoel. Maar daar ik al een keer onder de 4 uur was gedoken, stak het toch wat minder.
Maar goed, we waren niet naar Hoofddorp afgereisd om alleen over sport te praten. We kwamen om te praten over onderwerpen, die met hadden met collectioneren, toch het hart van het bibliotheekwerk.
De E-books, hoe actueel ook, kwamen zijdelings ter sprake. We zijn afhankelijk van het landelijk aanbod en hebben daar geen enkele invloed op. Dat geldt niet voor allerhande initiatieven op het gebied van gezamenlijk collectioneren, flexibele collecties en de BCB-module van Bicat-Wise, die binnenkort op de markt verschijnt.
Een heikel punt was wel de NBD. Deze monopolist is niet bepaald het schoolvoorbeeld van een klantvriendelijke organisatie. Maar het is net als bij de grote banken: too big to fall.
Om half 1 konden we gaan genieten van het prachtige nazomerweer. Het was praktisch windstil in de Haarlemmermeer. Ik kan u garanderen, dat dit weinig voorkomt. Op mijn Batavus fietste ik naar de Bibliotheek van Hoofddorp, waar bleek, dat Bas Warnink in Nieuw-Vennep aan het werk was. Daar trof ik mijn zeer gewaardeerde collega inderdaad in de opgepimpte Bibliotheek in "De Symfonie", waar wij wat gezamenlijke culturele activiteiten doornamen.
Op weg naar huis was mijn zus Trees niet thuis. In de veronderstelling, dat ze bij haar dochter Mirjam was, ging ik daar langs. Daar was ze ook niet, maar ik kon bij mijn nicht en haar man Corrin wel een vorkje meeprikken.
Om half 5 was ik weer thuis na een zonnige fietstocht van in totaal 58 kilometer, waarvan een groot deel in de Haarlemmermeer, de kelder van Noord-Holland.

Labels:
Boeken,
Elfstedentocht,
Fietsen,
Hardlopen,
Marathon,
Mentale training,
Schaatsen,
Sportboeken
Dansen aan Zee
Als trainer behoor je altijd op zoek te zijn naar nieuwe oefenstof. Het is immers bekend, dat een lichaam went aan prikkels, dus je wordt niet beter als je jaar in jaar uit dezelfde oefenstof afwerkt. Je zult deze oefenstof dus regelmatig moeten voorzien van nieuwe prikkels.
Nu wil het toeval, dat ik vorige week zaterdag een strandfeest had in Zandvoort, waarin dansmuziek uit de afgelopen 60 jaar gedraaid werd. We stonden veel op de dansvloer met allerlei verschillende dansen en ik merkte, dat bij vrijwel iedere dans je andere spieren belastte.

Dit bracht mij op het idee om deze dansen te gaan gebruiken bij de strandtraining, die ik gisterenavond namens de IJVL mocht verzorgen. Het thema had ik al in mijn achterhoofd: Dansen aan Zee.
Mijn naam en faam als trainer was me vooruit gesneld, want 's middags regende het via de mail afzeggingen. Toen het 's avonds om 7 uur ook nog eens begon te regenen, beloofde het niet veel goeds.
Maar in de auto van Jos Drabbels werden we beloond met een prachtige regenboog en bij aankomst op het parkeerterrein in Katwijk-Noord was het inmiddels droog geworden. En zo hoort het ook.
Uiteindelijk waren we met zijn zevenen. We liepen via "Het Wantveld" naar het strand voor de Boulevard. Hier deed ik, na het statisch zitten op 1 been, uit de doeken, welke training ik in petto had.
Na een stukje dribbelen deden we als eerste dans de twist, waarbij je 100% gegarandeerd de bovenbenen gaat voelen.

Ook de pogo passeerde de revue.
We dribbelden naar de duinen voor een Steigerung heuvelopwaarts en een piramide van 30, 60, 90, 60 en 30 seconden schaatssprongen lichtjes ophoog met telkens 30 seconden rust tussendoor.
Aansluitend gingen we sluipen, de oefening, die ik bedacht had na het bezoek aan het Karl May Museum in Radebeul. Als kind speelde ik vaak Indiaantje, waarbij we ook door het gras slopen.

Ik was rechtopstaand bijna net zo lang als de sluipende Wil Verbeij, maar dit terzijde.
De strandstoelslalom stond ook weer op het programma, waarna we toe werkten naar de climax van de training.

Tot grote hilariteit van de wandelaars op het strand deden we de meest Hollandse dans, die er bestaat: de polonaise. Maar dan wel de sportieve variant ervan. De achterste danser moest naar voren sprinten en dan tweeënhalve ronde om de polonaise lopen en vooraan aansluiten. Dan startte de dan achterste persoon.
Het was jammer, dat we maar met zijn zevenen waren. Maar hoe dan ook, bekijks trokken we wel....
Voor degenen, die dachten, dat het ergste achter de rug was: dan kent men Bert Breed nog niet!
De volgende oefening betrof de Kozakkendans.




Hier heeft Poetin niet van terug....

Na een line dance, waarbij de lijntrekkers aan hun trekken kwamen, volgde de balletuitvoering van de IJVL. Het Zwanenmeer werd een Tranenmeer.
Met kunstschaatsen scoort Nederland al 50 jaar zeer matig, maar na de choreografie, die gisteren op het strand van Katwijk werd vertoond, gaat dat bij de komende Olympische Spelen totaal anders worden!
De zwaarste dans was voor het laatst bewaard: de Schotse sabeldans.
Zoals iedereen weet, worden de belangrijkste ritten bij het schaatsen tegenwoordig in de laatste paren verreden. Op het hoogtepunt moet je stoppen. Dat deden wij dan ook met de laatste strandtraining van 2014. De eer om de strandtrainingen waardig af te sluiten was weggelegd voor Marjolein Donkerbroek, die voor deze majestueuze bokkensprong door de deskundige jury beloond werd met een 9,9!
Nu wil het toeval, dat ik vorige week zaterdag een strandfeest had in Zandvoort, waarin dansmuziek uit de afgelopen 60 jaar gedraaid werd. We stonden veel op de dansvloer met allerlei verschillende dansen en ik merkte, dat bij vrijwel iedere dans je andere spieren belastte.

Dit bracht mij op het idee om deze dansen te gaan gebruiken bij de strandtraining, die ik gisterenavond namens de IJVL mocht verzorgen. Het thema had ik al in mijn achterhoofd: Dansen aan Zee.
Mijn naam en faam als trainer was me vooruit gesneld, want 's middags regende het via de mail afzeggingen. Toen het 's avonds om 7 uur ook nog eens begon te regenen, beloofde het niet veel goeds.
Maar in de auto van Jos Drabbels werden we beloond met een prachtige regenboog en bij aankomst op het parkeerterrein in Katwijk-Noord was het inmiddels droog geworden. En zo hoort het ook.
Uiteindelijk waren we met zijn zevenen. We liepen via "Het Wantveld" naar het strand voor de Boulevard. Hier deed ik, na het statisch zitten op 1 been, uit de doeken, welke training ik in petto had.
Na een stukje dribbelen deden we als eerste dans de twist, waarbij je 100% gegarandeerd de bovenbenen gaat voelen.

Ook de pogo passeerde de revue.
We dribbelden naar de duinen voor een Steigerung heuvelopwaarts en een piramide van 30, 60, 90, 60 en 30 seconden schaatssprongen lichtjes ophoog met telkens 30 seconden rust tussendoor.
Aansluitend gingen we sluipen, de oefening, die ik bedacht had na het bezoek aan het Karl May Museum in Radebeul. Als kind speelde ik vaak Indiaantje, waarbij we ook door het gras slopen.

Ik was rechtopstaand bijna net zo lang als de sluipende Wil Verbeij, maar dit terzijde.
De strandstoelslalom stond ook weer op het programma, waarna we toe werkten naar de climax van de training.

Tot grote hilariteit van de wandelaars op het strand deden we de meest Hollandse dans, die er bestaat: de polonaise. Maar dan wel de sportieve variant ervan. De achterste danser moest naar voren sprinten en dan tweeënhalve ronde om de polonaise lopen en vooraan aansluiten. Dan startte de dan achterste persoon.
Het was jammer, dat we maar met zijn zevenen waren. Maar hoe dan ook, bekijks trokken we wel....
Voor degenen, die dachten, dat het ergste achter de rug was: dan kent men Bert Breed nog niet!
De volgende oefening betrof de Kozakkendans.




Hier heeft Poetin niet van terug....

Na een line dance, waarbij de lijntrekkers aan hun trekken kwamen, volgde de balletuitvoering van de IJVL. Het Zwanenmeer werd een Tranenmeer.
Met kunstschaatsen scoort Nederland al 50 jaar zeer matig, maar na de choreografie, die gisteren op het strand van Katwijk werd vertoond, gaat dat bij de komende Olympische Spelen totaal anders worden!
De zwaarste dans was voor het laatst bewaard: de Schotse sabeldans.
Zoals iedereen weet, worden de belangrijkste ritten bij het schaatsen tegenwoordig in de laatste paren verreden. Op het hoogtepunt moet je stoppen. Dat deden wij dan ook met de laatste strandtraining van 2014. De eer om de strandtrainingen waardig af te sluiten was weggelegd voor Marjolein Donkerbroek, die voor deze majestueuze bokkensprong door de deskundige jury beloond werd met een 9,9!

Abonneren op:
Posts (Atom)