maandag 18 maart 2013

Maartkou


Zegt de maartkou iets over de komende winter?
Een aantal jaren geleden stond dit te lezen op de site van schaatser en weerkenner Cees van Zwieten: "Zijn er nu al aanwijzingen voor de winter? Misschien is een opsteker, dat de afgelopen maand maart koud was. In het verleden werd een koude maand maart vaak gevolgd door een winter kouder dan normaal. Het standaard voorbeeld is natuurlijk maart 1962, die met een gemiddelde van 2,0 bijna 4° onder normaal scoorde. Daarop volgde de grote winter van 63. Ook de winters van 1917, 1929, 1940, 1947, 1956 en 1985 werden voorafgegaan door een te koude maartmaand. Voor 1941, 1942, 1986, 1987 en 1997 geldt hetzelfde, maar daar werd de voorafgaande maand maart te zeer beïnvloed door de voorbije winter om serieus in dit verhaal te betrekken. Aan de winter van 1996 ging geen beduidend te koude maart vooraf en tenslotte : ook de lange koude winter van 1970 werd voorafgegaan door een koude maart in 1969."
Met dit gegeven ben ik aan de slag gegaan. Hierbij werd ik gesteund door deze staatjes en een link, die ik op www.weerwoord.be vond.


De link verwees naar deze voor mij nieuwe site. Je kunt hier met allerhande input "spelen". Dat deed ik dan ook en zo kreeg ik dit staatje met de Top 10 van koudste maartmaanden.

Klik op het staatje om het te vergroten.
Met de derde decade van maart nog voor de boeg, die vermoedelijk ook niet echt warm uit zal pakken, kunnen we nu al stellen, dat maart 2013 flink te koud uit gaat pakken.

En dan begint het pas. Cees van Zwieten had al een lijstje genoemd van koude maartmaanden, die gevolgd werden door Elfstedenwinters. Echt koud dus.
Het controleren van de stelling, dat een koude maart vaak gevolgd wordt door een koude winter, is mogelijk op deze site.
De Hellmanngetallen voor de op een koude maart volgende winters zijn:
1972 39,7
1948 35,2
1932 44,8
1988 13,0
1966 99,3
1955 210,7
1943 34,3
1965 59,6
1950 53,0
1918 66,7
Met uitzondering van 1956, met de koudste februarimaand, zitten er geen spraakmakende winters bij. Breiden we het lijstje uit tot de Top 20, dan zie je de voorbode van veel meer spraakmakende winters voorbij komen, zoals 1947, 1963 en 1987. Nog interessanter wordt het, als je de Top 50 pakt. Daar komen vrijwel alle Elfstedenwinters tevoorschijn.
Hoe wordt het, als je het gaat vergelijken met de extremen?

Bij dit lijstje, dat ook groter wordt als je er op klikt, zie je inderdaad meer koude winters. En voor de Top 50 geldt hetzelfde. Kortom, een koude maart is geen garantie voor een daar op volgende koude winter, maar de koude winters scoren toch flink hoger dan gemiddeld.
We mogen dus goede hoop hebben, dat we ook de komende winter voor het zevende jaar op rij op natuurijs zullen schaatsen.


Geen opmerkingen: