Het dozijn kinderen is niet meer en het dozijn zal ook nooit meer compleet zijn.
Gisterenochtend is mijn oudste broer Kees onverwachts overleden. Een dag of 10 eerder had hij een zware operatie ondergaan, waarbij een flink gezwel bij zijn been was weggehaald. Het gezwel woog bijna 7 pond.
Afgelopen woensdag was hij ontslagen uit het LUMC en ging hij om te herstellen en te revalideren naar het Revitel, waar Ada en ik hem zaterdagmiddag na de koorrepetitie bezochten.
We hadden het uitgebreid over zijn tuin met zeer veel verschillende tulpen en narcissen, de grootste verzameling bijzondere bloembollen ter wereld. Ook het krantenartikel in het Leidsch Dagblad over zijn zoon Eric kwam uitgebreid aan bod.
Ieder voorjaar weer was het op zijn land een rijk palet van kleuren en vormen als de narcissen en tulpen opkwamen. Zijn hele werkzame leven, en dat begon al toen hij een jaar of 14 was, heeft hij in weer en wind gebouwd aan deze collectie, waar hij zelf ook volop van genoot.
Het was een gezellig bezoek. Bij het afscheid zei Kees, dat hij het voorjaar in de Bollenstreek miste.
"Ach Kees, knap nu maar verder op. Volgend jaar is het nieuwe ronde, nieuwe kansen. Dan kun je er weer van gaan genieten."
Het heeft niet zo mogen zijn. Gisterenochtend kreeg hij om 9 uur in zijn kamer ontbijt op bed en 20 minuten later werd hij dood gevonden. De doodsoorzaak luidde hartfalen.
Achteraf weten Ada en ik, dat we de laatste familieleden waren, die hem in levenden lijve gezien en gesproken hebben.
De laatste maanden haalden we vaak jeugdherinnering op. Zoals aan onze hond Pluto. Deze trouwe viervoeter kwispelde altijd luid en duidelijk op de houten planken als Kees eraan kwam. Maar ja, mijn broer verzorgde Pluto dan ook zeer goed. Hij kreeg wel eens een boterham met sambal. Om de daardoor ontstane dorst te kunnen lessen, kreeg Pluto er wel een bak met water bij.
Toen Kees in de puberteit op de bollenvelden werkte in de jaren '50, waren er op die velden ouderwetse poepdozen, die half boven de sloot hingen. Uitgedaagd door zijn collega's op het land pakte Kees wat brandnetels, bond deze aan een stok en toen zijn baas zat te bouten, werd hij liefdevol door de brandnetels over zijn billen geaaid.
Nu zijn wij met hetzelfde pek overgoten. In de jaren '70 ging ik met wat schoolvrienden bijna ieder jaar in de zomervakantie bij Kees werken: bollen rooien en bollen pellen. We fietsten dan van Nieuw-Vennep naar De Zilk.
Ik had mijn broer bij aankomst op de eerste werkdag om 8 uur 's ochtends boven op de kast met de simpele mededeling: "Zo, dan gaan we beginnen met een pauze!"
In 2013 kreeg Kees erkenning voor zijn enorme werk voor de bloembollencultuur in Nederland. Hij werd geridderd. Ook al ben ik niet helemaal objectief, in mijn ogen volkomen terecht. Wie wel eens op zijn land geweest is, begrijpt dat volkomen.
Vorig jaar stond er een uitgebreid artikel over Kees in Landleven.
Dit jaar was dat het geval in Groei en Bloei.
Kennelijk hadden ze in de Hof van Eden dringend behoefte aan een uitmuntende tuinman, waardoor Kees plotsklaps werd weggeroepen....
maandag 3 april 2017
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten