De wekker was meedogenloos. Om 5 uur ratelde hij en stapte ik mijn bed uit. Ada bleef nog lekker liggen, terwijl ik me in schaatskleren hulde en een normaal ontbijt nam op dit vroege uur.
Om kwart voor 6 fietste ik naar de Vondellaan, waar in de Leidse IJshal de lustrumeditie van de 1000 rondjes van Leiden zou worden gehouden. Het had licht gevroren, want een paar automobilisten moesten krabben voor ze de weg op konden.
Waar ik nog steeds in de veronderstelling verkeerde, dat Willem-Alexander van Buren mee zou doen aan de sponsortocht voor het naar hem vernoemde goede doel of op zijn minst het startschot zou lossen, toch de specialiteit van leden van het Koninklijke Huis, daar schitterde hij door afwezigheid. Derhalve werd het sein voor vertrek gegeven door een vrouw van het Willem-Alexander Kinderfonds.
Van de 4 deelnemers, die individueel de 1000 rondjes zouden rijden, lieten Mark Veenstra en Jan-Pieter Tensen zich meteen in de kaarten kijken. Ze gingen er als een speer vandoor. Met Kobus Turk in mijn kielzog zat ik meteen in mijn eigen ritme.
Ralph van der Lely ging met een groepje met daarin Martin Langbroek mee. Ik zorgde ervoor, dat ik op gepaste afstand bleef van de man van de vallende sterren.
Bij de estafette lag Team de Gorter, bestaande uit teamcaptain Jaap de Gorter, Andrea Landman, Hen van den Haak en Patrick Keizer direct op koers voor een klinkende overwinning.
Mark Veenstra en Jan-Pieter Tensen vochten ondertussen een titanenstrijd uit, die in het voordeel van eerstgenoemde leek te worden beslecht. Hij sloop diverse keren mee met leden van Team de Gorter en bouwde zo een voorsprong van 9 rondjes op.
Ondanks dat ik in de eerste 5 kwartier een gemiddelde haalde van 28,8 kilometer per uur en daar inclusief dweilpauze nog eens een gemiddelde van 27 aan toevoegde in het tweede uur, kwam ik in het stuk niet voor. Desondanks was ik niet ontevreden met mijn 306 rondjes.
Inmiddels was het door een paar groepen, die met zijn vijven of tienen de 200 kilometer kwamen rijden, een stuk drukker geworden. Het werd ouderwets pelotonrijden, zoals ik dat ruim 30 jaar gedaan heb op dinsdagavonden.
Deels drukte dat het tempo een beetje, doordat je veel energie zou verspillen door een man of 15 in te willen halen, anderzijds kon je jezelf mee laten zuigen, waardoor je zonder al te veel inspanning toch een lekker tempo reed.
Na de 431 rondjes na ruim 3 uur nam de Jobo-trein het heft in handen. Achter een kwartet rood-gele trainingsjacks volbracht ik de eerste 100 kilometer in net binnen de 3.50. Niet supersnel, maar gezien de door een zware verkoudheid verstoorde trainingsopbouw was ik daarmee toch wel tevreden.
Dat kon niet gezegd worden van Mark Veenstra, die door een flinke blaar op zijn voet na 600 rondjes de strijd staakte. Ook Ralph van der Lely volgde dat voorbeeld. Ongeveer halverwege had hij nog steeds een kleine voorsprong op me. Op het rechte eind maakte de schaatser voor hem een misslag, waardoor Ralph in de poging hem te ontwijken zijn evenwicht verloor en onderuit ging. In zijn val sleurde hij een kind van IJsclub Alkemade mee.
Nadat hij eventjes naar de kant was geweest sloot hij na een rondje of 5 weer aan en kwam hij pal voor me rijden. Ik kon me niet bedwingen en vroeg aan Ralph: "Ga je weer kinderen omver kegelen?"
Of het kwam door de val of door een andere oorzaak: Ralph kwam niet meer lekker in zijn slag en hield het na 700 rondjes voor gezien.
Na de tussenstand van 555 en 681 rondjes reed ik tot ronde 805 met de koploper Jan-Pieter Tensen in mijn slipstream. Na 161 kilometer ging ik pas voor de eerste keer naar het toilet. Mijn Elfstedenmaten zullen dit vermoedelijk niet geloven!
Daarna was bij mij de vaart er wel uit. Een echte inzinking had ik niet, maar ik kon gewoon niet harder. Of dit een gevolg is van de rustperiode met alleen wat duurwerk? Wie het weet mag het zeggen.
Terwijl ik worstelde met mijn snelheid zag ik een staaltje leiderschap van Jaap de Gorter. Teneinde de laatste 10 kilometer van zijn team zo snel mogelijk te schaatsen, nam hij bij de beurt van Andrea de kop, terwijl hij helemaal niet hoefde te rijden. Daar Jaap graag in de luwte meerijdt of meeloopt was het toch wel een gedenkwaardig moment, toen hij zei: "Stayeren, Andrea!"
Ja, er gebeuren soms aparte dingen bij deze Alternatieve Elfstedentocht op een 200-meterbaan. Team de Gorter kwam op de steeds leger wordende ijsvloer binnen in 6.45. Ondertussen was dweilorkest "De Rijntappers" vrolijke muziek aan het spelen, onder andere "Maak me gek".
Ik weet niet of het een verzoeknummer was, want in de kleedkamer had Jaap me, vanwege mijn streven de 200 kilometer te volbrengen, toegevoegd: "Je bent krankzinnig."
Zo voel ik het helemaal niet: ik ben gewoon een doordouwer. En die eigenschap had ik wel nodig ook. Terwijl Team de Gorter finishte, had ik nog 130 ronden voor de boeg. Na ruim 170 kilometer ga je allerlei kleine pijntjes in je lichaam voelen, zoals de onderrug, een bekende schaatskwaal, de kuiten en de knie, waar ik vorige week op was gevallen.
Ik vond het dan ook helemaal niet erg om na 917 ronden van het ijs af te moeten vanwege de dweilpauze. Het ging daarna weer soepeler. Het paard rook de stal.
Dat gold helemaal voor Jan-Pieter Tensen, die in 7.19 de eindstreep bereikte.
Ik had er toen nog 70 te gaan. Onder toeziend oog van Ada begon ik aan de laatste 10 kilometer, die steeds makkelijker gingen. Er kwam weer wat Schwung in.
In 7.54.44 had ook ik de 1000 rondjes volbracht.
Nu ben ik altijd wel in voor een geintje. Met Henk Heuzen, in de Kerstvakantie al jarenlang de Kerstman bij de schaatslessen voor kinderen, had ik afgesproken, dat hij het "rendiergewei" voor me klaar zou leggen.
Met mijn ervaring als rendier volbracht ik er ereronde, waarna ik door speaker Teun de Reede kort werd geïnterviewd.
Eerlijk gezegd was ik van plan om nog 50 rondjes uit te schaatsen, maar daar het massageteam alles aan het opruimen was, leek het me raadzaam om toch maar eerder van het ijs af te gaan. Er stonden 1012 rondjes op de teller.
Het masseren van de rug en de benen ging onverwacht soepel. Nadat er afgelopen woensdag iets in mijn rug geschoten was, had ik verwacht, dat het masseren niet geheel pijnloos zou verlopen. Dat deed het ook niet.
Ik kreeg lichte kramp op de plek, waar ik het het minst verwachtte: in mijn voetzolen! Vermoedelijk omdat mijn voeten lang omhoog lagen, was de doorbloeding minder geworden.
Maar goed, we schaatsten voor kinderen, die in het ziekenhuis terecht komen en dat zal ook niet altijd pijnloos zijn. Wat dat aangaat was dit letterlijk medelijden.
Om half 4 werden Jan-Pieter Tensen gesommeerd de massagetafels te verlaten voor de prijsuitreiking. Onderweg er naar toe bedacht ik: "Alleen Vennepers rijden de 1000 rondjes van Leiden uit!"
Want beiden zijn we geboren en getogen in Nieuw-Vennep. Mijn vader bracht bij tijd en wijle stro naar de boerderij van de vader van Jan-Pieter. Kennelijk heeft het fietsen tegen de wind in de vlakke en toen nog kale Haarlemmermeer ons gevormd.
Dat verklaart natuurlijk ook de afwezigheid van Willem-Alexander van Buren bij de 1000 rondjes van Leiden: de koning is gewoon geen polderjongen!
Voor het derde jaar op rij waren nummer 1 en nummer 2 bij de individuele deelnemers exact hetzelfde. Jan-Pieter kon zijn derde beker ophalen. Tot mijn stomme verbazing werd ik ook naar voren geroepen.
Ik kreeg ook een beker. Bij de afgelopen 5 edities heb ik volgens de inscriptie 4900 rondjes afgelegd. Dat het er ruim 50 meer waren, doet er niet toe. Slechts zelden win ik wat. En nu kreeg ik een soort oeuvreprijs!
Inmiddels was de tussenstand bekend geworden van de opbrengst voor het goede doel: € 3.549,45. Liaan Janssen, directrice van het Willem-Alexander Kinderfonds, nam een cheque met dit bedrag in ontvangst.
Mocht u achteraf de twee polderjongens nog willen sponsoren, dan kan dat op NL86 RABO 0311 7038 36 van het Willem-Alexander Kinderfonds onder vermelding van "1000 rondjes van Leiden".
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
De allermooiste reactie op Facebook: Je bent een van de laatste schaatshelden: wie doet nu zoiets krankzinnigs als 2000 bochtjes rijden?
Een reactie posten