Met het oog op de zomervakantie hier wat voorspellende weerspreuken uit de volksweerkunde, waarin hopelijk veel gelopen, gefietst en geskeelerd kan worden in droog weer.
Want daar zijn we na een supernat voorjaar wel aan toe. Aan de kust viel het nog enigszins mee, maar dat kon niet gezegd worden van het zuiden en oosten van het land. Vooral in het Limburgse KNMI-weerstation in Ysselstein kregen ze te maken met veel regen. Nog nooit werd in de maand juni 277 mm neerslag gemeten. In het zuidoosten van het land viel op veel plaatsen meer dan 200 mm neerslag.
Het natte voorjaar was al voorspeld door El Niño-expert Geert Jan van Oldenborgh van het KNMI. Hij waarschuwde eind vorig jaar dus al dat er in Nederland een sterk verhoogde kans was op een nat voorjaar in 2016. Net zoals na de vorige El Niño's in 1878, 1983 en 1998.
Nu kijk ik als schaatser natuurlijk graag naar de prestaties van de op deze krachtige El Niño's volgende winters. Welnu, januari 1879 had een gemiddelde van -1,5, december 1879 van -3,5 en januari 1881 van -2,7. Hier zouden we blind voor tekenen!
De winter van 1984 stelde niet veel voor, maar het trio 1985, 1986 en 1987 des te meer: twee Elfstedentochten op rij en in januari 1987 bijna de derde.
Dit klinkt hoopvol, ware het niet, dat de trits 1999, 2000 en 2001 absoluut niets voorstelde. November 1998 scoorde met 19 Hellmannpunten nog het beste in deze drie slappe winters. In Nederland hebben we daar een goede weerspreuk voor: het kan vriezen en het kan dooien.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten