zondag 31 juli 2016

Een niet alledaags begin

Een begrafenis is geen alledaags begin van een vakantie. Toch kwam het dit keer zo uit. Tante Cor was de zondag ervoor overleden. De begrafenis in Krimpen aan den IJssel was om half 2.
Om half 7 waren we wakker. We hadden bijna alles ingepakt. Na het ontbijt ruimden we thuis alles netjes op en om 9 uur vertrokken we met de totaalstand van 23.207 kilometer op de teller naar de volkstuin, waar we de planten in de kas nog even water gaven alvorens via Marlot en Leidschendam richting Delft te fietsen aan de westzijde van de Vliet.
We hadden een pittige tegenwind en moesten behoorlijk vaak wachten voor stoplichten, zodat het de vraag was of we op tijd in Maasland zouden zijn. Onderweg kregen we een paar buien op onze kop. Het weer was beduidend minder dan een paar dagen geleden was voorspeld.
Met stoempen lukte het ons om om 20 voor 12 het huis van de zus van Ada te bereiken, waar we onze fietsen stalden. We wandelden met af en toe een looppas naar het busstation, waar we de verkeerde bus naar Schiedam namen. Hier stapten we over op de metro naar Capelse Veer, waarna een bus ons naar Krimpen bracht. We moesten nog een kwartier lopen, zodat we ternauwernood op tijd waren voor de begrafenis op Waalhoven, waar deze nummers werden gedraaid.


Het is een vreemd verschijnsel. Na de begrafenis is het vaak gezellig, omdat veel mensen, die elkaar jaren niet gezien hebben, elkaar weer tegenkomen, waardoor het vaak een soort (familie)reünie is.

Met mijn schoonouders konden we meerijden tot Capelse Veer, waar we de metro terug namen naar Schiedam. De snelbus bracht ons inderdaad sneller naar Maasland. We fietsten naar Maassluis, waar we met de wind zijtegen een forse trap hadden naar Hoek van Holland.
Om half 7 aten we een door Ada vervaardigd hartig taartje met een salade erna. We reden door naar de boot naar Harwich. Na de pascontrole konden we al snel aan boord, waar we hut 191 tot onze beschikking hadden.

De dagteller stond op 55,37 kilometer, toen we ons om half 10 naar de bar begaven, waar Ada begon te lezen in "Centraal Engeland", een reisgids uit de Dominicus-reeks, terwijl ik het dagboek bijwerkte.

Zo voeren wij de woelige baren op.

Geen opmerkingen: