woensdag 5 april 2017

Jan W. van der Hoorn

De Elfstedentocht van 1947 was een der zwaarste edities. Het duurde dan ook enige tijd, voordat de winnaar bekend was. Het was Jan van der Hoorn uit Ter Aar. Om geen verwarring te krijgen met zijn gelijknamige neef uit Ter Aar, een van de 5 winnaars van de Tocht der Tochten uit 1956, wordt de winnaar van 1947 vaak aangeduid met Jan W. van der Hoorn.

Vanwege het slechte ijs en enorme kou, volbrachten maar weinig mensen de schaatstocht in Friesland volgens de officiële regels. Na afloop kreeg de organisatie veel protesten binnen. Na vele onderzoeken en gesprekken werden veel schaatsers uit de uitslag gehaald, onder wie de eerste vier: Jan Bosman, Klaas Schipper, Jeen Nauta en Jaap Wijnia.

Tegen de toen 23-jarige Johannes Wilhelmus van der Hoorn waren geen klachten van valsspelerij ingediend, zodat hij alsnog won. Hij kreeg vijf weken na de Elfstedentocht per post zijn gouden medaille.
"Ik was op het land kunstmest aan het strooien, toen de postbode kwam", vertelde hij daar later over. "Ik heb alles laten staan en ben naar binnen gerend. Maar ik was natuurlijk liever als eerste over de streep gekomen. Op deze manier winnen is nooit leuk. Ik heb nooit op het erepodium gestaan. Het was veel mooier geweest als ik 's middags over de finish was gekomen en daarna de krans om had gekregen."

Jan W. van der Hoorn was was er ook bij, toen in februari 2011 op Evert van Benthem na alle toen nog levende Elfstedenwinnaars aanwezig waren op Flevonice bij IJsstrijd.

Vandaag werd bekend, dat hij op 93-jarige leeftijd is overleden. Hij heeft 70 jaar van zijn overwinning na kunnen genieten.
Rust zacht, "onbekende" Elfstedentochtwinnaar.

dinsdag 4 april 2017

Grutto's

Voor vanmorgen had ik een duurloop van ruim 6 kilometer gepland. Ondanks de hoge bloeddruk heb ik de marathon van Leiden nog niet uit mijn hoofd gezet, ook al zal het in dat geval een marathon in slow motion worden. Zondag heb ik al een proeve van bekwaamheid hiervan afgelegd.

De route liep langs de rand van de Stevenshof. Als rasechte polderjongen kan ik nog altijd genieten van een weids uitzicht. Dat kon op deze zonnige morgen ook volop. Mijn aandacht werd getrokken door een fotograaf, die met een forse telelens aan de slootkant zat. De natuurliefhebber in mij weet: "Opletten. Daar is iets bijzonders te zien!"
Ik stopte en werd niet teleurgesteld. Aan de overzijde van de boerensloot zag ik 2 grutto's rondstappen en met hun snavel in het grasland prikken om voedsel te zoeken.

(Foto: Hans Hillewaert)
Ik liep door tot de ijsbaan aan de Rijndijk. Daar de plaspillen hun werk nog grondig deden, zocht ik daar langs het spoor een plekje tussen de struiken, waar ik ongestoord kon wildplassen.

Ik liep dezelfde route terug en bij het bewuste weiland telde ik, toen ik rustig stilstond, maar liefst 6 grutto's. En wat doet de overheid? Die willen Rijksweg 11 West aanleggen dwars door dit broedgebied van deze bedreigde nationale vogel van Nederland!

Langs de Schenksloot kwam mijn ex-collega Peter Nierop me tegemoet gelopen. Hij was degene, die me in november 1979, toen ik net in Leiden woonde, meenam naar de Ton Menken IJsbaan. De gevolgen zijn bekend....

Thuis gekomen van deze zeer natuurlijke loop, douchte ik me en na het aanzetten van de laptop ontving ik een mailtje met dit In Memoriam van Kees, die ook een echte natuurliefhebber was.

Helaas is mijn oudste broer er niet meer. Hij mag nu samen met Fia de bloemen in de hemel gaan verzorgen.

maandag 3 april 2017

Kees

Het dozijn kinderen is niet meer en het dozijn zal ook nooit meer compleet zijn.

Gisterenochtend is mijn oudste broer Kees onverwachts overleden. Een dag of 10 eerder had hij een zware operatie ondergaan, waarbij een flink gezwel bij zijn been was weggehaald. Het gezwel woog bijna 7 pond.
Afgelopen woensdag was hij ontslagen uit het LUMC en ging hij om te herstellen en te revalideren naar het Revitel, waar Ada en ik hem zaterdagmiddag na de koorrepetitie bezochten.
We hadden het uitgebreid over zijn tuin met zeer veel verschillende tulpen en narcissen, de grootste verzameling bijzondere bloembollen ter wereld. Ook het krantenartikel in het Leidsch Dagblad over zijn zoon Eric kwam uitgebreid aan bod.

Ieder voorjaar weer was het op zijn land een rijk palet van kleuren en vormen als de narcissen en tulpen opkwamen. Zijn hele werkzame leven, en dat begon al toen hij een jaar of 14 was, heeft hij in weer en wind gebouwd aan deze collectie, waar hij zelf ook volop van genoot.

Het was een gezellig bezoek. Bij het afscheid zei Kees, dat hij het voorjaar in de Bollenstreek miste.
"Ach Kees, knap nu maar verder op. Volgend jaar is het nieuwe ronde, nieuwe kansen. Dan kun je er weer van gaan genieten."
Het heeft niet zo mogen zijn. Gisterenochtend kreeg hij om 9 uur in zijn kamer ontbijt op bed en 20 minuten later werd hij dood gevonden. De doodsoorzaak luidde hartfalen.
Achteraf weten Ada en ik, dat we de laatste familieleden waren, die hem in levenden lijve gezien en gesproken hebben.

De laatste maanden haalden we vaak jeugdherinnering op. Zoals aan onze hond Pluto. Deze trouwe viervoeter kwispelde altijd luid en duidelijk op de houten planken als Kees eraan kwam. Maar ja, mijn broer verzorgde Pluto dan ook zeer goed. Hij kreeg wel eens een boterham met sambal. Om de daardoor ontstane dorst te kunnen lessen, kreeg Pluto er wel een bak met water bij.

Toen Kees in de puberteit op de bollenvelden werkte in de jaren '50, waren er op die velden ouderwetse poepdozen, die half boven de sloot hingen. Uitgedaagd door zijn collega's op het land pakte Kees wat brandnetels, bond deze aan een stok en toen zijn baas zat te bouten, werd hij liefdevol door de brandnetels over zijn billen geaaid.

Nu zijn wij met hetzelfde pek overgoten. In de jaren '70 ging ik met wat schoolvrienden bijna ieder jaar in de zomervakantie bij Kees werken: bollen rooien en bollen pellen. We fietsten dan van Nieuw-Vennep naar De Zilk.
Ik had mijn broer bij aankomst op de eerste werkdag om 8 uur 's ochtends boven op de kast met de simpele mededeling: "Zo, dan gaan we beginnen met een pauze!"

In 2013 kreeg Kees erkenning voor zijn enorme werk voor de bloembollencultuur in Nederland. Hij werd geridderd. Ook al ben ik niet helemaal objectief, in mijn ogen volkomen terecht. Wie wel eens op zijn land geweest is, begrijpt dat volkomen.

Vorig jaar stond er een uitgebreid artikel over Kees in Landleven.


Dit jaar was dat het geval in Groei en Bloei.


Kennelijk hadden ze in de Hof van Eden dringend behoefte aan een uitmuntende tuinman, waardoor Kees plotsklaps werd weggeroepen....

zondag 2 april 2017

De rode lantaarn

In mijn sportkleding zat ik met Ada aan de ontbijttafel. Voor het eerst met zoutarm brood. Ik maakte ook nog 4 sneetjes klaar om mee te nemen voor na de Braassemloop. Andere jaren was dit mijn eerste 30 kilometerloop in aanloop naar de marathon van Leiden. Maar met een bloeddruk van 190 was dat geen optie.
Na de 10 kilometer, die ik vorige week met Hans Boers gelopen had, wilde ik nu eigenlijk een kilometer of 15 lopen. Maar helaas, deze stond niet op het programma. Je kon kiezen tussen de 10 kilometer en de halve marathon.
Daar had ik de fietstocht via Leiderdorp, Oud Ade en Rijpwetering naar de sportvelden op de grens van Roelofarendsveen en Oude Wetering tijd genoeg om over na te denken. Bij het inschrijven had ik de 10 kilometer al aangekruist, toen ik op het tafeltje van de halve marathon een startnummer met 2372 zag liggen. Nu is 23 mijn geluksgetal, dus ik switchte snel.
Op deze warme lentedag hing ik mijn bovenkleding in kleedkamer 2 de sporthal en na een toiletbezoek, dat door de plaspillen zeer noodzakelijk was, wandelde ik naar de start. Zonder warming-up ging ik als een der laatsten over de startstreep.
Ik had besloten om vanaf de eerste meter met de handrem erop te lopen. Tot mijn verbazing was ik aanvankelijk niet eens de laatste. Ik liep in het gezelschap van iemand, die vorig jaar een hartinfarct had gehad en nu zijn eerste halve marathon weer liep. Dat schept een band.

In een tempo van 6.15 per kilometer liepen we langs het Braassemermeer, waar ik 5 jaar geleden een van de meest fotogenieke schaatstochten heb gereden.
Bij de eerste drinkpost at ik een paar stukken banaan, dronk een beker water en controleerde mijn hartslag: ongeveer 100. De rest van het groepje, waar ik mee liep, was er al vandoor. Met een vrouw uit de achterhoede liep ik verder. Na 6 kilometer waren we al ingehaald door de koploper van de 10 kilometer, die 20 minuten na ons gestart was. Een kilometer verder had nummer 2 ons ook al gepasseerd. Ieder zijn stiel!
Wij bogen af naar de Wijde Aa, waar ik een hoekje vond voor een plaspauze. Toen ik klaar was, werd ik voorbij gestoken door de laatste vrouw en liep ik achteraan met 3 fietsers, waarvan 2 EHBO-ers. Een geruststellende gedachte.

De afstand tot de rest van het peloton werd steeds groter. Mijn tijd per kilometer lag tussen de 6.30 en de 7 minuten per kilometer. Bij de drinkpost aan het eind van de Aderweg deed ik hetzelfde ritueel. Met een hartslag van iets boven de 100 was het nog steeds verantwoord om aan de tweede helft te beginnen.
Een van de EHBO-ers reed naar voren. Met 2 fietsers had ik genoeg beschermengelen voor het geval er iets fout zou gaan. Ik maakte me daar geen zorgen over. In dit tempo kon ik eenvoudigweg niet moe worden.
Via Rijpwetering en de Koppoel gingen we langs de molen richting Nieuwe Wetering. Op het fietspad van anderhalve kilometer was geen loper meer te zien! De rode lantaarn kon me niet meer ontgaan.

Tussen de weilanden zocht ik naar een plek voor de volgende plaspauze. Een hek, dat open stond, gaf een goede gelegenheid. Toen ik klaar was, had ik eveneens voor hekkensluiter kunnen spelen, maar daar paste ik voor. Je moet niet overdrijven.
Na een energiegel zonder cafeïne naar binnen gewerkt te hebben, vervolgde ik de weg. Halverwege het fietspad hoorde ik "Pang". De EHBO-ster had een klapband. Zo kreeg ik toch nog applaus!
Het lopen ging prima, maar teneinde geen enkel risico te willen lopen besloot ik om bij Nieuwe Wetering een hoek af te snijden. De route liep naar de Ringvaart en weer terug. Ik sneed zo ruim 2 kilometer af. Jaap de Gorter zou trots op me zijn!
Waar ik gehoopt had om gewoon als laatste loper aan het fietspad langs de HSL te beginnen, gebeurde dat niet. Er liep nog een vrouw achter me. Daar had ik een probaat middel voor bedacht: temporiseren. Ik wilde niet, dat ik iemand de rode lantaarn in de maag zou splitsen door een bewust gekozen routeverkorting.
Aldus geschiedde. In de laatste kilometer werd ik ingehaald en onbedreigd dribbelde ik naar de rode lantaarn in een tijd van 2.23.06, met afstand mijn langzaamste "halve" marathon.
Ik bedankte de fietsende bezemwagen en at wat zoutarm brood, voor ik naar restaurant "Tussen Kaag & Braassem" fietste, waar ik een glas melk haalde bij "Krasse knar" Wim Klerk.

Via Hoogmade reed ik, met een dringend noodzakelijke tussenstop, over het nieuwe brede fietspad langs de oude smalle Ruigekade naar Leiderdorp. Via Leiden Zuid-West reed ik naar de Stevenshof, waar ik bij Walter Boon nog een IJVL-salopet afgaf voor een van de kinderen uit onze trainingsgroep.
Thuis gekomen zag ik Ada's fiets staan.
"Moest jij niet naar de volkstuin?", vroeg ik.
"Kom even binnen", zei ze: "Ik moet je iets vertellen."

Binnen kreeg ik te horen, dat mijn oudste broer Kees plotseling was overleden. Ada en ik waren gisteren na de koorrepetitie de laatsten van de familie, die hem in Revitel levend gezien hebben. Daar word je dan toch wel stil van, maar ben je ook dankbaar, dat je gezellig pratend op een fijne manier afscheid van elkaar hebt kunnen nemen.
Kees, rust in vrede!

zaterdag 1 april 2017

"De uitspraak was goed...."

Na thuis bij de lunch zoutarm brood te hebben gegeten, fietste ik met mijn vrouw naar de Lokhorstkerk, waar we een repetitie hadden van de Leidse Koorprojecten. Daar zocht deze bariton een plekje op de hoek van een bank voor het geval dat de plaspillen dit noodzakelijk maakten.
Dirigent Wim de Ru startte met "Cum Sancto Spiritu" uit de "Messa di Gloria" van Gioacchino Rossini. We concentreerden ons op het slotdeel hiervan. Het ging niet onaardig, terwijl bij de eerste repetitie gezegd was, dat dit het moeilijkste stuk van het concert zou zijn.

Dat geeft de burger moed. Na de pauze gingen we verder met het werk van Giuseppe Verdi.

Voordat we begonnen met het befaamde "Va pensiero" kregen we van een koorlid uitleg over de uitspraak van het Italiaans. Daar deden we erg ons best op.

Daar was de dirigent goed over te spreken blijkens deze woorden: "De uitspraak was goed...."
Je voelt de maar al aankomen. Het ging vooral over de manier van zingen. Het was allemaal te vlak. We moesten de piano's en de forte's veel sterker aanzetten: "Jullie moeten het op zijn Italiaans zingen. Met veel dramatiek."
Aansluitend volgde het tweede ballingenlied: het meer ingetogen "Patria oppressa" uit MacBeth.

We vervolgden met "Vedi le fosche" uit "Il Trovatore", dat in de volksmond bekend staat als het zigeunerkoor.

De mannen hebben een flinke partij met een aantal harde inzetten. Een heerlijk nummer om te zingen.

We sloten af met "Brindisi" uit "La Traviata", een vrolijk drinklied. En dat, terwijl ik al 2 weken geen druppel alcohol heb genuttigd. Wrijf het er maar in....

Gelukkig hebben we de foto's nog

Vandaag kreeg ik de statiefoto's van de "Krasse knarren" in de laatste week dat de Leidse IJshal dit seizoen open was. Met dank aan Ans van Dijk. Zo kunnen we nog even nagenieten van een mooi schaatsseizoen.
Hier is de groep, die op dinsdag 14 maart aanwezig was.


En dit zijn de matadoren van donderdag 16 maart.



Voor alle "Krasse knarren" heb ik goed nieuws. De eerste training is op dinsdag 3 oktober. Er is geen excuus om niet te komen. Met 3 oktober is iedereen in Leiden vrij!

Rendiermelk

Er stond een stapel oude spullen, die we weg wilden brengen naar de kringloop. Daaronder was een tweetal oude computers. Deze computers pasten niet in de fietstas. Derhalve zette ik met een paar handgrepen de oude rode fietskar in elkaar en maakte deze vast aan mijn oude Batavus Jakima.

Met Ada fietste ik naar het industrieterrein, waar "Het Warenhuis" gevestigd was. Ik had grote moeite om mijn vrouw bij te houden. Bij een fietskar met bepakking heb je constant het gevoel, dat er iemand aan je fiets hangt. Daardoor is het wel een goede krachttraining.
Na de lading afgegeven te hebben, zocht ik eerst een toilet op. De plaspillen werken nog steeds prima. Daarna fietsten we door naar "De Helianth" in de Herenstraat, waar we boodschappen deden, waaronder 3 zoutarme broden, die we besteld hadden. Je moet er wat voor over hebben om de bloeddruk omlaag te brengen.
Bij de kassa werd gevraagd, of we rendiermelk wilde proeven. Natuurlijk wilde ik dat, zeker toen ik hoorde, dat het van een boerderij uit Fryslân kwam. Ik ben niet voor niets ieder jaar rendier in de Leidse IJshal.

Even later werd me gevraagd, hoe de melk smaakte.
"Prima", antwoordde ik.
Rhean haalde het pak melk tevoorschijn. Het was de koeienmelk, die we zelf ook regelmatig kochten. Toen begon mij iets te dagen: 1 april. Was ik er toch ingetuind!

Nu we met de fietskar waren, leek het Ada handig om een grote zak tuinaarde te kopen om op de volkstuin plantjes op te kweken. Daar het handig was om het meteen naar de volkstuin te brengen, fietste ik in de regen maar meteen door.
Toen ik thuis kwam, stond er 22 kilometer op de teller. En dat allemaal zonder rendiermelk!